Notes |
- 3 april 1727:
Gretken Warnshuis, wed. wijlen Wijllem te Kempell, wil sigh verandersaeten met Berndt te Straeke. Exhibeerde maegscheit, waarbij tussen haer en haere drie voorkinderen afdragt gemaekt. De kinderen zijn onmundig. Daarom mombaren Berent te Kempel en Teunis Slotboom. Uit de stukken blijkt nod dat het oudste dochtertje Enneken heet en deze door haere afstand van de Kempels stede een somma van 25 gl. caroly hollands sal profiteren.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 555
Grietje was weduwe van Berend Hoebink toen ze met Willem trouwde. Met Berend was ze op 31 maart 1715 in ondertrouw gegaan. Na het overlijden van Willem te Kempel trouwt ze voor de derde keer. Op 6 april 1725 gaar ze in ondertrouw met Berend te Strake, zoon van Harmen te Strake en Jenneken Rennerdink. Zie kwartiernr. 664 x 665. Zij krijgen samen nog drie kinderen, allen geboren op boerderij Kempel in Meddo:
1. Jan Willem te Kempel, gedoopt op 9 mei 1728, tr. 21 mei 1769 met Harmina Keveskamp, dochter van Jan Willem Ulant en Maria Keveskamp, zie kwartiernr. 730 x 731.
2. Jan Berend Keveskamp, gedoopt op 31 december 1730, tr. 30 januari 1763 met Mette Cobes, weduwe van Jan Beernink.
3. Geert te Kempel, gedoopt op 18 september 1735.
Op 28 april 1727 wordt Kempelmans kind begraven. Om welk kind het gaat, is niet duidelijk.
In 1748 wonen op de boerderij:
Berend Kempel 48 j., vrouw 50 j., soons 20 j., 17 j., 12 j., dogter 24 j., 2 paarden.
Vrouw Griete, 3 kinderen over de 16 j., eedt gedaen dat niet meer als 500 Glns besit, 1e term. bet., etc.
Bron: Das Lib.Gifte Meddo rot 7, nr. 4.
|