Notes |
- 8 oktober 1701:
Jan Maetman X Griete Rensinck, Derck Beuckers en Jan Maetman als oomen bloetmomboiren van de nagelatene onmondige kinderen van wijlen Geert Semelinck off Rensinck namentlijck Hendrick Jan, Severin, Willem, Geesken en Gerritjen Semelinck of Rensinck, waervoor Derck Boeckers de rato caveert voorts Herman Roosen bloetvrind en Neve en alsoo curatoren over de quota van Herman Rensinck, welcke absent dogh of doot of levendigh onseker is, daerom voorn: Herm: Rosen voor den selven cracht en mits desen de rato caverende en bekenden te saemen als erffgenaemen van wijlen Geert Rensinck den ouden in eenen steden vasten eeuwigen en onwederroepelicken erfcoop gecedeert getransporteert en overgelaten te hebben aen Cornelis Andries Raesvelt X Ida ten Bengevoort, de halve Rosen sije mate, waervan de wed: Geeert Rensinck off alnu Lucke ten Vene de wederhelft besit tussen Wissinck en de Heeren Mathe met den eenen einde aen de Lobeecks mate met 't andere eijnde an de gemeente schietende, en in de buirschap Miste, met sijne oude en nieuwe gerechtigheit kennelick gelegen, voorts an Luke ten Vene en desselven tegenwoordigen huisvrouw Mette eerst weduwe Rensincks de halve Oinck mathe met de twe kempkes in deselve mathe uitgegraven, aen d'eene sijde naest de vicarien mathe, aen d'andere sijde naest 't Wevers maetjen tot het goet Rensinck gehorende, aen eener einde aen Dierkinck Bus met den anderen eijnde aen Berentschots camp schietende, in de buijrschap Miste gelegen.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 434 fol. 69-70
|