Achterhoek Ancestors

Notes


Matches 851 to 900 of 4,561

      «Prev «1 ... 14 15 16 17 18 19 20 21 22 ... 92» Next»

 #   Notes   Linked to 
851 7 april 1653:
Erschenen Johan Scholten van Ratum de Jonger, die bekande voor sich Enneken Lieverdinck sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an Arnoldt Coenen Gertruidt Rabelinck sijn huijsfrow ende haeren erven, een huijs mett een klein hoffken daerachter binnen Wenterswick inde Bredevoortsche Straete tusschen Elschots ende der Weduwen Graes behuijsingen gelegen mit desselven toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtigh kummerfrij, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mitt hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvinge ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 418 fol. 59 
Family F6346
 
852 7 april 1704:
Dr. Bernard Plegher, volmr. van Juffr. Barnardina van Arkel, voorts van de gez. kinderen en erfgen. van w. Juffr. Machtild van Arkel (volm. Zwolle 17 Dec. en Amsterdam 31 Dec. 1703); transporteren aan Hermen Rerinck en zijn huisvrouw Jenneken.
Bron: J.B. Baneman en H. te Hasseloo: Regesten ORA Stad Lochem. 
Family F11627
 
853 7 april 1718:
Obligatie waarbij Jan Woordes de rato caverende voor sijn Huijsvrouw Geesken Hobbelink, bekent schuldig te zijn aan Ananias Tjenk en zijn vrouw 150 Gl.Holl. onder verbant van een stukke lant soo comparanten van de voorkinder van Berent Goerkink hebben ingelost.

Jannes trouwt in totaal drie keer. Geesken was zijn eerste vrouw. Nog geen vier maanden na haar overlijden gaat hij op 3 augustus 1721 in ondertrouw met Janna Nijenhuis, weduwe van Geert te Brummelstroet. Met Geert was ze op 29 december 1715 in ondertrouw gegaan. Jannes en Janna krijgen drie kinderen:
1. Gerrit Jan, gedoopt op 31 mei 1722. Getuigen: Harmen Pierks, Jan te Breumelstroot, Jan ter Heurne, Geertruit Geurkink, Janna Woorts.
2. Koene, gedoopt op 28 januari 1725. Getuigen: Gerrit Scholte van Ratum, Jan te Lintum, Enneken Woorts.
3. Geesken, gedoopt op 27 juli 1727. Getuigen: Aeltjen Scholten, Stijne Teilers, Gosseligh Nijenhuis, Jan Woorts.

In 1748 woont Jannes op Henskes in Miste. Hij woont in bij zijn zoon Jan en diens vrouw en is dan 71 jaar oud.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, Lib.Gifte Miste rot 2, nr. 9 
Family F177
 
854 7 april en 7 mei 1588: Tussen deze twee data is Johan Elinck overleden. (RAG, RABvt 58 f 50Av, 57v ook f44v/45)
6 juli 1588: Nael wed. Johan Elynck met Gerth Koeps haar broer als voogd (id. 58 f 90v). Gerth Koeps lijkt die naam aan zijn vrouw te ontlenen en dezelfde te zijn als Gerdt Lamberts genaamd Koops, gehuwd met Mette. (id. 59 f 12v)
17 december 1588, Nael leent 140 dll. (id 58 f 157)
28 januari 1589, Nael wed. Johan Elinck leent 75 dll. en verkoopt een rente op onderpand van de Elinckskamp die haar man tevoren had gekocht. (id 59 f 12v)
15 januari 1597, zij treedt op met haar tweede man (id 60 f 165)
27 januari 1603, Henrick Hueninck genant Elinck (die blijkbaar op Elinck was ingetrokken) met zijn vrouw Naele en Gerdt Elinck haar zoon bij zal. Johan ELinck verkoopt land naast Elingk huis in pandschap (id 65 f 15v)
19 mei 1603, Geerdt Elinck treedt op 'an statt seines vaders (dus: stiefvader!) Henrick Elincks des olden'. (id 65 f 86v, 113v)
3 november 1609, Derick Elinck spreekt aan Gerrit Elinck in Darpbuer als erfgenaam van diens moeder Naele Elings (id 71 f 195v).
Bron: Kwartierstaat Greidanus-Jaeger in stamreeksen 
Family F1661
 
855 7 augustus 1678:
Derck van Hengel maakt zijn testament op en benoemt zijn broer Doctor Gerhard van Hengel tot universeel erfgenaam. Zijn andere broer Jan, zijn neven Stephan Jan, Gerrit Adolph en Anthoni en zijn nicht Mechtelt Wisselinck krijgen legaten.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 426 fol. 29v 
Family F6339
 
856 7 augustus 1706:
Berent Konninks X Sara Harders hebben voor fl.400,- aan hun zoon Abraham Conninxs X Anna Coenen verkocht hun huis en halve hof te Dinxperlo, naast Derk Koninck en Wilhelm Driessen landt gen.Hesselink en Bolandt land: Ook het halve stuk op het Dorpseveld de Stolte ben. schietende met de eene sijde aen de gemeene wech en de ander eijnde aen den grootenhuijser bosch tusschen Rosier Jegerincks en Jan ten HolIers landt etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen 
Family F1566
 
857 7 december 1639:
Erschenen Aleff Scheinck Henrick Kockers eheluide die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Doenck Willemken Huijninck ter eene und Herman Evertz Gerriken Huijninck ter ander, jeder ter halffscheidt, und deren respective erven, een stuck Bowlandt opten Aelter Esch ongefehr van twie Moldergeseij, mit eener sijdt anden Wegh nae die Windmolle, mitter ander naest het Keppelstuck Pastorien ende Lanckhaver landerijen gelegen, mitt eenen ende anden gemeinen Wegh nae den Gijsenbusch ahn schietende, mitten anderen anden Wegh vant Dorp aff nae die Windmolle henen, schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voor doorschlechtich thent tins und kummerfrij. Deses erfflick gecediert und uthgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer gueder, sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 49

5 oktober 1653:
Erschenen Adolph Scheinck Henrica Kockers eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Herman Everts Gerritijen Huijninck eheluijden und Willemken Huijninck Weduwe van zal. Henrick Doenck und haeren sambtlicken erven, haer Verkoeperen alinge ende gerechte Vierdendeell van het Erff ende goedt Bleckinck ende Pijtenpoell, ende daeronder gehoerende Kavenstede inde respective Kerspelen Wenterswick ende Aelten, sampt Bourschappen Wolt ende Haart gelegen, mitt alle sijner ap- ende dependentien, voorts rechten ende gerechtigheiden, als oock kennelicke beswaeren, voor doorschlechtigh allodial kummerfrij goedt, gelijck t'selve Verkoeperen angeerfft ende angestorven iss, ende die Koperen twie Vierdendeele daervan in gebruick hebben, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 418 fol. 77 
Family F12705
 
858 7 februari 1616:
Erschenen Herman Cockers, Stijne Martens eheluide, und sie Stijne vermitz Herman vorschreven, als haren echte Man und Mombaer, die bekanden voer sich und haren erven, van Peter Martens, Griete Evertz eheluiden, van wegen haer Stijnen Vader und Moederlicken Nalatenschap, gereiden und ongereiden guederen, alinck und alle voldaen, entrichtet und betaelt te sijn. Bedanckten sich derselven goeder betalong, quitierende daerop in krafft deses. Und hebben demnae Herman Cockers Stijne eheluide, allet voer sich und haren erven, in behoeff Peter Martens Grieten eheluiden und haren erven, op die Martens behuisong und Hoff in den Darpe Aelten, tusschen Jan ten Nijenhaus behuisong und Gerrit Cuijpers grondt gelegen, voert allen Martens Lenderien, Ihnen Peter und huisfrow hierbevoren toegedeilt, mit hant, halm und monde vertegen, derselven waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh hares Camp den Evertz Camp genant, voer den Darpe anden Heelwech gelegen, voort aller iegenwoirdigen und toekompstige gereiden und ongereiden guederen, sich daeran casu evictionis alles interesse, hinders, kosten und schaden, mit reale executie, als off se mit allen rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten wehren, toe verhalen. Sonder exceptie und argelist.

Erschenen Peter Martens, Griete Evertz eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eine walbetaelde Summe geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben Johan Buessinck, Jenneken eheluiden und haren erven, twie stucksken Landes, beide opten Aelter Ess, dat eine mit einer sijdt an Hoffsteer landt, mitter aner sijdt an Penninges landt gelegen, mit eenen einde anden Heelwech, mitten anderen ende an Huninck landt schietende, ongefehr van Anderhalff schepellsaet. Dat ander stuck mit einer sijdt an Huninck landt, mitter ander sijdt langs Lenderie van den van Lintell den Armen toe Bredevoorth getransporteert gelegen, mit eenen ende anden Barlschen wegh, mitten anderen ende oick an Huninck Landt schietende, oick ongefehr van Anderhalff schepelsaet, mit derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kummerfrij, Deses alsoe erfflick gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 389 fol. 8v-9 
Family F12466
 
859 7 februari 1667:
Erschenen Hendrick Sibinck ende nam aen voor Geert Sibinck sijn stiefvader te betaelen aen Hendrick Romp 42 dlr. 5 str. met 18 str. costen van willekeur, te weeten die helfte tegens aenstaende Sont Jacob aen rogge ende boeckweit ende die ander halfscheit mett intressetegens Sont Jacob over een jaer onder verbant van zijn gerede ende ongerede goederen, hebbende ende toekomende, ende in specie van 't goet soo hij nu sall bouwen ende van gemelte Geert Sibinck hem overgelaeten wort, sulx onder poene van parate executie.
Bron: Luiting, RAG RABvt inv.nr. 128, fol. 12v 
Family F4949
 
860 7 februari 1676:
Jan Drommelaers X Fenneken hebben een som geld opgenomen van Jan Stemers te Bredevoordt. Bij Fenneken staat door Das aangetekend: Hemink of Braekmans.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

1 maart 1677:
Jan Drommelers en Willem Broekman 200 Dlr. schuld aan Jan Stemer.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Drommelers, Fenneken (I5172)
 
861 7 februari 1696:
Erschenen Jenneken Keeminck, weduwe en boedelholdersche van wijlen Jan Luessinck voor haer en als moeder ende mombersche van haer kinderen bij haeren man voornoemt ehelick verweckt, en heeft ten overstaen van den voocht Gerrit Jan Calff haeren hier toe verleenden mumboir den Anthoni Colenbrander bester gestalt rechtent tot voorkoominge vande kosten vrijwillich gecedeert, en als volkoomen verwonnen overgegeven haer Huijs en HOff neffens haere gerede en vordere effecten inde willekeur van den 11 Decemb. 1695 uijtgedruckt in Dinxperloe notoirlick geleegen, en hebbende voor soodaene 150 glns 5 st. hollantsch ende costen ad 4 gl: 4 st: als sij aen gemelten Kolenbrander uijt kracht van gerichtelicke willekeur vanden 11 dito Decemb. 1795 schuldich is voorbeholtlick de redemptie nae Lantrechte beloevende vande voorschreven gecedeerde perceelen in die jaeren van redemptie aen Calenbrander jaerlicx voor huere te betaelen 7 gl 14 st: Hollantsch, en daer beneffens de verpondinge en andere lasten daer van te lasten ende te betaelen Alles sonder argelist des sij? cum tutore stipuland, neemende voornoemden Calenbrander aen dat wanneer sij Compte. off haere kinderen deese boovenstaende summe met de huer restitueren willen, dat sulx haer ten allen tijden nae verloop der jaeren van redemptie sall vrij staen.
Bron: ORA Bvt invnr. 433 fol. 3v 
Family F1393
 
862 7 januari 1628:
Erschenen Herman Laerberch Wehninck Janssen, Soldaet van Capitein Brijnen, die bekande voer sich und sijnen erven van wegen sijner zaliger Bestemoeder Jenneken Laerberchs Nalatenschap, gereden und ongereden goederen, tot sijner quoten, van Herman Laerberch Lijsken eheluijden eens voer all volnkomentlick und thoe dancke entrichtet und betaelt te sijn, Bedanckten sich derselver goeder volnkomner betalong, quitierende daerop in krafft deses. Und hefft demnae Herman Wehninck voer sich und sijnen erven Herman Laerberch, sijner huijsfrouwen und erven gemelte sijn quota und Andeell gedachter sijner Bestemoeder alinge Nalatenschap gecediert und opgedragen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, derselven waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss tdoen gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 3v, 4 
Laerberg, Herman (I52912)
 
863 7 januari 1663:
Erschenen Berendt Leussen ende Sander Switser ondervaegt tott Dinxperloe, als van den Heren Droste ad hunc actum speciaelick zijnde geauthoriseert geweest, die bekanden datt Jan Snoecklaecken den Olden haer Comparanten een verslootene dispositie overgelanght hadde, waerin sijn uijterste wille gestelt was, versoeckende van ons, wij beijden, van sijne gedaene stipulatie ten protocolle mochten relatieren ende deese dispositie aldaer bestedight mochte worden. Obtinuerunt.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 424 fol. 1v 
Family F7968
 
864 7 januari 1713:
Berend COrts X Gerbr. Tieinck ehel. getugtigen elkaar.
Hij had kinderen uit 1e en 2e bedde. de knderen uit dit huwelijk zullen recht hebben op t geen krachtens dispositie van hun bestevader wijlen Joost Tieink van de 26 april 1691 hun vermaekt heeft.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen oud rechterlijk archief Bredevoort 
Family F7159
 
865 7 juli 1653:
Erschenen Tonnis ten Woesten Esch die bekande voor sich Hinnneken sijn huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen Erven voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Berndeken Hesselinck Weduwe van zal. Tonnis Willinck und haeren erven een stuck landts opte Veltbraeck het Lutke stuck genoembt omtrent drie schepel geseij tusschen Hericks ende Hesselincks inden Kerspell Wenterswick Bourschap Raetman gelegen, mit den eenen einde anden Heelwech mitten anderen an Liessinck Weijdeken schietende, voor doorschlechtigh kummerfrij, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, sonder exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 418 fol. 68, 68v 
Family F4404
 
866 7 juli 1662:
Erscheenen Jan Volmer, Jan Havekes, Jan ten Bengfort ende Willem Schutte, sampt ende sonders, die bekanden voor sich - haere huijsvrouwen, daervoor sij de rato cavierden - ende Erven in eenen steden vasten ende onwederroeplicken Erffcoop voer een welbetaelde summa geldes getransporteert ende avergelaeten te hebben, gelijck zij transportieren, overlaeten ende cedieren krafft deeses aen Jan Schulte te Borninckhave, Geesken te Boevelt Ehluijden, ende haeren Erven een gedeelte des goedes Haertman, in den Kerspel Aelten burschap Haert gelegen, voor doorslechtig kummervrij Erffgrondt uijtbesondert Heeren Schattingen, naer advenant des gecofften aendeels het goet Haertman te sullen leveren, bestaende het voors. gedeelte in volghende naemhaffte parceelen, te weeten, den Steenkamp met een stucke hietgrondts, schietende den Steenkamp nortwaerts met eenen eijnde aen Slottbooms gaerden, ende Suidtwarts aent' Heetveldt offte Heetgrondt voornoembt, westwaerts langes Cloevers grondt, ende Oostwaerts aen Slottbomms Vaeltcamp, ende het stucke Hietgrondts is gelegen Suidtwaerts anden Heet Veltcamp, Noortwaerts aen den Steenkamp, Westwaerts aen Hartmans grondt, Oostenwaerts aen den weg, Een kempken, geheeten het Hietfeldt, met een stucke landts gehieten het bruggenstucke, het Heetfeldts kempken, gelegen zijnde met den eenen eijnde aen die Hoffsteede, met den anderen eijnde ende een zijdt langes den Heelwegh, met d'ander zijde aen die Cloevers beecke, ende het Bruggenstucke, gelegen sijnde met eenen eijnde aen Borninckshoff Bruggenstucke , met den anderen eijnde aen Jentinck landt, met eener zijdt nae die Jentinck beecke, met d'ander sijdt nae Borninckhoffs landt die Spregge genoembt voor doorslechtig kummervrij grondt, uijtgenohmen Heeren Schattingen, ende gemeijn Landts beswaer. Deeses gecediert ende uijtgegaen, ende darvan met handt, halm ende monde vertegen, vestenisse wahr ende wahrschap beloefft nae Landtrechte ende hebben Cedenten specialicken tott eene vaste wahr ende wahrschap gestelt die overige Landerijen onder des goede Haertman gehoorende, Sonder arg offte list.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 423 fol. 26v, 27

1669:
Jan Schulte op Borninckhof, wonende op de Haart, werd met Pasen 1669 lidmaat te Aalten, samen met Geesken Bovelts, zijn vrouw.
Bron: Lidmatenlijst Aalten 
Family F427
 
867 7 juli 1664:
Geert Verdinck, Jan te Grootenhuis off Verdinck, ende Jan ten Huiskamp, bekanden voor haer ende haere erven en huisvrouwen alsmede haeren vader Teube Verdinck een schult schuldig te zijn aan Geert Hoenders.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 425 fol. 34 
Verdinck, Teube (I39685)
 
868 7 juni 1610:
Erschenen Joist Simmeldinck, Wendele ehel., die bekanden in pandtschap avergelaten und verkoft toe hebben aan Berndt ten Hoerne, Geesken ehel., einen stick landes, die Halfbraeck genant, in Simmeldinck in kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe gelegen, mit sijnen segtfreden, vorth noottruftich ferner plaggemaat op andern Simmelts segtfrede, twelf jaer lanck onlosbaar. Die loese nae omgangk der 12 jaren, jaerlicks ein vierendeell jairs toevoren toeverkonden vorbeholden, und demnae up Martini, 14 dage daer na onverhaelt mit de somma van 125 dll. te doen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 72, fol. 101v

7 december 1610:
Erschenen Joist Simmeldinck voor sich und als man und momber Wendele sijner huijsfr., die bekande in pantschap avergelaten und verkoft toe hebben aan Johan Heminck off Nijlandt genant, Marien sijner huijsfr., ein stuck landes, die halve Penninckbrede genant, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, mit einer sijdt an Schulten Penninckbree, mit der ander sijdt negst pandtverkopers andere helft der Penninck breede gelegen, schietende mit einen ende ande Morsches Essen(?), mitten anderen ende an des Hemkers hove?, so Luke Ubbinck hierbevoren in pandschap gehadt. Die loese beijdersijfts ein half jaer toevoren te verkunden voorbeholden und demnae jaerlix op Paeschen 14 dage voer off nae onverhaelt, mit de summa van 75 dll. te doen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 72, fol. 230r en v

23 februari 1611:
Erschenen Joist Simmeldinck voor sich und als man und mombar Wendele sijner huijsfr., die bekande voor een ontfangenesomma in pandschap avergelaten und verkoft toe hebben aan Johan ten Wormbskamp, Griete ehel., die Wormbskamp wohninge, nembtlick huis und goirden, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, tusschen Simmeldinck, Masterfelt, und Schulten goet gelegen. Die loese beijdersijdts ein vierdell jairs toevoeren toe verkunden, voerbeholden und demnae jairlicks op Martini episcopi, 14 dage daernae onverhalet mit 150 dll. te doen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 73, fol. 38v

24 februari 1612:
Verkoop door Joist Simmeldinck, Wendele ehel., aan Luijke ter Dunnewijck, Berntken ehel., van eenen goirden den Krosen goirden off Boyker hofstede genant, inde buerschap Meddehoe, int velt tusschen de Hobbenacke, 't Weijenbohm und Wormbskamp gelegen, mit sijner uthdrift, toebehoer und gerechticheit.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 74, fo. 32v en 33r

31 maart 1612:
Joist Simmeldinck, Wendele ehel., die bekanden rechtensin pandtschap avergelaten und verkoft te hebben aan Henrick Schoppers, Uhlandt ehel., ein stucke bowlandes dat Hoge stucke genant, tusschen den Simmelts Esch und die Hemkers Penninck bree gelegen, mit einen an Schulten van Huppels Maet, mitten anderen ende an Simmelts busch schietende, ongefehr van twie schepel saet, und ein stuck, die Gripacker genant, tusschen Schulten van Huppels landt und Hemkers landt gelegen, mit einen ende an Schulten Maet, d'andere ende an Simmelts busch schietende, ongefehr oick van twie schepel saet, alle in Simmeldinck, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe gehorich. Die loese beijdersijdts ein verendeell jairs thoevoren te verkunden vorbeholden und demnae jaerlicx op Martini 14 dage voor off nae onverhalet mit 70 dll. te doen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 74, fol. 49 v en 50r

27 april 1613:
Joist Simmeldinck, Wendele ehel., bekennen voer ein walbetaelte summa geldes in pandtschap avergelaten und verkoft toe hebben aan Bernde Sewinck, Naelen ehel., een andeell groenlandts, dat Goir und Goirs Meeken genant, tusschen Simmelts Esch und Sewincks busch gelegen. Dieselve der pandtkoeperen gefallens toe genieten und gebruicken. Die loese beidersijdts ein half jair thoevoeren toe denuntijeren voerbeholden, und demnae jaerlicks op Michaëlis, 14 dage voer off nae onverhaelt mit de summa van 85 dll. toe loesen. Alles bij veronderpandong ihrer pandtverkoperen andere guederen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 75 fol. 131r en v

9 oktober 1613:
Erschenen Joist Simmeldinck, die bekande voor sich und sijn huisfr., schuldich toe sijn aan Willem ter Woert und sijner huisfr. die summa van 32 dll. Hij gelaegde dieselve binnen een maent toe betalen. Bij onderpandongh aller sijner gereden und ongereden goederen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 75, fol. 241r

29 november 1613:
Joist Simmeldinck, Wendele ehel., bekanden voor ein walbetaelte summa geldes in pantschap avergelaten und verkoft thoe hebben aan Johan und Werner ten Slotboom, een stucke bowlandts, het Reeffkempkes stucken genant, inden guede Simmeldinck, kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, tusschen de Goirs Mathe und den Hogen wech gelegen, ongefehr van twie schepel saet, mitten plaggenmaten opten Heggen. Die loese beijdersijdts ein half jair toevoeren toe verkunden voerbeholden, und demnae jairlicx op Martini Episcopi, 14 dage voer off nae onverhaelt, mit 50 dll. toe loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 75, fol. 268v. 
Simmeldinck, Joost (I5567)
 
869 7 mei 1628:
Jacob Benninck en Jenneken te Lindert stellen huwelijksvoorwaarden op, waarbij zij o.a. inbrengt een vordering op Sijne Dorninck genant Drentell van 25 gulden.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 30v

Verpondingsregister Aalten 1640-1650:
Drentels Horst is een onderdeel van Doorninck en eigendom van Seine Drentels erfgenamen.

30 mei 1649:
Erschenen Jan Doorninck, Tonnis Luijten Lotte Doornincks eheluijden, Toebe Doorninck voor haer selffs und Geert Juerdens ende Henrick Hetterscheij als Mumbaren vande onmondige Kinderen van zal. Seino Doorninck, Griete ende Mette Doorninck genant, die bekanden in qualiteit (voorschreven) voor sich und respective harer pleegkinderen erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Jan Niessinck Lijsbeth Nunninck eheluijden und haren erven, een Huijs ende (hoff) daerachter, inden Darpe Aelten mit eener sijdt langs Henrick Schmeincks huijss, mitt der ander naest Willem Droppers huijss gelegen, voor ande strate, achter an Giestlicken grondt schietende, mit sijn toebehoer und gerechtigheit voor kummerfrij, uijtbescheiden der Vicarijen S.Crucis et Helena tott Aelten daeruijt Negen Claesskes unds gewoontlicke badinge. Deses gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandinge harer principalen ende respective pleegkinderen goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 416 fol. 38v-39 
Drentel, Seine (I45798)
 
870 7 mei 1663:
Berent Rumps bekend dat hem van Hermen Bonnekinck en sijn swager Joost Bonnekinck die somma van twee hondert een en negentig guldens 13 strs. is uitgekeerd sijnde 't gerechte derde part van de pandtpenning aen de grote maet, de jr. Asbeecks toebehorende.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 424 fol. 19v 
Family F464
 
871 7 november 1637:
Voer Johan ten Berge und Peter Cloeck Coornoten, sampt Johan Wisselinck, Landtschrijver.
Erschenen Johan Thomas Henrick Almerinck eheluide die bekanden voer sich und haren erven, Datt Werner Raesfeldt und Driessken Hummelinck eheluide harer Comparanten respective Stieffvader und Moeder :/ Ihnnen all het genige wess haer Henrick van haren Vaders Abraham Almerincks versterff und patrimoniall guedt enich sins competierende geweest, vollenkomentlick und toe dancke verrichtet und betaelt hedden, Bedanckten sich derselver goeder vollenkomener betalonge, quitierende daerop hiermit und in krafft deses. Alles sonder Exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 410 fol. 46, 46v

Mercurij 12 Maij 1658 - Drost ende Richter Georgh Nicolaes van der Lawick Coernoten: Peter Cloeck Willem Hertlieff
Erschenen Henrick Wehninck ende Jan Wehninck gebroedere cavierenden voor haren huijssvrouwen, die bekanden voor haere huijssfrouwen ende erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an haeren Vaeder ende Stieffmoeder Jan Wehninck Henrica Olmerinck ehluijden ende haren erven, haer alinge Versterff ende quota van haer Comparanten Moeder zal. Margarieten Smits, int klein ende groot, niet uijtgesondert, hoe offt waer dieselve gelegen. Deses gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.

Erschenen Jan Wehninck Henrica Olmerinck Eheluijde die bekanden voor sich ende haeren Erven, voor eene welbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben ahn Henrick Wehninck Jenneken Lebbinck eheluiden ende haeren erven haer Verkoeperen huijs binnen Wenterschwick, mit eener sijdt naest Verkoeperen huijs, mitter ander naest Weddincks huijs gelegen, Mit sijn olde ende nije gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden Jr. Eerde daeruijt twelff str. thins, Jaerlix, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, Sonder exception ende argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 420 fol. 86, 86v 
Family F10876
 
872 7 november 1639:
Verkoop door Herman ten Lemmenes, Marrie ehel., voort Jan und Hendrick ter Stegge, und Derick Schulte van Huppell in nahmen und als mumbar van Herman ter Stegge, minderjaerich, ahn Geert Harbers, Elsken ehel., van een huijs und daerbij gelegenen goorden an het Buekesfelt, naest Grievinck goorden und die Slippe gelegen, und een stuck landes omtrent van 3 schepel geseij op het Cornder tusschen koeperen und t'Tjeincks landerijen gelegen, mit eenen ende ant Mastervelt, mitten anderen ahn t'Jeincks pas schietende, alles inden kerspel Wenterswick, buhrschap Medehoe gelegen, kummerfrij, voerbeholden uth het huijs gewontlicken lijffdenst, een roockhoen und twie str. min een oort thins jaerlix.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 411 fol. 46r en v

16 februari 1643:
Jan ten Brengenborch, Mette ehel., bekent voor een summa geldes rechter jaerlixer pension avergelaten und verkoft te hebben an Geert Harbers, Elsken ehel., 6 dlr. jaerlix op Meij verschijnende, stellende daervoor t'onderpande sijn stedeken die Brengenborch inde buerschap Medehoe kerspel Wenterswick ant Hasenfelt gelegen. Die loese een vierendeell jaers te voren te verkunden voorbeholden und demnae op Meij 14 dagen daerna onverhaelt, mitte summe van 114 dlr. te loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 314 fol. 43r en v

14 december 1643:
Verkoop door Gert Harbers, Elsken ehel., an Herman Berninck, Gertken ehel., van een huijs mette een goorden, het Meddeholt off Leemrij genant, inden kerspel Wenterswick buershap Medehoe langs den Schuijrincks busch gelegen, mit dessen toebehoer ende gerechtigheit.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 413 fol. 83v en 84r

20 februari 1645:
Erschenen Cornelis Smits und Joost Volmers als mumbaren van zal. Otten Volmers nagelatene onmundige kinderen, und mede als volmr. van Berntken, Stijnken und Herman Volmers, die bekanden in nahmen glte. kinderen verkoft te hebben an Geert Harbers, Else ehel., het halve erf und goedt Huninck inden kerspell Wenterswick buerschaft Medehoe in vorder brepalinge gelegen, mit desselven olde und nije gerechtigheit, allergestelt t'selve glte. kinderen bij maechhescheidt toegedeilt, bij veronderpandongh hares pleegkinderen goederen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 414 fol. 53r

26 juni 1648:
Verkoop door Matthias Elverfelt voogt tot Aelten, Elisabeth Grievincks ehelieden, und Geert Koessinck, Joanna Laerberchs ehelieden, aan Geerdt Herbers, Elsken sijn huijsfr. van die gerechte halfscheidt des erff ende goedes Huninck inden kerspel Wenterswick, buurschap Medehoe gelegen, waarvan oooperen die wederhelfte toestendich is.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 416 fol. 15r en v 
Family F8031
 
873 7 oktober 1615:
Erschenen Geesken Wehninck, wedtwe zaliger Henrick ten Santberge, mit Hendrick Menekinck haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaer, avergaff eene originaell Verdrags Zedell tuischen haer und Werner ten Sandtberge, Lijsken eheluijde und Werner Bonnekinck, Willemken eheluiden, als Erffgenamen gemelts Henricks ten Sandtberge zaliger in dato den 27. naestleden Septembris opgericht und bij haer und An(d)erluijden onderteickent, und hefft gedachte Wedtwe allesvermitz haeren Mombaer vorschreven, gelijck oick vermoge relatien Johans ter Woert, Henrick Menekincks und Johans ten Berge Cornoten vorschreven, Werner ten Sandtberge und Werner Bonnekinck sambt huijsfrouwen vorschreven, in dato des Verdrags sijnes alingen Inholdtsz geapprobiert und bestedigt, malckanderen desselven waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder argelist. Luijdende gemelte Verdragsszedell van Woort thoe Woorde als volgtt:
Kundt und te weten seij hiermit Jedermenniglich, wat gestalt heudt dato underschreven ein Lieb frunt unnd entlich verdrach geschehen und gehalten tuschen Werner ten Sandtbergen und Lijsken eheleuth, und Werner Boennekinck und Willemken ehleuth, so voer haer haren Kinderen und Erven, wegen hares zaligen Ohems Henrichen ten Santbergen alingen Sterffals recht und gerechticheit, soe sie un haere Kinder hebben und desfals pretendiren mochten, als rechte Erffgenahmen haeres vorgemelten Ohems zaliger Henrichs ten Sandtbergen, eens, und die Eerbaer Giesken Wienings, wedtwe, mit authoriteit und Mombaers haeres SchonSohns Lambert Schmitz anderdeels.
Irstlick iss vergelijcken und entlich verdragen dat gemelte wedtwe eins voer all uth keren und geven soll vorschreven Erffgenahmen und haren Kinderen voer alle naelatenschap pretensien soedanich die oick sein mochten, kummerfrij sonder enige inrede Vierhondert Vijfftich gulden, elck ad twintich stuver Bredevordische wehrung te betalen in drei terminen, Irtslich up anstaende Christmiss deses Jaers ein Hundert Vijfftich gulden, den anderen termin up Jacobi kunfftigen Jaers 1616 hundert und Vijfftich gulden und den lesten termin up Christmiss dess selbigen Jaers, onfeilbaer tebetalen, unnd naest erlegging des lesten termins sollen vorgemelten Erffgenahmenvoer haer und haeren Kinderen wegen aller naelatenschap pretensien haeres zaligen Ohms vertichniss uth uthganck doen, wegen aller gerede und ungerede, sampt naelatenschap haeres mehrgemelten salligen Ohems, in foegen dat sie und haere Erven van alle actien pretensien, geine uthgesondert, renuntieren sollen, alle nae Landtrecht. Darmede numehr den partien entlick, fruntlick und unwedderroeplick verdragen sijn und blijven sullen, und daertegen niet gebruicken und foernehmen willen enige exceptie und rechtens behulp, allet sunder argelist. In uhrkundt dieses sindt dieser verdrags Cedelen twie eines einhaldts verfardiget und partien eine medegedeilt, und durch die Ehr Manhafften und Frome Henrichen Ritmar van Dannenbarch Lieutenant, Franciscus Moselage, Warner Romp, Lambert Schmit, Peter Cloeck, und Lubbert Brussen, an sijden gemelter wetwen, und ahn sijden der Erffgeahmen sindt hieruber und angewesen Henrich Menekinck, und Mathias Eill, die dit neffens partien up versoeck underschreven und beteickent hebben. Actum Bredevorth am 27n Septembris 1615 und was underschreven:
Dit is het marck van Warner ten Santberg. Dit het marck van Warner Boennekinck.

Hinrich Ritmar van Dannenberch, Geesken Wenijnck wedtwe Samberg, Franciscus Moselage, me Lamberth
Schmit. Warner Rump. Lubbert Brussen. Mathias Eill.
Pro auscultato et verbo tenus concordante exemplari Wilhelmus Wisselinck, Nots publs, Judicijgs(?) Scriba.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 62v-64
 
Family F11590
 
874 7 oktober 1616:
Erschenen Johan Onnekinck voer sich und mede als echte Man und Mombar Aelkens sijner huijsfrouwen, daervoer hie van ratificatie deses cavierde, die bekande voer sich, huisfrow vorschreven und haren erven,voer eene walbetaelde Summa geldes, so sijne Voorsaten voer langst opgenomen und ontfangen hedden, bester gestaldt rechtens in pandtschap avergelaten und verkofft toehebben, Johan Willinck Metten sijner huijsfrouwen, borgeren toe Vreden, und haren erven, twie stucken Lands ider ongefehr vantwie schepelgeseijs, inde Onnekinck Cavenstede gehoerich, und allernaest Willinck Brede inden Kerspell Wenterschwick, buerschap Raetman gelegen, mit haer toebehoer und gerechticheit, voer Kommerfrij Pandtguet. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandong aller sijner anderen iegenwoirdigen und toekompstigen gereiden und ongereiden guederen. Die Loese beijdersijdtz een Vierdell Jaers toe voren toe verkunden voerbeholden, und demnegst op Martini, mit Hondert daler Bredefortscher gangbarer geweerden, to loesen. Alles bij peen van pendong na Landtrechte, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 389 fol. 57v

28 november 1628:
in de marge : Ao. 1650 den 22 Januarij bekande Jurrien Willinck dat Jan Onnekinck hem dese Summa affgeloest ende betaelt hadde. Ergo vacat.
Idem in qualiteit vorschreven averliet und verkoffte Johan Willinck Mechteldt eheluijden und haren erven, Vijff daler Bredefortscher gangbarer geweerden, Jaerlicx op Martini verschijnende gelijck Rentkopere bekanden hunluijden op Martini naestleden vanden Heer Rentmeister oick betaelt tesijn. Stellende daer daervoer t'onderpande twie stucken landes, ider omtrent van twee schepelgeseijs, inde Onnekinck Cavenstede gehorich, und allernaest Willinck Brede in harer voor und palung gelegen, om etc. Die Lose tot believen des Heeren Verkopers op Martini, viertien dage voer offt nae, mitte Somme van Hondert daler obgemelter geweerden, te doen, voerbeholden. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 58

22 januari 1650:
Erschenen Johan Onnekinck Derissken Drijhuijs eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben an Johan Koesinck Lijsken sijner huijsfrouwen und haeren erven twie stucken Landes, Ieder omtrent van twie schepell geseijs, inde Onnekinck Cavenstede gehoerich, und allernaest Willinck Brede in haer Vohr und bepalungh gelegen, allergestalt zal. Jan Willinck dieselve voor desen den 28. Novembris 1628 in pandtschap bekomen, deses in qualiteit voorss. gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, die Loesse een halff Jaer te voren te verkunden voorbeholden, und demnae op Martini viertijn dage daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert Dall. den dll. ad dertich str. den str. tott vijfftijn placken gerekent toe loessen - mit welck voorss. Summa JurrienWillinck als gewesene Pandtholder der voorss. twie stucken Landes ende Jan Tenkinck sijn uijtgeloest worden - Alles sonder exception und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 417 fol. 3v, 4 
Family F14467
 
875 7 september 1695, kerkenraad Winterswijk, art. 2
syn gecompareert jan Leeferdinck, en syn suster hebben sodanighe voorslagen gedaen, die den kerckenraet neit aennemelyck geoordeelt. Edoch sal men Linthum, in overvloet ernstelyck aenmanen so niet uijtrechten, houden de armen sich aen jan Leeferdinck.

8 oktober 1705:
Jan Mengers voor zich en Hendrik Hijink als Oom en wettelijke bloetmomber van de onmundige kinderen van Jan Mengers en wijlen Hermken Mengers. Schuld aan Matthias Waljen van 125 Gl. Pand o.a. stucke landes gelegen in den Oldenesch in Henxel die Haspel? genaamt groot ongeveer ½ schepel gesaeij, etc.

De oom Hendrik Hijink was in zijn tweede huwelijk getrouwd met Jenneken Mengers, een zus van Hermken. Jan Mengers is Jan Leefferdink op Mengers.

Op 7 juli 1707 is de schuld nog verder opgelopen:
Jan Mengers schuld aan Mathias Walien 217 Gl 14 st. en 66.

Bron: Das aantekeningen kerkenraadsnotulen Winterswijk, Das aantekeningen Volontaire Protocollen Bredevoort 
Family F223
 
876 7 september 1712:
Dr. Bertram Theben als boedelhouder van zijn vrouw en kinderen Elisabet Theben gnt Haeckenbroek en Alegunda en Antonetta en Dr. Paul Theben. verkoopt aan Jan Back en kinderen 1/3 van het stuk land langs den bosch.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen oud rechterlijk archief Bredevoort 
Family F7763
 
877 8 april 1644:
Erschenen Peter Cloeck, Barbara eheluide, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walontfangene Summa van penningen onderbenent rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Meijloff Saelmans Enneken van Hattingen eheluiden, haer dochter ende schoonsoon, Vijff Carl. gulden Jaerlix op Paeschen und op Paeschen 1645 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande haer huijs und hoff binnen und buijten Bredevoort gelegen, om sich daeran gemelter pension, sampt hinder kosten und schaden mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen. Die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Paeschen mitte Summa van Hondert Carl. gulden te loesen. Alles bij pone van pendongh als voorschreven. Sonder exception ende argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 414 fol. 20v

26 maart 1647:
Erschenen Peter Cloeck Barbara van Ewick eheluiden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn haer respective schoonsoon ende dochter ende stieffdochter, Meijloff Salomons Anneken van Hattingen eheluijden und haeren erven, een Polleken Hoff- off gaardenlandts voor Bredevoort Aelter Poorte, mit eenen sijdt und daertoe gehoerenden halve graffte nae Bernt Mensincks hoff und sijne halve graffte, mit die ander sijdt naest Verkoeperen goorden, blijvenden die graffte den Verkoeperen allenich ende int geheel voorbeholden, gelegen, mit eenen ende nae Bernt Mensincks gront ende an t' Benninck Vehen schietende, mit daertoe geheele graffte den koeperen, mit den anderen ende nae Verkoeperen goorden, oock mit die geheele graffte de koeperen toebehoerende, gelegen, mit dessen toebehoer und gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 415 fol. 50v 
Family F11525
 
878 8 april 1646:
Erschenen Marten Nijlandt Gertruidt eheluide die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Geert Lohmans Armgart eheluiden und haeren erven drie verscheijden kampkes die Hoester Kampkens genant, inden kerspell Dinxperloe Buerschap Huerne gelegen, den eenen kamp schietenden an Hundarper Mate und Vosshoorns Kamp, mit die eene sijdt gelegen an den gemeinen Heelwegh van Varssevelt und mit die ander sijdt an Hoester Hoff, die ander beijde Kampen hiernaest gelegen mit daertoe gehoerenden sichtvreden und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpanding harer goederen, sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 415 fol. 12v

Verpondingsquohier Aalten 1647, Lintelo:
Heeghte. Geert Lomans en d'Armen t'Aelten.
2 Sch. gesaeis en 3 koeweidens, 9 dlr., 13-10- .
Opvallend is dat Geert Lomans en Bernt ten Gussincklo allebei een gedeelte van de Heeghte bezitten. Later trouwt Geerts dochter Hermken met Berends zoon Geurt.Bullens, Aelken Grievinck, Geert Lomans.
5 Mtr. op de derde gerve 41-13- .

Gerdt Lomans en Armgert Lummens werden voor 1645 lidmaat te Aalten.
Bron: lidmatenlijst Aalten

Mercurij 8. Decembris 1652 - Stattholder Joost ter Vile Coernoten Derck Brethouwer, Jan ten Brincke, Herman Huininck
Erschenen Tonnis ter Maet die bekande voor sich Aelken sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven voor eene welontfangene Somma geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Geert Lohmans Armgart eheluiden und haeren erven Sess dall. ende een oort den dall ad dertich Str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Martini ende op Martini des Jaers 1653 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande sijne Maethe die Welscher Maet genant, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen., die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Martini viertijn daegen daernae onverhaelt mitte Summa van hondert ende Vijff und twintich dall obgemelter gewerden, te loesen , alles bij peen van pendongh als voorschreven, sonder exception und argelist
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 418 fol. 43, 43v

Martis 16 Augusti 1653 - Stattholder Joost ter Vile Coernoten Peter Cloeck J. Wisselinck
Erschenen Engelbert van Dieren Mechteltken Bredthouwers eheluijde die bekanden voor sich und haeren erven voor eene welbetaelde Somma geldes ondergemelt den tijtt van Sess nae een ander volgende Jaeren in Pandtschap sampt rostlicken vredsamen besitt avergelaeten und verkofft te hebben an Geert Lohmans Armgart eheluijden ende haeren Erven, hett huijs mitt den Kamp offt landt op het Kleine Kampe inden Kerspel Aelten Buhrschap Iserloe, naest Lensinck Pas, tott anden Kamper Busch in verner vohr ende bepahlinge gelegen, desen verleden Meij eerst angaende ende vervolliglick tott ses Jaeren continuerende, deses gecediert ende uhtgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, Und demnae nae verloop van vorss. ses Jaeren, mitt die Somma van Twiehondert Rijx dll te loessen, Alles sonder exception ende argelist.

Eodem -Erschenen Engelbert van Dieren Mechteltken Bredthouwers eheluiden, die bekanden voor sich und haeren Erven, voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt in pandtschap avergelaeten und verkofft te hebben an Geert Lohmans Ermgart eheluijden und haeren erven, die halve Tengelers Mathe tott het Kampe gehoerigh naest het Erff Beeste in Dinsperloe gelegen, mitt dessen toebehoer und gerechtigheit, deses gecediert ende uhtgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, die loese een Vierendeel Jaers te voren te verkundigen beijdersijts voorbeholden, und demnae opten sestijnden Augusti mitt die Summa van Anderhalff hondert dall den dall ad dertich str. te loessen, edoch Pandtholder dieselve het lopende Jaer te gebruicken voorbeholden, alles sonder exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 418 fol. 71, 71v 
Family F719
 
879 8 april 1659:
In de marge : Anno 1660 den 23. Junij bekanden Hind. Rump ende Hind. Willinck dat hun dessen voorss rente afgeloest ende betaelt. Ergo Vacat J. Wisselinck Landtschrijver.
Erschenen Adrian ter Helle, die bekande voor sich sijner huijsfrouwen erven, schuldigh te sijn Henrick Willinck zal. Egberts Soon die Summa van hondert gl. herkomende van koopmanschap gelaeffde dieselve over een Jaer a dato deses gewiss ende onfeilbaer te betaelen, bij verbandt aller sijner geriede ende ongeriede goederen, ende pone van reale ende parate executie, sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 421 fol. 6v

23 juni 1660:
Erschenen Adrian ter Helle die bekande voor sich Enneken Lochemers sijner huijsvrouwen daervoor de rato cavierende ende sijnen erven voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden, ewigen ende onwederroepigen erfcoops overgelaeten ende vercoft te hebben aen Hind. Rump Stijntien Willinck sijner huijsvrouwen ende Hind. Willinck Agnes van Lent sijner huijsvrouwen ende haeren samptlicken erven, een stuck goerdenlandts voor den Derpe Wenterswick met eener sijt naest Jurien Roeckes gaerden mit der ander sijt naest Beerent Smits goerden gelegen met eenen einde naest mister kerckwegh mit den ander ende aen den Sleeswike goerdens schijtende met sijn toebehoor ende gerechticheit voor doorslec(h)tich commer vrij uijt bescheiden gewondtlicke Heeren tijnden, Deses erflick gecediert ende uijtgegaen, Daerop mit hant, halm ende monde gerenunciert ende vertegen, wahrschap verner ende beter verschrijvinge ende vestenisse belaeft nae Landtrechte, bij veronderpandong sijner goeder, sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 421 fol. 49, 49v 
Family F14470
 
880 8 april 1665:
Derck Nachtegael chirurgijn X Catharina Pallant verkopen aan Berent Meten? X Fijken ten Ruil een seecker stuck gaerden bij der Rotbrugghen.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 426 fol. 14 
Family F11179
 
881 8 augustus 1657:
Erschenen Berendt Villekes die bekande voor sich Berndeken sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, ende sijnen Erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Warner ter Hoerne Deve sijner huijsfrouwen ende haeren Erven, een Mae(t)ken offt Weijdeken tuschen Eppinck, Bussinck ende Buijninck maeten in verner bepaelinge inden Kerspell Aelten Buerschap Daelen gelegen, het Smeinck Maetken genandt, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mitt handt, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh sampt vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, Sonder exception ende argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 420 fol. 45 
Family F9425
 
882 8 december 1628:
in de marge: Erschenen Berendt Hermelinck als cessionaris wegens sijn Vaeder van Jan Wissinck datt hem deese summa te dancke voldaen sij. Ergo Vacat. Den 13 Meij 1662. reste nil in absentia jurati secretari author Gerh. van Hengel.
Erschenen Wessel Bowmeister Stine eheluiden die bekanden voer sich und oeren erven, oick mit voerweten und believen van Herman Bowmeister (: gelijck hij Herman, voor Gerichte present verclaerde:) voer een walbetaelte Somma geldes, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft thoe hebben Johan Wissinck Aelcken eheluiden und oeren erven, (: ter eener :) und Griete ten Elssen wedtwen zaligen Jan Wissinck (: ter ander helffscheidt :) Drie daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op S.Nicolai viertijen dage daernae onverhaelt und op S.Nicolai A? 1628 eerst toe verschijnen. Stellende daervoer t'onderpande haer Andeell als nemptlick die gerechte helffscheidt des Bowmeisters Huijses und goordens, inden Kerspell Wenterschwick, buerschap Miste, opt Bowmeisters Velt gelegen, om sich gemelter Pension sampt kosten und schaden wegen missbetalong erleden und angewendt, mit pendong nae Landtrechte daeran te verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jairs tho voren te verkundigen voerbeholden, und demnae op S.Nicolai, viertien dage voer offt nae, mitte Somma van Vijfftich daler als vorschreven, neffens allen achterstandt, te loesen. Allet bij peen van pendong als vorschreven, Sonder exceptie und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 61v, 62, transcriptie Henk Ruessink 
Family F10318
 
883 8 februari 1637:
In de marge : A 1651 den 14. Februarij bekanden Goossen, Willem Gerrit ende Gerrit ten Brincke, zal. Derck t. Brinx Soone cavierende voor sijnen broeder ende Suster dat de Heer Dr. Henrick van Basten, hun als erfgenamen ende Kinderen van zal. Geessken ten Brincke dese verschrijvinge uijt die Mebell volkomentlick affgeloeset ende betaelt hebbe und hebben Sie erfgenamen vorschreven den originelen Rentebrieff Sijn Ed. hierneffens ingelevert, Ergo Vacat.
Erschenen Juffer Gertruidt van Opinen, Weduwe van Suijlen, mitt Peter Cloeck haren tott deser saecken erkorenen und toegelatenen Mumbar, die bekande vermitz Mumbars authoriteit vorschreven , voor sich und haer Edelheids erven, voor eene walbetaelte Summa geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkofft te hebben ahn Geessken ten Brincke, weduwe van zal. Derick Alers und haren erven, Sess und dertich dall. Cleeffscher valuation, den daller ad dertich Stuiver, den Stuiver tott Een und twintich Heller gerekent, Jaerlix op Purificationis Mariæ,. viertijn dage daernae onverhaelt und op Purificationis Mariæ dess Jaers Sestijnhondert Acht und Dertich, alles Nijen Stijls, eerst Kummer- und schattfrij, sunder enigen afftoch, toe verschijnen, Stellende daervoer t'onderpande haer Erff und guedt Mebell inden Ampte Bredevoort Kerspell van Dinxperloe, buerschap Hoerne /: sijnde Jr. Johan van Coverden toe Walfahrdt Lehenruerich, daervan haer Edelheid het consent om mit sesshondert Cleeffsche dall. den tijtt van Sess Jaeren an gemelte Geessken ten Brincke te beswahren onder gemeltes Junckeren Coverdens hant und Pittschaft in dato den Achtuundtwintichsten Januarij deses lopenden 1637n Jaers, den gerichte vertoont, und der RentKoeperschen overgelevert :/ gelegen, Voorts alle hare gereide und ongereide gueder, giene uthgesondert, hoe offt in wess Heren Landen diezelve gelegen, om sich daeran wegen missbetalungh gemelter Pension und Hoofftsum sampt kosten und schaden mit pendongh nae Landtrechte te verhalen.. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde gerenunciert und vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierendeell Jaers te verkunden beijdersijts voerbeholden und demnae op Purificationis Mariæ viertijn dage voer offt nae onverhaelt mitte Summa van Sesshondert Dall. Cleeffscher ganckbarer geweerden, ahn goeden, harden und groffen golden offt silveren Munte sampt allen achterstandt, in eenen onverdeilden summen, sunder enige kortinge, als vorschreven te loesen. Alles bij Peen van Pendongh alss voorss. Opt Landtrecht der dwanckloesen sit in 8 haer Edelheid genoechsam erinnert wedersprekende Vrijwillich und walbedechtlick mitt handtastinge renuntierende, Alles dannoch mit sulcker verner verbindongh daer dat indien gemelte Rente op termin voerschreven /: twelck doch niet geschieden sulde :/ niet betaelt wurde, datt alssdan haer Edelheid giene pacht van gemelte Erff und guedt Mebell heffen off boeren solde offt wolde, bevorens alle vorige verschenen pension verrichtet und der Rentkoeperschen opfft erven, wal betaelt wehre. Alles Sonder Exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 8v-9v 
Family F14085
 
884 8 februari 1651:
Erschenen Wessell Kaelwagen Enneken Roockholts eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn haeren respective Swager ende Suster, Gerrit Veenderbuss Geessken Kaelwagens eheluijden und haeren erffen een seker stuck van een hietpas in Coopss guedt gehoerich inden Kerspel Aelten Buhrschap Lintel gelegen allergestalt t'selve uijtgepaelt is mitt eener sijdt naest den Hogen Kamp, mitter ander naest Koopers landt, mit eenen einde ahn Sunderloe, mitter ander ahn het voorlandt schietende, voor doorschlechtich kummerfrij voorbeholden dat die Vaeder offte Erven eenen wegh tegens het voorlandt behouden sullen, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, Vorders is geconditioniert, datt in vall Koepere offt erven t'selve landt wederom affstaen ende verkopen wilden dat alssdan Verkoepere offt haeren Vader t'selve voor gelijcke Kooppenningen ad hondert tijn dall. wederom an haer beholden ende kopen mogen sullen sunder ijetewes meer daer voor te geven, Alles sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 417 fol. 52v 
Family F12754
 
885 8 februari 1662:
Berendt ter Straecke bekent voor een walbetaelde summa geldes gecediert ende vercoft te hebben an lieutenandt Johan Volmer und sijnen erven, die halfscheijdt des Sijbincks kamp, inden Kerspel Wenterswick, buurschap Medehoe gelegen, allermaeten hij cedent ende sijn olders van Gerdt Sibinck ende Fenneken ehel., densolven altijdt rustelick ende vreedelick in pandtschap beseten, alles luijt pandtverschijvinge de anno 1629 1 Julij, voor allodiaal en kummervrij, om daruyt de darde garve met het stroe jaerlix te innen.
Bron: Luiting, RAG: RABvr inv.nr. 423, fol. 7r 
ter Straecke, Berendt (I24348)
 
886 8 februari 1712:
Ber: Oinck wed. Beerndeken Honders met zoon Gerrit Oinck en de andere broer en zuster.
schuld aan David Wijgink wegens verponding 350 Car. gl.
Betalingsregeling.
Onderpand: huisken aen t Velt allernaest Weercamps lant en goorden. met ontrent 2 scepels gesaeij en een stukje land in de Vardinkkamp tussen Vardink en Aelbrink lant, omtrent 2 wcepels in Cotten, Ww., etc.
5 juni 1726 verklaart David Wijgink dat de schuld is voldaan.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F3956
 
887 8 januari 1638:
Erschenen Johan Gerritsen, Mette Lamberts ehel., und Berndt Liefferdinck als ohm und angeboren mumbar van zal. Willem Hertochs nagelatenen onmundigen kindts oock Willem Hertoch genandt, die bekanden voor sich und haren resp. pleegkinde und erven verkoft te hebben ahn Henrick Wahlien, Gertken ehel., het halve erf und guedt Hijinck inden kerspell van Wenterswick, buerschap Medehoe gelegen, mit eener sijdt (int geheell) langs Bruggenkamp, mitter ander langes die Beke gelegen, mit eenen ende anden wegh nae Warrierdinck, mitten anderen nae Berninck schietende, mit sijn olde und nije toebehoer und gerechticheit, voor kummervrij, voerbeholden uth het geheele goedt den huijse ter Walfahrdt 5 schepell gewontlicken sachthenden, sampt bloedigen thenden, und uth een half stucksken inden esch gelegen die thijnde garve, voorts gemeine heeren beswehr, etc.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 410, fol. 51r 
Family F582
 
888 8 januari 1665:
De kerkenraad oordeelt dat het "versoeck van Albert Tjeinck aengaende het trouwen met die persoon welckers man noch so onlangs gestorven tegens houwelicks ordinatie en oerbaerheijt strijdende was, heeft sich hetselve in te willigen beswaert gevonden". Jammer genoeg staat de naam van de vrouw er niet bij, dus of dit Geertjen Simmelink is is niet bekend.
Bron: Das aantekeningen kerkenraadsnotulen Winterswijk

28 juni 1677:
Verkoop door Albert Tieijnck ende Herman Poelhuis, voor haar huijsfrouwen de rato cavyrende, an Willem Coldenbergh op Hijnck en huijsvrouw, van een seecker stuck bouwlandts in den Leuresch in Medehoe, tusschen Doctor Bastens ende Nijenhuis landt geleegen, metten eenen einde an den middel wegh, metten anderen an die Hoebinck maete schietende, voor desen uijtten goet Hoebinck vercoft, met sij olde en nije gerechtigheijt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr 479 f 43r

8 juni 1694:
Aelbert Tienck, voor sijn absente huijsvrouw Geertjen Simmerlinck de rato caverende, bekende schuldich te weesen an scholte Jan Hesselinck een summa van 200 dlr. ad 30 str. gereeckent, heercoomende van geleende pennigen, gelaevende de voorn. penningen jaerlix en alle jaer met 5 der selve daelder per cento tot tijdt der afloese te verpensioneren en verrenten, verbindende daer voor alle sijne gerede en ongerede goederen, in specie het goedt Helmerdinck in de buerschap Meddehoe gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr 432. 
Family F5105
 
889 8 juli 1619:
Henrick Switser X Henrica ter Woert verkopen aan Blesius Volmer X Aelken een stuck landes de Warners acker genant, voor het dorp Winterswijk.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 392 fol. 43

Mercurij 26 Junij 1633 - Stadtholder Jan ten Berge, Coernoten Peter Cloeck, Joannes Wisselinck.
Erschenen Coepe ten Kreijll und bekande voer sich und sijnen erven, dat der Eer und Manhaffte Henrich Switzer Sergeant van Capitein Klinger hem sodane Somme geldes verschoten als saliger Joost Hesselinck und sijn vormaels gemelten Sergeants huijsfrow vanwege gerichtlicker Verschrijvung van hem opgenomen, thoe dancke entrichtet und betaelt hedde. Bedanckende sich derselven goeder betalinge, quitierende daerop in krafft deses. Und als die verschrijvongh so daervan opgericht verlacht oder hui meer niet toe vinden, So bekande derselve numeer doodt, nichtich und krafftlos te sijn. Alles sonder Inrede, bedroch und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 406 fol. 35v

11 juni 1635:
Erschenen Mr. Jan van Oldensell, scholmeister, Henrick Switzer Sergeant und Jan Cranen als respective Mombaren und Ohms van zal. Joost Hassincks nagelaten Kinderen Gerrit und Joesteken, die bekanden in nhamen gemelter Kinderen vorschreven und deren erven, voor eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Adrian Poppinck Geessken Onnekinck eheluijde und haren erven, haer der Pleegkinderen huijss, inden Darpe Wenterschwick, mit eener sijdt naest koeperen, eertijts Hellen huijss, mitter ander naest Herman Weddincks huijss gelegen, mitt eenen ende ahn Koeperen grondt, mitten anderen ande gemene Strate schietende, mitt desselven toebehoer und gerechticheit, voer doorschlechtich Kummerfrij, alles inholdt daervan eertijts opgerichten Vorwerden, Deses in qualiteit vorschreven erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer der Pleegkinderen goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 408 fol. 23, 23v

Jovis 17 October 1639 - Drost und Richter Willem van Harsolte, cornoten Frans Moselage, Jan ten Berge
Erschenen Joostken Hassinck mit Henrick Swijtzer haren Stieffvader und hiertoe erkorenen und toegelatenen Mombar die bekande mit authoriteit hares Mombars vorss. voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Jan Onnekinck Anna eheluide und haren erven haren halven hoff offt gaerden, waervan d' ander helffte haer broeder Garrit Hassink gemelten koeperen Anno 1631 den. 9. Martij voor desen oock Gerichtlick getransportiert und opgedragen, liggende Inden Darpe Wenterschwick vanden Schmedes kamp eertijdes verkofft, mit eener sijdt langs der Beke, mitterander naest Berndt Smitz gorden gelegen, mit eenen ande an Mr. Antonis gorden, mitten anderen an Berndt Weddincks Mate schietende mitt sijnen frijen Voerwegh, te gebruijcken bess ande Beke toe. Voor doorschlechtich kummerfrij, deses erfflick gecediert und uthgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh harer gueder sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 44, 44v 
Family F9588
 
890 8 juli 1624: Geerdt ter Dunnewijck en zijn vader Wessel verklaren door Johan ter Dunnewijck voldaan te zijn van hun recht op dat goed en staan alle rechten aan Johan af.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 397 fol. 36v 
ter Dunnewijck, Wessel (I39917)
 
891 8 juli 1626: Herman Grievinck Thonijssoon bekent voor sich und Aelken sijner huisfrouw, voer genoechsame erstadong und recompens angenomen und gelaeft toe hebben, an statt und van wegen sijns Hermans olderen naebenoembde schulde te betalen, als an Herman Loijckinck als schatboerer van verstane contributie 56 dlr., anden voogt Moselage oick van contributie und schattung 33 car.gulden. anden heere drost verstaen dienstgelt 30 dlr., aen Henrick ten Spoell oick van angegeven schattongs 20 dlr., und an sijne landtfrouw wedwe Wijgincks 150 daler.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 399, fol. 38r. 
Family F5134
 
892 8 juli 1641:
Dercik ten Bengevoort, Kunneken Sijbinck eheluiden, verkopen aan Geert ten Dunnewick Stine eheluiden eenen kamp landes van het Vossevelt in het kerspel Winterswijk buurtschap Ratum.
RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1641, inv.nr. 412, fol 39v

30 juni 1642:
Derick ten Bengevordt, Kunneken Sijbinck eheluiden verkopen an Tonnis Willinck Berntken eheluiden eene maet und den Inslagh gelegen inden kerspell Wenterschwick buerschap Raetman int Vossevelt, mit eener sijdt naest Kranen Geerdtes Maet, mitter ander nae den hogen Vosseveltes kamp, mit eenen ende nae Lefertes Maet, und Willinck gront, mitten anderen langes het velt.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 21 
Family F9562
 
893 8 juli 1643:
Marten Nijlandt, Jenneken Mijrdinck eheluide, bekanden schuldich te sijn, Gerrit ende Henrick ter Helle, haren Jennekens kinderen bij zal. Wolter ter Helle ehelick geprocreert, die summa van hondert daler ad dertich str t'stuck sijnde gl. kinderen van hares zal. vaders nalatenschap toegedeilt. Gelaeffende dieselve helffte op gesinnen ende vorderinge Gerrit ter Hellen, en d'ander helfft ad vijfftich dll Henricke, wanneer sij van sijnen stiefvader Marten Nijlandt en sijn moeder sall mitter woninge, afgescheiden sijn, gewisslick und onfeilbaer te betalen, bij veronderpandongh alles haren gereide und ongereiden goederen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 67v 
Family F9613
 
894 8 juli 1659:
Erschenen Stijne weduwe van zl. Henrick Helmes, met authoriteit van Rudolph Theben haeren hiertoe erkorenen momber (beklaegt sijnde gemelte Stijne van Bernds Loijkinck, dat sij hem ende sijn dogter diffaniert ende qualick naegesproken hebbe) und bekande vermits authoriteit haeren mombers vorschreven, dat sij comparantinne die daegen haeres levens gien sinnen gehadt hedde hem Lokkinck off sijn dogter tot diffanieren ende tott naedeell van haer eere te spreken. Ende so verstaen werden konne, dat sij tott achterdeell vande eere van Berndt Loijkinck offte sijn dogter gesproken hadde, verklaerde mits desen dat haer comparantinne sulx van harten leedt dede, ende dat sij van hem Lijkinck ende sijn dogter niet ander könne off wete te seggen, als alle eehr, doegde ende vrommicheit, sonder exceptie ende bedrogh.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 421, fol. 14v en 15r

20 november 1660:
Verkoop door Beerndt Lojkinck, Hindersken Gossinck ehel., mede cavierende voor Geerdt ten Hulsen en Jan Gossinck beijde comparanten swaegers, aan Harmen Wennekinck en Aeltien te Colste ehel., van een stucke boulants omtrent 3 schepels geseij, gelegen in Medehoe, mette eene sijt langes Stiencamps landt, mette ander sijt naer 't Velt, mette eenen einde naest Halrijts landt, metten anderen eijnde aen de wed.e Wehnincks landt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 421, fol. 63v

27 januari 1670:
Erschenen Berent Loickinck bekent op gedane citatie van Joh. Wolff als volm. van Elisabeth ter Pellewijck, huisvrou van Vijt Hackenbroeck deuchlijcker schult schuldich te sijn die summa van vijftich dlr. luijt gegevene obligatie, belovende die selve over twee maent praecisie te betalen, bij poene van parate executie en distractie sijner goederen.
(5-7-1670: Joh.Wolff als volmr. van de huisvrou van Vijt Hackenbroeck bekent van bedoelde summa voldaan te zijn.)
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 131, fol. 7v en 8r

2 januari 1671:
Berent Loickinck voor sich en voor sijn huisvrou Henrick, bekent schuldig te sijn aen Henrick Leessinck die summa van hondert dlr., gelovende die selve jaerlijckx ende alle jaer met 5 desselver daelders te verpensioneren, stellende ten onderpande het Reems huis, waer uit hij Leessinck jaerlijckx die 5 dlr. sal hebben te beuren en ontfangen.
(24-2-1674: Hendrick Leesinck bekent van dese hondert daelder boldaan te sijn).
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 473, fol. 1r

29 maart 1672:
Erschenen Dirick Beerninck, voordragende hoe dat hij tegens Berent Loickinck met aenpeindinge ende opbadinge heeft erholden vollenkommen verwin voor die somma van 100 guldens compensatiegelder wegens een langduyrige gehoudene procedure, gelijck den Ed. Gerichte bekent is, ende dewijl gemelte Loickinck op de gesonnene wercklicke executie wederregtlick pantkeringe heeft gedaen, sonder nochtans eenige reedenen van pantkeeringe bijgebracht te hebben, so versoeckt comparant dat tegens gemelte Loickinck voor die noch restierende penningen gerichtlicke pandtsterkinge moge worden verleent, ende om dieselve te exequeren den vooght Wassenbergh gedemandeert, mitsgaders voor kosten ende schaden.
De pandtsterkinge wordt toegestaan.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 133, fol. 76v en 77r

21 januari 1675:
T. Schoemaecker volmr. van Berent Loyckinck heft vermoge relatie van J.ter Pelckwick d'angepeindete gereede ende ongereede goederen van zal. Snijder Harmen voor een binnen ende buijten jaer achterstendige interesse van een capitael van 100 dlr. ende voor een jaer interest van 15 dlr. staende an Stijntjen Engels, alsmede wegens achterstendige heeren penningen soo comparants principael an voornoemde Snijder Harmen heeft verschooten, ende daer voor borge geworden, huijden dato opgebaedt ende daervan die weete tegens d'erfgenamen gebeeden.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 136

17 februari 1676:
Erschenen Berent Loikinck ende bekande aen Jan Weninck tot Bredevoordt wegens gedaene verteringes kosten schuldich te sijn 14 guld. 12 stvt., gelaeft de selve summe met huidiges daeges kosten ad 36 stvr. op aenstaenden paesschen deses jairs onfeilbaer te betaelen, onder poene van parate executie, daer onder sijne goederen in cas van misbetalinge submitterende.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 137, fol. 31r

6 april 1676:
Erschenen Berent Loickinck die bekande voor sich en sijnen erven oprechter deuchdelicher schult schuldich te sijn aen Jan Haefkes ende Derk Philips Erpenbeeck de summa van hondert daler heerkomende wegens afgecoften grondt van 't goet Hoebinck, ende beloofde dieselve tegens anstaende Michaelis neffens huijdiges dages costen gewis en onfeilbaer te betalen, onder verbant van sijn persoon en goederen en poen van parate en reele executie en distractie sijner goederen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 137, fol. 61r en v 
Loijkinck, Berent (I510)
 
895 8 juli 1776:
Maaggeseid tussen Hendrik Poppink wedr. van wijlen Hermken te Haken ter eenre en Jan Hendrik, Tobisa en Christiaan Poppink ter anderen zijde, den 6-7-1776 opgerigt, waarbij aan Hendrik Poppink voor de eene helfte en aan zijn zoon Christiaan Poppink en Janna Wieberdink Ehel: voor de andere helfte word toebedeeld Een Huis en Where staande in de Wooldstraat in Winterswijk tussen het huis van den Heer F:H: Neuber en dat van Jacob Polman, voorts een hoff bij Winterswijk aan de Koesteege, tussen de Hoven van Harmen Half en Margaretha van Hengel, breder te vernemen bij dat Maaggescheid, etc.

8 juli 1776:
Schuldbekentenis door Hendrik Poppink wedr. van Harmken ten Haken, voorts Christiaan Poppink en Janna Wieberdink Ehel: (groot 350 Gl.) t.b.v. den Heer Floris Neuber en Juffr. Judith Willink onder verband van het in de vorige registrature vermelde Huis en Where in de Wooldsche Straate in t Dorp Ww. en de Hoff aan de Koesteege bij Ww. gelegen.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen bij Dorp Winterswijk 
Family F1057
 
896 8 juni 1338:
Sander van Graes, knaap, verkoopt met toestemmng van zijn moeder Odele, weduwe van Godfried van Graes, en zijn broers en zusters: Werner, Godfried, Margarete, Mechtild en Hillegund; Margarete, weduwe van Johannis Dudinch en haar zonen Gerhard, Hendrik en Thideric uit de horigheid voor een som geld en ontvangt in wederwisseling de horige Gerhardus, zoon van Margarete thor Brucghen. Mede zegelt Rutger van Wecceten junior, knaap.
Akte opgemaakt in de kerk van Winterswijk in tegenwoordigheid van Johannes pastoor aldaar, Arnoldo Overesch priester, Henrico genaamd Vel vrijgraaf gezeten in Winterswijk, Johannes van Langhele, Henricus van Burze, Adolfo Ghelinch bediende (?), Gerhardus Bullich schulte van Myste, Johannes Scorhar en Gerhardus Scedinch genoemd koornoten.
Bron: Dr. L. Schmitz: Urkunden des fürstlich Salm-Salm'schen Archives in Anholt, Münster 1902 
Family F14696
 
897 8 juni 1338:
Sander van Graes, knaap, verkoopt met toestemmng van zijn moeder Odele, weduwe van Godfried van Graes, en zijn broers en zusters: Werner, Godfried, Margarete, Mechtild en Hillegund; Margarete, weduwe van Johannis Dudinch en haar zonen Gerhard, Hendrik en Thideric uit de horigheid voor een som geld en ontvangt in wederwisseling de horige Gerhardus, zoon van Margarete thor Brucghen. Mede zegelt Rutger van Wecceten junior, knaap.
Akte opgemaakt in de kerk van Winterswijk in tegenwoordigheid van Johannes pastoor aldaar, Arnoldo Overesch priester, Henrico genaamd Vel vrijgraaf gezeten in Winterswijk, Johannes van Langhele, Henricus van Burze, Adolfo Ghelinch bediende (?), Gerhardus Bullich schulte van Myste, Johannes Scorhar en Gerhardus Scedinch genoemd koornoten.
Bron: Dr. L. Schmitz: Urkunden des fürstlich Salm-Salm'schen Archives in Anholt, Münster 1902 
Family F15213
 
898 8 juni 1640:
Verkoop door Johan Wennekinck, Geesken ehel., Herman ter Stoltenborch, als man und mombar Henneken Wennekinck, Wendele Wennekinck mit Jan Rump haren mumbar, und Herman Stoltenborh voors., cavierende voor Coepen Wennekinck, und Jenneken Wennekinck mit Frerick Wennekinck haren tegenwoordigen eheman, cavierende voor haer Jennekens kinder bij zal. Henrick Wennekinck haeren ehman geprocreert, naemptlick Tonnis, Herman, Hinrick, Koepe und Hilleken Wennekinck, an Henrick Kocks, Trine Huetinck ehel., van haer alinge gehele recht und gerechtcheit van het stedeken Wennekinck inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe tusschen Henrick van Eerdens grundt und die Walfahrt ande Heelstrate.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 411, fo. 76v en 77r 
Family F6496
 
899 8 juni 1653:
Erschenen Jan Prins Johanna Kockers eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan van Coeverden Aelken ten Grotenhuijs eheluijden und haeren erven, een stucke Bowlandts opten Aelter Esch bij het Dorp, besijdens Hietbrincks ende Locken landt gelegen, t'eindens an Pastorijen landt ende Kannenborgs hoff schietende, mitt alle daertoebehorende recht ende gerechtigheit, so oldt als niew so het nu wordt bevonden, gestalt als het Verkoeper van Jan Schaers ende Schaers van zal. Rudolph Huijninck angekofft, voor doorschlechtigh kummerfrij allodial goet, uhtgesondert gemein Landts beswaer, und den Hoff ten Ahave daeruth die tijnde garve Jaerlix, deses erfflick gecediert ende uhtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 418 fol. 65 
Family F12706
 
900 8 juni 1691:
Jan Woordes X Stijntjen Goorkinck, verkoopt het erve en goet Woordes in Miste aan Gerrit Meijs en Johan van Wassenborg.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 431

februari 1693:
Harmen Kedden X Elisabeth Peters zijn aan de voogd Jan Wassenberg 300 Car.gl. schuldig.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

19 juni 1696:
Enneken Esselink X Herbert Giesinck.
Hun zoon Derk Giesinck in schuldig aan J. Wassenbergh X Maria Meijs fl. 1126 en 4 st.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F6369
 

      «Prev «1 ... 14 15 16 17 18 19 20 21 22 ... 92» Next»


https://mjdhealthpharmacy.com.au/ Farmakeio Ellada https://apotheke-windischgarsten.com/