Notes |
- Zij waren beleend met het goed Marquardinck in Barlo bij Aalten.
Lubbert ter Inden, erve sijner voorolderen, beleent na quijtscheldinge van langwijlig versuym, 24 Sept. 1601.
Jan ten Dryhuys bij opdragt Lubberts voorn, beleent, 18 Aprilis 1623.
Johan ten Dryhuys, erve sijnes vaders Johans, beleent, 25 Julii 1637.
Eva Locken, wed, Dryhuys, erve haeres soons Jan, beleent, 30 Maii 1650.
Aeltjen van Dryhuys, weduwe van Jan Franckon, erve haeres moeders, met haer consorten beleent, 27 Oct. 1666.
Johan Dryhuys voor 1/4, hem bij maechgeschoyt als erve sijnes bestemoeders Eva Locken aengedeilt, beleent, 22 Jan. 1670.
Andries ten Dryhuys voor hem ende sijne consorten met 1/4 beleent, 18 April 1670.
Seyno Doornick, onmundich, als erve sijnes halven broeders Johan Dryhuys beleent met 1/4 door sijn vader Thebe Doornyck, 14 Martii 1671.
Andries ten Dryhuys voor hem selfs ende als volmechtiger van Willem Dryhuys, Hendersken Dryhuys, weduwe Rumps, ende de soonen van Aeltjen Dryhuys, beide Jan Francken genoemt, draegen dit gehele leen op aen Frederick Fecken, 4 Junii 1683.
Bron: Sloet, leenakten Zutphen p. 512
|