Achterhoek Ancestors

Notes


Matches 751 to 800 of 4,561

      «Prev «1 ... 12 13 14 15 16 17 18 19 20 ... 92» Next»

 #   Notes   Linked to 
751 4 juli 1615:
Erschenen der Ernvest und Wallgelerter Petrus Lansinck, voer sich und als Volmechtiger Elijsabetten Brinkes, wedtwen wijlandt Gerhardten Lansincks Licentiaten und tijt sijnes levens Burgermeisters der Stadt Zutphen sijnes Vaders, sampt Jois Lansincks Borgermeisters und secretarijder stadt Lochem, voer sijne susteren Anna und Hendersken Lansing cavierende eens, und Sweer ter Woert voer sich und Herman van Eijbergen Mechtelt ter Woert eheluiden daervoer hij Sweer cavierde, Item Rotger Sluijsen als Schoonsoon und respective Intervenient wilne Fredrichs van Basten anderdeels, die bekanden voer sich, haren respective Consorten und erven, demnae hierbevoren gemelter Gerhardt Lansinck zaliger voer sich und als Cessionarius seiner susteren Aelken Lansings und Margrieten Platvoets wedtwen Henrick Lansincks, tegen obgemelter Fredrich van Basten seliger, sampt gemelter Sweer und Herbert ter Woert und Herman van Eijbergen wegen drie Vierdendelen der Bastens behuijssong und Hoffs inden Darpe Wenterschwick, item eines Derdendeels des Erffs und guetz Hijinck und daertoe behoerende Cavensteden inden Kerspell Wenterschwick buerschap Huppell gelegen, Voorth aller Lenderien, soe zaliger Bernt van Basten Janssen nagelaten, Process geinstituiert und off wall Sententie definitiff erholden, dannoch in puncto procediert excessus et nullitatis ni executione nieuwe questie voergefallen, und tot dato deses /: niet tegenstaende Sententie daer in bij onparthijischen Rechtzgelerten geschept : / oneroertert und onaffgelesen verbleven, Dat huidt dato doer tuisschespreken des Gerichtz solcke alinge actie sijnde alnoch onentrichtet tuisschen beijden inder guete und frundtschap getransigiert, bijgelagt und verdragen in maten navolgendt:
Dat Rotger Sluijsen und Sweer ter Woerte voer sich und mitbeschrevenen, baven t'gene hierbevoren an Kosten gerefundiert worden, voer die alinge actie sampt opergangenen und angewandten Kosten eens voer all die Summa van Sesshundert und Vijfftich daler, hollantscher geweerden, entrichten und betalen sullen, Daervan negstanstaende Saterdag den Achtten deses Anderhalff Hondert daler, und die Vijffhondert daler op Paeschen Anno Sestienhondert Sestien gewislick und onfeilbaer toe erleggen. Voer welcke helffscheidt Sweer ter Woert und an sijne stat Johan Lebbinck, sampt und besonder, und als rechte Principalen eene voer allen. Und voer die ander Helffscheidt van wegen Sluijsens, Joannes ter Woert oick als rechte Principaell bester gestaldt rechtens gefideiubiert und caviert hebben, doende solcx in krafft deses. Bij verbindong harer respective Personen sampt gereeden und ongereiden goederen, hoe offt waer die gelegen wehren, giene aver all uthbescheiden. Voorth Peen van Pandtleverong, pandtschlijtung und subhastation, als off dieselven mit allen Rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten, oick mit Inleidong und Drie Ruijmongen verfolgt wehren, Sich und hare goeder vorschreven hier over aller Heeren Hoven, Jurisdictien und Gerichteren submittierende, Beneficio ordinis, discussionis und allen exceptien ter contrarie vrijwillich und wallwetentlich renuntierende. Und bekanden Parthien beijdersijdts in qualiteit vorschreven, aller harer actien und questien vorschreven wegen, hiermit eens voer all liefflick, frundtlick, endtlick und onwedderroeplick entscheiden und verdragen te sijn und blijven. Gelavende malckanderen deses Verdrags waerschap und vestniss nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.

Erschenen Herman van Basten und gelaeffde voer sich, sijner huisfrouwen und erven, Johan ter Woert sodane caution und fidinission wegen, als hier huidt datovoer Rutger Sluissen an Peter Lansinck inhalt des Protocolli geinterponeert toe relevieren und schadeloiss toeholden. Bij veronderpandong aller sijner gueder und peen van reale executie, als boven verhaelt. Sonder exceptie und argelist.
Erschenen Rotger Sluissen, Gertken van Basten eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoops avergelaten und verkofft toe hebben Herman van Basten Wijchmoet Huisinck eheluiden und haren erven, hare Verkoperen andeell, als nemblich die gerechte halffscheidt des Erffs und guets Hijinck und Hellers Cavensteden, mitt desselven toebehoer und gerechticheit, inden kerspell Wenterschwick, buerschap Huppel, bij Hemkinck in sijner verner Vohr und bepalung gelegen, voer doerslechtich kummerfrij, uthgenomen gewontlicken lijffdienst und natuerlicke beschweer Thendt. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 39-41

22 januari 1631:
In de marge : A? 1634 den 18 Julij voer Gerichte bekande Volmechtiger der Wedtwen van Eijbergen dese betaelt te sijn. Ut ibidem. Ergo vacat.
Erschenen Johan ter Woordt voer sich, Rotger Poppinck sijner huijsfrouwen, daervoer de rato cavierende, die bekande voer sich, huijsfrouw vorschreven und haren erven, rechter wetlicker schuldt schuldich te sijn an Mechtelt ter Woert, wedtwe Hermans van Eijbergen und haren erven de Somma van Vierhondert daler Hollandische wehrong, den daler ad dertich stuver gerekent, herkommende van Maechgescheidtss Coop vande Nalatenschap van zaligen Herbert und Jenneken ter Woert als mede Herman, Henrick und Berndt ter Woert zaliger. Gelavende dieselve halff op Martini deses Jaerss und die ander helfft, allet ad twiehondert daler hollandtss, op Martini Sestienhondert Vierunddertich gewisslick und onfeilbaer tho betalen. Stellende daervoer t'onderpande et loco hypothecæ alle sijnen gerede und ongerede gueder, in specia die halve Wocht, inden Kerspel Wenterswick buerschap Corle, und Sess schepelgeseijs Landes inden Schulten Esch voer Wenterswick gelegen, om gemelte Somme sampt kosten und schaden wegen misbetalung erleden und angewendt mit reale und parate executie daeran thoe verhalen, Dieselve allen Heeren Richteren und Gerichten, und specialicken den Edlen Hove van Gelderlandt ter executie vorschreven submittierende. Allet sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 404 fol. 8, 8v 
Family F10980
 
752 4 juli 1615: Peter Lansinck mede namens Elijsabeth Brinckes, wed. Gerhardt Lansinck sijn vader, Jois Lansinck, voor sijn susteren Anna und Hendersken Lansing, eens,
und Sweer ter Woort, voor sich en Herman van Eybergen X Mechtelt ter Woort, Rotger Sluysen als schoonsoon van Fredrich van Basten anderdeels,
die verklaarden dat gl. Gerhardt Lansinck als cessionaris van sijn suster Aalken Lansincks und Margriet Platvoets wed. Henrick Lansinck tegen obg. Fredrich van Basten slg. sampt Sweer und Herbert ter Woert, und Herman van Eybergen wegen drie vierdendeelen der Bastens behuising und hoff inde darpe Wenterswick, it. ein derdendeels des erf und guet Hijinck und daertoe behorende cavenstede inde kerspel Winterswick buerschap Huppel, voorts alle landerijen so sal. Bernt van Basten Jansz. nagelaten. etc.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 39-40 
Family F8110
 
753 4 juni 1714:
Juffr. Hendrica van Lennig met ass. van Steven Jan van Hengel
verkopen aan Jan Groepink X Maria en Wessel Woorts X Christina Geertruijt
Ijder voor de halfscheit
Lant in t Loo met den inslag, wiltgrond, etc.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F1270
 
754 4 maart 1646:
Erschenen Geert ten Hundarp Geessken ten Ormell, eheluide, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Derck ter Beest Geesken eheluiden und haren erven, die halve Hemell Maete inden Kerspell van Dinxperloe bij het Erve ter Beest gelegen, mit desselven halve gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer anderer helfft der hemelmaete, voorts aller harer goederen sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), )RA Bvt inv.nr. 415 fol. 9-9v 
Family F14550
 
755 4 maart 1652:
Erschenen Abraham Hardes die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Gertijen ter Stroot Weduwe van zal. Gosslick ter Stroot ende haeren Erven, die halve swarte Bree, gehorende onder hett Erve Wijsskamp inden Kerspell Wenterschwick Buhrschap Henxell inden Olden Esch tussen Groters Mollenstuck ende Jan Koesinx landerijen gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij, voorbeholden dat hij sijne plaggen tott gemelten lande int gemeine Velt buijten Wijsskamps Vree sall soeken, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvinge ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, sonder exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 418 fol. 11, 11v 
Family F10813
 
756 4 maart 1687:
Berend Gielinck, mede voor zijn kinderen bij Willemken Maes, bekent aen sijn swaeger Jan Maes, wegens soodaenige obligatie ad 50 dlr. als glten. swaeger van Willem Hijnck door erlegginge van de 50 dlr. aen sich gebracht heeft, luit obligatie dd. 26-4-1684, schuldigh te sijn de meerglte. 50 dlr. Voorts bekent comp. wederom avn sijn swaweger ontfangen te hebben 32 dlr., stellende voor 't totaal ad 82 dlr. tot onderpand zijn gerechte gedeelte in het goet Simmelinck in Meddehoe gelegen, allergestalt het in bouwlandt, hoeijjgront als anders is bestaende, ende hetselve met sijne andere suster ende broers van sijns ouderen is aangestorven.
Bron: Luiting: RAG: RABvt inv.nr. 480, fol. 27r en v 
Family F5091
 
757 4 mei 1596:
Joist Simmelinck, Wendele ehel., bekennen schuldich tho sin aan Dirrick Lebbinck, Wilhelma ehel., die summa van 90 dlr., dairvan hie jarlix sal geven up Meij 5 dlr. Hij stelt tot onderpand alle sin rede und ongerede goeder.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 60 fol. 107v

3 oktober 1615:
Erschenen Wilhelma Rauwerts, wedtwe wilen Diedrich Lebbincks, gesundes lijves. Gaende und staende, oick doer Godtlicker genaden gueden vernuffts und Verstandes, soe an haer niet anders toe sien und hoeren was, mit Justo Graes haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaer, und bekande vermitz haren Mombaer vorschreven, voer sich und haren erven, demnae sie in op- noch affstijgender Linien numehr giene Erffgenamen nu hedde, und dan nae haren dode wegen harer Nalatenschap und guederen tuisschen den Collaterael Erffgenamen gien twist und uneenicheit errijsen mochte, soe waer sie van menong und bedacht, seeckeren dispositie wie dieselve vermoege der Rechten omni meliori modo geschien solde, konde offt mochte, daervan opthoerichten, wie sie dan vermitz desen gerichtlicken daervan disponierde dergestaldt, dat sie hare naeste echte Bloetzverwanten, so van hare doodt vorhanden, tot haeren rechten Erffgenamen wolle instituiert hebben, willende und verstaende dat under denselven die nagelatene Kinder offt KintsKinder van wijlen haren disponertis broeder saliger Adriaen Rauwertz in die plaetse haeres Vaders staen, und van der Testatrices Nalatenschap so veele genieten sullen, als meergemelter haer Vader, so sie denselven haeren sterffvall erle. hedde, percipieren und genieten konnen offte eene van haere andere broeders genieten und ererven mogen, welcken voernoembden Kinderen sie Testatrice noch daerenbaven Hondert gulden Carl. Ad twintich stuver t'stuck, will prælegiert und voeraff gegeven hebben. Doende solcx in krafft deses. Willende und ordinierende daerbeneffens well expresselicken, soe veeren enige van haren Erffgenamen, den gemelte Kinderen hierin einige inspironge Kompstiglick doen, offt sich desser Vermaeckinge weddersetten wurde, dat sie dieselve alssdan van alsolcken vordell, soe sie vermoege deses Testaments oder disposition toe genieten, geheell ontervet, und op solcken onverhopentlicken vall, den gemelten Adriaens Kinderen die gerechte helffte aller Ihrer guederen gelegiert hebben wolle, Mit bidt daer dese hare dispositie voer gien Testament bestaen kon de offt m,ocht, dat dieselve dannoch loco Codicillorum, donatione mortis causa, aut alterius cuiuslibet voluntatis jure bestaen und gemainteniert werden mochte. Woll sich oick lestlick dese dispositie toeveranderen, vermeerderen, verminderen offt een ander opterichten voerbeholden hebben. Alles onder argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 60-61v

23 mei 1636:
Erschenen Berntken Rauwers van wegen ehehafften affwesens hares Mans Peter Bombreda, mit Johan ten Berge, haren erkorenen und toegelatenen Mombar, (die) bekande vermitz authoriteit hares (Mombars) vorschreven voer sich und oeren erven, voer (eene) walbetaelte Summa geldes, recht(es) steden ewigen und onwedderroeplicken (erff)koops avergelaten und verkofft t(e hebben) ahn Jan Dechericnk Fenneken ehe(luijden) und haren erven, alsodane erffe und (toe)vall alss haer van haer Moeije Willem(ken) Rauwers Weduwe van zaliger Derick Lebbinck schijrkunfftich anerven und sterven mochte, niet overall daervan uthbescheiden, hoe offt waer t' selve gelegen und toebecomen. Deses in maten vorsc(hreven) erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrsch(ap) und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 409 fol. 25v

11 december 1640:
Verkoop door Henricus Rauwerts als erfuther van die nalatenschap van zal. Derick Lebbinck, Willem Rauwerts gewesene ehel., voorts Johan und Henrick Rauwerts, Berntken Rauwerts mit haren broeder Henrico Rauwerts vors. haren mumbar in absentie aeres ehmans, und sie comparanten voor Matheus Rauwerts absent, de rato cavierende, Henrick Beckinck uth den nahme van sijn schoonmoeder Jenneken Rauwerts, daervoor de rato cavierende, Henrick Rowhoff, Reiner Grievinck, cavierende voor sijne mede erfgenamen, und Bernt ter Woordt, als erfgenamen van zal. Derick Lebbinck und Willem Rauwerts ehel., an Derick Schulte van Huppel. Lummeken Schulten ehel., van die Schoppers kavenstede tusschen t'guidt Simmeldinck und Wormbskamp inden kerspel Wenterswick buhrschap Medeho gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 411 fol. 98v-99r 
Family F9364
 
758 4 mei 1615: Henrick Anseminck X Jenneken, Lubbert Anseminck op Eickinck X Stijne, Thonijs Anseminck (wijlen Willem Ansemincks soon) X Geesken Brussen, verklaren van hun andeel in dat erf en goed Anseminck inden [[kerspel]] Aalten, anden Esch t'IJserlo gelegen, also ihnen van vader und moeder avergegeven und angeerft is, van haren broeder und oem Geert Anseminck opt Caete X Elsken betaelt te sijn.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 22v, 23 
Family F10979
 
759 4 mei 1691:
Jan Wassinck heeft van zijn stiefvader Warner Ubbinck 100 Daaldes geleend. Als Obl. die Herman Evers z. Peter aan Warner gecedeerd heeft.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Coops op Wassink, Jan (I1146)
 
760 4 november 1619:
Joannes Rauwert pastoir te Winterswijk X Adelheit Krampen, hebben voor jaerlicx pensioen overgelaten aan Dericke Schoemacker X Frederica Rauwerts, haar kinderen, 25 daler.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 392 fol. 56v, 57 
Family F11140
 
761 4 oktober 1638:
Gerrit Geerdes X Stijnken Rabelincks verkopen aan Carst Gijssberts X Willemken Lebbinck een stuck Bowlandes van derdehalff schepels geseij voer den Darpe Wenterschwick opten Osterwoort.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 87, 87v

11 mei 1680:
Gerrit Gijsbers X Beerndeken Thomas verkopen aan Jan Gijsbers X Aeltjen Reessinck en sijn broeder Henrick Gijsbers hun aandeel in de Kulve hetgeen hen van haar moeder reeds is aangestorven en van hun vader nog aan zal sterven.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 426 fol. 98 
Family F11187
 
762 4 oktober 1656:
Erschenen Warner Eppinck, Willem Brussen, ende Jan te Hengevelt, die bekanden respective voor sich, haeren huijsfrouwen ende erven, , voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben ahn haere respective broeders ende Swagers Frerick Brussen Lubberich eheluiden, ende Gerrit Buisinck Berntijen Eheluijden , ende haeren erven, haere gerechte anparten recht ende gerechtigheiden vande halve Maetmans stede mit die halve Horst daerbij angekofft, allergestalt dieselve hun van haer sal. Olderen angeerfft, ahn huijs, hoff, Bow-, hoeij ende Weijdelandt, inde Kerspell Aelten, Buhrschap Lintell, anden Kercken slagh, Item Lammert Lensincks landt ende de Aelter Hemel in vordere bepalingen gelegen, mitt desselven toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich tent, tins ende kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh aller haerer Verkooperen goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 419 fol. 77, 77v

12 maart 1662:
n de marge : NB Vide fol. 4tum sub finem & quintu subsequens ubi præpostero ordine protocolleert is die tugt van Willem te Lenckhoff behoort die selven voor deesen 12ten Martij te gaen
Erscheenen Lubbert Lenssinck Elsken Lenssinck sijn huijsvrou, Henrick Lenckhoff ende Frerick Brussen, ende exhibierden seeckeren accordt ende contract versoeckende t'selven tott naerder vestenis woordelick te protocolleren, ende hebben t'selve gerichtelick bevestigt ende bestedight, als rechtens.

Op heden den 12. Martij A 1662 is een vriendtlick, liefflick ende onwederroeplick accordt geschiet tusschen Lambert Lenssinck ende Elsken Eheluijde, ende die kinder uijt die eerste Ehe tusschen Lambert Lenssinck ende zal. Aeltjen te Kampe geprocureerde Twie kinders, te weeten Aeltjen aen zal.(? fout van de schoolmeester!) Henderick Lenckhoff getrouwt, ende Lummeken aen Frerick Brussen getrouwt, ende haere Ehemans voors. soe datt die Vaeder ende Moeije voors, uijt seeckere haer daertoe movierende redenen, begehren datt nae haeren doode die twie voorkinderen voors. mit den anderen vieren, namentlick der onmundigen dochters kindt Hindersken, tusschen Lambert Loemans ende haere zal.(? fout van de schoolmeester!) dochter Aeltjen geprocureert, Fenneken aen Reint ter Braeck, Geesken aen Gerdt Bongers getrouwt, als meede Reintjen minderjaerigh zijnde, sullen haere naelaetenschap erven ende gelijck deijlen, het zij, watt het wil, waer offte in wat Heeren landen sie te vinden of aentetreffen, geriede ende ongeriede soo, dat d'eene offte die andere niet naerder tott die Erffschap sall zijn, maer int gelijck staen in die deijlonge, soo well die voor- als naekinders, is oock expresselick voorbescheiden, datt die kinders darvan niet sullen proufiteeren, als nae doode van die Vaeder ende Stieffmoeder, ende datt die laestlevende die naelaetenschap van des verstorvenen sall zijn levenlanck genieten, ende nae doode van die beijde, sullen die voor- als naekinders gelijck die naelaetenschap deijlen, als off sij uijt eenen boesem gesprooten, begehren oock wij ouders, datt deesen onsen vasten accordt onverbreecklick nae onsen doode gehouden worde, Oircondt van warheit hebben wij ouders deesen contract met onse gewoontlicke handtmerckten onderteickent, ende die andere als getuijgens mede t'onderschrieven gebeeden, soo geschiet op Jaer ende dach in Aelten

Ditt is Lambert Lenssincks met eijgner handt geteicknet handtmerck

Ditt is Elsken Lenssincks met eijgner handt geteicknet handtmerck

Ditt is Henderick Lenckhofs met eijgner handt geteicknet handtmerck

Ditt is Frerick Brussen met eijgner handt geteicknet handtmerck

Willem ter Ull
Herman Lanckhoff
Gerridt Kollwagen
Subsc. Johannes Botthornius Lud. Magister in Aelten

Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 423 fol. 11, 11v 
Family F14125
 
763 4 post ephiphania. ter Woort, Margreta (I40169)
 
764 4 september 1684:
Tonnis Eeckinck wonende op Weelinck X Jenneken verkoopt aan zijn broer Geert Eeckinck zijn erfdeel van den goede ende erve Eeckinck in Lintelo.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 427 fol. 67v 
Family F1091
 
765 5 december 1768:
Zij laten huwelijkse voorwaarden opstellen door notaris G.J. van Spall te Utrecht. Zij benoemen de langstlevende tot universeel erfgenaam. Willem Meerdink is linnewever te Maartensdyk en Klaasje Willemse Voogt was weduwe van Jan Berentse van Winterswyk en woonde eveneens te Maartensdyk.
Bron: Notariele akten stad Utrecht, http://www.hetutrechtsarchief.nl 
Family F6284
 
766 5 februari 1652:
Alheit Hunderts in Kotten ihres seel. mans Henrichen Hunderts versterb und nachlassenschaft capitulariter bedingen auf 50 Rd.
Bron: Kwartierstaat Greidanus-Jaeger in stamreeksen, Archief Wasserburg Anholt Rep. 64, nr. 8 (Prot. Kapittel Vreden 1623-1678) f. 121 
Honders, Hendrik (I10130)
 
767 5 februari 1657:
Joost Simmelinck en Gerdtken ehelieden, hebben voor een som geld, voor den tijt van 12 jaeren onlosbaar in pandtschap avergelaten ende verkoft aan Jan Sevinck en Aelken ehelieden, twie stucken boulandts onder Simmeldt gehoerende, het eene die Hulsbraeke genant, ant Veldt mitter eener sijdt, mitter ander ant Hilligen Loe gelegen, het ander, Woerdts stucke genant, mit eenen sijdt achter Sevincks goorden, mitter ander langs het Goor gelegen, mit dessen toebehoer ende gerechtigheijt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420, fol. 5v en 6.

9 mei 1657:
Joost Simmeldinck en Gertken ehelieden, verklaren schuldig te zijn aan haeren ohm Engelbert Simmelinck en Jenneken ter Straeke ehelieden, die summa van 817 daelers ad dertich str. 't stuck hollants. Het bedrag is deels door Joost ontvangen, deels verschreven en betaelt aan de crediteuren uit die Helmerincks cavenstede in Medehoe. Aan Engelbert Simmelinck wordt voor de tijd van 14 jaar die Helmerinck cavenstede in pandschap gegeven.
Op 3 mei 1730 verklaart Gerrit Helmerdink te Meddo van deze pandtschap ad 817 daelders door Jan Simmeldink voldaan te zijn.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420 fol. 27v en 28r.

2 juli 1657:
Erschenen Joost Simmelinck, die bekande voor sich en Gertken sijner huijsfrouwen ende sijn erven, voor eene welbetaelde somma geldes ondergemelt, in pandtschap avergelaten ende verkoft te hebben an Jan ten Roskamp, Aelken sijner huijsfrouwen ende haeren erven, seker parceell hoijgrondts op den Simmelinck Esch, tusschen Schulten Winckel ende de Mors gelegen, voorbeholden den pandtverschrijver hetselve acht daegen inde Maij te mogen weijden, ende die naeweijde te genieten bess ter tijt van die afflose, so jaerlix ende alle jaer op Maij met die summa van 136 dalers nae loeskundige so nae verloop van ses jaeren te geschieden sall vrijstaen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420, fol. 37v

3 november 1657:
Joost Simmeldinck en ehevrouw Geerdt Simmeldinck genant Hamerslagh, bekennen aan Jenneken Cahtmans nagelatene van zal. Jan Boeinck, tegenwoordig huysvrouw van Hermen Ellinck, in pandtschap avergelaten ende verkoft te hebben twie stuck landes in Simmeldinck gehoerende, omtrent een molder geseijs groot, gelegen metten eenen sijde langs Hemmekers penninckbrede, und die ander sijde langs den Simmeldincks esch, mit den eenen einde ahn die Hemeniks hamme, und den anderen ende an den schulter Mors schietende; mit noch omtrent vijf spint geseys, gelegen opten Simmeldinck esch naert het Bleek, mit den eenen ende anden Hogen Wegh, mitten anderen ende ant Goor schietende, ende een stucksken lands het Woordt ackerken genant, mit eenen einde an Sevincks goorden, mitten anderen an Simmeldincks stege schietende, omtrent van een schepel geseijs. Eene en ander voor een som van 175 dlr. af te lossen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420, fol. 55r en v

3 november 1657:
Joost Simmeldinck geassisteert met sijn schoonvaeder Geerdt Simmeldinck genant Haemerslagh, bekent voor sich en sijn hiujsfr. Gertken, aan Jenneken Cahtmans nagelene van zal. Jan Boeinck, tegenwoordig huisvrouw van Herman Ellinck, bij gementen zal. Boeinck geprocreert, in pandtschap avergelaten ende verkoft te hebben, omtrent ses schepel geseijs op den Simmeldinck esch, mit eenen ende ahn den Bruggen kolck, metten anderen einde ahn het Roevekampkens stucksken off den Hogen wegh schietende, met eene sijde ahn den Simmeldincks gaerden, mette ander sijde ahn het Winckels maetken gelegen, neffens noch een schepel saet, schietende met de eenen einde voor ahn den Simmeldincks esche, mitten anderen einde ant Goor, mitter eener sijde an bestevaeders stucksken, metten ander sijde ahn die Simmeldinck Nieuwlande gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420, fol. 55v en 56r

14 december 1657:
Joost Simmeldinck voor sich en zijn huysfrouw hebben voor de tijt van ses nae een ander volgende jaeren in pandschap avergelaten ende verkoft aan Jan ten Warnshuijs en Griete ten Piele ehel., een stuk groenlands, die hofstedes hegge genant, onder Simmeldinck gehoerich, inden kerspel Wenterswick inde buhrschap Medehoe gelegen.

5 mei 1659:
Dr. Weddinck wolmr. van Joost Simmeldnck sprack an mit rechte Jan Sevinck vermoege relatie des gesworene Jan ter Pelckwick op huijden gecitirt, voor die summa van 50 gulden, restierende ter cause van een gegevene obligatie ter summa van 100 gulden so comparants principael an hem Sevinck, in meijninge vande voornoemde penningen te sullen ontfangen, gegeven heeft sonderen dieselve tott noch toe te hebben konnen mechtigh werden, als versoeckt comparant die gedaeghde tott betaelinge van vorrsr. 50 gulden te condemnieren.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 120, fo. 93r.

5 mei 1659:
Erschenen Joost Simmelinck, die bekande voor sich ende sijnen erven oprechter wetlicker schuldt schuldigh te sijn an Moijses Hertz jude, die summa van 79 rijxdlr., belaeffde dieselve met den interesse op naestanstaende Michaelis gewis ende onfeilbaer te betaelen, onder verbandt aller sijner goederen ende poene van reale ende parate executie.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 120, fo. 94r.

24 november 1659:
Joost Simmeldinck bekent voor sich en sijn huisvrouw, dat Jan Sevinck, Aelken ehel., seker pandtverschrijvongh d.d. 5-2-1657 ter summa van 312 dll. uijt sijnen goede gevestet, met een somma van 100 car.gl. verhooget hedde.
Op 27 januari 1727 verklaart Jan Sevinck van voors. pandtschap voldaen en betaelt te wesen, pandtschap zou ook reeds van 24-1-1626 dateren, welke acte ook gerojeert en doorgeslagen wordt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 421, fol. 32r en v

15 januari 1660:
Erschenen Joost Simmelinck, die bekande voor sich, Geerdtken sijn huijsfr. in 1657 den 2de Julij vermoge prothocols aen Jan ten Roscamp voor die summa van 136 dlr. in pandtschap overgelaeten te hebben seecker parceel hoijgrondt, ende datt tegenwoordigh Roscamp die voorn. pandschap mette summa van 64 dlr. begroetet heeft, also datt den geheelen pandtpenninck sich bedraeget die summa van 200 dlr., waervoor gemelte Roscamp het parceel hoijlants bij die pandtverschrijvonge gespecificiert, sal continueeren te gebruijcken, mits dannoch dat pandtvercoper in den Meij niet sal weijden, maer die naeweijde genieten, alles nae inholt van die pandtverschrijvinge, ende datt t;sekve hoijgrondt sal mogen uijtgetuijnt, ende van Simmelt die helfte betuijnt ende bekostight worden.

12 december 1661:
Erschenen Joost Simmelinck die bekande voor sich ende mede in namen sijner huisvrou oprechter kenlijcker schult schuldich te sijn an Hermen van Lennich, Catharina Volmer ehel. ende erven een somma van 200 car.gl., gelavende dieselve tegens maij a.s. gemelte van Lennich praecise ende onfeilbaer te betalen, daer voor verbindende alle sijne comparants gerede ende ongerede goederen, in specie den catenstede het Wormskamp genaemt, in de bourschap Medehoe gelegen, om sich in onverhoopentlijcken val van misbetalinge met parate executie ende reale distractie cost ende schadeloos daer an te verhaelen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 122, fo. 208r.

13 april 1663:
Erschenen Joost Simmelt, met bewillinge sijner huisvrou daer voor de rato caverende, die bekande oprechter wetlijcker schult schuldich te sijn an Jan ter Pelckwijck de somma van 215 gulden, herkoomende meest van verschooten heren pennignen als anders, gelaevende die selve pennignen onfeilbaer ende buijten allen twijfel tegens anstaende Maij te betaelen, stellende daer voor t'onderpande sijn persoon en goederen, om sich daer an kost en schadeloos met peindinge te mogen verhaelen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 124, fo. 125r.

21 mei 1663:
Erschenen dr. Smits als volmr. van Hermen van Lennich ende vertoonde seeckere gerichtelijcke willekeur, op den 12-12-1661 alhier gepasseert sijnde, waer bij Joost Simmelinck bekende schuldigh te sijn an Hermen van Lennich een somma van 200 caroli gl., mit belofte dat die selve somma op Maij 1662 praecise ende onfeilbaer soude erlecht ende betaelt worden, onder verbant sijner gerede ende ongerede goederen, in specie die cavestede het Wormskamp genaamt, om in cas van misbetalinge sich daer an kost ende schadeloos te verhaelen, dewijl averst soodaene beloften, hoewel men meermaelen voldoeninge versocht heeft, noch ter tijt niet achtervolcht sijn, so versocht volmr. gedachten Simmelinck te sommeren en te belasten, dat hij sijn principaal binnen den tijt van 14 dagen na gedane wete die somma sampt interesse ende kosten sal hebben te contenteren met intimatie datt bij mancquement van dien voor eerst met ophaelinge en distractie van gerede en ongerede goederen en panden zal worden vervaren.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 124, fo. 153v en 154r

25 juni 1663:
Herhaling van 't verzoek d.d. 21-5-1663 van dr. Smits als volmr. van Hermen van Lennich, om Joost Simmelinck te sommeren een schuld ad 200 caroli gl. te betalen en anders tot distractie van zijn gerede en ongerede goederen over te gaan. Het gericht ordineert nu Joost Simmeldinck die geeiste 200 gl. capitael met den interesse binnen den tijt van 14 dagen an den requirant te betalen en verklaart bij ontstentenis het speciale onderpant Wormskamp voor de betalinge executabel te sijn en accordeert in gevolg van dien den requirant de distractie ter fine van voldoeninge, den 18 juli naestkompstich angestelt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 124, fol 169r.

27 juli 1663:
Dr. Smits als volmr. van Hermen van Lennich persisteert bij zijn verzoeken d.d. 21-5-1663 en 25-6-1663 betreffende een schuld ad 200 caroli gl. van Joost Simmelinck aan comparants principaal. Comparant stelt dat Joost Simmelinck die questieuse cavenstede Wormskamp als een allodium ende tot den goede Simmelinck niet gehoorich, sij besittende.
't Gericht besluit tot verkoop middels keersenbrant. Daer op is dye keerse angesteken en sijn die voorwaerden voorgelesen. Die insaete is geschiedt bij Wessel ten Hinckamp en heeft op die cavenstede Wormskamp ingesat op
1300 dlr.
die daer op gehogett 1 dlr.
die daer noch op gehoogett 1 dlr.
En is Wessel ten Hinckamp cooper geworden voor 1302 dlr.
Voor welcken koop sijn burge geworden Jan de Roller en Willem Raesveldt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 124, fol. 194v en 195r.

15 december 1663:
Obligatie waer bij Joost Simmeldinck de voorstaende pantschap (zie 31-8-1636) ter summa van 80 dlrs. dico tagentigh dlrs. bekent verhoogt te hebben oitwijens? die mij vertoonde dogh bij mons. Loef van Eerden angetrokken obligatie vanden 15 december 1663.
Geregistreerd 13 maart 1701.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 461, fol. 243v

26 januari 1665:
Dr. Weddinck volmr. van Joost Simmelinck sprack an met rechte Wessel Hinckamp, vermoge relatie des geswoorene Jan ter Pelckwijck geciteert, voor die summa van 30 dlr. heerkoomende van die verkofte Wormskamps stede ende volgens reeckeninge mede bereeckent zijn, gesint betaelinge.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr.126 fo. 14r en v

15 maart 1666:
Obligatie waer bij Joost Simmeldinck bekent opgenoomen te hebben van Harm. Wamelinck die summa van 107 gl. 10 st. onder verbant vande hofstede of twee molder gesaey voor op den esch aller breeder bij de acte vanden 15 Marti 1666 teste.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 461 fol. 243v.

2 februari 1669:
Erschenen Joost Simmeldinck die bekande oprechter deuchdelicker schuldt schuldigh toe zijn an Johan ter Pelckwick die summa van 32 gulden, welcke summa gemelte Pelckwick tot vermijdonge van gerechtskosten comparant affgenohmen heeft om aen Aleff Uhlens? als sijn eijgen proper schuldt te betaelen, belovende comparant deselve penningen tegens aenstanden Meij deses jairs 1669 gewis ende onfeilbaer te betaelen. Wanneer eenige andere creditoren op comparants goederen mochten koomen te procedieren sall het gemelte Pelckwick in sulcken vall ten allen tijden vrij staen sich aen sijne gereede ende ongereede goederen te moogen verhaelen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr.130, fol. 25r en v 
Family F695
 
768 5 februari 1667:
Erschenen Tonnis Lemmenes, voor sijn huijsvrou Aeltjen de rato caverende, 't erkennen gevonden, goe dat hij an Jan van Eerde sijn huisvrou ende erven schuldich is, die su(mma) van twehondert en achten veertoch dlr, sijnde vierjaeren vast soo hij compt: jaerlickx an glt. Eerde inge? den Tijchelovent te betalen, en belooft, ende alsoo Derck Merdinck tot den Valtridt etc.
Bron: RAG, RABvt(0136) inv.nr. 469 fol. 7 
Family F5784
 
769 5 januari (of februari) 1838:
Theodora Hendrika Beernink, oud in het 13e jaar, zonder beroep, wonende aan Hemmink in de buurschap Miste, heeft den 5 dezer kennisgegeven dat zij in den namiddag van den 3 dezer door Jan Hendrik Oosterhold was mishandeld. Hij had aan aan de dijk naar Bredevoord vastgehouden en wilde haar pas laten gaan nadat zij hem zeven centen had gegeven.
Bron: Streekarchief regio Achterhoek, weekrapporten politie Winterswijk 
Beernink, Theodora Hendrika (I17658)
 
770 5 januari 1616:
Erschenen Jenneken nagelatene Wedtwe Zaligen Thoeben Reeskincks, und bekande opentlick, dat haer zaligen Naeman Johan Eppinck /: sijnde nu kortlicx inden Heere ontslapen :/ hierbevorens in Ehestuer an haer und opt guet Reessinck angebracht, als volgt, Erstlick Eenhondert daler soe hem sijn broeder vant erve und guet Eppinck, voer sijn Kindtsdeell uitgegeven. Noch AnderhalffHondert daler, bij hem geprocreert, und mit arbeidt verdient, sijnde belacht geweest an Twij huijsen. Noch hondert daler so belacht geweest an Brunnerdinck int Kerspell Stadtlohn belagt geweest. Noch an Beesten ten twien guetz und wess daer toegehoert, welckes alles vorschreven tot profijt des Guedts Reessinck angelagt, desselven guetz voer sijnder ankompst gemaeckte schulde daermit affgelagt, und die voerkinder daermit ertogen worden wehren. Verclarende hiermit und willende dat haer Sohn Thoebe alsolcke gueder und Parzeelen voer gedachts sijns zaligen Vaeders Nalatenschap voor aff genieten und erholden. Und voort hiernaest tot haeren Jennekens goede und Nalatenschap nae Landtrechte, und gelijck haerer ander Kinder eene, vererfft sijn und succedieren sullen. Alles sonder argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 389 fol. 2, 2v 
Family F11473
 
771 5 juli 1626:
Saelcke Cremers X Henricke, Peter Cremers X Anna, verkopen aan haer stiefmoed. und broeder Berentken wed. Geerdt Cremers en Lambert Cremers haren soon, haar verkoperen aandeel in haeres vaderlicken huijses und hoffs, inden darpe Aelten mit eener sijdt an Hoeijen hoff, mitter ander sijdt langs de strate gelegen, mit eenen ende oock ande strate, mitten anderen an glt. Hoeijen Brouhuijs schietende.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 399 fol. 35, 35v 
Family F11309
 
772 5 juli 1655:
Erschenen Lubbert Wijberdinck Hermken eheluijden, Henrick Havestede Heijle eheluijden, Berndt Hoerninck voor sich ende mede cavierende voor sijn huijsfrouw Trijne, Jan Wassinck voor sich ende als Ohm ende Momber van Mettken ter Haer, daarvoor de rato cavierende, ende Henrick Wijberdinck, die bekanden respective voor sich haerer huijsfrouwen ende erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Heijlken Hoijkinck weduwe van zal. Jan Wijberdinck ende haeren erven, haer anpart, recht ende gerechtigheiden van de Winckelstede inde Kerspell Wensterswick Bourschap Brinckhoerne und Eelkincks Kamp Darpboer olde ende nije toebehoer ende gerechtigheidt sampt gewontlick beswaer, inholts older versegelongh in dato den 13. Maij Anno 1609, naest Dulmans ende Broekers stede in verner bepalongh gelegen, allergestalt sie Heijlken die selve bewoont en int gebruick hefft, mitt deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap,verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 419 fol. 21v, 22 
Family F11495
 
773 5 juli 1662:
Erschenen Geert Boesinck Trijntien Oossinck sijn huisvrou ende bekanden in eenen steden vasten ende onwederroepelijcken erfkoop eeuwich ende erflijck geduirende, verkoft ende overgelaten te hebben an Willem Becker Jenneken Heminck sijn huisvrou ende Jan Willinck Jenneken Beckers Ehluiden ende haren samptelijcke erven voor een summa geldes voor welck verkooperen bedancken goeder betalinge, die rechte halfscheit van die Boesinck Bree dwers op die rechte halfscheit af te meten, met het een einde na den Langen Wiber ende met het ander als mede beide sijden tusschen Jr. Asbeeck gront liggende voor vrij ende alodiael neffens den plaggenwech voor bij het Samberch henen, sijnde nergens mede beswaert als met gemene Heren ende lants lasten so jaerlijckx op het goet Boesinck worden gelecht ende also na quota van dese halfscheit van kooperen sal moeten worden betaelt, hebbende hetselvige met hant halm ende mont vertegen ende oprechte vertichnis gedaen, gelavende verkoperen den koop te sullen staen ende wachten ende ten allen tijden genoegsame waer ende waerschap te præstijren, bij veronderpandinge harer persoon ende goederen in specie d'ander halfscheit van voorn. Boesincks Bree, om in cas van onverhoopte evictie sich kosten ende schadeloos daer an te verhalen, alles Sonder bedroch ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 423 fol. 25 
Family F14471
 
774 5 juli 1683:
Erschenen Berent Steenkamp, tegenwoordig woonachtig oop die Kolstede, de rato caverende voor sijn huisvrouw ende bekande oprechter wettelicker schuldt aen Jan te Kreijl schuldich te zijn die summa van 100 rijxdlr., heerkoomende van een affgekoft stedeken, belaefft de selve binnen den tijdt van acht weecken te betaelen onder verbandt van sijn persoon ende goederen, die selve die parate executie ende distractie submitteerende.
Bron: Luiting; RAG: RABvt inv.nr. 144 fol. 125v

24 juli 1685:
Verkoop door Jan ten Kreil, Aeltjen Kossinck ehel. aen Berent Steenkamp, Deele Roerdinck ehel., van haere cotterste die Koelstede genoemt, met allen daer op staende getimmer met daer toe gehoorende gaerden ende kempken, mitsgaeders de Veenkule ende allen daer toe gehoorende recht ende gerechtigheidt in den kerspel Wenterswick bourschap Meddehoe, met eene zijdt aen Boeinck Bosch, metten ander aen Meerts gaerdes kamp geleegen, voor kommervrij, uijtgesondert des heeren thins ad vijff str. ende een oortken jaerlix, ende des briefdraegers dienst, mtsgaeders den roockhoen.
Bron: Luiting; RAG: RABvt inv.nr. 428, fo. 29r en v

24 juli 1685:
Berent Steenkamp, Deele Roerdinck sijn huijsvrouw, hebben voor alsulcke cautie als Jan ten Kreijl ende Aeltjen Kössink voor haar comparanten aen den eerweerdigen heere Joanni Hermanno Heilersigh booden de verseeckeringe ende verbintenisse bij comparanten in haer kotterste de Koelstede voor de summa van 100 dlr. capitael ende interesse ad 5 pro cento gedaen aen sijn eerweerden op huisen gepreteert hebben, aen haer cautionarisen tot affecuratie ende schaedeoos houdinge haers Koelstede voornoemt verbonden.
(25 juli 1689: Jan te Kreijl bekent dat deese verseeckeringe en affecuratie door de hyr vooren staende renuntiatie aff qtie. der schult van dom. Heijlersig hem voldaen was)
Bron: Luiting; RAG: RABvt inv.nr. 428 fol. 30r 
Family F6666
 
775 5 juni 1638:
in marge : NB: dese verschrivongh is verandert luit protocols den 8. Novembris 1638.
Erschenen Jan Bras Bowman opt Goorhuijs Aelken eheluide, die bekanden voer sich und haren erven oprechter berekender schuldt schuldich te sijn Wessel ten Goorhuijs Silliken eheluiden und haren erven, die Summa van T' Negentich daller hollants, herkommende van sekeren Koop tuschen Parthijen in A 1637 den 28. Februarij opgericht und daervan noch restierende penninge, Gelaeffden dieselve tegens naestanstaende Michaelis gewisslick und onfeilbar te betalen bij veronderpandongh aller harer gereiden und ongereiden goederen, und pone van reale und parate excutie als off dieselve mit allen rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten wehren Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 74v, 75

7 november 1638:
Erschenen Jan Bras Bowman opt Goorhuijs, Aelken eheluide, die bekanden voor sich und haren erven oprechter berekender schuldt schuldich te sijn Wessel ten Goorhuijs Silliken eheluide und haren erven, die Somma van t' soebentich daller hollantscher valuation, gelaeffde dieselve halff op Jacobi und d'ander helffte op Michaelis alles naestanstaenden 1639. Jaers gewisslick und (on)feilbaer te betalen, Bij veronderpandongh harer gereiden und ongereiden goederen opgten lande als inden lande, giene uthges(ondert), om sich daeran mit pone van pendongh, schlitongh und realer execution und desen als off dieselve mit allen rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten wehren, te ver(haelen), sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 89v

19 juni 1661:
Erscheenen Jan Brass ende Aeltjen sijn huijsvrouw daervoor de rato cavierende die bekande voor sich ende sijnen erven voor eene welbetaelde summa geldes onverbreecklicken erffkoops gecediert ende verkofft te hebben aen sijnen Swager Jan ter Horst het kindtsdeel hem van sijn huijsvrouwen olders angeerfft met alle appertinentien recht ende gerechtigheit, deses gecediert ende uijtgegaen, daerop met handt halm ende monde vertegen, wahr ende wahrschap, oock vorder vestenisse nae Landtrechte gelaevende onder verbandt sijner goederen, sonder exception und argelist.

Erschenen voor desen Edl. Gerichte Henrick Schulten ende Engele Haartmans sijn huijsvrouw, daervoor de rato cavierende, die bekande voor sich und sijnen erven voor eene welbetaelde summa geldes rechtes steden ende onwederroeplicken erffkoops verkofft te hebben an Jan Brass Aeltjen sijn huijsvrouw ende haeren erven eenen gaerden int' Kerspel Aelten Burschap Linteloe allermaeten hij in sijne bepalinge ende limiten is gelegen, met d'eene zijde langes des Fuisters Kamp, die andere het Vuxhols, het eene eijnde op het Koolenbroeck het ander ant Luxholt schietende, mitt die daerbij gehörige uijtdrifft, voorbeholdens datt den Verkooper an den Bouman op Schulten steede voor Heeren lasten jairlix sall uijtkehren 1 gl ad 20 str. voorts allodiael kummervrij, met sijne appertinentien ende gerechtigheit, deses gecediert ende uijtgegaen darop mit hand, halm ende mondt vertegen, wahr ende wahrschap oock vorder vestenisse nae Landtrechte gelaevende onder verbandt sijner goederen, sonder argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 422 fol. 25, 25v

5 maart 1663:
Erschenen Jan Bras, voor sijn huisvrou de rato caverende, die bekande voor een welbetaelde summa geldes in eenen steden vasten ende onwederroeplijcken erfkoop eeuwich ende erflijck geduirende, verkoft ende overgelaten 't hebben gelijck sij ehluiden doen kracht deses an Geert Trihs(?) ende Jan te Sipe seecker parceel lants het huisken genoemt in't Bourschap Wolt, naest Jr. Eerdens Inslach, met d'ander lanchs de Stege, ende met eenen hoeck an Heeren Camp schietende gelegen, voor vrij ende alladiael, in- ende uitwege als die selvige tegenwoordich worden gebruickt van welcke stucke lants Comparants Broeder zal. d'halfscheit was toebehoorende waer van hij Comparant oock bekande ende verklaerde Comparants Broeder zal., van d'halfscheit der penninge betaelt ende voldaen was, hebbende 't selvige met hant, halm ende monde vertegen, ende uitgegaen, belovende den coop verkooper te sullen staen, wachten ende waren ende verner waer ende waerschap na Landtrechte te præsteren belooft, alles sonder bedroch ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 424 fol. 10v, 11 
Family F11066
 
776 5 juni 1641:
Erschenen Jan ten Oosterholdt Griete ten Piell eheluide die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Herman van Basten Elssben Sweders eheluiden und haren erven die geheele Catstede den Piell genant, an huijs, Hoff, bow- und groenlandt inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Corle ande Schaers Voort neegst Olthuijs in verner Vohr und bepalungh gelegen, voor kummerfrij, uhtbescheiden van oldes hero daeruhtgaende gewontlicke beswaer. Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpan-dongh harer goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 412 fol. 34, 34v 
Family F10992
 
777 5 juni 1641:
Willem Teilers en Jenneke wed. Jan ten Piell verkopen hun aandeel in den Piell, zij verkopen een rente uit hun huis de Teilersstede
Bron: Kwartierstaat Greidanus-Jaeger in stamreeksen 44, RAG, RABvt nr. 412 f 33v, 35 
Family F4416
 
778 5 juni 1646:
Jan ten Kreijll schwack van Lijve nochtans door Godts genade goedes verstandts ende sijner sinnen wal mechtig
die bekande frijwillich ende walbedachtlich voor sich en sijnen erven, dat in vall hij an dese sijne sieckte nae Godts wille quam te overlijden hij sijner liever huijsfrouwen Gertruidt Cranen uth sonderlicken liefden ende trouwen van sijne alingen goederen vooraf wilde erfflick vermaeckt ende gegeven hebben die summa van twiehondert dall. Hollants sampt eene Koe, voorts alle sijne gereetschap tot het kuijpers ampt gehoerende und alle holt soe man daertoe gebruijck verders te erven ende sterven nae Landtrecht.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen inv.nr. 415 fol. 19v, 20r 
Family F6486
 
779 5 maart 1551:
De abdis geeft toestemmiong aan Johan Symeldinck, zoon van Aelbert tou Symeldinck en Wyllem, om op het goed Symeldinck in Meddo tot vrouw te nemen Stine Kuesinck, dochter van Johann to Kuesinck en Anna, Stine mag vrij blijven, amar een van haar kinderen moet horig worden.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in Stamreeksen 60, Arch. Wasserburg Anholt, Arch. Kapittel Stift Vreden, Regestenreeks nr. 19, R 2102

8 juni 1580:
Alitgen Rhoemaeckers, myt genandt Symmeldincks, sprickt an mit recht Johan Simmeldinck als nagelatener soen weilandt Albert Symmeldinck, und sagt dat wilner Herman Symmeldinck in testament ordinirt und utgesatt hebben die overgeeffersche XV hornse gulden en verder twee guede guste runder und enen par guede guste vercken, als ihnen seim broder Albert Symmeldinck voirs. wegen sines vader und moderliche guith noch schuldich weer. Alitgen legt over ein besiegelt schein under der stadt Bocholt sihnen siegell gepassiert, daerinne Stijne (?) ehelick nachgelaten huisfr. opgemelte Herman Symmeldinck solches whaer tho sijn gereichtlich gestendiget. Vort ihre stiff dochter Aliet vorschr. solchs belangendt ihre stifmoder selfs opgedragen und eiwiglick oevergegeven daermit die leste wille ihres z. mans allerdings supplirt und krach erreicht mochte, biddende dat beclagte als erffolger sins vaders die geforderte scholt tho verrichten mit verrichtongh kosten und schaden sall schuldich sein.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 56, fol. 47v en 48r

30 september 1601:
Johan approbeert een schuld van zijn zoon Joost Simmeldinck.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in Stamreeksen 60, RABvt 63

14 maart 1605:
Erschenen Johan Simmeldinck, die bekande avergegeven und transportiert te hebben aan seinenn soon Joist Simmeldinck, Wendele ehel., sijn cedentis beide gueder, nembtlick den hoff thoe Simmeldinck, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, mit einen sijdt an Sewinck, mitten ander sijdt negst Schulten van Huppels guet gelegen, schietende mit einen ende anden Huppeler Esch, und die Helmerdinck cavenstede, in gemelten buerschap gelegen, mit eine sijdt oick an Sewinck, mitten ander sijdt an Asbecks grondt, mit derselver olden und nijen thoebehoeronge und gerechticheiden, uthbescheiden uth den Hoff thoe Simmeldinck den capittel thoe Vreden ihre olde gewontlicke gerechticheit.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 67, fol. 31v en 32r 
Family F1617
 
780 5 maart 1588:
Aeltgen wed. van zal. Gerhardt Koeps heeft opgebadet de aangepeinde goederen van Koop ten Kreil.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt inv.nr. 57 fol. 76

8 november 1588, 11 februari 1589:
Aelken wed. van zal. Gerhardt Koeps met haar broer en momber Mr. Johan ter Woordt transporteert aan haar zoon Johan Koeps, 1 oktober 1595: Johan Kopes bekent schuld uit een stuk bouwland in het Koipsgoed in Lintelo.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 59 f 20, 58 f 134, 60 f 68 
Family F4974
 
781 5 maart 1657:
Abraham Hardes, verkoopt ahn Jan Hardes Henrica Rumpes eheluijden, en Henrick Willinck Elisabeth Hardes eheluijden sijn comparanten respective broeder suster en swager, een stuck landes ongefehr negen schepel geseij inden kerspell Wenterschwick Darpbuhr, tusschen sijn broeder Jan HRades landerijen gelegen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1657, inv.nr. 420 fol. 16v, 17

8 mei 1661:
Jan Hardes ende Willem Walien nom. ux. Mechtelt Willincks, erve haeres vaders Hendrick Willinck, worden samen beleend met het erve Bennink in Miste.
Bron: Sloet en van Veen: Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, p. 479 
Family F5906
 
782 5 mei 1620:
Erschenen Johan Sewinck Elsken eheluide, die bekanden voer sich und oeren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toehebben, Carll de Swarte Fijken Cremers eheluiden und haren erven, een stuck goirdenlandts so wijtt hetselve begraven und affgepaelt is, opte Ganse Kule voer Bredeforth, mit eener sijdt langs Merfelts Kamp, mitter ander sijdt ande Gemeinte gelegen, mit eenen ende and Henrick Gossincks goirden, mitten anderen ende an Jan Stemers goirden schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kummerfrij, Deses opdragt und Uthganck gedaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist. Bij veronderpandong harer goeder. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 393 fol. 14v

15 maart 1624:
Erschenen Carll de Schwarte, Fijken Cremers eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft toe hebben, Johan Stemer Geesken eheluijden und oeren erven, een stuck Goordenlandtz, onder Bredeforth, opte Gansekule tuschen Verkoperen ander affgegraven
Fol. 9 -stuck ter eener, und Koeperen grondt ter ander sijden gelegen, mit eenen ende an Merfeltz Camp, mitten anderen ende anden gemeinen Wech schietende, mit die geheele Graffte tuschen dit und Verkoperen vorschreven stuck gelegen, sambt derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich thendt-, thinss- und kummerfrij, Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 397 fol. 8v, 9

31 januari 1625:
Erschenen Carll de Swarte, Fijken Cremers eheluide, die bekanden voor sich und haren erven voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft toehebben Henrick van Holtwick Jenneken van Hasselt eheluiden und haren erven een stuck Goordenlandts voor Bredeforth opte Ganse Kulhe, mit eener sijdt an Merfeltz Camp, mitter ander sijdt ande
Fol. 8 v - gemeinte gelegen, mit eenen ende an Henrick Gossincks goorden, mitten anderen ende an Johan Stemers goirden schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kommerfrij, Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong harer Verkoperen goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 398 fol. 8, 8v 
Family F15252
 
783 5 mei 1630:
Aelcken Gerritsen, echte dochter van Fenne thoe Linthem verklaart van wegen hares kindsdeels des erff und guedts Linthem inden kerspel Wenterschwick, woltbuerschap gelegen van Johan thoe Linthem den Jongeren, Geesken eheluyden, entricht und betaalt te sijn.
Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort (toegang 0136) inv.nr. 403 (volontaire protocollen 1630), f. 32 
Gerritsen, Aelcken (I33900)
 
784 5 mei 1652:
Herman Huninck, Agnes Smit eheluiden, verkopen aan Johan van Coeverden, Elsken Nachtegallen hun huis in het dorp Aalten, tussen Willem Helderbarges en Henrich Costers huizen gelegen, voor aan de straat en achter aan het Blick schietende.
Bron: RAG: ORA Bredevoort

5 mei 1652:
Derck Brethouwer, Geesken Nachtegall eheluijden, verkopen aan hun respectieve swager en syster Johan van Coeverden, Elsken Nachtegall eheluiden een stuk land op Schoppers stede in het kerspel Aalten buurschap Lintelo, naast Jan ten Brincke, het Hach, en Jan Doenckes landerijen gehelen met eenen ende ant Colenbroeck, mitt den anderen an Henrick Schulten landt schietende.
Bron: RAG: ORA Bredevoort 
Family F8504
 
785 5 mei 1654:
Verkoop door Henrick Campes, Griete sijn huijsfr., aan Beerndt ten Nijenhuijs, Enneken sijn huijsvr. en erven, van een gerecht vierdendeell van de Gijskes mathe, gelegen in den kerspel Wenterswick, buerschap Medehoe, mette eene sijdt aen Dunnewolts esch, mette ander aen Bruggers mathe, mette eenen einde aen Pavers esch, metten anderen aen Nijenhuijs Schotmors geleten.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 418, fol. 92v. en 93r.

13 juni 1678:
Erschenen Adriaen ten Hulsen voor sijn huijsvrouw de rato caverende, bekande voor sich ende sijnen erven oprechter deuchdelicker schult schuldich te sijn aen Berent Nijenhuijs uijt Medehoo de somma van 150 daekder ende belaefde deselve, neffens 3 jaeren interesse tegens aenstaende Pinxteren gewis ende onfeijlbaer te betalen, onder verbant van sijn persoon ende goederen, omme in case van misbetalinge sich daer aen met reele executie ende distractie te verhaelen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 139 f 141v

24 november 1686:
Berent ten Nienhuis bekent overgedragen te hebben uijt kracht van coopbrief d.d. 15-1-1686 aen den hoog wel geb. heere Georg Ripperda, heere tot Verwolde, seecker hem verkooper toebehoorend stuck landts, ongeveer 5 spints gesaeijs groot, middels in den Loickinck esch gelegen, met het eene eijnde aan den Greshoff, methet ander aen den Beeren bos? schietende.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 428, f 27r en v 
Family F1588
 
786 5 mei 1670:
Verkoop door Jan Hoefkes, Dijrck Philips Erpenbeeck, voor haare huysvrouwen de rato cavyrende, an Berndeken ten Roscamp, wed. van zal. Bernt ten Roscamp, van seecker parceel landts onder Hoebinck in Medehoe gelegen, gehoorende op die Hoebinck tussen Gert en Bernt Hoebincks landerijen, metten eenen einde an den esch, metten andern an Hoebinck gaerden schietende, omtrent van sestenhalf spints geseij gelijck vercoepers bij deijlonge met dr. Basten ingegaan, is toegevallen.
Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 472, fol. 35r 
Family F321
 
787 5 mei 1705:
Jan Kempers x Maria Brevinck mede voor haar moeder Berntjen Helders x Hermen Slotboom. Hermen Slotboom voor zich en zijn zuster Gerritje Slotboom. daarvan de rato cavered Geert Kocks ende Dersken sijn huisvrouw.
hebben aan Hendrick Bruggencamp x Maria verkocht alle rechten en gerechtigheijt als erfgen. van wijlen Hendrik Helders. o.a. de Hellerstede in Winterswijk, Huppel.

Het is niet zeker dat het hier om dezelfde Jan Kempers gaat. Er treedt geen enkele Brevinck als doopgetuige bij de kinderen van Jan Kempers op, waardoor Maria waarschijnlijk niet hun moeder is. Bij bijna alle kinderen treedt een Tenckinck op. Waarschijnlijk heet de moeder van de achternaam Tenckinck.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Kempers, Jan (I2057)
 
788 5 mei 1897:
John van Hull wordt aangesteld als voogd van B. Kastein, 'a person of unsound mind'.
Bron: Sioux county Herald (Orange City, Iowa), 5 mei 1897, http://www.worldvitalrecords.com 
Family F6038
 
789 5 november 1577:
Verkoop door Adolp Rotgers, Grete ehel., aan Johan ten Berckel, Elsken ehel., van den goirskamp und garfgoirden mit ein pesken groenlandes, gelegen inden kerspel Wenterswick, buerschap Medeho, tusschen Goirshuis und Hermelinx goir, schetende mit enen ende an die Tjeinck mathe.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 55 fol. 67v

30 april 1588:
Verkoop door Griete nagelatene wedwe van zal. Aleff Rutgers, vermits Thonus them Koldenborch oren ietzigen man und mombar und Herman Rutgers oren oldsten soen, mit ratification oerer ander kinder, suster und broder, aan Henrich van Basten, vogt tott Wenterswick, Cristina ehel., van eenen camp lants geheten den Schepers Camp an den Loerdick, mit ein stuck hoijlants mit ein huisstede und uthdrift, wie datselvige zal. Aleff Rutgers van Herman Schepers eertijts erflick gekoft heft, inden kerspel Wenterswick, buirschap Medeho opten wege nae Groll gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 58, fol. 54r en v 
Family F3010
 
790 5 november 1646:
Erschenen Joost Warners Jenneken Kedden sijn huijsfrouw, Herman Kedden Elske Warners sijn Huijsfrouw ende Willem Warners Mette Vedderinck eheluijden, die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelde Summa geldes , rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben aen Tonnis Eerden Palick Maerkeloff eheluijden und dessen erven, haer obgemelten Verkoeperen Huijs ende Hoff, staende binnen Wenterswick inde Voerstadt mitt die sijden tussen Jurrien Willinck ende Henrich Everts huijsen ende hoevens, mett hett achterste deell van den Hoff schietende aende Weme, ende mett t' voorste ende aen de Straete, ende sulckx voor doorschlechtich kommervrij, uijtgesondert acht Carlus off tijn gemeine Stuijvers tins uijtt den achtersten Hoff, die Pastorie van Wenterswick Jaerlicks competierende. Deeses gecediert und uijtgegaen. Daerop mit hand, halm und monde vertegen, oock waerschat, verner und beter verschrivongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer Verkoeperen geriede ende ongeriede goederen, sonder Exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 415 fol. 32v

18 februari 1653:
Veneris 18. Februarij Anno 1653 - Stattholder Joost ter Vile Coernoten Peter Cloeck Joannes ter Woort
Erschenen Gertruidt van Assbeck Weduwe Rauwerts, ten overstaen van haeren Soon Goossen Rauwerts haeren tott deser saeken erkorenen Momber, die bekande met authoriteit haeres Mombers voorss. voor sich und haeren erven voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Thonis Eerdens Pallick Markeloff eheluijden und haeren erven een stuck Goordenlandts voor Wenterswick ande Misterstraete mitt eenen sijdt naest Roloff Volmers hoff mitter ander naest den wegh, mitt eenen einde an Blesius Volmers ende Tonnis ten Cortschats goordene, mitten anderen oock an een wegh nae die Slesewicker goordens schietende, mit sijn toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtigh kummerfrij, uijtgesondert daeruijt gaenden gewoontlicke tijnde, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, Sonder exception ende argelist
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 418 fol. 52, 52v

4 juni 1657:
Toenis van Eerde als ambtman ende verwalter van de alhier gelegen goederen van Jonker Georgh Frederich van Asbeck ten Berge ende Dravenhorst, heeft uit last van zijn heer avergelaten ende verkoft ahn Jr. Jacob van Dunnewolt, overste wachtmeister ten dienste van zijn Churfurst.Durchlts. van Brandenburgh en juffer Agnes Margareta van Padevoort ehelieden, sekere hoeijmaet die Weselers maet genoemt in den kerspel Wenterswick, buhrshap Medehoe tussen heeren coeperen busch, Nijenhuijsen ende Camphuijser maeten gelegen.
(Op 4-3-1658 heeft Jonker Georgh Frederick van Asbeck ten Berge ende Dravenhorst deze cessie van Tonnis van Erde van de Wessels maete aen Jr. Jacob van Dunnewoldt ende juffer Agnes Margareta van Padevoort gedaen, geratificiert ende geapprobiert).
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 420, fol. 35r

10 februari 1670:
Erschenen Aelbert Schulte van Huppel die bekande oprechter wettelijcker schult, herkoomende van verkoft holdt, an Tonnis van Eerden schuldich te sijn, die summa van 40 dlr. en 3 str., beloofde die selve neffens huidigen dages kosten over 14 dagen te betaelen, onder verbant van sijn goederen ende poene van reele ende parate executie ende distractie.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 131, fol. 21r

18 mei 1693:
Pallick Markloef wed. Toenis van Eerden verkoopt aan Jan van Wullen X Catharina Schutte hun huijs tussen Berent Willink huis en Lourens Evers huis, .... tegens de Koestegge metten daer achter liggende hof ofte boemgaart.
Bron: Das collectie Winterswijk, aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

28 april 1694:
Joost Hendrik van Asbeecke. schuld (wegens aan de vrouws moeder zall. Agnes van Eerden wed. Asbeek geleend geld) aan wijlen Adriaan Poppinck (obl. 25-12-1648).
en door Tonnis van Eerden aan voorn. Arien Poppincks soon Derck Poppinck i.e. 4-12-1661 restitueert. Dewelcke obl. voorts in schijn van restitutie door Tonnis van Eerde gedaan aan den comp. ovl? werd gerestitueert op reghten deughdelicker schuld schuldig te weesen aan Palcke Marcolf voor haar zelfst en als boedelhoudster v.d. kinderen van Tonnis van Eerden somma van 250 R.D.
.... die binnen Morsche o.d. Haeveste Dravenhorst.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F1621
 
791 5 oktober 1616:
Erschenen Johan Onnekinck voer sich und mede als echte Man und Mombaer Aelkens Sijner huijsfrouwen, daervoer hie van ratificatie deses cavierde, die bekande voer sich sijne huisfrow vorschreven und haren erven,voer eene walbetaelde Summa geldes ondergemelt, bester gestaldt rechtens in pandtschap avergelaten und verkofft toehebben, Johan Onnekinck (: op Onnekinck Cavenstede wonhafft :) Stijnen sijner huijsfrouwen und haren erven een hoeck Wuesten grondes in Onnekinck gelegen und gehorich, den halven Rietganck genant, mit eener sijdt ant Rott, mitter ander sijdt anden Onnekinck Buss, inden Kerspel Wenterschwick buerschap Raetman gelegen, mit eenen ende ande Specken Maet, mit t'ander ende ande ander helfft des Rietgangs so Pandtverkopere moch in gebruick hebben, schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, tot haren Koperen besten orbar und profijt toe genieten und gebruicken, voer Kummerfij. Dese gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft na Landtrechte. Die Loese beijdersijdtz een Vierendeell Jaers te voeren te verkunden vorbeholden, und demnae op Michaelis, 14 dage voer offt nae, mitte Somma van Sess und Dertich daler, Bredefortscher gangbarer geweerden, toe loesen. Alles bij peen van pendong na Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 389 fol. 57, 57v 
Family F11488
 
792 5 post Ephipan. Tjeinck, Joost (I21230)
 
793 5 post Trinit. Leuking, Eesse (I20345)
 
794 5 september 1615:
Erschenen Joist Grefinckhoff Anna Voerknecht eheluide, und hebben voer sich und haren erven (: naest revocatie und repetitie van Seigneur Wessel Schenck :) vrijwillich und walbedechtlich in behueff walgemelts Seigneur Schencks und sijner erven gerenuntieert und vertegen op sodane Erff und guet, Lutke Grievinck, inden Kerspell Aelten gelegen, sampt dessen toebehoer und gerechticheit, als meergemelter Seigneur Schenck hunluijden hierbevorens in Julio 1609 conditionalick und tot revocatie ingedaen. Bekennende daervan nu voorts gienerlei recht noch gerechticheit teholden noch te pretendeeren ten eewigen tijden. Sonder exceptie und argelist.

Erschenen Joist Grefinckhoff Anna Voerknechtz eheluide, und hebben voer sich und haren erven, vrijwillich und walbedechtlich in behueff der Ehr- und Doegentsamer Gertruidt Schenck wedtwen Tols und haren erven, gerenuntieert und resigniert op sodane Maten inden Kerspell Aalten, buerschap Lintell bij Trommeslegers Steedtken gelegen, als gemelte Gertruidt Schenck wedtwe Tols
f. 53 - hunluijden den 8.n Julij Anno 1609 tot revocatie ingedaen. Bekenden daervan nu voorts gienerlei toesprueck, recht noch gerechticheit tehebben noch tebeholden, ten ewigen tijden, Sonder exceptie unnd argelist.

Erschenen Joist Grefinckhoff, Anna Voerknechts eheluide, und avergeven eene schrifftlicke zedell van Transport und renuntiatie harer goederen und actien, und respective stipulatien und Gelofften sijns Grefinckhoffs, van hunluijden beijden, sampt Lehnardt van Elverfelt Voogt und Cornoot tot Aelten , und Jan Schaers mit eigenen handen onderschreven, Und bekanden voer sich und haren erven, die in gedachte Zedell specificierte und benoempte Erven, goederen, actien und Credita, sampt derselven toebehorongen und gerechticheiden den Ernvesten Seigneur Salomon Voerknecht, borgern und Coopheern tot Amsterdam, Joanna Hoofft eheluiden, und haren erven, erfflick avergelaten, cediert und transportiert tehebben, averlieten, cedierden und transportierden dieselven vermmitz desen, und hebben daerop allet voer sich und haren erven in behueff van Seigneur Salomon Voerknecht, huijsfrow und erven vorschreven, wie oick sonderling hie Joist Grevinckhoff op t'gene hem à part
f. 53 v - concerniert, in gedachte Zedell verhaellt, in behueff aller Interessenten und die solcx concernieren möge, mit hant, halm und monde gerenuntieert und vertegen. Desselven waerschap , beter verschrijvong und vestniss, Oick hij Joist Grefinckhoff sijne daerbij gedane particuliere renuntiatie und geloffte t'achtervolgen und volntrecken, und derselven waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, und wijderen Inholtz angemelter avergegevenen Zedulen. Allet sonder exceptie bedrogh und argelist. Luijdende meerangereigte Zedell van Woort toe Woorde als volgt:
Demnach der Ernhaffte Joist Grevinckhoff und die Eerbare und Tugentsame Anna Fuerknecht desselben ehelichen Hausfrouw , in Zeitt als dieselben in Koningsbergen Ihre residentz gehabt, Ihren respective liebenn Swagern und Brudern, den Ernvesten Salomonam Fuerknecht burgern und Kauffman in Amstelredam van verscheiden Kauffmansswaren welche Ehr Fuerknecht Ihme Grevinckhoff, als der Zeitt gewesenen factorn, zugesant uber Viertausent guldens hollandischer wehrung sein schuldich verpleiben, und uberdass dieselben von gedachten Ihren bruderen desselben Elterlicke in Aelten situirte behausung, met den speicher und hoff sampt ein stuck landes de Maijlandt genamet, fur Dreijhondert
f. 54 - und achtzehen reichstaleren gekaufft, und die kauffpennongen, oder ist den merentheill neben gebuerlichen Interresse noch zuverrichten obligiert sein, angesehen uff dan an doctorn Mirandae in Koningsbergen gegeben uberweisbrieffven von den selben keine Zalungh ist erhalten, zu deme Er Grevinckhoff und hausfrouw von das Erbe Reinerdinck im Kerspell Aelten, und baurschafft Iserlo, und das Erbe Entingh im kerspell Versevelt, funf Jaren lanck die pfächten uffgehäbt, aber Ime Fuerknecht noch nit eingeliebert, wie auch von den Ernvesten Jacoben Von Munster Zweihundert und Viertzich dem obgemelte Salomonam Fuerknecht pro quota zustendich gewesene thalern empfangen und sothane quotam und den Interesse Ime Fuerknecht noch nit verrichtet, und dan in seines Grevinckhoffs und desselben Hausfrouwen Vermuegen nit gewesen, sulche schulden zu verrichten, und das toweniger weilen dieselben auch anderen nemblich Jan Schars Dreihundert und Funff und Siebentzich gulden wegen einer rendtverschreibung und Dreihundert gulden wegen der Versetzter korter maten, Item Johanni Nachtegall Einhundert und Zwelff gulden, uber das Lubbert den Wecheler Einhundert und funffzich gulden, und an andern schulden so gemeinlich pluckschulden genamet werden, Zwohundert und Zwoundsechtzich gulden noch schuldich sein, so haben Ermelter Jobst Grevinckhoff und Anna Voerknecht desselben Hausfrouw mit
f. 54 v - genuchsamen furbedacht und Ihren freien willen stede, fest, und unwiderofflich obbemelten Iren lieben swagern und brudern Salomonam Voerknecht und der Ehr und tugentreiche Joanna Hoofft, desselben ehelicher Hausfrouwen und derenselben Erben fur den obangerechten Ime Furknecht auss stehenden schulden wie auch fur den obspecificierten pfanden so er Grevinckhoff und seine hausfrouw dem gedachten Jan Schars, Johanni Nachtegallen und Lubbert van Wecheler schuldich sein, sampt vor den hievorgementionierten pluckschulden(: welche mehrgemelte Voerknecht zu betzalen angenommen hatt : ) ubergeven, cediert und uffgetragen, die furgedachte behausung, speicher und Hoff in Aelten stehende, sampt das stucke landts das Nielandt, wie auch ein Cavelstede das Pasch genamt, mit Ihren iuribus und pertinentijs; item ein mate die Bullenscher Maten genennet, und den Viertenteil Einer in Alter Hemmel gelegene maten, sampt Ire angemaeste ijedoch Inen mit gestendichte actiones aenden obgemelten gutten Reinerdinck und Lutinck, und daneben . fur actiones und furderung Soo Ihnen einiger massen an burgern und eingesessenen zu Konigsbergen compatiren mogen, sampt alle Ire anderen im Ampte und herlicheit Bredevort gelegene und vorhandene gutteren, keine davon aussbescheiden, mit allen daranhabende gerechten und gerechticheiden, und alle actiones und forderongen soo dieselben uff weilandt Johanssen
f. 55 - Voerknechts und Johanna Schencks desselben gewesener hausfrouwenm, Iren Elteren, nachgelassenen gutteren, und der gantze Erbhoff haben, auch Inen einiger massen wider ermelten Johanssen Voerknechts und Hausfrouwen Iren Eltern nachgelassenen Kindern undt erben compatirde, und haben derwegen fur sich und Iren Erben auff sulchen cedirten Guetteren, actionen, rechten und gerechticheiten, im seines Salomon Fuerknechts, seiner Hausfrouwen und Erben behueff, inder alderbundigster formen, ewigen Verziegh getaen, datzu und an keinen regtes spruch, furderungh oder einig recht oder
gerechticheit in zubehalten, haben auch sich ferner verpflichtet personlich fur den Aeltischen Landtgerichte zu erscheinen, und dese cession, renunciation und aufftracht zu recognosciren und inder bester, bestendigster und bundigster formen zu meheren seines Fuerknechts und desselben Erben Versecherungh, die Ubergifft, cession, aufftracht, und renunciation abermaln zu thun und alles was datzu das recht, die nottrufft, landes brauch, gewoonheit undt stylus iudicij erfurdert, zuverrichten und nichts davon zu underlassen, auch er Joist Grevinckhoff und Hausfrauw in Aidt stat, fur sich und sijnen Erben gelobt, geredet und versprochen, dis alles und Endes zu allen Zeiten genehm, vast, und unverbruchlich zu halten, dawider nichts zu thun, zuhandlen, furzunehmen, noch schaffen getan zu werden, und freiwillich und wolbedechtlich auff allen geistlichen und weltlichen rechten, beneficien, item heren landen und staten, constitutionen, ordnungen und
f. 55 v - satzungen und gewoonheiten, soo Inen ietzo oder in kunfftigen Zeitten hiewieder auxilijren und furdert sein mugen. Ewiglich renuncijert, und sich daran begeben, undt hatt ferner obgemelte Jobst Grevinckhoff, fur sich und sijnen Erben, wollwissentlich, freiwillich und wolbedechtlich auff alle action, zuspruch und furderung so Er voor dato auff und zu gemelter seiner Hausfrouwen Annen Voerknechts Iren bruttern und fruntschafft einichsins gehabt oder pretendiren mugen, wie auch auff allen schrifften, brieve undt instrument denselben sampt zaliger Johann Voorknecht und dessen verlassenschafft concernirende, mit halm und munde renuncijrt und verziegen, und sich deroselben gentzlich und zumalen begeben, auch sich hiefur aller differentien, smehung und lasterung sowoll wieder sein Hausfrouw als deroselben freunden und verwanten, sich zumall und allerdings zu enthalten, gelobt und versprochen, thuet auch solches hiemit und in krafft dieses, und zu dessen Urkundt dieselben, und auff Iren begeren die Ernthaffte Lenaert van Elverveldt Vogt und Johan Schars eingesessen zu Aelten, diesen actum mit selbst handen underschrieben. Also beschehen den Dretzehenden monatz Augusti des Jaers sechtzehnhundert und funftzehn Im Aelten. Und was mit verscheiden Handen onderschreven.
Jost Grevinchoff, Anna Voerknechts, Lehnart van Elverfelt, Vogt tot Aelten, Johan Schars.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 52v-55 
Family F12727
 
795 6 april 1588:
Naell, weduwe zal. Kerstgen Laeckinck, mit Elssken und Jenneken Laeckinck oere dochteren, vermits Herman Laeckinck resp. oere soon, broder und mombar, hebben bekandt schuldich tho sein aan Johan Poelhuiss, borger tott Wenterschwick, Merrij ehel., die summa van 275 dlr. Hiervoor hebben zij aan Johan Poelhuiss upgedragen 8 dlr. und daertho noch 8 molder roggen jairlicher renten, alle jaer op Meij (anno 90 eerst) te verschijnen uth verkoeperen thobehoerende koeweijde geheiten die Reisst, inden kerspell Wenterschwick buirschap Medeho, bei Erdens gorden und mit einen eijnde an den wegh gelegen, sambt den Laeckincks gorden, darbei liggendt, vortt uth dat alinge erve und guet Laeckiunck. Volgen bepalingen die de handelingsbevoegdheid t.a.v. het goed Laeckinck voor de eigenaren beperken ter bescherming van de rechte van de Poelhuiss. De jairrente kan alle jair op Meidach, 14 dagen them lengsten daernae, gelost worden mit 275 dlr. So waell koperen anss verkoperen mogen die loess ein vierdell jaers thovorens upseggen und verkundigen. (in de kant: geloest 29 Sept. 1613).
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 58, fol. 50v en 50Ar

16 maart 1599:
Thonijs ten Koldenberch, Griete ehel., bekanden ontfangen te hebben van Johan Poilhuis, Merrie ehel., die summa van 130 dlr., daervan sie assignierden 8 dlr. renten jairlix, op Mitfasten tho verschijnen. Stellende tot onderpand ein kamp den Steenkamp genant, inden kerspel Wenterswick buerschap Medeho tuisschen Lammerdinck und Oistendarp gelegen. Die lose alle jaer een vierdell jaers thovoren tho verkondigen voorbeholden und demnae toe geschieden.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 61, fol. 68v

28 januari 1602:
Assuer Rasehorn, richter van Bredevoort, verklaart dat Johan Polhauss, burger zu Wenterswick, voor hem is verschenen om te remonstreren dat de moeder van Elsken, Jenneken und Herman Laickinck, nu wijlen Naelen, in 1588 275 daler van hem heeft opgenomen en ontfangen, und darvor jarlichs eine seckere pension van rogge und gelt verschreven heeft, und derwegen het gantze guett Laickinck verhypothiciert had (verschrijvong d.d. 6-4-1588). Er is nu een achterstand van dele jaren pension. Daarom wil Poelhus nu de gebuerliche loskundigung doen, welke via de richter der heerlijkheid geschiedt.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 64, fol. 19r en v

9 april 1610:
Erschenen die Edell. etc. Sondach van Munster, Joanna van den Boetzler ehel., die bekanden in pandtschap sampt rostlicken vreedsame besitt und gebruick avergelaten und verkoft te hebben aan der Erbare Marie Boenck, wedwen zal. Johan Poelhuis und haren kinderen, dat erf und guet Dieterinck, dat tegenwoirdichlick Willem Huninck int gebruick heeft; item de Camphuis woonstee, bynnen morsch und visscherie, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, mit ihren alingen toebehorong, uthgesondert den Steinkamp, den Dieters langen kamp, so Willem ten Hagen, Hobbenack und Willem Schoppers int gebruickund pantschap, sampt ein maetgen, so Cornelijs Schmit int gebruick heft etc. Mit veronderpandung aller und jeder ihr jegenwoirdigen und toekomstgen gereede ind ongereden goederen. Die loese jaerlicks op Paeschen, 14 dagen daernae, wen dieselve ein half jaer toevoren verkundet, mit eine summa van 750 dll. te doen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 72, fol. 64 r en v en 65 r

14 mei 1624:
Maria Boenck, wed. Jan Poelhuijs in leven burger tot Wenterswick, bekande dat het voorgenomen houwelijck tussen haeren soon Jan Poelhuijs en Grietje Wijnants, met haren goeden voorweten, geschiet is ende wat haar soon Andries Poelhuijs desentwege so tot Amsterdam als Haerlem uijt haren naem gedaen en voorgedragen heeft, haere last en boedell geweest toe sijn, wenschende haren soon ende sijner liever bruijt de Godts genade, ende segen ende een gesont lange fromdich (?) en vreedich leven, begerende dat hare geboden off kerckspraeck vervolgens behoerlicke kercken ordeninge volvoert werden mogen.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 397 fol. 24v

31 januari 1629: Andries, Jan, Rotger en Gerrit Poelhuijs, gebroeder, als omen en voermonderen hares zal. broeders Cornelis Poelhuijs nagelaten kinderen, verkopen namens harer puillen aan Henrick Willinck X Lijsbeth twee goordens voor het dorp Winterswijk.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 402 fol. 4v 
Family F4942
 
796 6 april 1618:
Erschenen Lubbert Brussen ethwas schwack van lijchame, nochtans doer Godts genaden guetes vernufftz und verstandts, so an hem niet anders te sien und horen was, betrachtende menschlicke sterfflicheit, und sijne grote Krenckte, oik des doodts stunden onsekerheit, als mede dat hij und sijn Huijsfrow van verscheidene Ehe Kinder hedden, alss woll hie voer eerst sijne Siele in die handt des Heeren bevolen hebben,
fol 16 - und als sijnen Drie Jongste Kinder noch Klein wehren, als naemplick Dorithe, Jenneken und Heilken, So hefft hie , ouick mit raedt und consent sijner Huijssfrouwen, denselven Ideren Eenhondert daler van sijnen goede voer uth geordent und gegeven, met vorder beding und conditie, dat Imfall enige van denselven sonder echte lijffserven natelaten queme te sterven datse alssdan totten lesten toe dieselve op malckanderen werven sollen, Woll oick und begeerde, dat (: voerbeholden tuschen hem und sijn huijssfrow, sambt deerselven Voerkinderen opgerichteden Verdragen :) sijn huijsfrow nae oprichtong eens rechtmatigen Inventarij, die Behuijsong biss tot der Kinder, offt immers sijns Soons Jans mondigen Jaeren, bewhonen, daertegen der Kinder bestes doen und bevorderen moge. Aengaende sijnen Kerckenrekenong, dieselve achtede hie nae sijne anteickenong alsoe recht tesijn, doch daer enigh missverstandt daerbij benomen werden mochte, begeerde solcx richtich te maecken nae behoren. Und alsoe hij hierbevorens in behoeff der Armen Vifftich daler verordent gehadt, daervan Twintich tot behoeff der Kercken angewendt wehren, Soe sollen die restierende
fol 16 v - Dertich Daler alnoch ande Armen toe Bredeforth verrichtet werden, Daertoe woill hie noch den Armen t'Aelten Vijffundtwintich gulden, und dan in genere den Armen, nae sijner huijsfrouwen goetduncken te verrichten Drie Molder Roggen verordent und legiert hebben. Seggende tot goeder memorien dat hij van zeligen Derick Wedlinck een Suermaets deel gekofft und betaelt hedde, Daertoe wehr die Wedtwen Wedlincks hem vermoge eener Obligation noch Vijffundvijfftich daler hoefftsum, neffens interesse und wess hij noch bestaende verteert, schuldich.

Bron: ORA Bvt inv.nr. 391 fol. 16-17, transcriptie Henk Ruessink

17 oktober 1618:
Johan thoe Linthom X Enneken hebben 40 daler schuld aan Lubbert Brussen X Aelken.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 391 fol. 47, 47v

19 februari 1619:
Peter Timmerman X Finame (?) Hendricks verkopen aan Lubbert Brussen X Aelken Brethouwer een jaerlicx pension van 6 daler.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 392 fol. 16

23 december 1622:
Joist Droste X Catharina van Schloen verkoopt aan Lubbert Brussen und sijnen soon Johan een stuck landt die Buijninck Bree genant op de Mister Esch.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 395 fol. 52

14 januari 1637:
14 Jan. 1637 verklaren keurnoten van Bredevoort dat aan Johan Cortsz en zijn huisvrouw Gerritken Heynen door Lubberd Brusse en sijn huisvr. Aelken Brethouwer, stiefvader en moeder van Jan Corts huisvrouw, een overeenkomst is angeboden waarin aan de kinderen van Aelken, nl. Henrick en Gerritken uit haar eerste huwelijk met salr. Tobias Heijnen 1400 daalders worden toegekend wegens het versterf van Gerrit Heynen.
Bron: Henk Ruessink: Het Heijnenverhaal, uit RAG: Oud Rechterlijk Archief Bredevoort, volontaire protocollen 1637/1638, vgl. 21 augustus 1650 fol. 145v

14 januari 1643:
Lubbert Brussen, Aelken Brethouwers eheluiden, bekanden frijwillich und welbedechtlick, dat sie malkanderen besten ende bestendichsten gestalt rechtens in allen haren gereiden und ongereiden goederen, gene uhtgesondert betuchten hebben wilden, doende sulx kraggt deses, gestalt dat die lestlevende van hun eheluijden voors. alle gereiden und ongereide guederen giene uthgesondert tuchtswijse sall erholden genieten gebruiken und ter goeder nootturfftt daervan leven, oock derselven guederen enige in onverhapentlicken nootvall te verkopen, verpanden ende sunst te beswahren moegen alles sonder enigerlei indracht.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 39

15 maart 1650:
Lubbert Brussen, Aelken Brethouwers eheluijde und hij Lubbert Brusse schwack van lijve, dennoch door Godts genade goedes vernuffts und Verstandts und sijner sinnen well mechtich so ahn hem niet anders niet te sien ende te hoeren was und bekande voor sich und haeren erven, dat sij betrachtende die menschlijcke sterfflijckheit unde der Stunden des doths unsekerheit alles vrijwillich und walbedachtelick van haeren guideren hiermede und Kraft dieses gedisponeert hebben wollen Also und dergestallt demnae haere dochter Derckessken Bruissen hun voele Jaren herwarts ten getrowlicksten opgewagtet und noch op huiden dese Stunde is opwachtende unde alle kindtlijcken troost, hulp und bijstandt in haeren hogen olderdomb is doende unde so volgens oock in het Lehen die naeste sijnde dat sij derhalve uijt desen en anderen haer daertoe bewegenden ehrhefflijcken oorsaeken willen, gelijck sij oock doen ende disponieren bij desen als sulx aen bestendigsten ende besten geschien kan ende magh dat obgemelte haerder dogter Derssken Bruissen haere Kinderen und Erven sullen nae haeren der comparanten beijder dooth erven, hebben en holden haere behuijsungh alhier binnen Bredevoorth gestalt sij dieselve tegenwoordigh bewohnen met hetgeene daerin naegell ende paalvast is, cum annexis, den Merffelts Kamp met het Kleine Kampken daerbij, den olden gaarden met dat huijsken dahrin ende den gaarden die verhuirt ende langes den heelwegh ende den olden gaarden gelegen is, Twie Koewijden ende een Suijrmaets deell mitz dat sij Derssken und haere mitbeschrevenen nae haeren der disponenten doode die Summa van Twieduijsent dall. ahn die mitt Erffgenahmen daervoor betaelen ende verrichten sollen und daertegens t'voorss: huijs und andere voerbenoembde parcelen gelijck voorgesegt erfflick occuperen, innehmen, nae haer willen gebruijcken und erfflick bewohnen, hebben und besitten sollen ende moegen und eevenwall tho den overigen samptlijcken goederen so gereiden als ongereiden, sampt schuldt und wederschuldt dat sij Dersken und haere mitbeschrevene mit den anderen der disponenten Erffgenahmen tott gelijcke deijlongh pro quota treden sollen, om dat nae haeren der disponenten dode geen verschill, moijte offte onheil errijsen mochte. Ende also dan onder andere redenen ende motiven mede is dat de dogter Geesken sijnde de oldeste op de strate enden die naeste inden bloede oock mochte met het Lehen Sonderloe worden belehnt, so is onsen wille almede dat sij t'selve magh verheffen, erfflicken hebben ende holden mitz uijtkierende ahn haere mitt-Erffgenahmen nae doden die Summa van twieduijsent twiehondert dall. ende vijff Rosennobels volgens daervan opgerichteden coop bie inkoop desselven gepassiert, over welcke dispositie, approbatie des Lehenheren wordt versocht ende oock mit den eersten sall gesollicitiert worden, sijnde also dese dispositie voor twie Mannen van Lehen, so well als alhier ten Landtrechte bestedigt, versoekende disponenten datt sulcken haeren uijtersten willen met selffs handen onderschreven moge protocolliert ende nae haeren affsterven stedevast ende onwederroeplick geholden ende naegekomen worden, Eenuncierende op alle exception, beneficien, privilegien, invulten?, statuten, vrij: ende gewoonheiden ter contrarie dienende sonder gefehrde und argelist. Was onderschreven: Lubbert Brussen, Aelken Brethouwers.
Bron: RAG: Oud Rechterlijk Archief Bredevoort, volontaire protocollen inv.nr. 417 fol 12r-13r

Veneris 3 martij 1654 Joost ter Vile, Coernoten Peter Cloeck, Willem Hertlieff
Oelken Bredthouwers, weduwe van zal. Lubbert Brusse mit Rudolph Theben haer momber, Kranck sijnde van lijve, doch goedes Verstandts, gelijck an haer niets anders te sien off vernehmen was enden betrachtende des doodes sekerheit ende die onsekerheit van denselven, woll voor eerst haere Siele van deselve haere Lijve scheiden wordt inden hande haerer Scheppers enden Erloesers, und haer Lichaem Christlicken gebruijcke ter Errden toe bestellen haeren Erffgenamen bevolen, enden voorts alle dispositien bij haer enden haeren zal. Man opgericht ongekrenckt wesende? ende onverbreeklick geholden enden in alle puncten ende clausulen nochmals bestendight? hebben, woll demneegst uijt ... tott een gedechtnis van haer, vermaeckt an Ursula ter Woordt ende Dorothea Haeffkens haere dochter beide kinderen elck eene summa van hondert daler, daerbeneffens an haer dogterken Ursula ter Woort een bedde liggende opte Camer met een Polluwe, twie Kussens, een par laeken, een par Kusstoge met een Deeke. Ahn haer dochter Dorothea Haeffkens oock een bedde daerop die testatrix wahr slapende, met een polluwe, een par Kussens, een par laeken, een par Kusstoge met een Deeke. Dienvolgesn sij haer uijtersten Wille dat niemandt van haer Erffgenamen haeren Sohn Johan Haeffkens und haere dochter Dersken Brussen sijn huijsfrow directelick off indirectelick sollen an sin sijn off aenmoeden eenige rekening te doen vande opkompsten haerder goederen inde verlopen Jahren gevaller die Sie in lijfftucht beseten heeft, alsoe sie daervan geleefft hebbe ende tott die huijssholdinge verdaen sijn, enden sunsten niemandt daerop te prætendieren heeft.
So sij oock haer wille dat haer Soon Johan Haeffkens enden haer dochter voor alle goede handteekeninge die sij an haer in haeren hogen olderdom bewesen hebben, die opkompsten van haere guederen die int StarffJahr daerin sie sall komen te overliden vervallen, solle genieten ende opboeren tott haeren besten, sonder contradictie off bespieringe van Jemandt, mits daertegens oock uijtrichtende die costen over die begreffnisse.
So sij oock haeren wille, dat haere Erffgenamen uijt den sambgoede enden uijt haere nalantenschap inden Row sollen gekledet worden.
Bron: RAG, ORA Bvt inv.nr. 418 fol. 88v, 89r 
Family F9306
 
797 6 april 1618:
Lubbert Brussen, etwas swack van lichame, maakt zijn testament op. Hij en zijn huisvrouw hebben van verscheidene ehe kinderen. Omdat zijn drie jongste kinderen Dorithe, Jenneken en Heilken, nog klein zijn krijgen zij elk honderd daler. Zijn huisvrouw mag, na opmaken van een inventaris, in het huis wonen totdat de kinderen, of immers zijn zoon Jan, volwassen zijn. Zijn kerkenrekening zou recht moeten zijn maar mocht daar een misverstand over zijn dan moet dat eerst rechtgetrokken worden. De armen krijgen 50 daler waarvan 20 tot behoef van de kerk aangewend worden en de resterende 30 daler aan de armen van Bredevoort geschonken worden. Verder nog de armen van Aalten 25 daler.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 391 fol. 16, 16v 
Brussen, Lubbert (I39521)
 
798 6 augustus 1636:
Erschene Warner Eelkinck als tegenw(oerdige)
besiter und eijgendombsheer des erffs u(nd)
guedes Eelkinck in den kerspell Wenterszwic(k,)
buerschap Miste gelegen, kraft des weled(elen)
und gestrengen Henricks van Eck toe Med(ler)
und Harsseloe, opperjagermeesters van Velou(wen,)
schultis van Zutphen, an den Edlen H(ove)
desz furstendobms Gelre und Graeffschaft Z(utphen)
mit ordeel und recht erholdenen, an sich (ver-)
worvenen und ihme, Eelkinck am viertie(nden)
junij naestleden gerichtlich gedane c(ession)
und updragt gemelten erffs und guedes, U(nd in)
bester gestalt rechtens van hare hof(hoerigheit)
vrij, quijt und losz gesproken sijne sust(er Lijsken)
Eelkinck, huijsfrouw Coenen Koops, sam(pt der-)
selven twie kinder Geerdt und Merrij(e Koops)
als oick sijnen broeder Willem Eel(kinck.)
Dieselven, sampt und besonder vrij, quijt und (losz)
sprekende hiermit und in kraft deses.
Deses gecediert und uthgegaen. Daero(p)
mit hant, halm und monde gerenuntiee(rt)
und vertegen, wahrschap, verner und bet(er)
verschrijvongh und vestnis gelaeft nae ho(f-)
und landtrechte. Alles sonder excepti(on)
und argelist.
Bron: Koops deel 2: RAG: RABvt vol.prot. inv.nr. 409, fol. 47v. 
Family F1573
 
799 6 augustus 1645:
Erschenen Johan Honders Jenneken eheluide, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an haren broeder ende suster Hendrick Honders Aelken eheluiden und haren erven, haer alinge anpart ende andeell van de Honderstede, sampt alles wess sie daerop enichsins int klein off groot wegen olderlicker erffenis toe prætendieren gehadt inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Cathen gelegen, Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 414 fol. 68, transcriptie Henk Ruessink 
Family F5786
 
800 6 augustus 1645:
Johan Honders, Jenneken eheluiden verkopen an haren broeder en suster Hendrick Honders, Aelken eheluiden haer alinge anpart en andeell vande Honderstede inden kerspell Wenterschwick Buhrschap Cathen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1645, inv.nr. 414 fol. 68

Martis 1 Junij 1658 - Drost ende Richter Georgh Nicolaes vander Lawick, Coernoten Peter Cloeck, Willem Hertlieff
Erschenen Bernt Roex die bekande voor sich ende sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlicker pension avergelaeten ende verkofft te hebben an Aelken Wenninck, weduwe van zal. Henrick Honders ende haeren erven, Sess daler ende een oort, Jaerlix op Meij ende op Meij 1659 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande een stuck Landes inden Roex Kamp ongefehr van Vijff schepels geseij, het brede stuck genoempt, inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Wolt gelegen om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten ende schaeden mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen. Die Loesse een Vierendeell
fol 95 v - te voren te verkundigen voorbeholden ende demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van Hondert endeVijffendetwintich dall., den dall. ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, te loessen. Alles bij pone van peindinge als voorschreven. Sonder exception ende argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, inv.nr. 420 fol. 95r, v

2 mei 1684:
Die ietzige Wittib Honders (marge: Hunders) in Wenterswick sambt dessen sohn Henrich und seiner jungen frawen Trineken Oesterwick genandt accordirten ihren abgelebten grossmutter Ahleken versterb, seine Erbwinnung und seiner frawen vorgemelt auffahrt. Item Gerdt Honders freylassung op 90 Rd. in termijnen.
Bron: Kwartierstaat Greidanus-Jaeger in stamreeksen, Archief Wasserburg Anholt Rep. 64, nr. 27, f. 87v 
Family F1744
 

      «Prev «1 ... 12 13 14 15 16 17 18 19 20 ... 92» Next»


Library z-lib z-library zlibrary project