Notes |
- 4 februari 1535:
Hermen Laykinck heft verkoft Johan Schutte eyn per ossen de weert synnen 8 emd. gulden ende syn pert dat weert iss 10 emd. gulden, dit ter betaling van een verschrijvonghe, die Johan heft holdende in Goskinck jairlix van eyn molder roggen. Wanneer Hermen de hoeftsomme met rente nyet betaelt tusschen dit ende 8 daeghe nae meydach, dan zijn de ossen en het paard voor Johan Schutte. Wanneer ossen en paard geen 18 emd. gulden waard blijken te zijn, zal Johan het resterende van Hermens ander rede guet ontfangen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 34 fol. 120r
6 maart 1544:
Elske Laykinck beschuldigt Hinrich den Langen Schroir ind segt wo en tit geleden sij, dat Hinrich vwn Harmen Laykinck oren seligen manne, had gekoft dat darde diel des gansen gewasses ens jairs up den gude Laykinck voor 33 g.g. Hij zou beloofd hebben den erstfolgenden mey na den koop te betalen, bij niet-betaling zou er rente betaald moeten worden. Hinrich die Lange Schroir erkent het gewas voor 33 g.g. gekocht te hebben, daarbij is echter geen betalingstermijn genoemd en ook rente-betaling is niet beloofd.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 36, fol. 70v, 71r en v
|