Notes |
- Op 23 juli 1748 werd Jacobus Rensink of Holdroft beleend met het Sandersweitje. In 1712 werd Arend Rensink off Holtdorff met Sanders Weydeken beleend. Dit is de grootvader van Jacob. Diens vader heette Sander, waarschijnlijk de naamgever van het weitje!
Seker erf, het agterste pand van het Sandersweydje, bestaande in hooy- of weyland, met het eene eynde aan het Barkerslag en 't andere eynde aan Jacobus Rensinks grond, met de eene sijde aan Woltersweyde en de andere sijde aan de Muldersweyde, gehoort hebbende onder 't Bredenbroek en alnu als een bijsonder leen opgedragen door Jacobus Rensink of Holtdrost en Peternella Janssen, eheluyden, aan Derk Willem Cramer en Johanna ter Horst, eheluyden, die daar weder mede beleend zijn, 17 Junii 1766.
De vermelding van Jacobus met zijn vrouw Peternella Janssen maakt het bewijs rond dat het bij deze belening inderdaad gaat om de goede Jacob Rensink.
Bron: J.J.S. Sloet, Register op de leenaktenboeken van Gelderland, kwartier Zutphen 155c par. 8, 155c par. 46 (afgespleten van 155c par. 8)
In 1748 woonden Jacob Rensink, getr. met Petronella Jansen, 4 kinder onder 16 jaar. Heeft een vader Jan Rensink en oom in het 11e rot te Dinxperlo.
Bron: OTGB 91.31
|