Notes |
- Geertje was weduwe van Geert Eelinck. Met hem was ze op 3 juli 1664 in ondertrouw gegaan. Ze hadden tenminste twee kinderen; Berentt werd op 19 september 1675 gedoopt, Berendtien op 4 augustus 1678. Geert Eelinck was eerder getrouwd met Stijntje Honders. Zie kwartiernr. 2740 x 2741.
1687:
Jan Elinck x Jenneken Oosterholt is schuldig aan Joost Kossinck x Geertjen Elinck 100 Daalder. Nog in de akte genoemd: Jan Kossinck op Wissinck.
Er waren in die tijd twee personen met de naam Joost Kossinck, die op dezelfde dag in ondertrouw gingen en allebei een zoon Jan hadden. Deze vermelding was een aanwijzing dat Joost Kossinck, getrouwd met Geertje Hesselinck de vader was van Jan Kosinck op Wissinck.
15 juni 1693:
Harmen Kamphuijs x Enneken Bruggenkamp bekent schuldig te zijn wegens opgenomen penn. soo voor de schuld aan zijn schoonvader..... aan Hend: Sijbel,.... en de huisvrouw van Wander Deunck, Hend: Willinck, Joost Kossinck x Geertje Elinck, f300,- Holl. Pand: 6 schepel gesaij lants uijt een scheekamp den bestemolderskamp? met de ene sijde an Elinckkamp en de andere an Kreijl Dijck. noch met de ene zijt an Kreijlskamp met de andere zijde an het velt.
7 mei 1695:
Hendrick Gijsbers x Janna Theijnck. schuld aan Joost Cossinck x Geertje Elinck 100 Dlr Hollants rente 5 %.
Pand o.a. een molder gesaeij op de Stormskamp met de eene zijde naest Hendrick Willinck Jurriens lant noch met het eene eijnde aen t velt, met den andere eijnde an Schoemaeckers lant notoirlijck gelegen, etc.
18 mei 1700:
Hendrik Camphuis x Hinneken Elferdinck, schuld aan Joest Koesinck x Geertjen Elinck. 400 Car. Gln.
Kerkenraad Winterswijk, 21 mei 1702:
Op den 21 Maij heeft Joost Cossink en Geertjen Eelink woon. op Eelink aen de dijaconij Armen vereert een Cap. van 75 gl. tellende vijf(tig?) guld. cont. in handen van Ds. Borstius de overige vijf en twintig te halen bij jan Lamberts meulenaar, op de Windmolen, dog is op sijn versoek den Meulenaer een jaer gelaten, mits gevende een Obligatie van sijn hant. de 50 gl. getelt aen jan ten hulse, die dijaconije hem schuldig was, wegens opgeschote gelt tot betaling van houbink.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, aantekeningen kerkenraadsnotulen Winterswijk folio 92.
|