Notes |
- Op 22 juli 1765 vindt de Opdragt plaats door de momboiren over de onmundige kinderen van Garrit te Pelkwijk en Aaltjen Wissink, Ehel. aan dier pupillen Grootmoeder Stijne Wissink en Erven van
1. Huis en Hoff door Gerrit te Pelkwijk bewoond wordende.
2. Huis in de Meddehosche straate tussen de huizen van de wede. Derk van Wullen en de wede. Hellendoorn.
3. Een akkermaal in de kromme Morsch, met nog een halve kidde in Wamelink Nijland, tussen Hendrik Theink en Jan op 't Tuinte zijn grond gelegen.
4. Een vierde part van de Willinkweide, tussen den Papenkamp en Laarbergs maate.
5. 2 schepel zaadland op den Pas, tussen t land van Frerik ten Honis en Hendrik van Gent.
6. 4 1/2 schepel zaadland op den Pas tussen het land van Adriaan Weenink en Jan Harmelink, nog 5 spint gezaai op den Pas tussen Jan Harmelink en de kinderen van Jan Hesselink op Freriks land.
7. Den halven Meinenkamp met nog 2 schepel zaadland op het Oostervoort, tussen Hendrik Ubbink en Jan Hendrik van Wullen land.
8. Gaarden, het Pesken geb. bij 't Melatenhuis, naast het land van de kinderen van Hendrik Bekkers.
9. 3 1/2 schepel zaadland op den Oldenhuis leggende, naast de Landerijen van Harmanus Willink en den Kremerskamp.
Alle in en bij Winterswijk gelegen.
Op 25 januari 1786 vindt de Maagscheid over de Boedel van wijlen Jan Keussink en Stientjen Wissink, in leven gewezene Ehelieden in dato 25 januari 1769 opgerigt, plaats, waarbij voor eerst gerespecteerd en geapprobeerd word de verkoping van het halve erve Kossink en de twee Drajers Huisjes, zoo door bovengemelte Stientje of Christina Wissink is gedaan aan Jan Derk Esselink en Janna Wissink Ehell. bij derzelven Huwelijksvoorwaarden en voorts daarbij worden toegedeeld aan Scholte Berend Lievers en Christina Wissink Ehell. Jan Derk Esselink en Janna Wissink Ehell. en aan de nagelaten kinderen van Geert Elink en Josina Wissink in leven Ehell. met namen Garrit Jan Elink en Deeve Bovelt Ehell., Willem van Eerden en Christina Elink Ehell. en Gradus Elink en Aeltje Eelink.
die goederen van welke wijlen Stientjen op de 22 july 1765 gekoft heeft van Garrit te Pellewijk en Aaltje Wissink Ehell. bestaande in
1. Een huis met den Hoff in de Bredevoortsche str. tussen de Huysen en hoven van Barent Hemmink en Thone Gielink.
2. Een Ackermaal hooij of grasgrond in de Kromme Morsse met een halve kidde in Wamelink Nijland, tussen de grond van Hendrik Thienk en Jan op het Tuunte gelegen.
3. den halven Meijnenkamp met nog twee schepels saadland op den Oostervoort tussen Hendrik Ubbink en Jan Hendrik van Wullen land gelegen.
4. 2 1/2 schepel saadland op den pas.
5. Een gaarden, het Peske genaamd, bij Melaatenhuis, bij en naast het land van de kinderen van Harmen Bekkers gelegen, alle gesitueerd in en bij 't dorp Winterswijk.
egter onder deese conditie dat de kinderen van bovengemelde Eheluiden te Pellewijk of een derzelve wanneer het jongste zijn mondige jaren zal hebben bereikt of binnen twee jaren daarna, het zal vrijstaan die goederen weer in te lossen voor den zelven prijs waarvoor zij verkogt zijn.
Aan de gezamentlijke kinderen van Garrit te Pellewijk en Aaltje Wissink zo die geboren zijn als die uit dat huwelijk nog mogten geprocreerd worden. als
1. Een Huys in de Medd.str. door Hendrik van Gent bewoond en nog een Huisken daar agter ook in de Medd.str. door Willem Dulmer bewoond.
2. 3 1/2 schepels zaadtland gelegen op den Pas, tussen de Landerijen van Adriaan Weenink en de kinderen van Hesselink. Nog vier stukjes land op den Hoogen Pas gelegen.
3. Het vierde gedeelte van de Willink Weijde.
4. 3 1/2 schepels gezaaij Land op den Oldenhuis, tussen de Landerijen van H:Willink en de Kreemerskamp met die conditie dat de vrugte en pagte daarvan bij de ouders zullen worden geprofiteerd zoo lang een van dezelven leeft. Alles breder bij het magescheid van 25 .... 't welk door Lubbert Derk Jan Hesselink ter secretarij is overgegeven op den 17 oktober 1786.
4 februari 1796:
Quitantie met verklaringe van Jan Wissink c.s. aan ? verscheidene andere comparanten c.s. dat zij kunnen lijden voor de kinderen en Erfgenaamen van Garrit ter Pelkwijk en Aaltje Wissink Eheld. worden gedaan Landregte bij haar? cessie en opdragt van verscheidene ongereede Perceelen en met verdere verklaringe de Los op Pandpenning waarvoor op gemelden perceelen bij koop contract dd: 1 july 1765 tussen de momboiren der kinderen van gem. Garrit ter Pelkwijk en vrouw ten Eenre en Stijne Wissink wed. van Jan Kossing of Wissink ter anderen sijde opgerogt en nader bij maagscheid over de Boedel van gem. Sijtne Wissing in dato 25 jan. 1769 geconfimeerd, weder terug ontfangen hebben en daarvoor quiteeren. breeder bij acte van 4 februari 1796.
Zoals blijkt hadden Aaltjen Wissink en Garrit te Pelkwijk veel geld geleend bij haar ouders. Toen ze dit niet terug konden betalen hebben ze al hun goederen aan hun verkocht. De kinderen van Aaltjen en Garrit mogen later deze goederen terugkopen tegen dezelfde prijs.
Bron: Das Lib. Gifte Miste rot 1, nr. 1, Volontaire Protocollen R.A. Bredevoort
|