Notes |
- 15 december 1663:
Obligatie waer bij Joost Simmeldinck de voorstaende pantschap (zie 31-8-1636) ter summa van 80 dlrs. dico tagentigh dlrs. bekent verhoogt te hebben oitwijens? die mij vertoonde dogh bij mons. Loef van Eerden angetrokken obligatie vanden 15 december 1663.
Geregistreerd 13 maart 1701.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 461, fol. 243v
1687 akte nr. 98
Elisabeth wed. Abram Peters verkoopt haar huis en hof naast Ludolf van Eerden binnen Winterswijk.
16 augustus 1708:
Joost Vincent van Asbeek X Clara Elisabeth van Dengelen schuld van 3600 dl. Holl. aan Coenraad van Hasselt pred. te Groenlo X Anna Catharina Volmer.
eodem.
Loef van Eerden X Metjen Laerbergh als borgen en selfsschuldigen pand o.a. Huijs en Hoff in Ww. met 2 schepel saat lants op de Oosterwoort. 1/2 mulder tegenover Slippers huys voor Ww. gelegen etc.
16 augustus 1708:
Joost Vincent van Asbeek Heer tot den Berge etc. (huisvrouw absent) oom Louis van Eerden en vrouw. Pand: het regt op den Haveste Dravenhorst door cessie van Coop Heer Oom de Majoor Hendrik van Asbeek aengekomen.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort
12 februari 1722:
Dr. Satink als volmr. van de erfgenamen van wijlen Marta Laerberg, weduwe van Louwijs van Eerden, geeft te kennen hoedanig zijn principalen d.d. 11-4-1711 arrest en beslag hebben gedaan op de gehele nalatenschap van wijlen Frederic van Eerden, soo en als de selve van wijlen Louwijs van Eerden voor haar quota op haer was vervallen. Matthias Walien, de volmr. van de erfgenamen van Frederik van Eerden is inmiddels overleden zonder enige cautie, veel min suffisante borgtogt te stellen. De nalatenschap van wijlen Louwijs van Eerden en Marta Laerberg is met vele schulden belast en bezwaard, zodanig dat de erfgenamen van wijlen Frederik van EErden daar tenminste 1000 daalder voor haar portie tot betalinge der schulden zullen moeten bijbrengen, voor welke schuld de erfgenamen wijlen Marta Laerberg's goederen, te weten de aangebrachte huwelijksgoederen van wijlen Marta Laerberg convenieren. Comparant peindet nu op en aen de gehele nalatenschap en erfportie soo en als deselve door het overlijden van Louwijs van Eerden op de erfgenamen van wijlen Fredrik van Eerden mogte sijn gedevolveert, bestaende in haer quota van de halve havesate Dravenhorst in de buurschap Dorpboer van Winterswijk met de daer onder gehorende landerien, bou- hooij- ende weijgronden, holt en twijgewas, voorts die daer toe specterende goederen en meule, aldaar en in de buurschap Meddehoe en Huppel en elders gelegen, als de goederen Bonnekink, Hulsen en Wessels stede, Wessels kamp, Weijenborg, Bonenstede, de groote mate, Kniphuls, Morsmaetien, item de verbetringe van Freriks goet Bargerbos, de binnen Morsche en vorders in het general alles wat onder gemelte halve havesate mogte gehoren.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv. nr. 172, fol. 86r t.m. 87v
|