Notes |
- 24 juni 1675:
Erschenen Engelbert van Munster heer tot Walien, gaff te erkennen wat gestaldt Warner Dieterinck, tegenwoordig knecht van den heer comparant, voor desen in de belegeringe vande Graeff voor de van Meddeho gearbeit heeft, als mede dat desselfs vaeder Herbert Dieterinck daer voor een peerdt met een halven waegen uit gedaen. ende alsoo Jan ter Pelckwijck op die verdiende penningen wegens schattinge praetensie maeckt, ende verhindert dat die selve niet betaeldt worden, ende dat niet alleen onbillijck, dat des soons suir verdiende geldt voor des vaeders schuldt geemplojeert wierde, ende oock behoorlijck dat gemelte Pelckwijck voor ende aleer hij eenige penningen van Harbert Dieterinck wegens comparants goedt Dieterinck voor schattinge trecke, behoorlijcke reeckeninge van dien gedaen hebbe, als woll soodaene penningen mits desen hebben verburget, ende voor 't gene soo Jan ter Pelckwijck op Werner Dieterincks verdiende loon heeft te praetenderen, sijn goedt Dieterinck hebben verbonden, ende dat dien volgens de huisluide belastet ende geordoneert moogen worden, die selve uit te keeren ende te betaelen, als mede dat Jan ter Pelckwijck die rest niet eerder sall moogen ontfangen, als nae versochte gedaene reeckeninge, midts dat hyr van de weete aen die van Medeho mooge geinsinueert worden.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr.136, fol. 65v tm 66v
24 juni 1675:
Erschenen dr.Hengel uit den naeme van Jan ter Pelckwijck, tegenwoordich om sijn particuliere affaires in Hollandt sijnde, seidt dat deze bij wederkomst met bevreemding zal vernemen de inhoud van het verzoek van de hr. van Walien van heden betreffende de penningen die Dieterinck toekomen uyt de gemeinte van Medeho. Dat aenbelanght het praetense verdient loon van Dieters sijn soon seit comparant dat hij ten opsichte van het erve Dieterinck ende ten dienste van sijn ouders voor de Graeff is geweest, uit sijn ouders huis gegaen, daer uit gealimenteert ende naderhandt wederom daer in gekeerdt is. Dienvolgens kan hr.van Walien sijn verburginge tot geenen anderen einde verstrecken als bij concurrentie het recht van praeferentie te disputeren. Toelatende niet te min den selven, soo hij eenige actie vermeint te hebben, editie van rekeninge, die selve behoorlijcker wijse in te stellen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 136, fol. 66v tm 67v
Elisabeth hertrouwt met Hendrik Wassink, zoon van Geert Wassink uit Miste. Ze gaan op 9 april 1701 in ondertrouw. Hij trouwt bij haar in op boerderij Dieterink en noemt zich ook zo. Zij krijgen samen nog 6 kinderen:
1. Agnis, gedoopt op 16 juni 1702.
2. Catharina Margareta, gedoopt op 5 augustus 1703.
3. Agnis, gedoopt op 17 december 1704.
4. Wander, gedoopt op 19 juni 1707.
5. Elisabeth, gedoopt op 10 januari 1712.
6. Geertjen, gedoopt op 31 maart 1714.
Bron: Das Lib.Gifte Meddo rot 5, nr. 3
|