Notes |
- Hendrik is geboren in de Achterstraat te Aalten. Als jonge vent heeft hij bij diverse mensen als knecht gediend. Zijn eerste baan was bij Derk Jan Duenk en diens vrouw Johanna Berendina te Bokkel, waar ook zijn broer Johan in dienst is, op Barlo 41. Johanna is hier eveneens in dienst. Voor die tijd had zij bij Jan Hendrik Nijhof en Wandrina Aleida Bokkel gewerkt op Barlo 38. Hendrik en Johanna hebben elkaar waarschijnlijk bij boer Duenk leren kennen. Na boer Duenk heeft Hendrik nog verschillende andere betrekkingen gehad, bij Christiaan ten Haken en Frederika te Bokkel en bij Jan Hendrik van Eerden en Johanna Willemina ten Ormel. Toen bleek dat Johanna zwanger was geworden en moesten ze trouwen. Na hun huwelijk zijn ze bij haar ouders gaan wonen in Bredevoort, huis nummer 64. Hier werd het kind geboren, Hendrika Willemina. Van daaruit zijn Hendrik en Johanna met hun baby verhuisd naar Bredevoort 125. Hier werden Derk Jan, Jan en Dina geboren. Met hun kinderen zijn ze op 18 augustus 1888 naar Bredevoort 91 verhuisd. Hier woonde eerst Bernardus Piek met zijn vrouw Janna Hakstege. Hier wordt Gerrit Jan geboren.
Op 2 mei 1892 vertrekt het hele gezin naar Winterswijk. Hendrik is dan fabrieksarbeider. In Winterswijk wonen ze in huis A 68j. Hier worden Hendrik, Johan, Gesiena Hendrika en Jan Willem geboren. In huis A 136 sterft hun zoontje Hendrik, en wordt een ander zoontje Hendrik geboren. In 1910 woont het gezin op Den Bulten, later Bloemstraat 13. Hiervandaan gaan ze naar de Golsweg nr. 17, Misterweg nr. 17 en Golsweg 7, 7-IV en 16. Hendrik is dan fabrieksarbeider en tuinman.
Bron: Bevolkingsregisters Aalten en Winterswijk.
Achterkleindochter Dinie vertelt:
Hendrik heeft bij Meierink in de Tuuntestraat gewerkt. (Later de Tuunte geworden). Hij hield ook de tuin van de baas van de Tuunte bij.
Hij woonde na het overlijden van zijn vrouw eigenlijk in bij mijn opa en oma (Derk Jan hoitink en Dina Aleida Scholten Golseweg 16).
Vanwege bombardementen op de spoorlijn door de geallieerden aan het eind van de oorlog moesten de mensen die er dicht bij woonden worden geƫvacueerd.
De hele familie, overgrootvader Hendrik, mijn vaders ouders Derk Jan Hoitink en Dina Aleidea Scholten en zijn broer en zussen Jan, Dinie en Annie, heeft een tijdje bij ons onderdak gevonden. Voor zover ik me nog herinner mochten ze ongeveer na een week of zes/acht weer naar huis. Mijn moeders vader Gerrit Jan Obelink ging elke dag bij het gemeentehuis kijken of ze al terug naar huis mochten.
Op een verjaardagsfeestje bij tante Heintje en ome Henkie in de Iepenstraat, 8 maart 1945 (Hendrik Hoitink 8 maart 1902) is er overleg geweest wie overgrootvader Hendrik in huis zou nemen na de evacuatie. Hij had veel hulp nodig en geen van zijn kinderen zag dat echt zitten.
Na overleg hebben mijn ouders besloten dat hij mocht blijven. Hij heeft zelf zijn zoon en schoondochter ingelicht. Zijn minimale persoonlijke bezittingen zijn toen met een handkar naar de Waliƫnsestraat 146 overgebracht: Zijn bed , een nachtkastje, een stoel, een wekker, lakens en redelijk veel handdoeken van de textiel fabriek waar hij werkte en een kastje en een zakhorloge. De laatste twee zaken zijn nog steeds in ons bezit. Het horloge heeft hij van zijn werk gekregen na een aantal jaren dienstverband. (25?) en voor zijn overlijden aan mijn vader geschonken. De voorkamer van ons huis werd zijn domein.
Voor zijn overlijden heeft hij hier zes tot acht weken ziek in bed gelegen, iedere morgen kwam de wijkzuster (hij was incontinent en erg doorgelegen) om samen met mijn moeder alles te verschonen. Na zijn overlijden heeft hij hier ook opgebaard gelegen ,wat de luchtkwaliteit in het huis geen goed deed.
Hij is begraven op de algemene begraafplaats in Winterswijk (oude gedeelte), bij zijn vrouw.
Bron: E-mail Helene Werson d.d. 17-1-2010
|