Achterhoek Ancestors

Family: Harmen Boeijnck / Jutte (F741)

m. Bef 1627


Family Information    |    Notes    |    All    |    PDF

  • Father | Male
    Harmen Boeijnck

    Born  Abt 1580   
    Died  Bef 1663   
    Buried     
    Married  Bef 1627   
    Other Spouse  Stijne | F4402 
    Married  Bef 1616   
    Father  Gerrit Willemsz. Bogynck | F742 Group Sheet 
    Mother  Dele Willinck | F742 Group Sheet 

    Mother | Female
    Jutte

    Born     
    Died     
    Buried     
    Father   
    Mother   

    Child 1 | Female
    Stijne Boeijnck

    Born     
    Died     
    Buried     
    Spouse  Hendrik Bruggers | F559 
    Married  Bef 1655   

    Child 2 | Female
    Geesken Boeinck

    Born     
    Died     
    Buried     
    Spouse  Lambert Poelhuijs | F2113 
    Married  Bef 1645   
    Spouse  Jan Poelhuijs | F2140 
    Married  Bef 1650   

  • Notes 
    • 1 juni 1611: Harmen compareert als cessionaris van zijn vader Geerdt Boenck
      RABvt 73 fol. 100v
      11 juli 1616: Herman Boeyinck en zijn vrouw Stijne geven hypotheek (id. 389 f 47)
      Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

      7 december 1627:
      Otto Volmer bekent voor sich en Wendele van Basten sijner huisfrouw, verkocht te hebben aen Herman Boeinck, Jutten ehel., dat halve erf und guedt Poelhuis, als nembtlick dat huis mit alle getimmer, voort den busch, den plats, die halve weijde, die kamp alsoe dieselve in sich gelegen, den goorden, die Lantdinckstee, die Dincksteger weijde, und die weijde bij den buss, zo als die inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe is gelegen, mit eener sijdt an Geessinck, mitter ander sijdt an Warners guedt und ant Velt gelegen, mit eenen ende an Schulten van Huppels grundt, mitten anderen ende an Warners kempken schietende, mit den older zeegtvrede voor die uthdrift an den wech. Noch hierneffens verkoft die Rouwe mathe alsoe die int Mastervelt is gelegen.

      7 december 1627:
      Herman Boenck, voor sich und sijnen huisfrouw de rato caverende, bekent verkocht te hebben aan Johan Hemkinck, Marien ehel., die gerechte halfscheit des halven erfs und gudts Poelhuis als nemblick dat halve huis und alle halve getimmer, den halven buss, halve plats, halve kalver weijde, den halven kamp, den halven goorden, halve Lantdinckstege, halve Dincksteger weijde, und halve weijde bij den boss, gestaldt dieselve inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe zijn geleven, mit eener sijdt an Geessinck, mitter ander sijdt an Warners guedt und ant Velt gelegen, mit eenen ende an Schulten van Huppels grundt, mitten anderen ende an Warners kempken schietende, mitten halven olden gewoontlicken seegtvrede voer de uthdrift ander wech. Noch hierneffens verkoft die halve Rouwe mathe, also die int Mastervelt is gelegen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 400, fol. 39r en v

      10 november 1629: Zij verkopen de helft van het resterende kwart. (id. 402 f. 62v)

      3 maart 1629: Hij erkent te zijn voldaan vanwege de nalatenschap van Conne ten Borninckhave (Willinck) (id. 402 f. 15v)
      Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

      23 juni 1636:
      Herman Poelhuijs in Meddeho, Jenneken ehel., bekent voor een wanbetaelte somma geldes, rechter jaerlixer pension avergelaten und verkoft te hebben an Herman Boeinck, Jutte ehel., 15 dlr. jaerlicx op Philippi et Jacobi 14 dage daer nae onverhaelt te verschijnen, stellen daervoor t'onderpande een stuck landes omtrent van 6 schepen geseijs opten Poelhuijser Camp, tusschen Giessinck goorden und Poelhuijser landt inden kerspel Wenterswick buerschap Meddeho gelegen. Die loese een verendeel jaers tevoren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi 14 dage voer oder nae mitte summa van 300 dlr. te loesen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 409, fol. 32 r en v

      31 augustus 1636: Zij kopen twee schepel roggetiende 's jaars uit Boenck (id. 409 f58)
      Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

      11 april 1644:
      Erschenen Johan Poelhuijs ende bekende wie dat hij sijnen sohn Lambert voor sijns moeders goedt bekent ende bewesen heeft huijs en hoff Poelhuijsen, so hij dat selve an sich gekoft heeft van Herman Boeinck, wonende in Huppele, landt, saet, huijs ende hof, niets daervan uthbescheiden, noch een stucke landts gelegen inden Huppeler esch, met die eene sijde langs Giessincks landt, met die ander sijde langs Rennerts landt, met eenen ende nae den Middel Esch met den anderen nae het Loe, noch een stuck landts gelegen op het Hilligen Loe, met beijde sijden tusschen Hijncks landt, met eenen ende nae die Wambraeke, met den anderen ende nae het Hanervelt, ende wat dese parcelen meer weerdich sijn als sijns moeders goet importeert, ofte sijn andere susters daervoor bekomen hebben, dat hij sulx uijt sunderlinge redene, hem daertoe moverende met voorbedachten rijpen raede vrijwillich in eene gifte onder die levendige geschonken, ende also dit voors. landt gants ende geheel aan sijnen sohn voorn. gecediert etc. etc.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 414, fol. 22r en v en 23 r.

      12 juni 1645:
      Verkoop door Herman Boeinck in Huppel, Jutte ehel., ahn haeren schoonsoon und dochter Lambert Poelhuijs, Geesken ehel., van allen grondt so sie hierbevoren van zal. Otto Volmers van het erf Poelhuijs gekoft hebben, inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe naest Herman Poelhuijs landerijen gelegen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 414, fol. 60 r en v.

      30 oktober 1645: Zij kopen twee stukken land onder Debbinck gehorig geweest opten groten Dulle in Corle (id. 414 f 75)
      22 september 1657: Hij tekent met een merk (id. 421 f 49v)
      22 september 1661: Zij testeren (registratie van de dispensatie van het testament
      14 januari 1663: Zijn zoon Teunis wordt beleend met Boeinck.
      Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

      30 oktober 1662:
      Harmen Boeijinck X Jutte hebben een accoord gemaakt met zijn voor- en nakinderen. De vier voorkinderen zullen hebben tweehonderd daalder en elk vijftig daalder voor de beesten en paarden. De vijf nakinderen zullen elk honderd daalder en vijftig daalder voor de beesten en paarden hebben. Harmen Boeijinck heeft al twee kinderen afgegoed, de zoon Berent en de dochter Geesken. De zoon Tonnis Boeijinck zal die penningen terugbetalen aan zijn vader. Zijn zuster Geesken Poelhuis sal hem daarvan ten volste voldoen of ze wordt onterfd uit dat Bulderkempken. Als Tonnis en Geesken de vader niet betalen sult die acht kinder met namen Berent en Willem en Geesken Debbinck en Henderick Anneveldijnck en Gert ten Hulsen en Johan ter Straecke en de jongste soone Berent en de dochter Stijne ten Bruggencamp alles in gelijke delen erven. Met eigen hand geschreven door Harmen Boeijinck op 22 september 1661.
      Bron: ORA Bredevoort inv.nr. 423 fol. 39, 39v