Notes |
- Jan en Hermken zijn de laatste schakel van een kettinghuwelijk dat begint bij Jenneken Mentink, dochter van Jan Mentink en Trijnken te Grotenhuis, zie kwartier 560 x 561. Zij gaat op 21 februari 1712 in ondertrouw met Harmen Hoenink, zoon van Hendrik.
Zij krijgen de volgende kinderen: Josina, ged. te Winterswijk op 4 februari 1714, Janna, ged. te Winterswijk op 7 maart 1717 en nog een Janna, ged. te Winterswijk op 4 juni 1719. Dan wordt op 24 september 1720 Hermen Berghman sijn vrouw, Jenneken Mentink dus, begraven.
Een paar maand later, op 10 februari 1721 wordt berghman sijn kint begraven. Harmen blijft niet lang alleen en hertrouwt op 4 mei 1721 met Hermken Lutjenkossink.
Zij krijgen samen de volgende kinderen:
1. Jenneken Bergman,
ged. te Winterswijk op 22 februari 1722,
getuigen: Teunis Lutjenkossink, Trijne Mentink, Lisabeth Gribbroek.
2. Jan Hendrik Bergman,
ged. te Winterswijk op 26 september 1723,
getuigen: Jan Mentink, Berent Gribbroek, Janna Lutjenkosink.
3. Jacob Bergman,
ged. te Winterswijk op 23 december 1725,
geen getuigen.
4. Jan Mentink Bargh,
ged. te Winterswijk op 12 maart 1727,
geen getuigen.
Harmen Hoenink wordt op 11 december 1728 als Harmen Borgman begraven. Zoals bekend trouwt Hermken dan op 12 juni 1729 met Jan Muijsebrink. Op 17 november 1731 wordt Barghmans kind begraven. Wanneer zij zelf zijn overleden is nog niet bekend.
28 november 1735:
Opdragt van de goederen en Erven Mentink soo en als deselve door Jan en Teunis Mentink, Jan aen Mentinkbergh, Geert Mentink en sijn schoonsoon Hendrik en Frerik op Mentink gecultiveert, gebruikt en bewoont word, als huisen, schoppen, Hoven, Landerien, Hooij en Weijde gronden, inslag en plaggenvrede, Bosholt en Holtgewass, voorts alle des transportants gerede goederen te weeten allen ingedoemte des huijses als hout, silver, gemunt en ongemunt, tin, koper, linnen en wullen bedden met allen toebehoer, kasten, kabinetten, ledekanten, glasen, porceleijn en spiegels, taefelen, stoelen als mede de bibliothecq, boeken en boekenkasten, en sunster alle huisgerack en sulks door Dnus. H:G: Schomaker aen sijn soon David Willem Schomaker, etc.
De oudste zoon uit dit kettinghuwelijk, Jan Hendrik Mentinkberg, neemt samen met zijn vrouw Berentje Koks de boerderij over.
31 oktober 1743:
Schultbekentenisse door Willem van Sontsvelt en sijn vrou aen Christoff Yssel, Lt.Collonel van de artillerie en desselfs huisvrou, voorts aen Vrouw Mechtelt Theodora Yssel wede. van Lith en erfgen. onder speciael verbant van het vrije en allodiale goet Mentink met die daer onder gehorende bouhoven, door Jan en Teunis Mentink, Jan Moesebrink op Mentinkbarg, Geert Mentink en Jan op dn\en Ligtenberg gebruikt en bewoont.
Gerojeert 22-10-1761.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, Das Lib. Gifte Dorpboer 22
|