Notes |
- 23 oktober 1665:
Ex officio Michiel van Basten, der rechten Dr., als conjuncta persona van sijn broeder Godefrid Frederick van Basten, versochte in beide saecken tegens Dr. Johan Kelfken uitstel voor een tijt van ses weecken, sustinerende dat hem sulckx niet kan geweigert worden ten ansien van het overlijden van comparants swager Dr. Joost de Roller zalliger, die welcke als advocaet soo voor desen Bredevoortschen gerichte, als elder `t hoove in die saecke tegens voornoemde Dr. Kelfken altoos is bedient geweest, ende dus den 1e octobris overleden sijnde notoiren rechtens dat ter oorsaecke van de advocaets sieckte ofte doot, parthijen dilaij behoort vergunt te worden.
Vertrouwende mitsdien comparant dat bij een edele gerichte hierin tot praejuditie van parthij niet sal gedaen, maer die saecke voor een tijt van ses weecken opgeholden worden, daertoe bij desen contenderende, desuper afwachtende.
`t Gerichte stelt die saecke uit tot ses weecken.
Bron: Transcriptiewerkgroep Het Museum, ORA Bvt inv.nr. 126 fol. 185
|