Notes |
- 17 mei 1810:
Magescheid d.d. 8-3-1810 tussen Jan Willem Meijnen en Rosier Willem Meijerink, in huwelijk hebbende Janna Willemina Meijnen, ter eenre, en Janna Gesina Sellink, weduwe erfuiterse en boedelhouderse van wijlen Jan Derk Meijnen ter ander zijde, ten overstaan en met concurrentie van Jan Hend.k Smalbraak en Hendrik Jan Zijwassink in qualiteit als voogd en toeziende voogd over de twee nog minderjaerige kinderen met naamen Janna Geertruid en Josina Catarina Meijnen, door wijlen Jan Derk Meijnen bij de contrahente ter anderen zijde ehelijk geprocrëert, waarbij aan de laatstgen.de condividente word toegedeelt en in vollen en vrijen eigendom gecedeert en overgegeeven, hetgeene door haar in huwelijk is aengebragd, bestaande in het onverdeeld geregt een derde part van het erve en goed Leurdijk in de buurschap Meddeho in het kerspel Wenterswijk geleegen, neffens een obligatie groot 550 guldens ten laste van Jan Willem Sellink en ehevrouw Aaltjen Eefsink d.d. 24 april 1802 en aan Jan Willem Meijnen, onder anderen een veene boord op het Kolenberger Veen op het supplement bij den inventaris ervindelijk, blijvende de onroerende goederen van vaders zijde kracht maagscheid van den 22-3-1797 alleen deelbaar tussen de twee eerstgen. contrahenten en de minderjaerigen, te vinden op het register van Dorp en Dorpboer Wenterswijk.
Bron: Luiting, aantekeningen ORA Bredevoort betreffende Meddo, inv.nr. 320
|