Notes |
- 2 april 1616:
Geerdt Sijbinck met zijn vrouw Fenne bekent naast de 25 daalders die zijn vrouws vader zal. Henrick Sijbinck op 26 juni 1597 heeft opgenomen op een stuk seylands het Oisterrandst Bredeken genant, nog 16 dall. te hebben opgenomen.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 389 f 17
11 juli 1616:
Geerdt Sijbinck en zijn vrouw Fenne verkopen de halve Vroen Marsch in Meddo in pandschap (RABvt 389 f 47); 1 juli 1617 ook de Bonnekamp (RABvt 390 f 40), 11 mei 1619 ook de Sybinck Brede opten Loijckinck Esch (RABvt 392 f 31); 8 juni 1624 ook een kempke groenland op Sybinck (RABvt 397 f 32v); 6 mei 1626 nodmaals de Sijbinck Brede (RABvt 399 f 22); 1 juli 1629 ook de Sybinck Camp in Meddo (RABvt 402 f 51; verg RABvt 423 f 7 dd. 8 februari 1662: het pand wordt verkocht); 6 december 1634 ook twee stukken bouwland op de Sewinck Esch. (RABvt 407 f 58v)
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45
8 juli 1617:
Gerdt Sijbings in Medehoe quelification (voor zijn huwelijk?) op 10 Rdlr. gesteld i.v.m. grote schuldenlast.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, Archief Wasserburg Anholt, Rep 64 nr. 7 f 87)
11 mei 1619:
Geerdt Sijbinck, Fenne ehel., bekennen in pandtschap overgelaten und verkoft te hebben aan Coepen ten Kreijll, Marrien ehel., een stuck bowlandes, die Sijbinck Breede genant, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, opten Loijckinck esch, tusschen Hermn und Elskens Loijkincks lenderie gelegen, mit eenen eijnde an Eerdens maet, mitt anderen ende an Loijckincks busch schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, der gestald dat pandtvoerkoeperen t'selve regieren und bouwen, pandtkopere averst die derde gare nae haeren recht daervan genieten, edoch die bouwman der pandtkoperen jaerlicx twie fijmen und ein vierdell rogges (als daer rogge gewassen), sont van 't gene daer gewassen, leveren sullen. Die loese een half aer thovoren thoe verkunden beijdersijdts voorbeholden und demnae op Meij Philippi et Jacobi mette summe van 215 dll. te loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 392, fol. 31r en v
1 juli 1629:
Geerdt Sijbinck met Fenne sijn huijsfr., bekent in pandtschap avergelaten und verkoft thoe hebben aan Geerdt ten Veltkamp, Naelcken ehel., ter eener und an Geerdt ten Straecke, Jenneken ehel., ter andere halfscheidt, sijnen kamp, den Sijbinck camp gnt., inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, langs de Beke gelegen, mitten ende ande Voerwech tegen Berndt Bonen huis schietende, voer doerslechtich und kommervrij, mit conditie dat pandtverkooperen solange sie denselven der geboer regieren, gemelten Camp bowen, und pantkopere die derde garve mitten stroo vant gewas desselven aftrecken und genieten sullen. Die loese een vierdell jaers thovoren te verkundigen beijdersijdts voerbeholden, und demnae up Philippi et Jacobi 14 dage voer off nae, mitte summa van 150 dll. te loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 402; fol. 51 r en v
18 februari 1631:
Everhardt Dunnewoldt then Balckenschot, Derick Schulte thoe Huppel e.a. onder wie Geerdt Sijbinck Gildemeister, als geërfden en ingezetenen van Meddo.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 404 f 9v
7 juni 1633:
Zij verkopen de derde garve van alle gewas van de Sijbinck Voerkamp.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 406 f 32
8 oktober 1639:
Geerdt Sybinck en Aelken Camphuis, zijn tegenwoordige huisvrouw,
tochten elkaar.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 411 f 43v
19 april 1649:
Alheidt Kamphuis in Meddo ihres mans Gerdts Sybings geringe nachlassenschaft capitulariter verhandelt auf 10 Fd.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, Archief Anholt Rep 64 nr. 8 f 105
|