Notes |
- Sabbati 23 Aprilis 1625
Hebben Lenhardt van Elverfelt Voogt toe Aelten und Wilhelm Wisselinck Landtschrijver op instantie Trijnen van Munster huijsfrouwen Geert Locken und Henricks ten Roller het schrifftlick onder gedachts Voogts hant donationis document neffens opgeschrevene gerichtlicke bestedong und confirmation wijlen Hermans van Munster in sijnen leven borgers und Stadtholders des Gerichtsz tot Aelten - onder des Heeren Drosten und Richters Segell verschloten - eropent und publiceert Luijdende van woordt thoe woorde als volgt:
Dewijll dat alle menschen sterfflick sijndt, und thosamen den tijtlicken doodt onderworpen, So ist erschenen Herman Munster, mit kranckheit swack sijnde, edoch bij goeder memorie und verstande, und wilde sijn utherste will und meinong getestamentiert und gemaeckt hebben, testamenteerde und maeckte sulck in krafft deses, desen navolgende Parcelen, Versochte oick dieselvige Parcelen op het allerbevestige van sijne Erven vollenkomen geholden und achterfolgt thoe werden nae sijnen doodtlichen affgangk Soe wilde vor erst Herman Munster sijn Seel In handen van Godt Almechtigen befolhen hebben und het lijcham ter eerden na Christlicher ordeninge. Und daernae wilde hij van sijne gueder, so hem angeerfft wehre van zall. Geessken Munster wesende sijn Moeije, gedoneert und gegeven hebben voer aff an sijn Dochter Aelken und haren erffen wegens hare veelveltige diensten soo sie bij nachte und bij dage een ruijme tijt van Jaren bij hem gedaen hedde tot recompens den Munsters Camp so und In sulcker qualiteit als hem dat van sijn zalige Moeij vorschreven angeerfft wehre mit Vischerijen und Vischwaer, voortz mit all sijn olde und nije thoebehorende gerechticheit.
Ingelijcken wilde hij Testamentoir gedoneert und gegeven hebben van sijnen guede den Armen tot Aelten die Somme van Vijffhondert daler Aeltensche gangbare weerde, Welcke voorsschreven Vijffhondert daler hij tot eenen wahren onderpande gelegt hebben, Indat Erffe und guet die Rosschede offt Moris guet, gelegen Inden Kerspel van Aelten, Buerschap Barlo, hem ter tijt thoe, Dat sijne Kinder offt haere Erven die voerbenoembde Vijffhondert daler voldaen und betaelt hedden, und up oerder und plaetsen anleggen, daer sie wal verwaert mochten sijn. Ist oick hiermede des Testamentoirs will unnd meinongh, Dat van die Hoofftsumma Die Jaerlicxer Renten und opkompsten sullen uthgedeilt und verreickt worden durch twie lofffweerdige Mans, mit toedoen und weten und willen van sijne Kinder offte Erven, und niet doer handen vande Provisoren. Oick wilde hij noch gedoneert und gegeven hebben an Warner Jentinck tijn daler, und dan an beijde die Slaeder Kinder daer eene affwoont tot Ulffte, die ander Int Kerspel van Aelten bij Rickert, oick Ider tijn daler. Noch wilde gemelte Testamentoir gegeven hebben an Hinderich die Grotinck in Barle, mit die quade beine, und Gerte Klomps Soon Hinderich mit Hinderich van Wisch und des saligen Bowmeisters Soon, so nu in Wenterswick woont, mit die Kinder van Marie van Cleve, Geerdt Kremer, Claerke(?) Costers, die Somme van Twintich daler, Daer voer men die voerbenoembde Personen sall voer Kopen Laecken offt Lijnen tot Kleidung als men sall guet vinden am besten und meest van doen thoehebben. Welcke voerbenoembde Penningen staen an Hinderich ten Kate, wesende sijnen Bowman, die Somma van Sessund dertich Daler, herkomende van affgekoffte boeckweitte und het weijdegelt van Jaer 1624 soe die Bowman noch schuldich ist, und noch Jan Heijinck Twie Daler so hie gelient hedde, Und sullen dese vorschreven Parzele uthgedeilt werden sess weken na des Giffters dootlicken affganck, und dat mit toedoen und ratificatio van den Ernthafften und Welgeboren und oick Erbaren Wilhelmus Wisselinck Landtschrijver und Lehnardt van Elverfelt Voogtt daer hie datselvige van dienstlich versocht und begeert, als oick van die voerbenoembden Principale Hoofftsumme. Met den uthdrucklicken voerbeholt Dat bij soveere hem Godt die gesontheit worde geven, Dat hij Testamentoir alssdan selffs Rentmeister daervan will blijven tijt sijnes levens. Gelavet oick dese gemaeckte Donatie voer hem und sijnen erven toestaen, toewachten und thoewaren, beter waerschap und verschrijvinge tho doen nae Landtrechte. Versochte oick desen sijn utherste will und meinongh gerichtlich anthoenemen und den Prothocoll Intelijven. Geschiet alles sonder argh offte list. Und tot meerder vestnisse hebben die Cornoten des Gerichts hetselvige mit haren handen underschreven, vermitz het quade wehr, In absentie des Landtschrijvers. Actum Aelten den Soeventienden Februarij 1625. Und worde bij navolgende gerichtlicke à tergo beschrevene bestendigong und approbation van hem Munster und anwesenden Gerichtz Cornoten onderschreven, als volgt : Har. Munster Peter Everdtss Herman ther Steenruts Lenhardt van Elverfeldt Vogtt W. Wisselinck Nts. Landtschrijver A tergo Stondt:
Anno 1625 den 18. Februarij voer Herman Steinrotz Stadtholder, Peter Everdtz und Lenhardt van Elverfelt Coernoten, sampt Wilhelm Wisselinck Landtschrijver Is personlick erschenen Herman van Munster, kranck und swack van lijve, dannoch doer Godts genaden goedes vernuffts und verstandts, so an hem niet anders tesien und horen was, Und presentierde tegenwoirdigen Zedell, Verclarende daer Inne enige donatien mortis causa vervattet tesijn, Diewelcke hij In statt sijnes Uthersten Willens bester formen und mit begnadong aller rechten vermitz desen wilde bestedigt, alle Heeren Officieren dieselve te maintenieren, hiermit versocht und sijne Erven, solieff hun hare Sielen und salicheit sij, dieselve alss onverbroken und onweddersprecklick t'achtervolgen bevolen hebben. Begerende ditselve met des Heeren Drosten und Richters Segell te versluijten, und doer den Voogt Elverfelt und Landtschrijver nae sijnen dode thoe eropenen. Derwegen hij dieselve nevens Cornoten und Landtschrijver mit eigenden hant onderteijkent. Und was mit welgemelte Heeren Drosten und Richters Segell versloten und besegelt und onderschreven W. Wisselinck Nts. Landtschrijver
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie): ORABvt inv.nr. 398 fol. 23v-25v
|