Notes |
- Kerkeraadsnotulen 1714 fol. 145v 8 april
Art. 1
Dom. Schomaker als Praeses heeft de E. vergadering voorgedragen, dat de weduwe van Derck Vriesen in 't Woolt, sijn E. twee nabueren hadde toegesonden, latende door deselve klagen dat sij, beswangert zijne door Harmen Vriesen, nu in 't kraembedde gevallen was. dog dat voorn. Harmen Vriesen haer niet wilde trouwen. versoekende dat het kint niet voor onecht mogt verklaert worden, wanneer het soude gedoopt worden.
de Pastor Schomaker heeft het op het versock van dese twee naburen raetsaem geoordeelt desen Harmen Vriesen te laten citeren voor de E. Kerkenraad om op dese tijd voor de vergadering te verschijnen.
Voorn. Harmen Vriesen in oock verschenen, en hem van de Praeses de beschuldiging voorgedragen, heeft rond uijt 't selve gelochent, en met hoeveel kragt van redenen de vergaderinge hem sogt te overtuijgen, bleef echter even hartneckig. soo dat men dese saeck in statu quo heeft moeten laten berusten.
Ondertusschen heeft de E. vergad. goetgevonden, dat het jonge kint aenstaende Woensdag over acht dagen met de twee andere onechte kinderen, soo nu nog ongedoopt liggen, souden voor de Gemeente gedoopt worden.
Bron: Das Liberale Gifte Woold rot 1, nr. 19
|