Notes |
- 30 maart 1626:
Erschenen Luijken ter Dunnewijck Heijle eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, vanwegen sijns Luikens Kintssdeels van Geerdt ter Dunnewijck Stijne eheluijden volnkomentlick entrichtet und betaelt tesijn, Bedanckten sich desselven goeder betalongh, quitierende daerop in krafft deses, Und hebben demnae allet voer sich und haren erven In behoeff Geerdts ter Dunnewijck Stijnen eheluiden und harer erven, op sijns Luijkens Olderlicke Behuijsongh, Hoff, toebehoer und gerechticheit mit hant, halm und monde vertegen, derselven waerschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh harer goeder. Sonder Inrede und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 399 fol. 18, 18v
16 april 1631:
Luyken ter Dunnewick, Heijlken eheluijden, behakden van wegen harer Heijlkens Moederlicken zalige Derisken then Gussinckloe alinge nalatenschap van haren stieffvader Henrick ten Gussinckloe sampt haren schwager und suster Berendt ten Gussinckloe Berentken sijner huijsfrouwen, volkommentlickvoldaen te sijn.
Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort (toegang 0136) inv.nr. 404 (volontaire protocollen 1631) fol. 23
|