Notes |
- 9 september 1726:
Opdragt van het halve goed Mentink, met die daer onder gehorende Bouwhoven, door Jan Mentink, Wessel Mentink ende Geert Mentink als resp. Bouwlieden gebruijkt wordende.
Ook alles met sijn oude en nieuwe geregtigheden, houtgewas, Bos en Bosgrond etc.
door Anna Elisabeth van Sontsvelt wed. van den Heer Dr. Johan Hendrik de Roller en desselfs drie mondige kinderen, Joost Gerhard, David Hendrik en Clara Antonetta de Roller.
Aen den Heer Pastor Hend: Gerhard Schomaker.
28 november 1735:
Opdragt van de goederen en Erven Mentink soo en als deselve door Jan en Teunis Mentink, Jan aen Mentinkbergh, Geert Mentink en sijn schoonsoon Hendrik en Frerik op Mentink gecultiveert, gebruikt en bewoont word, als huisen, schoppen, Hoven, Landerien, Hooij en Weijde gronden, inslag en plaggenvrede, Bosholt en Holtgewass, voorts alle des transportants gerede goederen te weeten allen ingedoemte des huijses als hout, silver, gemunt en ongemunt, tin, koper, linnen en wullen bedden met allen toebehoer, kasten, kabinetten, ledekanten, glasen, porceleijn en spiegels, taefelen, stoelen als mede de bibliothecq, boeken en boekenkasten, en sunster alle huisgerack en sulks door Dnus. H:G: Schomaker aen sijn soon David Willem Schomaker, etc.
Gerdt en Eelsken woonden in de dorpboer. In 1748 wonen er op die boerderij:
Geert Mentink 75 j., Hendrik 62 j., Dogter Aaltjen 18 j., Soon Jan 11 j.
Besit 800 Gl., weduenaar van Elsken, 1 soon die getr. is, onder 500 Gl. iets gegeven, Hendrik Harmelink op Mentink wedr. van Enneken Mentink.
Schoonzoon Hendrik Harmelink is dus op de boerderij ingetrouwd. Waarschijnlijk is zoon Jan Berent van 1714 jong overleden, zodat zijn zus met haar man de boerderij over kon nemen.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, Das Lib.Gifte dorpboer 32.
|