Notes |
- 12 oktober 1581:
Thonis Siebinck met zijn vrouw Geese belooft aan Johan ter Pelkwick met zijn vrouw Wilhelm vijf molder rogge uit die Siebincks groithe Bree, te voldoen door zijn bouwman Henrick then Bijfanck.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt inv.nr. 57 f 76
4 februari 1587:
Henrich en Mette Sibinck krijgen toestemming van het Kapittel van Vreden om 150 Thaler te lenen van Johan en Merrien Poelhuis.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, Arch. Wasserburg Anholt, Rep. 64 nr. 26 f 2, 89, 114
18 juni 1588:
Henrich Sijbinck, Mett ehel., hebben bekandt dat sie den Armen tho Wenterswick schuldich sein 53 dlr., daervoer sie den Armen in rustlicken gesijtt und possession gestalt hebben, ein stuck bowlants, ungefehrlich 7 schepel geseij, geheiten Sijbincks groitte brede, gelegen in Sewincks esch inden buirschap Medeho, schietende mitten eenen eijnde an die Scholten stede maett, mitten anderen eijnde an Helmerdincks gorde. De Armen hebben dit stuck land then entgeltenisse pandtsgewies to gebruecken, edoch alle jaer op Jacobi mit 53 dlr. tho mogen loesen.
Bron: Luiting, RAG RABvt inv.nr. 58, fol. 79r en v
18 mei 1596:
Henderick Sybinck, Metten ehel., bekennen empfangen und schuldich tho sin Joist Koesinck, Jenneken ehel., die summa van 64 dlr., dairvor hie hem tot einen seekeren underpande int gebruick doet drie stuckscken groenlants, gelegen inden kerspel Wenterswick buerschap Medeho, in die diepe morsch achter den Laickinck esch, om datselvige pandtsgewis to gebruicken, in aller gestalt als Kosinck dat sulvige int gebruick heft. Voerbehalden dat Frederick van Basten dat eine ackerken jairlichs gebruicken sal, dat eine jair omb het ander. Und mach die eine den anderen die loese up Petri ad Cathedram ein vierdel jaers thovoren verkundigen und upseggen und alsdan ock gewislick geschieden. Hirmyt zijn alle vorige contrarien und handschriften gedienet und theniete gemakt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 60, fol. 110v en 111r
21 mei 1596:
Henrich en Mette belenen drie stukjes groenland; 2 september 1596 ook de Sybinck garden en al hun goed, 26 juni 1597 ook een stuk zaailand gend. Oisterwandts voor 25 daalders.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 60 f 110v, 129v, 199v
18 januari 1598:
Henrich Siebinck en zijn vrouw Mette verkopen aan Johan Koips op der Woirdt en zijn vrouw Aelken hun aandeel en gerechtigheid des Kopis Guedes in Lintelo, als haar aangeërfd van haar ouders.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 61 f 1
22 juni 1602:
Zij verkopen de Gösenmorsch achter de Sybinck Esch.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 64 f 62v
4 augustus 1603:
Mette Sijbincks, Henrick ihr sohn, mit Herman Leyckinck ihren mombar (wegens absentie ihres mans und resp. vader Henricken Sybincks, und dat men niet en wiste waer hie sij oder niet), bekennen wegens taxierten und moderierten gerichtskosten schuldich toe sijn aan Johan Brommell, Engelen ehel., 18 dlr., gelaefden dieselven half up Michaelis, half up Christmiss dess tegenwoirdigen jaers toe betaelen, bij veronderpandong aller ihren gereiden und ongereiden guederen.
Bron: Luiting, RAG RABvt inv.nr. 65, fol. 144v en 145r
1603, 1604:
Zij procedeert als Metta frow ther Sijbinck bij afwezigheid van haar man.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 65 f 144v, 174v, 189v, 200, 206v, 221v, nr. 66 f 6, 18v
3 juni 1606:
Henrick Sybinck in Meddehoe, Mette ehel., bekanden schuldich toe sijn aan Mechteldt Voets toe Udinck die summa van 50 dll., belavende dieselve binnen ses die negste jahren à dato, jedes jairs op Jacobi Apostoli den sestendeill und op Jacoby negstkompstig daerop soevendehalven dll. toe betalen, bij veronderpandong aller sijner gereiden und ongereiden guederen.
Bron: Luiting, RAG RABvt inv.nr. 68, fol. 66v en 67r
5 juli 1606, 13 juni 1607:
Zij verkopen hun Sybinck maets kamp in pandschap
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 68 f 80; 69 f 95v
22 juni 1609:
Henrick Sybinck in Meddo en zijn huisvrouw en Henrick Sybinck de jonge met authoriteit zijns vaders, bekennen schuld en verbinden al hun goed.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 71 f 115
24 oktober 1611:
Henrick Sybinck de Jonger met zijn vader en moeder Henrick en Mette Sybinck, verpandt hooiland.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 73 f 186v
|