Achterhoek Ancestors
Notes
Matches 1,651 to 1,700 of 4,561
# | Notes | Linked to |
---|---|---|
1651 | Henrick is mogelijk de vader van Herman Roirdinck. Hij wordt op 18 augustus 1468 genoemd als tegeder des haves toe Myste. | Roerdynck, Henrick (I2350)
|
1652 | Henry Meerdink, Private in the Iowa 35 Inf Division, werd begraven op 8-12-1915 op Greenwood Cemetery, Muscatine IA. De eigenaar van het graf was G.J. Meerdink. Bron: Iowa Union Solder Burial Records at Ancestry.com | Bennink, Jan Hendrik (I23349)
|
1653 | Herbert is mogelijk een zoon van Warner Deterinck en Dele. Zie Luiting, akten betreffende Meddo d.d. 20-1-1651. 30 november 1654: Dr. Roller volmr. van de heere ritmeijster Beeringen heeft vermoge relatie des gesworene Jan ter Pelckwijck anpeindinge doen laeten aen die gereide ende ongereide goederen van Harbert Dieterinck voor de somma van 19 rijxdlr. 10 str. neffens de darde garve omtrent ad 7 molder boeckweijte restierende pacht, und heefft tott vervolgh van dien, daervan eene wette van opbaedinge tegens Harmen(moet zin Harbert) Dieterinck gebeden. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 115, fol. 209r. 16 augustus 1660: Erschenen Herbert Dieterinck die bekande voor sich, sijn huijsvrou ende erven, also Jan ter Pelckwijck voor hem comparant bij obligatie als sijn eijgen proper schult heeft aengenomen aen Beerendt Broekman te betaelen een capitaal van 100 daalder, datt hij die voorsr. 100 daalder binnen den tijtt van 5 naer een ander volgende jaeren telckens mett 20 daalder capitael ende vijf daalder jaerlix aen interesse, tott die leste betaelinge toe, aen voorsr. Jan ter Pelckwijck, desse huijsvrouw offte erven, gewislijck ende onfeilbaer sall hebben te betaelen, ende also desselven sijner burghtoght halven allerdinghs te guaranderen en schaedeloos te holgen, mits datt den intersse meer als ordinaris jaerlix betaelt te wordende, tott vordel van hem Harbert Dieterinck sall coomen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne geriede ende ongeriede goederen, ende in specie den Roevenkamp en den Drijegger voor in de Haeverweijde op Dieterinck gelegen, waervan gemelte Pelckwijck 't gewas van dien, naer marckganck, soo ende als het selve op Jacobi kan gelden, aall mogen afftrecken, ende bij alhien daerop soo veel niett spide komen te wassen, sall dieselve op het ander landt, tott sijn betaelinge toe, sich moegen verhaelen. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 121, fol. 114r en v. 10 januari 1661: Erschenen Herbert Dieterinck, te kennen gevende hoe datt hij vermoge prothocols den 16-8-1660 seeckere obligatie aen Jan ter Pelckwijck wegens 100 daelder capitael heeft gepasseert, ende daerbij bedongen 't selve in 5 nae een volgende jaeren mett 20 daelders jaerlix te mogen offloesen. En also comparant binnen die voorschr. jaere mochte coomen te versterven, offte desselfs saecken te verloopen, soo is comparants sin ende wille, dat gemelte Pelckwick van andere crediteuren niet sall gepraevenieert noch vernaedeelt worden, ende datt mitsdien gemelte Pelckwijck ten aensien van die trouwigheit hem comparant ten allen tijden beweesen, sall vrijstaen ende geoorloft sijn, in val noots naer goetvinden, niet alleen voor die 20 daelder jaerlix, maer oock voor het geheele capitael, sampt interesse, hinder costen ende schaede te mogen spreecken, en sich aan comparants geriede ende ongeriede goederen mett parate executie te verhaelen, onder verbant van alle sijne geriede ende ongeriede goederen. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 122, fol. 3r en v 25 februari 1664: Erschenen Herbert Dieterinck die bekande voor sich, sijn huijsvrou ende erven oprechter wettelijcker schult heerkoomende van geleent geldt ende verteringe an Jan Sadeler schuldich te sijn die summa van 25 dlr. ende noch 50 gulden, ende beloofde die 25 dlr. à dato over 6 weecken ende die 50 guldens binnen twie jaeren nae desen met de interesse gewis ende onfeilbaer te betaelen, onder verbant van sijn persoon en goederen, te weten levendige haeve, gesaei ende mestrecht, voorts alles wat comparant mach hebben of besitten om sich daer an voor capitael, interesse, kosten en schaeden ter verhaelen bij poene van reale ende parate executie te verhaelen. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr.125, f. 27v 27 april 1665: Erschenen Herbert Dieterinck die bekande voor sich sijn husfrouw ende erven oprechter wettlicker schult schuldich te sijn an Moijses joode die summa van 17 Rxdlr. capitael ende belaefde de selve in twie terminen halff op aenstande Michaelis ende holff op Maij 1666 cum interesse ende deses daeghs costen te betaelen onder verbandt van sijn persoon en goederen ende poene van reele ende parate executie, edoch soo gem andere creditoren gerichtlick mochten anspreecken, dat den joede Moijses oick voor dese schult sall moeghen peynden en sich soecken betaelt te maecken. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr.126 fol. 79r en v | Dieterinck, Herbert (I1833)
|
1654 | Herman treedt op 16 oktober 1813 nog op als getuige bij het huwelijk van Gerrit Jan Wamelink en Janna Willemina Illebarg, evenals zijn zoon Jan Derk. Zij zijn niet verwant aan het bruidspaar. | Piek, Herman (I165)
|
1655 | Herman was leenman van het goed Berninck in Beltrum. Herman Berninck, erve sijnes vaders Claes, ontfinck dat goet tot Berninck, gelegen in den kerspel van Gronlo, in der heerschap van Borclo, in der buerschap van Belterem, tot Zutphenschen leenrechte, Ao 1434. Bron: J.S. van Veen: Leenaktenboek kwartier van Zutphen, 1917, leen 126a (goed Bernynck). | Berninck, Herman (I42731)
|
1656 | Herman was weduwnaar toen hij met Geesken trouwde. Hij was op 22 mart 1711 in Aalten in ondertrouw gegaan met Hermken Welink, dochter van Henric Welink. Op 20 april 1711 trouwden ze. Ze trouwden met attestatie naar Dinxperlo. Mogelijk hebben ze hier kinderen gekregen. Hermken kwam uit de buurtschap Dale. Hier woonde Herman ook toen hij met Geesken hertrouwde. | Family F404
|
1657 | Hermcken was eerst getrouwd met Hendrick Timmermans, zoon van Kerst Timmermans uit Aenholt. Zij waren op 15 augustus 1669 in Aalten in ondertrouw gegaan en op 5 september 1669 getrouwd. Zij hebben in Aalten hun zoon Hendrick laten dopen op 12 augustus 1677. 17 april 1689: Harmken Oeinck, vrouw van Jan Dercksen, haren in militie en te velde zijnde man, bekende aan de armen te Aalten schuldig te sijn 65 gulden wegens achterstendige huijrpenn: van Jan ten Sla als toenmalen eigenaer van het tegenwoordig door haer bewoont, en nu in eijgendom angekoffte huis, staende naest het Gasthuijs. Bron: ORA Bvt inv.nr. 430 fol. 14v | Family F643
|
1658 | Hermen is in februari 1641 doopgetuige bij de doop van Hermen, zoon van Adam Timmerman ende Elsken, Soldaet onder Cap. Coenders. In november 1641 is hij getuige bij de doop van Frans, zoon van Jan Weszman en Geertjen. | Pieck, Harmen (I1822)
|
1659 | Hermken Lomans werd met Pinksteren 1666 lidmaat te Aalten. Bron: lidmatenlijst Aalten | Family F717
|
1660 | Het archief van het Statenkwartier Zutphen van 2 juni 1618 vermeldt een lijst van goederen in Aalten, waarop o.a. voorkomt Geert then Gussinckloe met twee stukken land van anderhalf molder gesaai, dat het goed Gussenklo een hofgoed is van Bredevoort en een land van 10 molder gesaai, voorts twee dagwerken en jaarlijks een voer hooi, enig inslag van hout en heidegronden. Op Pinksteren 1645 zijn zij ingeschreven in het lidmatenboek van de gereformeerde kerk te Aalten. Bron: ADW, Het geslacht te Brake, voorheen then Gussinkloe en Loman | Family F847
|
1661 | Het bevolkingsregister noemt juli 1856 als emigratiedatum, terwijl in het lidmatenboek een preciese datum vermeld staat: 4 augustus 1856. | Wubbels, Jan Hindrik (I25057)
|
1662 | Het gezin behoorde tot de Christelijk Afgescheiden gemeente en is op 10 augustus 1866 geemigreerd. Op 20 september 1866 komen ze aan in New York. Ze waren vanuit Le Havre in Frankrijk vertrokken met het schip de City of Dublin. Bron: Dutch immigrants to America 1820-1880, Ancestry.com | Family F1484
|
1663 | Het gezin behoorde tot de Christelijk Afgescheiden Gemeente en is op 15 augustus 1854 naar Amerika geemigreerd. Bron: Lijst van emigranten uit de gemeente Aalten | Family F1707
|
1664 | Het gezin emigreert in 1854 naar de Verenigde Staten. In 1870 wonen ze in Upper Penns Neck, Salem county, New Jersey. Het gezin bestaat dan uit vader Derrick (51), moeder Torrey (45) en de kinderen Deborah (18), Joseph (15), Samuel (13), Mary (11), Rudolph (8), William (6), David (4) en Tillie (11 maanden). Ze worden geholpen door een knecht John Andrews. In 1880 wonen ze iets verderop in Elsinboro, Salem County, New Jersey. De oudste kinderen zijn dan inmiddels het huis uit en het gezin bestaat dan uit vader Derrick (61), moeder Matilda (54), en de kinderen Rudolph (18), George (16), Daniel (14) en Matilda (10). Bron: US federal census records, Ancestry.com | Family F12482
|
1665 | Het gezin is in 1847 vanuit Holten geemigreerd om economische en religieuze redenen. Ze woonden in Holten Dijkerhoek nr. 160. Ze waren van plan om naar Michigan te gaan. Hij behoorde tot de Afgescheidenen, en was lid van de Christelijk gereformeerde kerk evenals zijn sitefbroer Teunis, geb. 1797, kleermaker, die samen met hem reisde. Bron: J.H. Wissink: Emigrants from the province of Overijssel in 1847 on board of the Phoenix. | Family F12503
|
1666 | Het gezin is met vijf kinderen van Geesteren Overijssel naar Amerika geemigreerd. Het gezin bestond uit zes kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd zijn overleden. Bron: G.W.H. Meengs: History of the Meengs family In 1860 wonen zij in Town of Holland, Sheboygan County, WI. Bron: 1860 census records, Ancestry.com | Family F1899
|
1667 | Het gezin is tussen 1850 en 1855 vanuit Clymer doorgetrokken naar Wisconsin. Dochter Geertruida Johanna keerde later terug naar Clymer en werd de derde vrouw van B.H. Legters. Bron: Thelma Heil: The Immigrants, Clymer, NY | Family F10178
|
1668 | Het gezin komt op 18 maart 1846 aan in New Orleans. Ze zaten op de Chesapeake. Bron: New Orleans Passenger Lists, http://www.ancestry.com | Family F5379
|
1669 | Het gezin komt op 22 juli 1856 in New York aan. Ze zijn vanuit Rotterdam vertrokken met het schip de South Carolina waar zij als 'steerage' passagiers verbleven. Bron: Dutch immigrants to America 1820-1880, http://www.ancestry.com In 1860 woont er een John H Teslichte van 45 in Holland, Ottawa county, MI. Die heeft echter een vrouw Dirkgen. Het zou om Jan Hendrik kunnen gaan die dan inmiddels hertrouwd is. Bron: Holland 1860 census records, http://www.ancestry.com | Family F12545
|
1670 | Het gezin komt voor op de 1870 census records van Alto, Fond du Lac, County, WI. Hij is dan Clergyman met $800 in persoonlijke bezittingen, waaronder een bibliotheek van $300. Bron: Alto, Fond du Lac County 1870 census, http://www.ancestry.com | Family F11287
|
1671 | Het gezin woonde eerst in Zeist en is op 26 februari 1931 naar Utrecht verhuisd. Van 24 juni 1941 tot en met 27 april 1949 woonden ze in Oegstgeest. Vervolgens hebben ze een aantal jaren in Buitenzorg, Nederlands-Indië gewoond. Op 31 januari 1953 kwamen ze weer terug in Nederland en woonden ze aan de Witte de Withstraat in Noordwijk. Nog geen maand later, op 19 februari 1953, verhuisden ze naar Amsterdam, waarze aan de Oranje Nassaulaan 54 woonden. Op 6 januari 1956 verhuisden ze naar Nr. Amstel, aan de Mr. Sixlaan 20. Bron: Archiefkaart Arnoldus Wilhelm Jan Hendrik Hoitink, Stadsarchief Amsterdam | Family F11548
|
1672 | Het gezin woonde in 1777 in de Mannelaan, in 1781, 1785, 1789 en 1791 aan de Niuwehave N. Zijde en in 1796 in de Groevendaal in Rotterdam. Bij het begaven van een kind in 1789 staat er bij 'Nieuwehave aen het hoekhuijs bij Magesijn'. | Family F10844
|
1673 | Het gezin woonde in Baldwin, St. Croix County, WI. Bron: Portrait and biographical record of John Mentink, http://freepages.genealogy.rootsweb.com/~sheboyganhistory/b/mentink.htm | Family F10634
|
1674 | Het gezin woonde op boerderij Meerdinkhaken in het Woold. Teube had de boerderij overgenomen van zijn vader Jan. Van de negen kinderen van Teube en Henders zijn er vier als kind gestorven. Te Winterswijk wordt er namelijk vier maal een kind van Teube ten Haken begraven, namelijk op 14 januari 1769, op 14 januari 1773, op 25 april 1775 en op 27 januari 1780. In 1784 komt Theube ten Haken voor op de lijst van weerbare mannen in Bredevoort. Hij woont dan ergens in Winterswijk. Bron: Das Lib. Gifte Woold rot 3, nr. 17, lijst van weerbare mannen Bredevoort inv.nr. 387 | Family F41
|
1675 | Het goed Hilbelinck in de Brinkheurne was hofhorig aan het Stift te Vreden. Jan en Berendeken worden regelmatig in die archieven genoemd. Band 10, filio 44. Wenterswick (21 juni 1676): als der Hilbolt in Wenterswick wegen seines sohns erbwinnung, welcher bereitz einige Jahren .... erbt .... einer freijen Persohnen verheijratet und zweij frye kinder zum previnditz der Gursherre Erzeuget abgel....den worden. Er Hilbolt aber sich zware dazu, dazu wir billich heren? verstehen dessen gleichwoll nicht anders, alss dass er sterben möchte zu dessen versterbe verdingung nicht gehalten sein wölle ..... aber sohn und .... nicht zugeheilen .... so solle deserhalb der .... zu Winterschwick impl... werden. Hieruit valt te lezen dat de vader van Jan Hilbelink, eveneens Jan nog leeft. Jan Hilbelink jr. heeft een vrije vrouw getrouwd en bij haar twee kinderen verwekt, tot schade van de hofheer. Jan sr. wil blijkbaar iets regelen voor het geval hij komt te overlijden. Band 10, folio 50 verso. Anno 1677 13 Aug. weile der Hilbolt zware erschinnen aber sich zu seins Verheyratheten sohns Erbwinnung ..gt Auffahrt halber nicht güetlich funden dessen wöllen so iren? de erbwinnung Johansen Hilbelts ge... ad 50 Rthr und die Auffahrt der Jungen frauen Hilbolts ad 32 Rr. angeschlagen in sambt 82 Rth. in zweij Zehren vore und nach zuzahlen und zu erhalten dessen die execution beijen herre drosten zu bredevort zu nöthige? erachtet worden. Hieruit blijkt dat Jan jr. de boerderij wil overnemen terwijl zijn vader nog leeft. Zijn vrouw wil horig worden. Bij elkaar kost hem dit 82 Rijksdaalders. Folio 68 verso, 69, 70. Anno 1681 am 19 Maij, alss der Jounger Hilhols Johan genandt seijen? Jahren nach einander ohngefegr nach seines abgelebten Vatters absterben für zur Erbwinnung .... qualificiren wöllen, und zum drittenmahll hintereinander per vogteten? zu .... citirt worden, aber niehmahle comparirt biss der .... am Hoff van Arnheim citirt worden gestalt Er .... mit seiner frauen bernherdten Wahmeling, etc. Hier is uit te halen dat Jan na het sterven van zijn vader de boerderij wil overnemen, maar dat hierover nog een aantal problemen zijn. Bron: Das aantekeningen archief Anholt | Family F461
|
1676 | Het hofboek van 1558 meldt: Jonge Johan Tenckinck in die echte gehilickt an Gese Gesinx dochter und hebben beide oir hofrecht gewonnen, solvit den peper und was mit gelde auck? rentmeister. | Family F675
|
1677 | Het hofboek van 1616 meldt dat hij 'obijt' is. In 1618 is de afdracht gemaakt. | Tenckinck, de Olde Johan (I2345)
|
1678 | Het hofboek van Bredevoort van 1506 vermeld: Bernd ter Braeck Naele sijn huesfrouwe | Family F8416
|
1679 | Het huwelijk tussen Hendrick en Hendersken wordt in eerste instantie door de kerkeraad van Aalten verboden "uyt oorsaeck dat des Bruijts zuster alrede getrouwt was met des Bruijdegoms vader, welck is strijdende niet alleen tegen de Eerbaarheit, maer oock tegens Classicale en Sijnodale resoluties".Maar de geliefden geven het niet op, hetwelk tot gevolg heeft dat zij het - na veel gevoerde correspondentie tussen kerkeraad en kerkvisitatoren - toch voor elkaar krijgen. Het besluit valt om "haer het houwelick onder Godts segen toe te staen, gelijck oock geschiet is". Hendrick en Hendersken woonden op boerderij Kressers in Miste. In 1688 moest Hend: Kressers in Miste 3-0-0 aan verpondingsbelasting betalen. Zoon Harmen neemt de boerderij later over. Hij is getrouwd met Gerttken Geurkink, dochter van Berent Geurkink en Gerryken Bessink. Zie kwartiernr. 1146 x 1147. Bron:"Rondom de oude Sint Helenakerk", Das Lib.Gifte Mister rot 3, nr. 4 | Family F391
|
1680 | Het is niet bekend hoe de relatie met het begraven kind Gerrit Jan Kastein en de overige Kasteins ligt. In de genealogie Kastein wordt Sander te Carsteijn, geb. 1745 hiervoor genoemd. Aangezien deze een gelijknamige jongere broer heeft, is het niet waarschijnlijk dat deze volwassen is geworden. | Kastein, Gerrit Jan (I3911)
|
1681 | Het is niet bekend wie de vrouw van Berend Keunincks was. Het zou kunnen dat zij Dulmes heet, aangezien er vaak personen met de naam Dulmes optreden als doopgetuigen. | Keuninks, Berent (I751)
|
1682 | Het is niet duidelijk of dit een kind is uit een eerder huwelijk van Cynthia Ralyen. | Bach, Erika Jeane Ralyen (I4091)
|
1683 | Het is niet zeker of dit de goede persoon is; het lijkt waarschijnlijker dat hij als Mengers is begraven. | Leefferdinck, Jan (I659)
|
1684 | Het is niet zeker of hij degene is die trouwt als 'John' maar de namen van de ouders kloppen. | Lammers, Arent Jan (I29916)
|
1685 | Het is niet zeker of zij een kind is uit het eerste of uit het tweede huwelijk van haar moeder. Het meest waarschijnlijk is het dat zij een dochter is uit haar tweede huwelijk met Jan Meinck alias Cappers, aangezien Elsken geen kind naar Coepe Kappers vernoemt. | Kappers, Elsken (I40897)
|
1686 | Het is onduidelijk wanneer zij vertrokken zijn. De Winterswijkse lijsten geeft 1847 of 1848, terwijl Thelma Heil ze al in 1845 in Clymer plaatst. In 1860 wonen ze in Clymer, NY. Hij bezit dan $1600 in onroerend goed en $700 in overige bezittingen. Bron: Clymer, NY 1860 census records, http://www.ancestry.com | Family F2012
|
1687 | Het is van Eyck niet bekend wat zij na de ramp is gaan doen. Berendina werd op 7 september 1842 lidmaat van de Christelijke Afgescheiden Gemeente te Winterswijk. Zij vertrok in 1847 naar Amerika. Bron: Das aantekeningen Christelijke Afgescheiden Gemeente Winterswijk | Willink, Berendina (I7675)
|
1688 | Het jaartal is niet zeker. | ten Haken, Aleida Lisbeth (I37328)
|
1689 | Het jaartal is onzeker | Boink, Eva (I42473)
|
1690 | Het kind had 2 uur geleefd. | Zwijtink, ongenaamd (I41240)
|
1691 | Het kind heeft omstreeks een uur geleefd. | Dunnewold, vrouwelijk kind (I29804)
|
1692 | Het laatste cijfer is niet te lezen op de lijst. | Haverkamp, Gerhard Hendrik (I37178)
|
1693 | Het overlijden werd aangegeven door Marten Schoenmaker, herbergier, 32 jaar, en Hendrik Lensink, landbouwer, 59 jaar, beiden wonende te Bredevoort. Volgens de akte was hij een jaar ouder dan in werkelijkheid, namelijk 51 jaar. | Piek, Jan Derk (I155)
|
1694 | Het signalement van Arend luidt als volgt: Lengte 1 El 625 strepen Aangezigt ovaal Voorhoofd klein Oogen bruin Neus klein Mond id Kin Rond Haar bruin Wenkbraauwen id Merkbare teekenen = Hij wordt uit hoofde van te zijn eenig kind in 1826-27-28 en 29 telkens voor een jaar, en in 1830 finaal is vrijgesteld voor dienstplicht. Vaagshuis: Nu Terborgseweg 13, Varsseveld | Kolenbrander, Arend (I7955)
|
1695 | Het was in die tijd gebruikelijk dat kinderen van scholtenfamilies met elkaar trouwden. Anthonie is afkomstig van de scholtenfamilie Meerdink uit het Woold onder Winterswijk. Jenneke stamt af van de invloedrijke Borninkhofs. Beide families waren in die tijd de tegeders bij de Hof te Miste. Hierdoor hoorden zij tot de aanzienlijkste families uit de buurt. | Family F258
|
1696 | Hierbij staat: deserta a marito: malietiese. Agnes was dus door haar man verlaten. | Hertelieff, Willemina (I35833)
|
1697 | Hij behoorde tot de afgescheiden gemeente van Winterswijk. Hij is in 1846 geemigreerd. Bron: das emigranten Kotten 1837-1851 | Wilterdink, Jan Aalbert (I7748)
|
1698 | Hij bewoonde de Reimansstede en werd vermeld 1602-1648. Bron: Nederlands Patriciaat Colenbrander | Reijmans, Henric (I8027)
|
1699 | Hij deed belijdenis in Eibergen in 1654. Bron: Klaasjan Visscher, Kwartierstaat Hallers-Scholl. | Family F1523
|
1700 | Hij deed eed als kapitein op 19 oktober 1639. Bron: H.L. Hommes: Coenders van Helpen, in: Jaarboek CBG 1963 p. 169-198 | Family F12416
|