Notes |
- Lunæ 13 Maij 1639 - Stattholder Franciscus Moselage, Cornoten Jan ten Berge, Peter Cloeck
Erschenen Koepe ten Kreijll Aelken Mierdinck eheluiden die bekanden vor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes onderbenant rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft toe hebben an Derick Schulte ten Borninckhave Lotte eheluide und haren erven sess dall:, den dall: ad dertich Stuiver, den Str tott vijfftien placken gerekent, jaerlix op Meij und op Meij des jaers sestijnhondert viertich eerst, kummer und schatfrij te verschijnen, und drie jaer stevich und vest, stellende daervoor t' onderpande haer halve Maet bij Ubbinck gut, voorts alle hare gereide und ongereide gueder om sich daeran gemelter pension sampt hoefftsum, kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh erbeden und angewandt, mit pandongh nae landtrechte te verhalen. Die Loese mit het derde Jaer, und eer niet, een vierendeell jaers tevoren te verkundigen, beijdersijts voerbeholden und demnae op Meij viertijn dagen voer offt nae onverhaelt mitte summa van honder daler obgemelte toe loesen alles bij pæn van pendongh als sonder xception und argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 411 fol. 25v, 26
24 mei 1642:
Cope ten Kreijll, Aelken sijn huijsfrouw, verkopen aan Hinneken Buddewijsch weduwe van zal. Goe ten Buddewisch achtenhalven dall: jaerlix op Meij Philippi Jacobi. Onderpand: den Smalenkamp bij Thebekamp gelegen onder Kreijll.
In Marge: Anno 1655? bekanden Wessel ter Buddewisch ende Geerdt Krosenbrinck, dat hun dese summa van Coepe ten Kreijl afgelost ende betaelt ergo vacat.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 18v
15 juni 1643:
Coepe ten Kreijl Aelken eheluiden bekenden voor eene summe van penningen, welcke deels haere voorolders in haren hoogen nooden und deels die comparanten ontvangen, in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Hasscker Geesken eheluiden die halve Kreijles Mate voor den dorp Wenterschwick gelegen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 61v
15 juni 1643:
Coepe ten Kreijll, Aelken eheluiden, behakden voor eene summa van penningen onderbenoemt, welcke deels hare voorolderen in haren hoochsten noeden, und deeles sie comparanten ontfangen, in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben Jan Schulte tott Raetum Aelken eheluiden und haren erven het gerechte vierde deell vande Kreiles Mate voor den Dorpe Wenterschwick gelegen.
Marge: Anno 1666 den 26 Nov. Aelbert Schult van Ratum, naegelatene zoon van sijn vader zall Johan S. van Ratum, bekende ten volle voldaen ende betaelt te zijn.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 62
15 juni 1643:
Coepe ten Kreill Aelken eheluiden, bekenden voor eene summa van penningen onderbenoemt, welcke deeles hare voorolderen in haren hoochsten noden, und deeles sie comparanten ontfangen, in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben an Bernt Schulte ten Koesinck Fenne eheluiden het gerechte vierde deell vande Kreijles Maet voor den Dorpe Wenterschwick gelegen.
In marge: 1666 den 26 Nov. erschenen Geerdt t'Lijnthem bekande, alsoo sijn huisfrou nagelatene dochter van zall. berent S. te Kossinck dit bij maechscheit toegevallen, volcoomen voldaen te zijn.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 62, 62v
15 juni 1657:
Johan ten Kreijll Gertken Sijpinck eheluijden bekenden van alsodaene praetensie recht ende gerechtigheit als sij voor dato ten ansien van vaders ende moeders versterff ahn en op het erve ende guedt ten Kreijll ap: ende dependentien, in deser heerlickheijt Bredevoort kerspell Wenterschwick Buhrschap Miste gelegen, eenigsins gehadt hebben, van haeren broeder Coepe ten Kreijll en Aalken Mijrdinck eheluiden, te dancken vernoegelijck contentiert ende betaelt wesen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 420 fol. 35v
Coop ten Kreyle ende sijn vrouw Aeltgen werden op 13 juni 1664 beleend met het goed Ten Kreijl in Miste. Uit de opvolgende lenen blijkt de familierelatie met zoon Jan:
Jan ten Kreyle, erve sijns vaders Cope, beleent, 5 Dec 1695
Johan ten Kreyle, erve sijns vaders Jan, beleent, 11 Jan 1715
Gerrit Jan Roerdink na dode van Johan ten Creyle beleent, 2 Nov 1740
Agnes te Kreyl, erve hars vaders John en eenigen broeder Jan ten Kreyle, beleend, 24 Junii 1741
Gerrit Jan Roerdink en Jenneken ten Kreyl, eheluyden, uyt hoofde van geapprobeerd contract (van 12 April 1742 met hunne zuster Agnes) na dode van Agnis ten Kreyle beleend, 19 Mii 1717.
Deselve dragen dit leen op aan haren schoonsoon en dogter Derk Jan van Dunnewold en Theodora ten Kreyl, ehelieden, sijnde D.J. van Dunnewold pro se et nom. ux. daarmede beleent, 23 Maii 1764.
Bron: Sloet; Leenaktenboek Gelre n Zutphen, leen nr. 182e
|