Notes |
- 26 oktober 1676:
Dr. Weddinck wolmr. van Jan Willinck sprack an met rechte, vermooge relatie van Ab. Peters gecitirt, Hermen Loickinck voor die summa van 27 gulden 15 stuivers, restirende van afgekofte laeken ende klederen in dato den 29 Dec. afgekoft, versoeckende voldoening ende expensie.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 137, fol. 193r en v
10 oktober 1678:
Erschenen Harmen Loickinck soone vna Berent Loickinck ende bekende gelijck hij bekent mits desen, oprechter schult (uijt kracgt van sententie bij den wel ed. Hove van Gelderlandt ergaen tegens compnt. als expmisseur van sijn broeder Jan Loijckinck) schuldigh te sijn aen burgemr. Hendrik ten Oever de summe ad 150 gulden, gelaevet dieselve tot vermijdingh van voordere executiekosten tegens aenstaende Maij 1679 onfeijlbaer te betaelen, onder verbant van sijne goederen, soo bestialen, gewas op den lande als anders, ten eijnde voorn. Burgemr. ten Oevr sigh daer ann in cas van misbetaelonge met kosten ende schaeden ten genoegen moge verhaelen, onder poen van parate executie ende distractie.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 139, fol. 201r en v
30 januari 1679:
Erschenen Harmen Loickinck die bekende deuchdelijck schuldich te sijn aen den coernoot Jan ten Bengevoort die summa van 100 gulden capitael heerkomende van verstreckte penningen ende gehaelde wahren, belovende dieselve met den achterstendigen interesse ter goeder reeckeninge neffens die costen, tegens aenstaenden maij te betaelen, bij poene van parate executie ende distractie sijner gerede ende ongerede goederen.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 140, fol. 20r
27 maart 1679:
Erschenen Harmen Loickinck die beloofde soodaene vijfftich daeler, waervoor hij van Harmen Weninck bespreeck is, tegen aenstaenden pinxsteren cum expensis te betaelen onder verbant van sijne geriede ende ongerede goederen, onder poene van parate executie ende distractie der selver.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 140, fol. 75r
8 mei 1679:
Erschenen Berent Loickinck en bekande soodaene 100 daeler als sijn soon Harman Loickinck laesleden jaer in october gerichtelijck alhyr ten protocol op sich genoomen hadde op maij te betaelen, tegens sondach over drieweecken onfeilbaer ende gewisse alnoch aen Henderik ten Hove tot Borculoe met costen en schaeden daerop geloopen vrij aldaer sal hebben over te geven ende te betaelen, stelde daervoor ten onderpande bij onvermoedelicken misbetaelinge sijne gerede ende ongerede goederen soo en als die selvige in die voorss. willekeur staen gespecificeert gheene daervan uijttgesondert om sich daeraen cos en schaedeloos met parate en reele executie te verhaelen.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 140, fol. 114r en v
Harmen is in 1674 hertrouwd met Maijken ten Hulsen, gedoopt te Winterswijk op 16 augustus 1663, dochter van Geert ten Hulsen. Zij kregen samen nog twee kinderen:
1. Gesken Loijtink, gedoopt te Winterswijk op 5 maart 1676, getuigen: Hijnneken Loijckinck, Arijan ten Hulsen, Mattes ten Hulsen.
2. Salomon Loijtink, gedoopt te Winterswijk op 30 december 1677. Geen getuigen.
3 maart 1681:
Theod. Schoemaecker volmr. van die weduew Hendersken Gossinck ende erffgenaemen van zal. Berent Looijckinck met naemen Gerrit, Berent ende Laurens Looijckinck sprack aen met rechte Harmen Looijckinck op Lantinck voor die summa van 157 daeler volgens twie distincte handtschriften respective in dato den 4 Junij ende 28 Octob. 1679 gepasseert, soo men bij deesen in cas van contradictie wilt hebben inbedongen, gesint daer van voldoeninge ende afftreckende bewijsselicke betaelinge, ende affwachtet daer op den gedaeghdens comparitie.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 142, fol. 52v
3 maart 1681:
Theod. Schoemaecker volmr. van Laurens Looijckinck heeft die angepeindete goederen van Harmen Looijckinck op Lantinck voor die summa van 47 gulden ter goeder reeckeninge ende afftreckende bewijslicke betaelinge, heerkoomende van affgehaelde bieren als anders huijden dato opgebaedetm waervan den weete teegens den selven met regte gebeeden.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 142, fol. 52v
3 maart 1681:
Erschenen Harman Loickinck voor sijn huijsvrouw de rato caverende, die cedeerde gelijck hij cedeert mits deesen aen Jan ten Bengevoort soodaene praetensie als hij comparant bij renuntiatie ende affstandt van sijnen swaegers ten Hulden te praetendeeren heefft, tot daerentoe voornt. Bengevoord kost ende schadeloos van wegen ene summa van 130 gln. (hem te rechte bekande schuldt) zijn voldaan.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 142, fol. 53r
In 1688 wordt voor 'Loijckinck met van Sijbinck' 13-19-0 aan verpondingsbelasting betaald.
Bron: Das Lib.Gifte Meddo rot 6, nr. 11
|