Achterhoek Ancestors
Notes
Matches 1,401 to 1,450 of 4,561
# | Notes | Linked to |
---|---|---|
1401 | eerst vermeld R.A.B. 8 december 1634 | van Eerden, Henrick (I2621)
|
1402 | eerste vermelding op 15 juli 1506, laatste op 15 juli 1528 | ten Boemvelde, Johan (I2638)
|
1403 | eerste vermelding op 15 juli 1507, laatste op 15 juli 1537 | Katherina (I2639)
|
1404 | eerste vermelding op 15 juli 1522, laatst op 15 juli 1555 | ten Boemfelt, Henrich (I2635)
|
1405 | eerste vermelding op 15 juli 1597, vermoedelijk dochter van Johan Hijinck, die voor het eerst vermeld werd op 15 juli 1576, en Dericksken N. | Hijinck, Jenneken (I2632)
|
1406 | Egbert en Grietje kregen zes kinderen. Hiervan zijn er drie jong overleden. Op de volgende dagen werd er een kind van Egbert begraven: 19 maart 1778, 25 augustus 1779 en 12 november 1788. Het gezin woonde in het dorp zelf. In 1784 komt Egbert voor op de lijst van weerbare mannen van Bredevoort. Hij woont dan in het rot van Jan Scholten in Winterswijk. Egbert van Nijkerken komt ook voor op de lijst van Winterswijkse wevers van 1779. Hij woont dan in de Meddosche straat in het rot van Anth. Gieling. Bron: Das aantekeningen weversgilde Winterswijk | Family F30
|
1407 | Egbert Kosters en Judith Costers maakten op 7 juni 1747 een testament op. Zij benoemen tot universeel erfgenaam hun kinderen, m. n. Jan Kosters, Lambert Kosters, Gerrit Kosters en Judith Kosters , alsmede de kinderen van hun overleden zoon Lambert Kosters, m. n. Egbert Kosters en Judith Kosters. Voorts zullen de ongetrouwde kinderen, vooraf uit de erfenis, een bedrag mogen trekken, evenveel als de getrouwde kinderen als een bruidschat hebben gehad. Zij wensen dat hun oudste zoon Jan Kosters hun huis door henzelf bewoond, voor een prijs van ƒ3000.- car. gulden mag overnemen. Hun zoon Gerrit Kosters mag na hun beider overlijden, het huis aan de Molenbrugge, door hemzelf bewoond overnemen voor een prijs van ƒ500.-.5 Egbert Kosters's testament werd geopend op 24 november 1758. Jan Kosters en Gerrit Kosters, Hermannus Hofkes en zijn huisvrouw Judith Kosters, en Jan ten Cate en zijn huisvrouw Judith Kosters, namens hun voorkinderen Egbert Kosters en Judith Kosters, bij de laatsgenoemde en wijlen haar echtgenoot Lambert Kosters in echte verwekt, tesamen kinderen en kleinkinderen van wijlen Egbert Kosters en Judith Costers, overhandigen een gesloten enveloppe, inhoudende het testament van bovengenoemde Egbert Kosters en Judith Costers. Bron: Afina Broekman: Almelo Gezinsreconstructies, http://freepages.genealogy.rootsweb.ancestry.com/~bruggencate/almelo/almelo-d-p/ | Family F11654
|
1408 | Egbert werd in 1776 als basensoon in het Winterswijkse weversgilde opgenomen. Bron: Streekarchief Doetinchem, archief weversgilde Winterswijk, gildeboek (inv.nr. 3) Dit betekent, dat zijn vader op het moment dat Egbert geboren werd lid was van het gilde. Egbert hoefde voor zijn lidmaatschap dan slechts de helft te betalen. Egbert was in 1785 en 1786 gildemeester. In 1779 woont hij in de Meddoschestraat in het rot van Anth.Gieling. Bron: Das aantekeningen weversgilde Winterswijk Egbert werd in 1784 gekozen tot gildemeester van het weversgilde. Bron: Streekarchief Doetinchem, archief weversgilde Winterswijk, kandidatenlijsten van verkiezingen van gardiaans en gildemeesters (inv.nr. 1) | van Nijkerken, Egbert (I123)
|
1409 | Egbert, Henrick Willinck litmaet vanden gemeente, soone van wijlen Eggert Willinck van Wenterswijck en de Agnies van Lent g: Jan van Lent van Wesel, en de Henrick Tijaers laeckenbereijder non fuit pr`sens in baptismo [niet aanwezig bij het dopen] | Willink, Egbert (I26840)
|
1410 | Elisabeth is overleden in huis 261 in de Heurne. Ze was toen 85 jaar. | Brussen, Elisabeth (I2918)
|
1411 | Elsken was een nichtje (tantezegger) van de eerste vrouw van de vader van Johannes. | Family F1051
|
1412 | Engelbarts is in 1824 lidmaat geworden van de Nederduits Gereformeerde gemeente van Winterswijk. | Kots, Engelbarts (I144)
|
1413 | Engelbartus en Dora in 1830 uit Winterswijk naar Aalten vertrokken. Vermoedelijk kwam dit doordat Engelbartus boerderij Kots niet over kon nemen. Zijn oudere broer Jan Willem, die reeds in 1808 trouwde met Hendrika Mennink, had de boerderij overgenomen. | Family F70
|
1414 | Engelbartus wordt op 30 maart 1804 lidmaat van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Winterswijk. | Reuselink, Engelbartus (I7224)
|
1415 | Engele Huijninck wordt met Kerstmis 1670 lidmaat te Aalten. Zij komt dan uit Barlo. Bron: lidmatenlijst Aalten | Family F666
|
1416 | Engeljanshutte, nu Laarweg 2, Sinderen (voorheen Binnenheurne) | Hofs, Willemina (I7947)
|
1417 | Enneken hertrouwt op 22 juli 1759 met Roelof Lammers. | Family F924
|
1418 | Enneken was eerst getrouwd met Gerrit Straecke, zoon van Jan Stracke, zie kwartiernr, 1328. Zij gingen op 20 mei 1693 in ondertrouw te Winterswijk. Waarschijnlijk hadden ze samen geen kinderen. 9 mei 1733: Tonis te Slotboom, weduwnaar van wijlen Geertruijt te Kempel, wil in tweede huwelijk treden met Griete Hoebink. Hij heeft 2 voorkinderen. Mombers over de kinderen worden Berent te Kempel als grootvader en Berent te Kempel junior als bloetoom van de kinderen. D.d. 9-5-1733 wordt maegscheit opgericht. De vader zal de gehele inboedel behouden; voor moederlijk goet zal hij aan yder van sijne voorn. kinderen uitkeren de somma van 26 guldens als de kinderen 18 jaren out sijn. Bron: Luiting, RAG: RAABvt inv.nr 557 | Family F107
|
1419 | Enneken was wduwe van Jan Kleyn Rensink voor ze met Garrit trouwde. | Family F1026
|
1420 | Eodem 11 Augusti 1636 - Stattholder Johan Nachtegall, Cornoten Lehnart van Elverveldt Voogt, Voorts ter presentie des Heren Pastoris Duijmen. In de marge : A° 1640 den 4. Januarij bekande Reiner Grievinck als Volmechtiger van sijn dochter Henderssken dat hem d'Erffgenahmen van zaliger Rudolph Kremer dese vorschreven giffte voldaen und betaelt hedden. Erschenen Rudolph Kremer Henderssken Grievinck eheluijde und sie Hinderssken swack (van) lijve, dannoch doer Godts genade goedes Vernuffts, so an haer niet anders te sien und hoeren was, die bekanden voer sich und haren erven, betrachtende menschlicke sterfflickheit und der stonden des Doodts onsekerheit, angesien sie giene hijlicksvorwarden tusschen beijden opgerichtet, dat Imfall hie Rudolph sunder lijffs erven natelaten voer sijne huisfrouw doodts verscheiden wurde, selvige van sijnen guederen die Summa van Vierhondert daler, hollantscher geweerden, erfflick erholden und genieten sulle, daer averst sulcken vall ahn haer Henderssken /: sunder lijffserven nate laten :/ eerst erfullet werden mochte, hie Rudolph van haren goederen die Summa van twiehondert daler gelijcker geweerde erfflick genieten und erholden sulle. Dese in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Sunder exception und argelist. Bron: RAG, RABvt inv.nr. 409 fol. 50v, 51 | Family F11071
|
1421 | Eodem 18. Decembris 1638 - Stattholder Franciscus Moselage, Cornoten Jan ten Berge, Peter Cloeck. Erschenen Geerdt Schulte Oissti(ninck) voer sich sijn huijsfrouwe unnd Erven, daervoer de rato caverende, und hefft op alsodaenigh Jus, recht unnd gerechticheit alss hij van den WelEdlen gestrengen unnd Vesten Henderick van Eck toe Haerseloe und Meddeler, opper Jegermeister van Vehluwen, in krafft van sijn welEd. voer den Edelen Hove van Gellerlandt erholdener Sententien unnd darher in A 1633 erstandener gerichtlijcker Kerssenbrandts execution und Distraction opt Erve unnd goet Ostininck in den Herlicheit van Bredeforth, Kerspell van Wentersswick buirschap Cathen gelegen, geacquirert unnd verworven bester gestaldt rechtens gerenunciert und vertegen unnd t'selve sijn Jus vorschreven wederom den Goddes Huijsse unnd Conventualen toe groeten Buirloe cediert, transportiert unnd opgedragen gelijck hij renunciert, vertiggt, cediert, transportert unnd opdragt hiermede unnd krafft dieses, Sonder eeniger hande exception, bedrogh unnd Argelist. Erschenen die Wurdige ahndegtige unnd Veelgelerde Here Joannes Volmer Prior ten groeten Buirloe voer sich, unnd in nahmen der saementlicken Conventualen dess Goddes Huijsses toe Groeten Buirloo ihn den Stift van Munster, daervan ratificatie beloffde bitebrengen unnd bekande in qualiteit vorschreven voer eene welbetaelte Summa geldes underbenoembt, derwelcke Comparanten sich vermitz deser gueder Vollenkomener betalungh bedancken dede, bester und bestendichster gestaldt rechtens in Pandtschap sampt Rostlijck(en) vredsamen besidt nuts unnd gebruijck avergelaten unnd (ver)kofft te hebben, averlieten unnd verkofften hiermith (und in krafft) deses, ahn Gerdt Schulte Ostninck sijner huijsfrouwe unnd erven haer Erve unnd guet Ostninck in dieser Herlicheit van Bredefoorth Kerspell van Wenterswick buirschap Cathen gelegen mitt sijn toebehoer unnd gerechticheit voer doerslechtich kummerfrij guidt, Vorbeholtlick gewontlick beswaer, mitt conditie, infall eenigh Versterff geduijrende dese Pandtschap op Ostninck viele, dath Conventualen daervan geen vordell hebben sollen, Deses in qualiteit voorschreven gecediert und uthgegaen, daerop mit handt unnd monde, renunciert und vertegen, waerschap, ferner und beter verschrijvongh gelaefft nae Landtrechte. Die loese een Vierendeel Jaers te voeren toe verkundigen voerbeholden und demnae op Martini, Viertijn dage daernae unverhaelt, met die Summe van Elffhundert Vijff und Dartich Daller, den daller ad dertich str. den str. tott 15 placken gerekent, te loesen und quijt te koepen. Allet sunder exceptie und argelist. In de marge: NB. Anno 1645 den 8. Maij bekande Welgemelte Prior noch van Schulte Oissinck ontfangen te hebben hondert daller ende den vorschreven Pandtpenninck daermede verhoeget, alles vermoge Protocols in dato vorschreven. J. Wisselinck, Landtschrijver . Bron: RAG, RABvt inv.nr. 410 fol. 93, 93v 8 mei 1645: Jovis 8 Maij 1645 - Stattholder Joost ter Vile, Rentmr. Cornoten Cornelis Smitz Adrian Poppinck Herman Smitz Erschenen die Weerdige, Ahndechtige und Welgelehrde Heere Johannes Volmer, Prior ten Groten Buhrloe, voor sich und in nahmen der samentlicke Conventualen des Goddes huijses toe groten Buhrloe, die bekande in qualiteit voorschreven, dat hem Geert Schulte toe Oistinck Hilleken eheluiden, op ende boven den Pandtpenninck ter Summen van Elffhundert Vijff und Dertich dal., ad dertich stuiver t'stuck, waermede gemelte guet Oissinck, an Geert Oissincks, vermoge Protocols ende Versegelongh in dato den den achtijnden dach Mae(n)ts December Sestijnhondert Acht und Dertich verpandet ende in t'gebruick gedaen, noch hondert dergelicke vorschreven daleren verstreckt, ende gemelten Pandtpenninck daermede verhoeget ende vermeerdert hedden, staende also duckgemelte goet numeer mitte summa van Twaelffhundert Vijff und Dertich Dall. te loesen, alles conform vande clausulen der origineell Verschrijvongh. Sonder exception enden argelist. Voorts in voorgemelter qualiteit bekande welgemelter Heer Prior dat Wilhem ten Grunde die Pandtschap opt Erve ende guedt ten Grunde ter Summen van Duijsent Vijff und Viertich dall., ad 30 stuiver t'stuck, vermoge Protocols ende gedane Versegelongh in dato 1638 den achtijnden December hem mit hondert dall. gelijker dalers als vorschreven verhoeget ende vermeerdert hedde, staende nuvoort gemelte guedt Grunde mitte Summa Elffhundert Vijff und Viertich dall. te loesen. Alles wijderen inholdts der origineell Verschrijvongh. Sonder exception enden argelist. Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 414 fol. 57, 57v 3 mei 1647: Lunæ 3 Maij 1647 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Cornoten Peter Cloeck Johan ter Woort. In marge: A 1653 den 12. Maij bekanden Jan Haeffkens als schoonsoon ende Volmachtiger van de Wed. wijlen Lubbert Brussen dat hem Jan Oisisinck ondergemelte twiehondert Dall. neffens allen Interesse, vollenkomentlick affgeloest ende betaelt hedde. Ergo Vacat. Erschenen Geert Schulte Oissinck, Hilleken eheluide die bekanden voor sich und haeren erven voor eene walbetaelte Summa geldes onderbenant rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Lubbert Brussen Aelken Brethouwer eheluijden und haeren (erven), Twelff dall:, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott Vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij Philippi et Jacobi viertijn dagen voor offt nae und op Meij des Jaers Sestijnhondert Acht und Viertich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande haere geheel pandtverschrijvinge vande Geldersche Weijsche, so sie vande Heeren Conventualen tott Groten Buerloe, in pandtschap bekomen ende in gebruijck hebben, Voorts alle harer gereide ende ongereide gueder, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh erleden und angewendt mit pendongh nae Landtrechte te verhalen. Die Loesse een Vierendeell Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert Dall. obgemelter geweerden, toe loesen. Alles bij pone van pendongh alss voorss. Sonder exception und argelist. Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 415 fol. 51, 51v 21 april 1655: Geerdt olden schulte Oissinck, Hilleken sijn huijsfrouw, willen voorbeholden die tugt uijt Oissinck in den kerspell van Wenterschwick buhrschap Cathen gelegen, so als dieselve der comparanten vaeder zl. Johan Schulte Oissinck in sijn oldendomb gebruijckt heeft, te weten die lijftucht wohninge, dogh bij sijnen kinderen int huijs te blijven, off daervan te trecken nae believen, en gebruicken alsodanige landerijen als in voortijden bij die lijfftucht sijn gebruijckt worden, te weten dat Haekenstucke schietende ahn Hunders Haekenstucke, t welcke haekenstucke comparanten jharlix seij aftrecken sollen, en daertegens oock t'opgenomen beswaer daer op staende uitrichten en draegen. Item dat Kloetken und den geheelene lijfftuchtes gaerden, met het maedeken geheeten dat hoeij buycken? Ende dannoch den angekoften nieuwen kamp, een hoekesken? grundtes van ten Grunde afgekofft, een stucksken angekoft landtes langes den graven liggende mitt noch een stuckscken landtes geheten dat Roelinckes baedeken? van den Graeff van Bentheim angekofft. Noch sollen comparanten mede twie roheve? ende een kalff moegen holden ende gaen laeten ter plaetsen daer sijn soons besten gaen en geweijdet worden. Daertegens comparanten eheluijde, ahn haeren soon Johan Oisinck, desselven huijsfrou und erven hebben avergegeven cedirt ende transportiert gelijck sij avergeven, cedieren ende transportieren bij desen, het alinge erve ende guedt Oissinck. Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort (toegang 0136) inv.nr. 419 (volontaire protocollen 1655-1656), f. 11, 12 | Family F10733
|
1422 | Er bestaat van hem een registratiekaart voor de Eerste Wereldoorlog. Op die kaart staat aangetekend 'Lost left foot'. Bron: World War I Draft Registration Card, http://www.ancestry.com | Kastein, John H. (I52491)
|
1423 | Er boven staat: mist. Ubbinck. | Reckman, Jan (I4245)
|
1424 | Er is een akte van een landmeter van 7 november 1654 die in opdracht van Hindrick grond moet opmeten. Zie Protokollbuch Stift Vreden 1651, waarin over Engelen wordt gesproken als 'künftige hausfrau'. | Family F3573
|
1425 | Er is een huwelijkscontract bewaard gebleven. Als 'ehestuir' krijgt Jenneken 500 daalders, een 'behoirlicke uytreydinge', negen beesten en een paard mee. Jan was weduwnaar van Ida Hijink. Met haar was hij op 12 juli 1665 te Sudloon getrouwd. Na het overlijden van Jenneken trouwt hij voor de derde keer. Ditmaal gaat hij op 12 juni 1691 in ondertrouw met de weduwe Aelken Schulten. Zij was weduwe van Hendrik Kossink, zoon van Jan Kossink en Lijsken te Kortschot. Na het overlijden van Jan Eelinck hertrouwt ze met Wijholt Eeltinck, zoon van Geert Coops en Geertcken ten Santbergen. Met hem gaat ze op 3 augustus 1695 te Winterswijk in ondertrouw. Zie kwartiernr. 1360 x 1361. | Family F136
|
1426 | Er is een huwelijkscontract van 5-10-1667 bewaard gebleven. Aelke Lintum, getrouwd met Berent Liefferinck, krijgt 500 daalders mee als 'ehestuir', een 'behoirlicke uytreydinge', negen beesten en een paard. Hofboek Anholt (DAS), fol. 70. Wenterswick Anno 1681 am 9 Juny haet die Junge frau auff Lieffert in Rathumb Kirspels Ww. Ahleken Lintum genandt in abwesenheit Ihres Manns so bettlegerig ist mit beystandt des Alten Schulten Alberdten von Rattman als zugeschr..... Ihrer Manns Barnhardten Liefferts newe erbwinning Ihren des Ahlekenss? Auffahrt... wie auch der beijden verstorbenen Zelleren Bernhardt und Ahleken Verstarbe .... benebens die freilassung Stineken Liefferts als Schwesteren Ihres Manns in sambt verhandelet auch Capitulariter gelassen für Achtig vier... zu zahlen in diese 1681 ante? Michaelis die halbscheidt undt die anderen Helbsnidt in künfftigen 1682 ... circa Majum juribus salvis. wegen der Dritten garben aber aussen Erb Lieffert plei.t? dem Capitulo dass vorbehalten ... und weile die be ..... dreij kinder gezeuget alss Johannm Gessken und Ahlken so ... sich suo tempore wegen der erbwinning angeben. In 1681 zijn de ouders van Berend dus overleden en neemt hij de boerderij over. Hij is ziek, en laat zijn vrouw dit opknappen, bijgestaan door Albert, Schulte van Ratum. Als ze er toch zijn handelen ze gelijk wat andere zaken af, zoals het versterf van Berends ouders. Ook Aaltjes opvaart wordt geregeld, alsmede de vrijlating van Stijntje, de zus van Berend. De ene helft moet voor september 1681 betaald worden, de andere helft rond mei 1682. Berent gaat op 1 januari 1685 in ondertrouw met Gerttken Smalbraeck. Zij was weduwe van Jan Reesinck. 4 mei 1691: Derck Onnekinck schuld aan Berent Lifert 200 dall. Hollants. Omdat Liefert aan de Rentmeester de paghtpenn. heeft betaald voor Onnink. 27 april 1694: Jan Truijen x Catarina Tomas zijn schuldig aan zijn broer Lourens 150 Car.Gl. waarvan f50,- van of aan? Berent Leverdink wegens Magescheyt ..... etc. Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, 'Winterswick is minen naem'. | Family F128
|
1427 | Er is een open testament bekend van Jannes en Janna op de langstlevende. Het is gedateerd 7 oktober 1808. Na de dood van Janna werd de erfenis verdeeld tussen Jacob, Johanna en Lambartus. Lambartus moest hierbij 475 gulden betalen. Bron: Ramaker overzicht Mary Risseeuw | Family F1082
|
1428 | Er komt tweemaal een Saeltjen Klomps in het lidmatenboek van Aalten voor. In 1651 wordt Saeltjen, man van Geertjen Klomps genoemd, voor 1646 wordt Saeltjen, man van Berntjen Wijchers, genoemd. In het verpondingsregister van 1647 komt voor in de buurschap Barlo: Saelke Clomps, huisken op 4 gl. Gront en hof 1 sch. de Kerck, voor 5 str. en de pontschatt. | Clumps, Saeltjen (I1185)
|
1429 | Er staat vermeld dat hij uit Tushuisen komt. | Family F929
|
1430 | Er waren in de tijd dat Willem Dulmes trouwt met Stijne te Hofstede twee personen met die naam: Willem Dulmes die met Heijelken Bennekinck trouwde en diens zoon Willem Dulmes die met Derkjen Hoickinck was getrouwd. Dat de Willem Dulmes die met Stijne te Hofstede trouwt dezelfde is als de man van Heijelken Bennekink en niet zijn zoon is gebaseerd op het feit dat Willem X Derckjen nog genoemd worden in een akte van 11 januari 1695. Zij is dan dus nog in leven. Verder laten zowel Willem jr. als zijn zus Mette in resp. 1669 en 1677 een dochter Heijlken dopen, zij was dus overleden voor 1669 hetgeen overeenkomt met het als weduwnaar hertrouwen van Willem Dulmes sr. | Family F7107
|
1431 | Er waren in die periode twee personen met de naam Hendrik Meerdink, zoon van Geert Meerdink die trouwen in Winterswijk. De ene trouwt in 1715, de andere in 1724. Geert Meerdink had uit beide huwelijken een zoon Hendrik, vermoedelijk zijn ze beiden dus volwassen geworden. | Merdijnck, Hinderck (I3374)
|
1432 | Er waren in die tijd meerdere personen genaamd Hendrik Hones. Hendrik is overleden tussen 1716, de geboorte van zijn dochter, en 1741, toen zijn dochter trouwde. In deze tijd wordt er maar een Hendrik Hones begraven. | Hones, Hendrik (I2161)
|
1433 | Er waren in die tijd twee personen in Kotten met de naam Geert Gelinck. Alleen van de kinderen die als doopgetuige een Stemerdinck hebben, heb ik aangenomen dat ze kinderen zijn van Geert en Gertken. 17 maart 1700: Geert Geelinck X Jenneken... ehestuijver aan 2 dochters. Stijne en Geertjen X Jan Hilbelinck. Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort | Family F768
|
1434 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Berent Sellinck. Beiden laten in dezelfde tijd kinderen dopen, waarbij geen moeder vermeld wordt. | Family F583
|
1435 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Geert ten Veene: de ene was getrouwd met Jenneken, de andere met Stijnken. | ten Veene, Geert (I2452)
|
1436 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Harmen Rooks. Eén ervan was getrouwd met Enneken Rauwerdink. Aangezien bij voorouder Berent een Rauwerdijnck als doopgetuige optreedt, is hij zeer waarschijnlijk een zoon van die Harmen Rooks die met Enneken Rauwerdink getrouwd was. | Family F1359
|
1437 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Hendrik Hones waardoor het niet mogelijk is om te weten wie wie was in het begraafboek. | Family F1004
|
1438 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Hendrik Wiggers. Dit blijkt uit de dopen van Berent, zoon van Hijndrijck Wiggers op 20 november 1686 en Gerridt, zoon van Hinderck Wiggers, op 5 januari 1687. Hendrik en Wendele woonden vermoedelijk op boerderij Wiggers in de Dorpboer. Dit goed bracht bij de verponding van 1688 3-0-0 aan belasting op. Bron: Das Lib.Gifte dorpboer 41 | Family F188
|
1439 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Hermen Oostendorp. Daarom is niet bekend op wie de volgende begravingen betrekking hebben: Harmen Oostendorp vrouw 4-2-1710 Hermen Oostendorp kind 26-4-1707, 16-5-1707, 10-11-1710 Hermen Oostendorp vrouw 5-10-1724 Deze Hermen woonde op Groot Oostendorp. Op 17 september 1738 werd een zoon van hem begraven. | Family F10001
|
1440 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Jan Doinck. Fijken Stemerdink was eerst getrouwd met één van hen, en trouwt voor 1660 met Jan Duijvenslat. De andere Jan Doinck krijgt na die tijd nog kinderen. | Family F1647
|
1441 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Jan ten Gronde. Dit blijkt uit het feit dat op 14 januari 1672 Cooene, zoon van Jan ten Grunde wordt gedoopt en op 4 februari 1672 Stijne dochter van Jan ten Grunde. Een van beide was getrouwd met Woebbeken Esselinck. Op 9 april 1704 vraagt een zekere Willem ten Gronde huwelijksdispensatie aan voor een huwelijk met Maria Boeveldink, de weduwe van een neef van Willem. Zij was eerst getrouwd met Coene Esselinck. Hij is de zoon van Jan ten Gronde en uit de huwelijksdispensatie blijkt dat zijn moeder dus Esselink moet heten. Het is dan ook heel waarschijnlijk dat hij uit het huwelijk van Jan ten Gronde en Woebbeken Esselink stamt. Dat de ouders van Willem dezelfde zijn als die van Harmen ten Gronde, blijkt uit het feit dat Willem als doopgetuige optreedt bij de kinderen van Harmen. | Family F1673
|
1442 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Joost Simmelink. Daardoor is het moeilijk om meer kinderen te vinden. Hij was vanaf 1694 steenbakker op de Koerboom bij Groenlo. Bron: Klaasjan Visscher, Kwartierstaat Hallers-Scholl. | Family F170
|
1443 | Er waren in die tijd twee personen met de naam Joost Thijeenk. Welke van hen de vader van Willem is, is niet duidelijk. | Thijeenk, Willem (I25622)
|
1444 | Er waren meerdere personen die Geert ten Pas heetten. Hierdoor is het niet duidelijk welke kinderen dit echtpaar nog meer heeft gekregen. | Family F122
|
1445 | Er worden te Winterswijk twee kinderen van Willem Hoebink begraven, namelijk op 6 mei 1715 en op 10 november 1719. 7 oktober 1724: Hendrik Meerdink en Aaltjen Liesenbos, ehelieden, bekennen gecedeert, getransporteert en overgedragen te hebben aan Willem Hoebink en Geertken Hoenink, ehelieden, hun eijgendoemelijke anpart van de Maasstede, bestaende in een geregte agtste part van het geheel, als huijs en gaerden, hooij-, bouw- en weijlanden, met daertoe specterende boom- en twijgh gewassen, voorts plaggenvrede, voerwegen en vene, gelegen in de buerschap Meddehoe, een en ander conform koopbrief van 11-9-1724. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 438 f 143r en v 17 mei 1725: Berent en Gerrit Maes en Maria zijn huisvrouw, voorts Gerr. Slotboom en Gerrit Maes, bloetmombaeren over de onmondige kinderen Jan, Jan Berent en Harmken, door salige Harmen Maes en Aelken Lijsenbos ehelieden voortgeteelt, bekennen getransporteerd en overgedragen te hebben aan Willem Hoebink en Geertken Hoenink, ehelieden, sodane aenpart van de Maesstede als de selve door haer vader saliger voorsr. aen haer is naegelaeten, te weten dat geregte agte part van de geheele Maes stede, als huijsen, hoven, hooij-, bou- en weijlanden, boom en twijggewassen, plaggenvrede, veen, kerkenbanke, in de buurschap Meddehoe gelegen, conform koopbrief van 20-12-1724. Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 438 f 161v en 162r In 1748 leven zowel Willem als Geertje nog, als de telling voor de liberale Gifte wordt gehouden. Op Hoebink in Meddo wonen dan: Willem Hoebink 64 j., vrouw Geertken 68 j., Soon Berent ....j., dogter Beerndeken 27 j., knegt Gerrit Jan 15 j., Meijt Geertruij 12 j., 2 paarden. Vrouw Geertken Hoenink, 3 kinderen, 1 getr., eedt gedaen en 1e termijn betaelt, etc. Bron: das Lib.Gifte Meddo rot 1, nr. 24 21 februari 1763: Ontfangen van de weduwe wijlen Willem Hoebink wonnagtig tot Wenterswijk 12 gulden in voldoening van den 50sten penning wegens de halve Hoebink mate in de buurschap Meddeho, onder Wenterswijk gelegen, aengekoft van juffrouw Angenies Mechtelt Haken weduwe van wijlen de heer Matijas Wiedenbrink woonagtig in Groenlo, voor 400 gulden op de 22 Februarij ..... 12:-:. Bron: Luiting, RAG St.Zutphen inv.nr. 347, fol. 268r en v | Family F176
|
1446 | Er zijn in die tijd meerdere personen met de naam Jan Ros. Het is dus niet duidelijk welke akten betrekking hebben op deze Jan. | Family F332
|
1447 | Er zijn in die tijd twee personen genaamd Jan Hilbelink, zoon van Jan. De ene is gedoopt in 1701. Dit zou betekenen dat hij op zijn 16de trouwt, erg jong. Waarschijnlijker is dat die van 1701 trouwt op 11 mei 1737. | Hilbelink, Jan (I317)
|
1448 | Er zijn in die tijd twee personen genaamd Jan Maes die in Bredevoort kinderen laten dopen. De ene is getrouwd met Grietjen Broeckers, de andere met Anneken Berentsen. | Maes, Jan (I2526)
|
1449 | Er zijn in die tijd verschillende personen met de naam Jan Ubbink in Winterswijk. Naast Jan Ubbink x Janna Lutgers zijn er nog de volgende Jan Ubbinks getrouwd: Op 5 februari 1713 gaat er een Jan Ubbink, zoon van wijlen Klaas Ubbink uit Miste met Henders Bouwers, dochter van Jan Bouwers uit Miste te Winterswijk in ondertrouw. Op 11 juni 1724 gaat te Winterswijk in ondertrouw Jan Ubbink, zoon van Herbert Ubbink, met Jenneken Roerdink, dochter van Hendrik Roerdink, uit Meddo. Ik heb alleen kinderen waarbij er een Lutgers als doopgetuige optreedt als kind van Jan Ubbink en Janna Lutgers opgenomen. | Family F1305
|
1450 | Erfwinning op 14 april 1616. Bron: OTGB 99.137 15 juni 1643: Coepe ten Kreijll, Aelken eheluiden, behakden voor eene summa van penningen onderbenoemt, welcke deels hare voorolderen in haren hoochsten noeden, und deeles sie comparanten ontfangen, in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben Jan Schulte tott Raetum Aelken eheluiden und haren erven het gerechte vierde deell vande Kreiles Mate voor den Dorpe Wenterschwick gelegen. Marge: Anno 1666 den 26 Nov. Aelbert Schult van Ratum, naegelatene zoon van sijn vader zall Johan S. van Ratum, bekende ten volle voldaen ende betaelt te zijn. Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 62 Sabbati 1 Februarij 1645 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Cornoten Johan ten Berge, Peter Cloeck Erschenen Jr. Adolph van Mervelt voor sich, Juffer Helena Drosten sijner Huijsfrouwen daervoor genoechsame Volmacht onder het Ingesegell der Heren Richters tott Bocholt Viti Baur, in dato 24 Januarij deses Jaers hierbij ophiberende, die bekande voor sich ende als Volmachtiger fol. 50 - sijner Huijsfrouwen vorschreven und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Jan Schulte van Ratum, Aelken sijner Huisfrouwen und Jan van Ratum des vorss. Schulten ehelichen Sohn, item an Johan Tenckinck Beata eheluide, item an Bernt Liessinck Aelken eheluiden und haren semptlicken erven, hett Erff ende guedt Mensinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Ratum tuschen Nijenhuijs ende Liessinck in vordere bepalongh gelegen, mit desselven toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtigh kummerfrij, uhtbescheiden het Capitul tott Vreden daeruht een schepel Roggen tenden Jaerlix und sunsten gemeinen Landtsbeswaer. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, sonder exception und argelist. Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1644, inv.nr. 414 fol. 49v, 50 21 maart 1649: Johan en Aelken verkopen op 21 maart 1649 aan hun kinderen Jan van Ratum gehuwd met Enneken Liefferdinck, Berndt van Ratum en Luijcke van Ratum hun aandeel in Mensinck. Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen Hofboek Anholt (DAS), fol 15vo: Demnach Johan Schulte Rahtman der altest? und dessen und? frau Alken nach ...... uberkommener Erbwinnung und hoffrechte, die ... und hoffrecht. So viel? ahn ihnen g.aresen, des hoffs Rahtman mit ratification eines zeitlicher substituierte, hoffrichters und zithuen? desselben ubergesetzt und aber de ..... einem hoch und wollEhre vurdigen Capilulo das bei absterb der alter Zelleren .... ...irendes interesse vulgo Sterb..... billich mit? benommen werden solle. So hat ietziger? Albert obengesetzeten Joanns sints bereits abgestorbenen Vatters und auch Alcken seiner nachlebener mutter kunfftig und bereits respec. fellend und gefellenes versterb neben dreier von meh g... Albert ehelich gezeugeten kinderen nemlich Johan, Jenneken und Trincken freilassung oder manumission verhandelet ad neunzich Rdr et iure. sic actum 3 Septembris 1666. | Family F1544
|