Notes |
- Berent en Geesken zijn op boerderij te Brincke terechtgekomen door haar eerste man, Hermen ter Haer. Hij was reeds twee keer eerder getrouwd.
Het kettinghuwelijk begint op 7 februari 1664, als Hermen ter Haer, zoon van Goosen, in ondertrouw gaat met Lijscken ten Brinck, dochter van Willem ten Brinck. Zo is hij op ten Brincke terechtgekomen.
Hij hertrouwt in 1672 met Hindersken Kempel, dochter van Arent. Samen krijgen zij drie zoons en twee dochters, die allen zijn gedoopt als 'te Brincke'. Hermen is blijkbaar na de dood van zijn eerste vrouw op de boerderij blijven wonen.
Op 25 augustus 1678, Hermen is dan reeds twee keer weduwnaar, gaat hij in ondertrouw met Geesken Rauwerdink. Niet lang daarna overlijdt hij, waarna Geesken hertrouwt met Berent Stottelers.
De laatste schakel van het kettinghuwelijk is het tweede huwelijk van Berent Stottelers. Hij hertrouwt op 15 juli 1693 met Aelken Weevers, dochter van Hermen Weevers. Zij krijgen nog een zoon, Hermen te Brincke, die op 26 mei 1695 te Winterswijk gedoopt wordt. Als doopgetuigen treden op: Willem Pijpers, Hendersken Kressers en Geert Klouwers.
20 juli 1701:
Berent Brincke gehuwd met Aeltje schuld aan Scholte Jan Roerdink van 20 gln. op Jan Kockes bereits ge...eert? op het goed Brincke.
19 november 1704:
Berent te Brincke heeft een schuld van 95 gl. aan Hendrik Leeftinck. Aan Jenneken Leeftinck x Jan Sluijs 45 gl. en 50 gl. soo Hendrick Leeftinck bij desen aanneemt aan Basten van Eeffinck? etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort
|