Achterhoek Ancestors
Notes
Matches 1,451 to 1,500 of 4,561
# | Notes | Linked to |
---|---|---|
1451 | Eve Freriks werd met Pinksteren 1660 lidmaat te Aalten. Bron: Index lidmatenboek Aalten 1645-1811 | Frericks, Eva (I2722)
|
1452 | Extract uit de Acte Classis Ordinairae gehouden den 15 April en volgende dagen te Zutphen 1806. Omtrend het verschillend begrip tusschen Bredevoord en Wenterswijk, wegens het doopen van dit onechte kind, welks moeder eene Wenterswijksche zijnde, te Bredevoord slegts eenige maanden had gedient:- begreep men, dat dit kind te Bredevoord moet gedoopt worden, om dat het aldaar is geboren. Pro (vero) extractii W:L: Entink Cl.h.t. Scriba | Vonhof, Hendrik Jan (I24565)
|
1453 | Fia werd in de hofboeken voor het eerst vermeld op 15 juli 1536. | Fia (I2643)
|
1454 | At least one living or private individual is linked to this note - Details withheld. | Living (I45760)
|
1455 | Foto bij biografie Pietenpol, Henry William family. Hannah was de jongste dochter van Derk Abbink en Gertrude Weenink. Zij werd op 17-jarige leeftijd de tweede vrouw van Henry William Pietenpol uit Town Lima, Sheboygan County. Zij werden de ouders van 12 kinderen, 7 dochters en 5 zoons, van wie er 2 als klein kind stierven. Henry William heeft negen maanden dienst gedaan tijdens de Burgeroorlog. Bron: Biografie Abbink Family | Family F1914
|
1456 | Frederik Jan te Buurse, 3 maanden, zoon van Jan Derk te Buurse en Henders Stemerdink. | te Buurse, Frederik Jan (I13559)
|
1457 | Frederik Jan te Buurse, 5 jaar, zoon van Jan Derk te Buurse en Henders Stemerdink. | te Buurse, Frederik Jan (I13558)
|
1458 | Frederik treedt op als getuige voor Winolt Koops, die beschuldigd werd dat hij een aantal tonnen bier in zijn brouwerij niet aan de belasting had doorgegeven. 28 november 1711: Wijnolt Coops verzoekt het gericht Frederic en Gerrit Clanderman als getuigen op te roepen voor de eerstvolgende zitting van het Bredevoortse gericht. 1 december 1712: Winolt Coops, geassisteerd door zijn advocaat Steven Jan van Hengel, overhandigt het gericht een vragenlijst, met verzoek de getuigen Frederic en Gerrit Klanderman deze vragenlijst onder ede te laten beantwoorden. Uit de antwoorden van de Klandermans blijkt, dat de tonnen bier, die de gerichtsdienaar in Winholts brouwerij op 11 juni 1711 had aangetroffen, daar door de Klandermans waren neergezet om te gisten. Het bier was voor hun eigen huishouding bestemd geweest en er was reeds door hen belasting over betaald. Bron: Koops uit het Woold deel 2, p. 28, RAG: RABVT, interrogatoria etc. inv.nr. 247, acten d.d. 1-12- en 4-12-1711. | Family F300
|
1459 | Frederik was weduwnaar van Berentje te Kortschot toen hij met Willemken trouwde. Hij was bij zijn eerste vrouw ingetrouwd. Berentje was op 17 juni 1699 gedoopt als dochter van Jan te Kortschot. Deze woonde op Dondergoor. Frederik en Berentje gingen op 11 september 1729 in ondertrouw. Zeven maanden later, op 24 april 1730, werd ze begraven. Bron: Das Lib. Gifte Henxel 20 23 juli 1753: Frederik Dondergoor neemt een deel van de reparatie van de Jacobskerk aan. Hij zal boven de Garfkamer en het afdak aan de noordzijde van de kerk afbreken en vervolgens weer met nieuw hout betimmeren. Bron: Das, aantekeningen geerfdenboek. | Family F143
|
1460 | Frerick van Eerden j.m. d.v. Antoni van E. - op 't Ravenhorst tot Wi. Jannetjen Welldinck j.d. woonachtig tot Amsterdam | Family F1622
|
1461 | G.W. Kastein stond bekend als werkzaam deelnemer aan tal van cummunistische acties en werd door de BVD nauwlettend in de gaten gehouden. Hij werd postuum onderscheiden met het verzetskruis 1940-1945 bij koninklijk besluit nr. 17 van 7 mei 1946. Hij was neuroloog te Den Haag. Als motivatie werd gegeven: Voor onder gevaarlijke omstandigheden betoonden moed, inititatief, volharding, offervaardigheid en toewijding in den strijd tegen den overweldiger van de Nederlandsche onafhankelijkheid en voor het behoud van de geestelijke vrijheid, daarbij in hem eerende een der uitingsvormen van het verzet, dat in zijn veelzijdige activiteit van 15 Mei 1940 tot 5 Mei 1945 in stijgende mate den vijand heeft geschaad en op onvergetelijke wijze tot de bevrijding van het Vaderland heeft bijgedragen. Bron: Dapperheidsonderscheidingen aan Nederlanders voor de Tweede Wereldoorlog, http://www.onderscheidingen.nl/decorandi/wo2/dec_k01.html In februari 1944 verscheen een artikel over Kastein in het illegale Parool. Bron: http://www.hetillegaleparool.nl/archief/1944/440205-3.php3 | Kastein, Gerrit Willem (I33415)
|
1462 | Garrit Jan en Janna Geertruid hebben na hun huwelijk gewoond op Meerdinkhaken in het Woold, de boerderij die Garrit Jan van zijn vader had overgenomen. Garrit Jan had hier als oudste zoon recht op. In de jaren 1837-1852 viel de eigenaar van Meerdinkhaken in belastinggroep 10. Goed is te zien wie de boerderij in bezit had. Tot zijn dood in 1839 was dit Garrit Jan. Na zijn dood werd zijn weduwe Janna Geertruid drie jaar eigenaresse. Vanaf 1843 valt schoonzoon Jan Hendrik Droppers in die belastinggroep. Hij zal de boerderij dan over hebben genomen. In de marge van het bevolkingsregister staat hij ook genoemd als eigenaar van de boerderij. Vanaf 1848 valt hij in groep 9, en in 1851 zelfs in groep 8. Of dit te maken heeft met het slechter gaan van de boerderij is niet bekend. Garrit Jan en Janna Geertruid kregen slechts één kind. Het is dan ook logisch dat dit later de boerderij heeft overgenomen. Bron: Bevolkingsregister Winterswijk 1837-1852, Das Lib. Gifte Woold rot 3, nr. 17 | Family F27
|
1463 | Garrit Jan Goossens of Weversborg woonde tussen 1823 en 1848 met zijn vrouw Dela Kappers op Gosen in Lintelo. Hier is zij ook gestorven. Zijn dochter Garritjen trouwde met Hendrikus Heusinkveld en zij woonden ook op de boerderij. In 1849 woonde Garrit Jan bij zijn dochter Garritjen en haar gezin in. Bron: B.R. Lintelo 1823-1848 blad 113 en 1849-1851 blad 119. | Weversborg, Gerrit Jan (I153)
|
1464 | Garrit Jan liet op 6 december 1759 een kind begraven, hetwelk drie dagen daarvoor was overleden. Bron: Das Lib. Gifte Woold rot 3, nr. 11 4 februari 1775: Opdragt van een hoff en daaraan gelegen stukje weideland bij Bredevoort tussen de zoogenaamde Fekkenweide en den Heerenkamp gelegen, door de kinderen en erfgenamen van wijlen Willem Christiaan Swietink en Hendrina Rensink in leven Egtelieden, aan Gerrit Jan Nieuweide en Geertruij Kempers ehel:. Bron: RAG, ORA Bvt inv.nr. 463 fol. 103 | Family F250
|
1465 | Garrit Jan Meerdinkhaken werd op 6 april 1796 lidmaat van de Nederduitsch gereformeerde gemeente te Winterswijk. Gerrit Jan was voor hij stierf eigenaar van boerderij Meerdinkhaken in het Woold. | Meerdinkhaken, Garrit Jan (I117)
|
1466 | Garrit Jan werd op 21 januari 1803 lidmaat van de Nederduitsch gereformeerde gemeente te Winterswijk. | Loijtink, Gerrit Jan (I1382)
|
1467 | Garrit Willem is op 10 juli 1805 lidmaat geworden van de Nederduits Gereformeerde gemeente te Winterswijk. | Leefferdink, Gerrit Willem (I71)
|
1468 | Garrit Willem Loiting werd op 10 oktober 1796 lidmaat van de Nederduitsch gereformeerde gemeente te Winterswijk. | Loijtink, Gerrit Willem (I665)
|
1469 | Garritijen Goosens | Goossens, Gerritje (I1290)
|
1470 | Geboren te Campen doch op verzoek hier (=Winterswijk) aangeteekend. | Fink, Catharina (I16022)
|
1471 | gecopuleert eerst bij de Papen, daerna alhier inhibitio facta ƒ Matre Godefridj, pridie januarij (.) sine ratione et absgen fundamento [verhindering door de moeder van Godefrid de dag voor januari zonder reden en grond]. | Family F10857
|
1472 | gecopuleert van den Drost met malcanderen een glas wijn toe te brengen ende den Drost de hant te geven. clam cum agine abijt exdomo materna. (Heimelijk vertrok hij met (agine) uit het huis van haar moeder) | Family F6682
|
1473 | Gedoopt als 'spurig' kind. | Hoijckinck, Derck (I3740)
|
1474 | Gedoopt als Aeltjen, dochter van Stoffel Jansen en sijn vrouw Mechtelt. | Pleckenpoel, Aeltjen (I4595)
|
1475 | gedoopt als Derck Merdinck | ten Damme, Derk (I270)
|
1476 | Gedoopt als Geertjen. | Sellink, Geertjen (I4384)
|
1477 | Gedoopt als Hemelmaat. | Hemelmaat, Lubbert (I3119)
|
1478 | Gedoopt als Hendrik. | Rauwerdink, Hendrik Jan (I20095)
|
1479 | gedoopt als Jan Schepers 't welcke kranck was | Schepers, Jan (I1030)
|
1480 | gedoopt als kranck kint | Mentink, Jan (I652)
|
1481 | gedoopt als soon van Mijrdinck int het Woltt | Meerdink, Harmen (I721)
|
1482 | Gedoopt als Tonnis | Meerdink, Anthonie (I175)
|
1483 | Geen naam genoemd bij de doop, Dr. Das heeft aangenomen dat het hier om Wander gaat. | Hijinck, Warner (I2466)
|
1484 | Geert Eel(t)ink en sijn huysvrouwe Geertjen worden op 13 juni 1664 beleend met Eel(t)ink in Miste. Op 2 juni 1690 draagt de weduwe Geertjen dit leen op aan haar schoonzoon en dochter Derk en Syne Elinck. | Family F731
|
1485 | Geert en Geertje hebben op het goed Lintum in het Woold gewoond. In 1647 moest hierover verpondingsbelasting worden betaald: ten Lintum, Hofhorigh an syn Hoogheit. 12-0- t'huis op 8 dlr 6-0- hof 1½ sch. gesaeis 61-16- boulant 8 mlr. Hofhorght. afgetrocken blijft 6-0- 2 voeder hoey doend 4 dlr. 9-0- twee verckens of 6 dlr. Eycken boomen ter Vile. 19-5- Lintum wegen Hofrecht 14 sch. rogg noch wegens Herfst en Meybede 6 dlr. ad 28 str. Rentmr. van Haeghen 1-0-8. Lintum 3 sp. miskoorn. Daarnaast bezat Geert het goed Wijkamp. Wijcamp, kaete, Geert Lintum. t'Huis op 6 dlr., 9-0-. Hof 1 sp. gesaeis, 3-0-. Boulant 2 mlr., derde gerve, 16-13-. 7 februari 1650: Gertken Koesinck, echte huijsfrouw van Geerdt te Linthom, heeft zich vrijwillig hofhorig gegeven. Ze mag 1 onbenoemd kind vrijmaken. Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C Geertien en haar broer Jan verklaren in 1652 'uijt handen van haeren vaeder ende broeder Berndt ende Joost Koesinck sambt ende besonders ten houwelick ontfangen te hebben een summe van hondert ende vijfftigh dlrs. ad 30 str. 't stuck, mitsgaeders een peerdt ende acht beesten, naementlick drie koens, drie stirs ende twie guste beestekes, het welcke peerdt ende beesten nae comparanten besten ontholt omtrent souventigh rixdlrs. souden hebben connen golden, verclaerende gemelte Geerdtken Koesinck bovens dien van haer moeder d'olde vrouwe to Coesinck genoten t'hebben een bedde, laeckens, polluwe, kussens, voorts andere kistenvullinge dat averst die hoicke ende twie rocke tusschen beijden zijn becostiget worden'. Bron: Luiting: Het reven Kössinck als hofhorig erf van het Stift Vreden. 28 juli 1675: Geerdt Scholte Lintum ende Geertje sijn Huijsfrouw verkopen aan Geerdt in t Walvaerdt en Reijner Slotboom een huis in Bredevoort tussen Lubbert Schoemaecker en Hermen van Eerdens huis. Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort In 1692 komt hun zoon Jan te Lintum in conflict met Willem Volmer. Hij heeft het versterfrecht nog niet voldaan van zijn vader en moeder. Daarbij dient hij te bewijzen, dat zijn moeder, toen ze stierf de wettige bezitster was van de hof. Volgens de zusters van Jan te Lintum was hun moeder een vrije vrouw, waardoor dezen minder geld aan Volmer hoefden af te dragen. In dit geval krijgt Volmer nog meer, maar dan van Jan te Lintum, omdat zijn moeder eerst hofhorig moet worden voordat ze eigenares kan zijn van get hofgoed te Lintum. Dit kostte evenveel. Jan te Lintum verdedigt zich, door te stellen dat zijn ouders reeds bij leven het hofgoed aan hem hebben overgedragen. Zij zijn hun huis uitgegaan en hebben met een bijl in een boom gehakt, ten teken, dat ze geen recht meer hadden op het hofgoed. Ze hebben daarbij het hofhorige goed Lintum, in de buurtschap Woold gelegen, met al zijn toebehoren en gerechtigheid, 'ihr gezey und mostregt, beeste, peerden, verkens, vorder aller lebendige habe', aan hun zoon en diens vrouw overgedragen. Een afschrift van deze overdrachtsakte bevindt zich in het hofboek en is gedateerd 27 mei 1683. De akte is ondertekend door stadhouder Joost ter Vyle en de beide tegeders Derck Mierdinck en Herman Roerdinck. Daarnaast heeft Jan zijn zusters een vergoeding gegeven. Ze krijgen beiden 500 daalders, een 'behoirlijcke uyttreydinge', negen beesten en een paard. Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, 'Uit de historie van Winterswijk' door G.J.H. Krosenbrink | Family F275
|
1486 | Geert heeft de diaconie van Winterswijk 100 gulden geschonken. Dit is waarschijnlijk rond 1680 gebeurd. | Geelinck, Gertt (I736)
|
1487 | Geert heeft zijn hele leven op boerderij Molders in Corle gewoond. Grappig detail is, dat Geert en Hermken op dezelfde dag in ondertrouw zijn gegaan als zijn zus Janna met haar broer Jan. Als je dan bedenkt dat Geert en Hermkens dochter Janna trouwt met Jan en Janna's zoon Jan Berent, wordt de familierelatie wel heel ingewikkeld. Zij waren dus op twee manieren neef en nicht! Bron: Das Lib. Gifte Corle 40 en Corle 30 | Family F324
|
1488 | Geert is niet lang na de dood van Jenneken hertrouwd. Hij gaat op 27 maart 1729 in ondertrouw met Enneken Hinkamp, gedoopt op 26 maart 1692, dochter van Meis Hinkamp en Gerttken Meijnen. Zij krijgen samen nog vier kinderen: 1. Jenneken Dreijers, gedoopt op 15 februari 1730. Getuigen: Derk Broekmeule, Henders Hinkamp, Harmken te Kulve. 2. Meis Dreijers, gedoopt op 23 mei 1734. Getuigen: Jan Wissink, Teunis te Havestee, Geesken te Broekmeule. 3. Metta Dreijers, gedoopt op 19 mei 1735. Getuigen: Deva Koops. 4. Jan Dreijers, gedoopt op 17 juni 1736. Getuigen: Wessel te Kulve, Jan Hendrik Droppers, Geesken ten Pas. Op 12 mei 1717 wordt Janna Dreijers kind begraven. Of hiermee een kind van Geert en Jenneken bedoeld wordt, is niet duidelijk. Op 12 augustus 1734 wordt een kind van Geert Dreijers begraven. In 1748 wonen op boerderij Draijers in Miste: Geert Draeijers 63 j., vrouw Jenneken 50 j., Soons Jan 21 j., dogters Aaltjen 27 j., Mette 12 j., Mette 1 j. Geert te Wekamp, Enneken Hinkamp, 3 kinderen, 1 over de 16 j., als weduwnaar van Jenneken Draeijers, heeft daervan 8 kinderen, over de 16 j., 3 winnen haer eijgen kost, 2 kinderen onder de 16 j. Bron: Das Lib.Gifte Miste rot 1, nr. 21 | Family F375
|
1489 | Geert Slats en Jenneken Kossinck, wonende in het Ambt Bocholt, wordt op Pasen 1688 lidmaat te Aalten. Bron: lidmatenlijst Aalten | Family F1418
|
1490 | Geert was eerder getrouwd met Elisabeth Scholten. Met haar was hij op 13 augustus 1724 in Winterswijk in ondertrouw gegaan. Zij was een dochter van de scholteboer Garrit Scholte van Ratum en Geesken Hesselink en gedoopt te Winterswijk op 16 september 1703. Vier maanden na hun huwelijk werd het eerste kind gedoopt. Op 24 december 1724 wordt in Winterswijk dochter Gesina geboren. Als getuigen treden dan op Gerrit Scholte van Ratum, Jenneken Hesselink en Stijne Wamelink. Elisabeth werd op 25 februari 1726 begraven te Winterswijk. Drie maanden later volgt haar kind, op 4 mei 1726 wordt er een kind van Geert Elink begraven. Mogelijk was dit het tweede kind van Geert en Elisabeth. Geert had dan misschien iemand nodig om voor zijn baby te zorgen. Hij hertrouwde tien maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw met de piepjonge Josina Wissink. Deze was nog maar 12 jaar oud toen ze met Geert trouwde! Dit is waarschijnlijk de reden waarom er de eerste vijf jaar na hun huwelijk geen kinderen gedoopt worden. In 1748 woonden er op boerderij Eelink in de Dorpboer van Winterswijk de volgende personen: Geert Elink 49 j. / Vrouw Gesina Wissink 33 j. / Soons Gerrit Jan 10 j. / Jan 4 j. / Gerhardus 2 j. / Dogter Christine Elisabet 7 j. / Knegt Wessel Wijberdink 21 j. / Maagd Aaltien Maas 22 j. / 2 paarden. Vrouw Josine / 4 kinderen onder de 16 j. / Eedt gedaen en 1e Term.bet., etc. / Aelken Maes de meit en Wessel Wijberdink iets gegeven. Hieruit blijkt ook, dat Josina rond 1714/1715 geboren moet zijn. 11 september 1775: Gerigtelijke Afdeelinge der ongeraade bij de twee gezusteren Elisabeth en Berendina Helena Straatman in gemeenschap bezetene parceelen ter instantie van Elisabeth Straatman op den 11 sept. 1775 gecelebreerd. waarbij door het lot tussen die twee zusters aan elk voor de geregte halfscheid zijn toebedeeld. Dan wordt een aantal stukken grond genoemd, waaronder: nog een stuk Bouwland op den Hasel tussen het land van de Erfgenamen van Geert Elink ter eenre en dat van de koster Mighorius ter andere zijde gelegen. Bron: Das Lib.Gifte Dorpboer 51 | Family F132
|
1491 | Geert werd gedoopt als Geert Keuninck. | Kobes, Geert (I379)
|
1492 | Geertje was sinds korte tijd weduwe toen ze met Jan Debbink trouwde. Haar eerste man heette ook Jan, namelijk Jan Lemkamp. Zie kwartiernummer 1502 x 1503. Met hem ging ze op 12 juni 1712 in ondertrouw te Winterswijk. Samen kregen ze een dochter Geertruit, gedoopt op 17 maart 1715. Nog geen jaar later wordt Jan Lemkamp, als Jan Mennink, begraven op 10 februari 1716. Geertjen heeft maar twee kinderen gehad, Geertruit van Jan Lemkamp en Janna van Jan Debbink. De halfzussen gaan allebei op 8 mei 1735 in ondertrouw, en nog wel met twee broers, Jan en Wessel Meinen uit Lichtenvoorde. Zie kwartiernummer 658 x 659. In 1748 wonen op boerderij Mennink de volgende personen: Jan Mennink 59 j., vrouw Geertjen 53 j., Wessel 31 j., Janna 28 j., Henders 10 j., Jan Willem 6 j., Janna 2 j., 2 paarden. 2 kinderen over de 16 j., die haer eijgen kost winnen, Eedt gedaen en den 1e Termijn betaelt, Wessel Mennink getr. met Janna 3 kinderen onder de 16 j., onder de 500 Glns. iets gegeven. Bron: Das Lib.Gifte Corle 43 | Family F317
|
1493 | Geertje was weduwe van Geert Eelinck. Met hem was ze op 3 juli 1664 in ondertrouw gegaan. Ze hadden tenminste twee kinderen; Berentt werd op 19 september 1675 gedoopt, Berendtien op 4 augustus 1678. Geert Eelinck was eerder getrouwd met Stijntje Honders. Zie kwartiernr. 2740 x 2741. 1687: Jan Elinck x Jenneken Oosterholt is schuldig aan Joost Kossinck x Geertjen Elinck 100 Daalder. Nog in de akte genoemd: Jan Kossinck op Wissinck. Er waren in die tijd twee personen met de naam Joost Kossinck, die op dezelfde dag in ondertrouw gingen en allebei een zoon Jan hadden. Deze vermelding was een aanwijzing dat Joost Kossinck, getrouwd met Geertje Hesselinck de vader was van Jan Kosinck op Wissinck. 15 juni 1693: Harmen Kamphuijs x Enneken Bruggenkamp bekent schuldig te zijn wegens opgenomen penn. soo voor de schuld aan zijn schoonvader..... aan Hend: Sijbel,.... en de huisvrouw van Wander Deunck, Hend: Willinck, Joost Kossinck x Geertje Elinck, f300,- Holl. Pand: 6 schepel gesaij lants uijt een scheekamp den bestemolderskamp? met de ene sijde an Elinckkamp en de andere an Kreijl Dijck. noch met de ene zijt an Kreijlskamp met de andere zijde an het velt. 7 mei 1695: Hendrick Gijsbers x Janna Theijnck. schuld aan Joost Cossinck x Geertje Elinck 100 Dlr Hollants rente 5 %. Pand o.a. een molder gesaeij op de Stormskamp met de eene zijde naest Hendrick Willinck Jurriens lant noch met het eene eijnde aen t velt, met den andere eijnde an Schoemaeckers lant notoirlijck gelegen, etc. 18 mei 1700: Hendrik Camphuis x Hinneken Elferdinck, schuld aan Joest Koesinck x Geertjen Elinck. 400 Car. Gln. Kerkenraad Winterswijk, 21 mei 1702: Op den 21 Maij heeft Joost Cossink en Geertjen Eelink woon. op Eelink aen de dijaconij Armen vereert een Cap. van 75 gl. tellende vijf(tig?) guld. cont. in handen van Ds. Borstius de overige vijf en twintig te halen bij jan Lamberts meulenaar, op de Windmolen, dog is op sijn versoek den Meulenaer een jaer gelaten, mits gevende een Obligatie van sijn hant. de 50 gl. getelt aen jan ten hulse, die dijaconije hem schuldig was, wegens opgeschote gelt tot betaling van houbink. Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, aantekeningen kerkenraadsnotulen Winterswijk folio 92. | Family F140
|
1494 | Geertje werd in 1750 lidmaat in Aalten. | Oolthuis, Geertje (I164)
|
1495 | Geertjen is nog in leven in 1698. De kans dat zij tijdens de begraafboeken is overleden is dus vrij groot. | Kempel, Geerdtken (I2731)
|
1496 | Geertruid werkte tussen 1823 en 1848 als landbouwster op boerderij Sla. | Weversborg, Geertruid (I53)
|
1497 | Geesken Wamelinck huijsvrouw van Jan Wamelinck wordt op St. Jan 1694 lidmaat te Lichtenvoorde. | Bennekinck, Geesken (I5696)
|
1498 | Geesken werd voor het eerst vermeld in de hofboeken op 15 juli 1615. | thoe Linthomb, Geesken (I2094)
|
1499 | Geesken wordt op Pasen 1715 lidmaat van de kerk van Aalten. | Navis, Geesken (I2718)
|
1500 | geh gew nal een kind | van Hengel, Stephania Johanna (I24867)
|