Notes |
- Stijne was een vrije vrouw, voor ze met Wessel trouwde. Wessel moest hiervoor als horige van de hof van Miste een boete betalen. De plaatsvervanger van de drost, Volmer weigert echter het verschuldigde bedrag te noemen, zodat Stijne niet als horige kan worden ingeschreven. Ook Jan te Lintum, getrouwd met Aeltien Hesselinck, wil zijn vrouw laten inschrijven. Uiteindelijk betalen Wessel en Jan 20 gulden per persoon, in het midden latend of het werkelijke bedrag meer of minder is.
Het jaar daarna wil Wessel tegeder worden van het Hof van Miste. Hij volgt hierbij zijn broer Gert op. Volmer is het hier niet mee eens, omdat Wessel nog een conflict heeft met de heer. Wessel wil toch tegeder worden, omdat hij niet in conflict is met zijn hofheer, maar met Volmer. Volgens Volmer hebben Wessel Mierdinck en zijn vrouw geen recht op de hof Mierdinck, omdat diens vader getrouwd was met een vrije vrouw, hetgeen in strijd is met de hofwetten. De kosten van deze afdracht bedragen 50 gulden. Bovendien moet nog het versterfrecht van zijn moeder worden betaald en zelf heeft hij ook een vrije vrouw getrouwd. Hij heeft reeds vijf of zes kinderen, waarvan enkele alweer getrouwd zijn, wat allemaal "tot groote schade en nadeel van den Hofheer" is. De hofheer wordt daardoor geschaad in het versterf. De eis voor het mishuwelijk van Mierdinck is eveneens 50 gulden en voor ieder kind moet 40 gulden worden betaald. Dan heeft Mierdinck ook nog niet betaald voor het feit, dat hij het hofgoed heeft overgenomen, waarvoor nog 150 gulden betaald moet worden. Pas wanneer dit voldaan is, worden Wessel Mierdinck en zijn vrouw erkend als 'hoffluyden'.
In die tijd waren er twee personen met de naam Wessel Mierdinck. De ene was afkomstig van Meerdink in Henxel, de andere uit het Woold. De Wooldse Wessel was met Stijne Buijinck getrouwd. Haar naam is bekend uit het hofboek en uit de doopakte van dochter Jenneken, die in Bredevoort gedoopt werd.
Bron: 'Uit de historie van Winterswijk' van G.J.H. Krosenbrink
|