Achterhoek Ancestors

Notes


Matches 451 to 500 of 4,561

      «Prev «1 ... 6 7 8 9 10 11 12 13 14 ... 92» Next»

 #   Notes   Linked to 
451 21 april 1643:
Erschenen Rudolph Oeijinck, militieren onder sijn Graffl: Gn. Graeff Herman Otto Graeff tott Limburgh ende Bronckhorst, die bekande voor sich, Elisabeth te Buckell sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtens steden, ewigen und onwederroeplicken erffkoopes overgelaten und verkoft te hebben an Geert te Buckell Hendersken te Buckell eheluijden und haeren erven, sijn und huijsfrouwen alinge anpart recht und gerechtigheit van het hoffhoerige erff und guedt Buckell voor Bredevoort gelegen, niet int klein off groote daervan uthbescheiden alles mitt dessen toebehoer und gerechtigheit.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 51 
Family F9609
 
452 21 april 1701:
Henrick Frecken X Aleijda Gijsberts verkopen aan Berent te Kortschot X Jenneken het halve goet het Corschot in Henxel so als zij het geerft hebben van Hendrik Gijsberts.

23 maart 1706:
Berent te Kortschot X Jenneken Tenckinck draagt zijn praetentie op het huis van Jacob Weeninck te Bredevoort over aan Johan Mentinck X Hendrina Schutten.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F361
 
453 21 april 1717:
Wessel te Buckel X Ermgerd Lomans lenen van de Diaconie van bredevoort 150 Car.Gln.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

Liberale Gifte Aalten 1748:
Wes. te Bokkel, weduwenaer van Armert Lomans, heeft 5 kinder, alle getr. Eedt ged. en den 1. term. gefurneert.
Bron: J.C. Klompenhouwer, transcriptie Liberale Gifte Aalten 1748 
Family F1442
 
454 21 augustus 1697:
Berent ter Culve, wonend op het hofgoed van Schulte Hendrik Willinck, en zijn zoons Jan en Derck hebben Tonnis Kempers zo zwaar mishandeld (i.v.m. plaggenmaaien) dat hij gestorven is. De daders zijn in de nacht van 17 op 18 augustus er vandoor gegaan met medeneming van vee, beesten en paarden . Bernt had nog een grote achterstand in de pachtbetaling. Tonnis Kempers was de "huijskesman", die ook op Willinck woonde.
Bron: brief Te Voortwis d.d. 17-4-1999, RAG: RABvt inv.nr. 154 d.d. 21-8-1697.

1698:
Aeltjen te Kulve, dochter van Berent te Kulve, heeft sinds 1695 een kind van Jan Meerdinck. Ook de manslag op Tonnis Kempers komt ter prake.
Bron: brief Te Voortwis d.d. 17-4-1999, RAG: RABvt inv.nr. 336, jaar 1698.

1699:
Berent ter Culve gedetineerd wegens manslag; Dr. Hengel is de gevolmachtigde in fiscabilibus (komt overeen met de huidige Officier van Justitie); Berents advocaat is Dr. Evers.
Bron: brief Te Voortwis d.d. 17-4-1999, RAG: RABvt inv.nr. 268 d.d. 21-3-1699

Januari 1704:
Fije Bodders of te Culve op Willinck: Volgens de weduwe Willinck verkeerde het goed in goede staat, toen Fije het betrok; nu is het vervallen.
Bron: brief Te Voortwis d.d. 17-4-1999, RAG: RABvt inv.nr. 342, Interrogatoria begin januari 1704.

14 juli 1704:
Fije ter Kulve op Willinck; in een accoord, indertijd gesloten in bijzijn van wederzijdse vrienden, is afgesproken dat Bernt te Culve 100 gulden zou betalen aan de familie Kempers als Bernt er zonder lijfstraf van af kwam. Bernt zat toen gevangen in Bredevoort zonder dat hij wist of hij lijfstraf zou krijgen.
Bron: brief Te Voortwis d.d. 17-4-1999, RAG: RABvt inv.nr. 342 Interrogatoria 14-7-1704

18 juli 1704:
Berent Sellinck heeft in soodaene proceduijre als hij met sijne medemomboijren voor de onmindige kinderen van wijlen Tonnis Kempers tegens Fije ter Culve en haaren soone geentameert pro litium expensis onder verbandt van sijn persoon en goederen etc. De super stipulando.

1707:
Fija Budders, weduwe van wijlen Bernt ter Culve, in proces met Schulte Willinck gewikkeld.
Bron: brief Te Voortwis d.d. 17-4-1999, RAG: Hof van Gelderland, Civiel Proces 6905

27 mei 1707:
Proces tegen Fije Budders. Zij stelt pand: 1/4 van t Erve en Goedt Conincks, Woold.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F5131
 
455 21 augustus 1697: Berent ter Culve, wonend op het hofgoed van Schulte Hendrik Willinck, en zijn zoons Jan en Derck hebben Tonnis Kempers zo zwaar mishandeld (ivm planenmaaien) dat hij gestorven is. De daders zijn in de nacht van 17 op 18 augustus er vandoor gegaan met medeneming van vee, beesten en paarden (Bernt had nog een grote achterstand in de pachtbetaling).
Bron: brief J.B. te Voortwis d.d. 17-4-1999, ORA Bvt inv. 154, d.d. 21-8-1697 
Weevers, Tonnis (I29019)
 
456 21 augustus 1704:
Erscheenen Garrit Jan Scholten weduwenaer van wijlen Jantjen ter Nieth voorhebbend zijnde zijch te verandersaeten met Lubbeken ten Cotte proponeerde desen weled: Ger: hoedaenigh hij compt. ten overstaen van dedinghsluijden en vrienden is opgeright een maegescheit de dato den 29 julij 1704 waarbij den weder? voor der selver moederlicke naelaetenschap eens voor al het gelijck geset wort bij desen eene summa van hondert caroli guldens, met naevolgende uijtbereijdinge te weeten dat de outste doghter Hendersken benoemt vande geseijde 200 (?) glns sal hebben te profijteren de summa van 20 gln ende ses, des moeders kiste de halve kleedinge soo linnen als wullen, sootet(?) des selfs lijf bij haer leven heeft gehoort,
ende andere doghter Eefke mede sal genieten een nieuwe kiste van 3 1/2 voet, met de andere halfscheijt des moeders kledinge als voorens geseijt, oock sal de selve genieten de summa van 20 gln daarteegens de beijde de soonen Derck en Garit Jan van deese voorstaende summa worden uitgetelt ieder voor hooft 30 glns met elk een pijen rock welcke summa sal worden voldaen ten zijde als de kinderen komen te trouwen, off als sij tot haere mundige jaeren sullen gekoomen zijn, eghter mits dat de vaeder dese sijne kinderen sal hebben te versorgen in kost klederen als anders, soo nae hierlick en nae gewoonte gebruickelijk is.
tot deesen allen te aghtervolgen en nae te koomen, soo heeft de bestevaeder Harmen ter Nieth hier verklaert als momber en daar voor verborginge doende, dat de kinderen in geene deelen sullen benaedeelt oft kort komen, waer op gestipuleert.
Bron: ORABvt inv.nr. 548

Op heden dato ondergeschr. is een liefflik en vrindlik verdrag en maghscheijt gemakt ende gesloten tusschen Garrit Jan Scholten weduwenaer van wijlen Jantien ter Neet ter eener, ende sine vier kinderen bij hem en wijlen sin huijsvrouw Jantien ter Neet geprocureert, met naeme Hendersken, Derk, Eefse en Garritjan ten Gussenkloe, over der selver moederlike versterfgoederen en naelaetenschap, waer voor de oomen en mombaeren in desen respective hebben geintrevenieert, en sulks op volgende condittien

Eerstelik de gemelte Garritjan ten Gussenkloe vader van voernoemde dese sine vier gespetsificierde kinderen hebben te geven en uut te kieren voor derselver moederlike naelaetenschap, eens voor all de somma van hondert guld: segge 100 carl. gl. met desselfs uutbereijdinge hier naeder volgende

Ten tweeden sal de ouste doghter Hendersken van dese voorstaende somma hebben te profitteren ter somma ad twintig guld: en tot utbereijdinge de moeders kiste, ende halve moeders kledinge, soo linnen als wullen soo tot derselver liff is gehorende gewest. Ende andere dogter Eefse mede een nieuwe kiste van 3 1/2 voet, met de andere halfscheijt der moeders kledinge als voorseijt met nog de somma van twintig guld:

Hier beneffens sal aen beijde soonen Derk en Garritjan van dese voorstaende somma worden utgetelt ieder voor helft? ofte gedeelte 30 guldens, met elk een nieuwe pien rock.

Welke parselen sullen worden voldaen ende utgekiert, ten tide als de kinderen koomen te trouwen, ofte tot haere mundige jaeren gekomen sin.

Mits noghtants dat de vaeder dese sine kinderen sal hebben te versorgen in kost als anders, soo naeburlik en nae gewonte gebruijkelik is.

Des ter oirconde van waerheijt is dese van contraghenten beijdersits eigenhandig geteijkent, onder verbandt van persoonen en goederen, die selve submitterende ter judicature van alle reghteren en gerighten sptsialiken den wel edelen hoove van Gelderlant. Act: Aelten den 19 julij 1704.

Onderstont
Garritjan ten Scholten
Dit is het mark van Harmen ter Neet als grootvaeder
Dit is het mark van Hendrik Duijnk als oom
Dit is het mark van Ceune Bullens
Dit is het mark van Leutte Vreers gen. Neet
Berent ten Gussenkloe
Derk Tolkamp
Dit is het mark van Hendrik ter Neet
Eghbert Wijghers
Dit is het mark van Hendrik Navis
Dit is het mark van Harmen ter Horst

Testis
Elvervelt, vooght
Bron: ORA Bvt inv.nr. 548 
Family F6743
 
457 21 augustus 1719:
Theodorus van Romunde X Lucia Heijnen met Warner Lebbink X Johanna geertruit van Romunde verkopen aan Hendrik in t Walvaer, vrouw en erven, bouland op de Cemmenade onder Aalten (met begrenzing).
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen oud rechterlijk archief Bredevoort 
Family F9359
 
458 21 februari 1626:
Rotger van Graes als vader en momber van zijn kinderen bij Reintken Onnekinck, Coepe Elinck X Geesken Onnekinck, Stijntken Onnekinck, verkopen aan Blesius Volmer X Aelken haer vaders Willem Onnekincks behuijsinge, in den darpe Wenterswick, mit eener sijdt an Cortbeecker behuijsing, mitter ander sijdt langs Bastens grondt und Voerwech gelegen, voer ande strate, achter mit des achterhuijskens kubbenrecht an Bastens hoff schietende, mit derselver vaelt, toebehoeringh, und gerechtigheit.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 399 fol. 13v, 14 
Onnekinck, Willem (I39581)
 
459 21 februari 1655:
Jacob ten Elsen en Elisabeth sijn huisfr. hebben avergelaten en verkoft aan Herman Laerberch, Lijsken ehelieden, 18 dall. jaerlix op Maij ende op Maij 1656 eerst toe verschijnen, stellende tot onderpand sijnen kamp, den Elser kamp aldernaest Maes Huijs in Medehoe, voorts sijnen goorden gelijckfals bij Maes huijs, ende Loerbergs maat, die Albers Weijde genant, gelegen. (Anno 1664 den 25 Maij voldaen ende betaelt).
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 419 fol. 6r en v

In 1664 tekenen Jacob ten Elsen en Lijsbeth zijn vrouw een schuldbekentenis aan hun zuster Geesken ten Elsen weduwe van Werner Tenckinck voor de som van 190 daalders uit haar kindsdeel waarbij ze als onderpand het huis en hof van 't Elsen geven.
Bron: Riek Beskers: Meddo deel 2 
Family F7407
 
460 21 februari 1656:
Erschenen Anna, Weduwe van zal. Herman Dijckhoff, mit Jan ter Pelckwick haeren in deser saeken erkoren ende toegelaeten Momber, ende Frans Dijckhoff Hinneken Vellers eheluijden die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes stedigen ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Jan ten Poelhuijs Geessken Boeijnck sijner huijsfrouwen ende erven, haer huijs, hoff ende wehre inde Medehoesche strate binnen Wenterswick, mit eener sijdt langs Henderick ten Kreijls huijs ende wehre, mitter ander langs Jacob Willincks huijs ende grondt gelegen, achter an doctor Smits grondt schietende, voor doorschlechtigh kummerfrij allodial goedt, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 419 fol. 47v 
Family F9970
 
461 21 februari 1656:
Erschenen Anna, Weduwe van zal. Herman Dijckhoff, mit Jan ter Pelckwick haeren in deser saeken erkoren ende toegelaeten Momber, ende Frans Dijckhoff Hinneken Vellers eheluijden die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes stedigen ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Jan ten Poelhuijs Geessken Boeijnck sijner huijsfrouwen ende erven, haer huijs, hoff ende wehre inde Medehoesche strate binnen Wenterswick, mit eener sijdt langs Henderick ten Kreijls huijs ende wehre, mitter ander langs Jacob Willincks huijs ende grondt gelegen, achter an doctor Smits grondt schietende, voor doorschlechtigh kummerfrij allodial goedt, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 419 fol. 47v 
Family F11620
 
462 21 januari 1336:
Der Scholaster Rotgherus des Stifts Vreden verpachtet die ihm auf Lebenszeit von Pröpstin und Kapitel des Stifts Vreden überlassene Huse Broderinc, Kspl. Wyntersvyc, Bschft. Ratmen, dem Henrico dicto Zachteleven und dem Johanni, dem Sohne der Gerburgis, Frau des Henrici, mit Zustimmung der Pröpstin Helene auf 24 Jahre gegen Abgabe des 3. Teils der hanzen Ernte - mit Ausnahme des Heus - ah ihn (Rotgher), bezw. nach seinem Tode an das Stift. Der Verpächter bezw. das Stift bezahlen 1/3 des grossen Zehnten, nämlich 8 Scheffel Weizen Zehntmass, das übrige und den schmalen Zehnten die Anpächter usw. usw. Nach den 24 Jahren müssen die Anpächter die Huse verlassen. Wenn Johannes oder sein Bruder Lambertus hörige des Stifts werden, sollen sie die Huse erblich erhalten. Rotgher und Pröpstin siegeln.
Zeugen: Bernardus Hesebesen, Johannes Hildeboldinc, dessen Sohn Ludolphys, Johannes Lecync, Lambertus Dubboldinc.
Bron: Dr. L. Schmitz: Urkunden des fürstlich Salm-Salm'schen Archives in Anholt, Münster 1902 
Hildeboldinc, Johannes (I52774)
 
463 21 januari 1336:
Der Scholaster Rotgherus des Stifts Vreden verpachtet die ihm auf Lebenszeit von Pröpstin und Kapitel des Stifts Vreden überlassene Huse Broderinc, Kspl. Wyntersvyc, Bschft. Ratmen, dem Henrico dicto Zachteleven und dem Johanni, dem Sohne der Gerburgis, Frau des Henrici, mit Zustimmung der Pröpstin Helene auf 24 Jahre gegen Abgabe des 3. Teils der hanzen Ernte - mit Ausnahme des Heus - ah ihn (Rotgher), bezw. nach seinem Tode an das Stift. Der Verpächter bezw. das Stift bezahlen 1/3 des grossen Zehnten, nämlich 8 Scheffel Weizen Zehntmass, das übrige und den schmalen Zehnten die Anpächter usw. usw. Nach den 24 Jahren müssen die Anpächter die Huse verlassen. Wenn Johannes oder sein Bruder Lambertus hörige des Stifts werden, sollen sie die Huse erblich erhalten. Rotgher und Pröpstin siegeln.
Zeugen: Bernardus Hesebesen, Johannes Hildeboldinc, dessen Sohn Ludolphys, Johannes Lecync, Lambertus Dubboldinc.
Bron: Dr. L. Schmitz: Urkunden des fürstlich Salm-Salm'schen Archives in Anholt, Münster 1902 
Family F14516
 
464 21 januari 1567:
Ick Jacob van der Capellen Droste to Brefort in namen und van wegen des edelen und walgeboren hern Diderichs van Brunckhorst und Batenborch hern to Anholt, Bannerhern to Baer und Latum Panthern to Brefort etc. mins edelen lieven hern do kondt und bekenne dat ick in stadt walgedachts hern ein landtsedelicke wesselunge und bute gehalden hebbe mit der Erwerdiger Edeler walgeboren und werdigen Frowen Margareta geboren gravin to Honstein Pravestin und samptlichen Capittel des vrij weltlicken Stifts Vreden, also dat ick oir G. und W. to ener wesselunge avergewieset und togestelt hebbe eine bis an des huses Brefort hofhorige persone genant Bele Gesinx Wernner Gesinx und Marien siner huisfr. echte dochter geboren van des huses Brefort hofgudt Gesinck gelegen in den kerspel Wenterswick in der burschap Medeho, so die up walgedachter Pravestin und Capittel erff und gudt Brorinck in der burschap Ratman ehlich bestadet ist worden, und hebbe dair voir und jegen van Pravestin und Capittel vurs. angenommen und ontfangen in hofhoricheit tot behoef des huses Brefort
Nalen Hunders Z. Hinrix und Wiilhelme Hunders echte dochter die upten vurs. Brefortsch hofgude Gesinck ehelicher bestadet und gebracht is worden, also und dergestalt dat gerorte Bele sich nu voirtan na des Capitels vurs. und dair iegens Nale Hunders sich nu henforder na dem huse Brefort richten und holden sollen und willen, und gelave diesem nach voir mij und mijn nakomenden Amptluden wolgedachter Pravestin und Capitel fulkomen warschap to doen als na dieses ortes landtsedelichen gebruick behoren sall sonder argelist, dess in oirkondt der warheit hebbe ick ampts wegen min siegel an diesen brieff gehangen die gegeven is den XXI. dach Januarii A XV C LXVII
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d

15 juli 1571:
Up Gesinck beide frowen gestorven, und hebben onberaden dochters nagelaten elck eine.
Bron: Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F8797
 
465 21 januari 1567:
Ick Jacob van der Capellen Droste to Brefort in namen und van wegen des edelen und walgeboren hern Diderichs van Brunckhorst und Batenborch hern to Anholt, Bannerhern to Baer und Latum Panthern to Brefort etc. mins edelen lieven hern do kondt und bekenne dat ick in stadt walgedachts hern ein landtsedelicke wesselunge und bute gehalden hebbe mit der Erwerdiger Edeler walgeboren und werdigen Frowen Margareta geboren gravin to Honstein Pravestin und samptlichen Capittel des vrij weltlicken Stifts Vreden, also dat ick oir G. und W. to ener wesselunge avergewieset und togestelt hebbe eine bis an des huses Brefort hofhorige persone genant Bele Gesinx Wernner Gesinx und Marien siner huisfr. echte dochter geboren van des huses Brefort hofgudt Gesinck gelegen in den kerspel Wenterswick in der burschap Medeho, so die up walgedachter Pravestin und Capittel erff und gudt Brorinck in der burschap Ratman ehlich bestadet ist worden, und hebbe dair voir und jegen van Pravestin und Capittel vurs. angenommen und ontfangen in hofhoricheit tot behoef des huses Brefort
Nalen Hunders Z. Hinrix und Wiilhelme Hunders echte dochter die upten vurs. Brefortsch hofgude Gesinck ehelicher bestadet und gebracht is worden, also und dergestalt dat gerorte Bele sich nu voirtan na des Capitels vurs. und dair iegens Nale Hunders sich nu henforder na dem huse Brefort richten und holden sollen und willen, und gelave diesem nach voir mij und mijn nakomenden Amptluden wolgedachter Pravestin und Capitel fulkomen warschap to doen als na dieses ortes landtsedelichen gebruick behoren sall sonder argelist, dess in oirkondt der warheit hebbe ick ampts wegen min siegel an diesen brieff gehangen die gegeven is den XXI. dach Januarii A XV C LXVII
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F11460
 
466 21 januari 1577:
Verkoop door Derick Resinck aan sinen broder Werner Reesinck, Gesken ehel., van sin alinge andeill an ein stucke seylandes geheiten den Vogelpol, gelegen in den kerspel van Wenteswick, buurschap Medeho, achter der hellen pulten, tuischen Poelhuiser Weerdt und Nienhuis Vogelpoll, mit sin olde und nhie gerechticheit.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 55, fol. 4r

21 januari 1577:
Werner Reesinck, Gesken ehel., hebben bekant, so Werner sonder liefs echte geboirte zou overlijden, so heft hie nu van sinen hude gegeven aan sinen broder Derick 20 daler; bij overlijden van Werner moet Derick die vurs. 20 dalers voir aff hebben, und sall effen wall tot sins Werners nalatenschaft mit sinen anderen broderen to gelicken deilen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 55, fol 4r

12 maart 1577:
Kerstgen Laickinck, Ailken ehel., heeft upgedragen und avergegeven aan Werner Reessinck, Gesken ehel., jairlix up Suncy Martiny vier den halven daler uth sin lieftucht genant den Lantinx goirden, gelegen inden kerspel Wenterswick, buirschap Medeho voir Laykinx busch, und is bescheiden dat die bowman upter guede Lantinck jarlix van siner pacht die betalungh doen sall. Kerstgen zal die vors. rente jarlix up vors. termin losen mugen mit 57 daler; die ene zal dem anderen die lose ein vierdel jairs tovoren verwittigen und upkondigen. Kerstgen heeft voorts gelaeft jarlix op aanwijzing van Werner uit Medeho ein voder hoys binnen Wenterswick to foren.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 55 fol. 15v 
Family F5991
 
467 21 januari 1617:
Erschenen Janneken Reessinck, wedtwe Johan Reessincks, mit Johan Reessinck haren Sohn und tot deser saecken erkornen und toegelatenen Mombaer, und hie Johan Reessinck vor sich selffs, die bekanden voer sich und haren erven, voer eine walbetaelte Summa geldes rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft te hebben Thoeben Boesinck, Hinrick sijner huijsfrouwen und haeren erven die derde garve van eenen Camp in Reessinck offt Bonen Cavenstede genant gehorich und inde buerschap Hengstell gelegen, t' Veldeken genant, und die beterschap der Derden garven vanden Goirden Kamp, baven die Vijfftich daler hoefftsummen van gemelte Boesinck daerop belagt, gestaldt dat Boesinck und mitbeschrevengemelte Garffe Jairlicx uthnemen sullen. Edoch mit expresse conditie und Wilkuer, daer Rentverkoeperen Jairlicx voer Jacobi Sess daler erleggen werden, dat sie daermit die garffe tot deser quoten sollen redimieren und vrijen mogen, sonst niet, stellende gemelte Kamp daervoer t'onderpande. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit handt und monde vertegen, waerschap, beter Verschrijvongh und vestniss gelaefft na Landtrechte. Die Loese ein Vierendeell Jairs toevoren toeverkunden voerbeholden, und demnae op Lichtmiss purificationis Mariæ, viertien dage voer offt nae, mitte Summa van Hondert daler, den daler ad Dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent obgemelter geweerden, toe loesen. Alles bij peen van pendong nae Landtrechte und an den Panden allen achterstandt sampt Kosten und schaden toeverhalen. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 389 fol. 6v, 7 
Family F11489
 
468 21 januari 1617:
Erschenen Johan Onnekinck in Raetman, und bekende voer sich, Aelken sijner echter huijsfrouwen, und haren erven, Alsoe sijn Stieffvader Henrick Onnekinck und Margriete (: sijns Jans Moeder :) eheluijden zaliger, in haren hoochsten noeden tot ransoengelt haerer beesten und schattonge van Henrick Drijhuijss Jenneken eheluijdende Summa van Hondert daler opgenomen, und daervoer die Dalbrede, in Onnekinck gehorich, und midden inden Rodde gelegen, pandtschewijse verkofft, und daertoe twie Vijme Boeckweiten Jairlicx renten verschreven, und daervan eine Obligatie und verschrijvong, voer Sander ter Woert und Derick
fol 3 v - Lebbinck als coernoten in dato Vijfftienhondert Tachtentich, onder gemelte Cornoten eigenhande gepassiert, nu den onmondigen nagelatenen Kinderen Wessels ten Drijhuijss, genant Wilterdinck, toestendich. Voert ratificatie und beter Verschrijvong und Vestnissse gelaefft. Wijderen inholtz der originaell Verschrijvong hierbij vertoent und toe registreren gebeden. Dat hij Johan Onnekinck und sijn huijssfraw vorschreven tot voldoenong sijner Pechte und Heeren saecken, van Henrick Wilterdinck gemelter Kinderen Stieffvaeder, noch Negentien daler Eeenundtwintich stuver opgenomen und obgemelte Pandtschillinck und Hoefftsomme daermit verhoegt hedde, Und hefft demnae allet, voer sich gemelter sijner Huijssfrow und haren erven, obgedachter Renth- und Pandtverschrijvong bester gestaldt aller Rechten und Gerichten, als off dieselve voer vollen Gerichte gepassiert, oeck geapprobiert, ratificiert und bestedigt, doende solcx Krafft deses, gelavende derselven waerschap, beter verschrijvong und vestniss nae Landtrechte. Bij veronderpandong aller sijner und mitbeschrevener iegenwoirdigen und toekompstigen, gereiden und ongereiden goederen, woe offt waer die gelegen und antoetreffen wehren, sich daeran tot Voldoenong obgemelter und iegenwoirdiger Verschrijvong, sampt hinder, kosten und schaden mit pendongh nae Landtrechte toe verhalen. Allet sonder exception und argelist.
Luijdende gemelte Verschrijvong van woirdt toe woorde als volgt:
Ich Margarita Onnekinck bekenne mitz deser loffweerdiger Schrifften, dat Ich bij tijden mijns Mans, zalige Derick Onnekinck, in sweeren anliggenden Kriegsnoten, so schatzungen und berovinge van Kuene und peerden, verne wederomme te rantsoenene, und nu wedder bij itzigen
fol 4 - Henderich Onnekincx tijden in selvigen fallen verscheidelichen hebben opnemen moten van Hindrich Drijhuijss, Jenneken sijner Huijsfrouwen, die Somma van Hondert daler, ideren daler zu Drissich stuver ad Vijfftien placken den Stuver zu rechenen nae lopender Munten, von welcher Summa pfennungen Wij Hindrich Onnekinck und Griete Ihme Henrich Drijhuijss und Jenneken und Ihren erven, mitz desen voer versetten Jaerlicxen tegebruickene unsere toebehorige Dalbrede, tot unserm guede Onnekincks horich, welche Dalbrede Hendrich und Jenneken bess ten tijden und soe lange sullen und mogen gebruicken, sie beijde eheluiden sodane Hondert daler als vorgemelt van onss wedderomme kunnen entrichtet und betaelt worden und wij eheluijden Onnekinck laven totten Breeden Ihme Drijhuijse noch Jaerlichs t' gunnen twie Vijme boeckweiten, derwijlen die Brede die Hondert daler niet verhantgelden kan. Auch lave wij eheluide toe Onnekinck vur onss onssen erven, derwijlen wij Hoffluide sinnen dem Huise Bredeforth und alssdan ohne genedige Vergunstigunge unserer Wollgeboren
fol 4 v - frouwen zu von Anholdt die Dalbreede niet woll versetten konnen oder mogen, dat wij ten alder irsten, sovern moglichen, die Verwilligunge wollen krijgen, damit Drijhuijss onbedrogen sijn sall, Laven allen tijt betere Vestenisse und Verschrijvonge te doene. Dan die eine als der ander mach die Lose alle Jaer vercondigen laten. Und die Loese op Sunte Marten viertien dage vuer offte nae onverhaelt. Sonder alle argelist. Desen in wahren getuichnissen hebben Sander ter Woert und Derick Lebbinck alse Gerichtz Coernoten diese Cedele unser eheluijden Onnekincx bede halven,
Untergeschreven, Actum xvC tachtentich. Und was onderschreven Sander ter Woerdt, Dijrick Lebbijnck.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie): ORA Bvt inv.nr. 390 fol. 3-4v 
Family F11018
 
469 21 januari 1626:
Johan Hoeffkens, wed. Henrick Heckerfelt, mit Willem Hoeffkens haren broeder als momber, und sie mede als moeder van haere dochter Heijle Heckerfelt, verklaarde wegens haar zal. ehemans nalatenschap overgelaten te hebben aan Berendt Jansen X Mechtelt Heckerfelts, 1/4 deel van het erve Wassinck in Miste, 1/4 camp ande Ossenweijde, Broeckhuijsens landt und Mister Esch gelegen, 1/4 deel der halve maete int Veentken voor Bredeforth daarvan Jacob Switinck die ander helffe toestendich,
it. den halven goirden ingemelte maet gelegen, daervan oick Jacob Swijtinck d'and. helffte toestendich.
und 1/4 der pandschap an een stuck landes opt Mister Esch den van Merfelt toestendich, mit 150 daler te loesen.

Erschenen Berendt Jansen X Mechtelt Heckerfelt vanwege hares Mechteldts vaderlicke nalatenschap van haer moeijen Jan Haeffken wed. zal. Henrick Heckerfeldt affgedeilt und befredigt te sijn en dragen aan haar en haar dochter over hun recht op hun vaders nagelaten huijs und hoff binnen Bredeforth, 3/4 van Wassinck in Miste, 3/4 des camps ande Ossenweijde, Broeckhuijsens landt und Mister Esch, 3/4 der halve mathe int veentken voer Bredeforth gelegen, daervan Jacob Swijtinck die ander helffte toestendich, und 3/4 der pandtschap an seecker stuck landes opt Mister Esch, den van Merfelt toestendich, mit 150 daler te loesen.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 399 fol. 5-6 
Family F11269
 
470 21 januari 1633:
Erschenen Carst Hemminck voer sich, Stine sijn huijsfrow, daervoer de rato cavierende, die bekande vor sich, Huijsfrow vorschreven und haren erven voer eene walbetaelte Somma geldes, bester gestalt rechtens in Pandtschap sampt rostlicken vreedsamen besit, nutz und gebruick avergelaten und verkofft thoe hebben, averliet und verkoffte vermitz desen an Berndt Goerkes Stijne sijn Huijsfrow und erven, haer Verkoperen kempken, die Beeckweijde genant, inden Kerspell Wenterswick, buerschap Miste, mit ener sijdt an Goerkinck Voermaet, mitter ander an Goerkinck Beeckweijde gelegen, mit eenen ende ande grote Beecke, mitten andern an Verkoepers Hoijlandt schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kommerfrij, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdel Jaers tho voren te verkunden beijdersijdts voerbeholden, und demnae op S. Agneet, den 21 Januarij, viertien dage voer offt nae onverhaelt, mitte Somma van Sestich daler den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, toe loesen. Alles sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 406 fol. 2, 2v

11 mei 1637:
Erschenen Carst Heminck genant Krosenbrinck Stijnen eheluide, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene welbetaelte Summa geldes onderbenent, bester gestalt rechtens in Pandtschap avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Lobeeck Naele eheluiden und haren erven, een stuck hoijgrondts inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Miste int Krosenbrinck mit beijden sijden naest Goerkes Hoijlandt gelegen, mit eenen ende ant Besskinck Goor, mitten anderen an Pandtverkoeperen hoijgrondt schietende, gestalt Rotger Geerdes t' selve voor desen int gebruijck gehadt hefft, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkunden beijdersijtz voerbeholden und demnae op Petri Cathedra, viertijn dagen voer offt nae onverhaelt, mitte Somma van Vijff und Sestich daller, den daller ad dertich tuiver, den stuiver tott vijfftijn placken gerekent, te loesen. Sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 26v

24 april 1638:
Erschenen Karst Krosenbrinck Stine eheluide die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten ende verkofft te hebben an Henrick Lobeck Naele eheluiden und haren erven, die Derde garve mitten stro van een Moldergeseij Landes opten Goerkinck Esch tuschen Goorkincks Landes gelegen, mitt eenen ende nae t' Veldt, mitten anderen an Goorkincks Lohe schietende, Jaerlix kummerffrij van te heffen und boeren, Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh gemelten stuck Landes. Die Loese een halff Jaer te verkunden beijdersijts voerbeholden und demnae Jaerlix op Meij, viertijn dagen voer offt nae onverhaelt mitte Somma van Hondert Daller, den daller ad dertich stuiver, den stuiver tott vijfftijn placken gerekent, te loesen. Alles sonder Exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 67v

5 juni 1641:
Erschenen Carst ten Krosenbrinck die bekande voor sich, Stine sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, die bekande in qualiteit vorschreven voor sich und sijnen erven in Pandtschap sampt rostlicken vredsamen besit avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Lobeck Naele Gielinck eheluiden und haren erven een Stuckessken hoijgrondes langes die Goorkes Mate, mit eenen ende an Besskinck Goor, mitten anderen an een Kampken tendens die grote Beke schietende, mit dessen toebehoer und gerechtigheit. Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen. Die Loese een Vierendeel Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij viertijn dagen daernae onverhaelt mitte Summa van Vijfftich dall., den dall. ad dertich stuiver, den stuiver tott vijfftijn placken gerekent, te loesen. Sonder exception ende argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 412 fol. 33v 
Family F11411
 
471 21 januari 1675:
Genoemd Hendrik ten Bengevoort zijn schoonvader zal. Jan Garritsen Meijs.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 136

29 juli 1675:
Harmen Huisinck en sijn huisvrouw verkopen an Hendrik ten Bengevoort X Geesken Meijs ehel. de .... seecker belijckhoofken binnen Wenterswijck naast ....ers Meijsters gront... Jan Hoofkes gaerden en ... Evert Storms gaerden ende an de Beecke langs die Weninck Maete geleegen etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 476

28 januari 1686:
Derck Onnekinck schuld aan Hendrick ten Bengevoort.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

4 februari 1687:
Henders? Eefsink wed. Jan met stiefzoon Joost Eefsink (= Wilterdink) jverkopen aan Hendrik te Bengevoort X Gesina Meys 1/3 part v.d. Roesslinckwijber.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

19 maart 1687:
Jan Stam X Berendeken Gossinck dr. van Elsken Gossinck draagt het goed Gossinck op aan Hendrik te Bengevoort X GEsina Meijs.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

2 februari 1686:
Coepe en Rotger van Graes mede voor hun zuster Mariken verkopen grond aan Gerrit Meis.

id. dragen op aan Hendrik te Bengevoort X Geesken Meijs een hoff ende weijde aen de Medehoesche strate tussen Eppenhoffs goorden en Hendrick Meijnenhuis

id. aan Koorgenoot Jan ten Bengevoort een Goorden tussen hem en Gerrit Meijs goordens aen de Weeme geleden.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 428

12 maart 1689:
Jan Jacob Coenen schuld aan Hendrik te Bengevoort 120 gl.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

23 maart 1691:
Jenneken Meinerdinck wed. Gosselich Ruwelinck dragen op aan Gerrit Meijs en Hendrick te Bengevoort een som geldts uit een stuk land onder den goede Onnekinck geleden. (d.d. 28 september 1630).
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 431

1 februari 1694:
Berent Kempers op Drijhuijs is aan Hendrik te Bengevoort schuldig 70 Caroli gulden.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

5 april 1694:
Herman Wahmelinck schuld aan Hendrik ten Bengevoort X Gesina Meijs fl. 1354,-. Pand: zijn huis, deel aan de Sijpe. Sijn ...rden op de Poelhuijs camp.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 432

17 mei 1694:
Herman Loickinck schuld aan Hendrik te Bengevoort (o.a. wegens bier en koorn) 740 Caroli gulden.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

18 april 1695:
Geert Verinck schuld aan Hendrik te Bengevoort wegens afgehaelde bieren en verschuldete Heeren penninge die summa van 120 gln. onder verbant van sijn persoon en goederen in specie beesten, paerden, gesaeij, mest. etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F6377
 
472 21 juli 1617:
Gerrit Jonckbloet X Enneken Snijders, Johan Bartels X Maria Otterbeck, bekennen vanwege hun vaderlicke nalatenschap, van Gerrit Gijsberts hun oom en Mechtelt Schnijders haerer moeder eheluiden volkomen voldaen te zijn.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 390 fol. 43, 43v 
Family F11119
 
473 21 juli 1641:
Jan Onnekinck die Jonge, mit sijnen vader oock Jan Onneckinck wil als horige erkend worden. Het hoffgericht accepteert comparant Johan Onnekinck en Derisken ten Drijhuijs ehluiden als hoflieden des Haves toe Miste. Zij geven zich horig naar de hoff toe Onnekinck inden kerspell Wenterswick Buerschap Raetman. Zij mogen elk een onbenoemd kind vrij maken.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C

27 november 1645:
Johan Onnekinck in Raetman den junger Derissken eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, mit approben? consent ende voorweten des heeren rentmeisters Joost ter Vile, voor eene walbetaelte summa geldes jaerlixer pension avergelaten und verkoft te hebben Bernt Koesinck Fenne eheluiden und haren erven vijfftijn dall: den dall ad dertich str. den str. tott vijfftien placken, jaerlix op Michaelis, und op Michaelis des jaers sestijnhondert ses und viertich eerst toeverschijnen, stellende daervoor t'onderpande die Onnekinck kavenstede inden kerspell Wenterschwick buhrschap Raetman gelegen, namentlick dat huijs ende den hoff met den goorden en eenen kamp, ende voort alles dat tott der cavenstede gehoort, uthbescheiden die grote mathe, und noch daerenboven stellende tott onderpandte een hoijmaetken langes Koverdinck? ende an het Raetmansche veldt ende wegh gelegen, bij missbetalinge glr. renten, sullen Koesinck, sijne huijsfrouwe ende erven die derde garve glr landerijen heffen und boeren tott haere vorschrevene rente toe, deser gecediert und uthgegaen, die loese een vierendeell jaeres te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Michaelis viertijn dagen daernae onderhaelt, mitte summa van driehondert dall.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 414 fol. 77, 77v 
Family F2104
 
474 21 juni 1655:
Geerdt Teijlers en zijn vrouw Willemke verkopen een rente en kopen een goordenken met een madeken an Dijrkinck busch en die heeren mate
Bron: Kwartierstaat Greidanus-Jaeger in stamreeksen 44, RAG, RABvt nr. 419 f 19v

2 november 1663:
Wilhelm Pijpers nagelaten wed. van zal. Gert Teijlers bekent schuld aan Geert ten Elsen van 20 dlr. wegens huishuur en geeft hem in plaats daarvan een koe, twee kisten en drie kuivens die zij tot nog toe in gebruik gehad heeft
Bron: Kwartierstaat Greidanus-Jaeger in stamreeksen 44, RAG, RABvt nr. 424 f 49v 
Family F4411
 
475 21 juni 1677:
hatt Henrich Stemert der Junger aussen Kirspell Wenterschwick seine Erbwinning seiner frauen Mergen Pohlhauss auss Weneterschwick so freij sein solte Auffahrt ... dan aus seines Vatters Henrichen Steemerts und Mutters Engelen kunffigene Versterb in (gegenwart?) Johanssen bengforts auss Ww. in beij sambt verhandelt für achtzig zwij Rr. zu zahlen auff nächst? künfftigen Michaelis 1677 30 und in folgen... Jahr alss... 1678 die ubrige 52 Rr.
Bron: Das aantekeningen hofboek Anholt 
Family F3574
 
476 21 juni 1719:
Jan Prins X Janna Hubert hebben een schuld van 107 gulden aan de provisorij off Armen van Aalten.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen oud rechterlijk archief Bredevoort 
Family F7886
 
477 21 maart 1638:
Erschenen Velten Varninck Stine te Buckell eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Joist van Wenterschwick Stine ten Hietbrinck eheluiden und haren erven, haer stuck Hofflandes voer Bredevoort Mister Poorte ande Gansekuijle tuschen Wichartz te Buckells, Peter Eijckelkamps und Gerdt Juerdens goordens, und langs die sijdt van den Wech tegens Thebens Kamp over schietende, in sijne verdere bepalongh gelegen, und t' selve affgepaelt is, voer doorschlechtich kummerfrij, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, Sonder Exception und argelist.

Erschenen Frederich Smitz Adrianken Gisbertzen eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Velten Varninck Stine te Buckell eheluiden, haer respective Stieffvader und Moeder, Alles wess hun Comparanten van haren Vader Gisbert Claessen zaliger angeerfft, und wess Innen hiernaemaels van haer Moeder tegenwoordige huijsfrouwe van Velten Varninck vorschreven anerffen und ansterven konde und mochte, niet daervan uthbescheiden, hoe offt waer t' selve gelegen, Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 410 fol. 63v, 64

Lunæ 7 Junij 1658 - Drost ende Richter Georgh Nicolaes van der Lawick Coernoten: Peter Cloeck Willem Hertlieff
Erschenen Valentijn Vaerne Corporael van Tide Tammiga, Stijne te Buckel Eheluijde, die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben ahn Peter Gerritsen Aelken Frijlinck, eheluijden ende haeren erven, haere behuijsongh binnen Bredevoort tusschen Jan Kerstkens met die gasse ter eener, ende die Weduwe Ekelkamps ter ander sijden gelegen, voor ande straete achter anden Wall schietende, mit sijn toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, uhtgesondert acht stuijver ende een doijt thins Jaerlix. Deses erfflick gecediert ende
uhtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.

Erschenen Valentin Vaerne Carporaell van Capitain Tammiga, Stine te Buckel eheluijde, die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben ahn Derck Kras Nelleken Oost eheluijden ende haeren Erven, haeren Hoff voor die Aelter Poorte int Veenken, met eener sijdt met die graffte an Rudolph Thebens grundt, mitter ander sunder graffte ahn zal. Evert van Aeltens grundt gelegen, mit eenen einde van achteren oock met sijn graffte ahn Thebens grundt, voor ahn den gemeinen Wegh met sijn graffte, schietende, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.

Alsoe prætendirt wordt datt die eene Voordochter van Stine te Buckel, Valentin Vahrns huijsfrouwe, Nelleken Gijsbers genoembt, noch komen soll van wegen haer zaligen Vaeders Gijsbert Claessen van Rosendaells Versterff, die Summa van Vier ende Virtig gl. die an haer wan sie weder quame ende haer Erffdeel vorderde uijt den aen Derck Kras verkofften Hoff, sollen moeten betaelt werden, Is in persoon erschenen Henrick T'Jaekens laekenbereijder und is voor Valentijn Vahrne und desselven huijsfrouwe ten aensien van dese voorschreven 44 gl. an De(rck) Cras borge geworden voor alle nae be.ninge onder verbandt van sijn goedt .hebbende daertegens wederom Vel(ten) Vahrne und huijsfrouwe bij provisie in ha(nden) van Henrick T'Jakes vorschreven gelaeten ende bij hem in deposito nedergelegt tott sijn versekeringe die vorschreven 44 gl.
Hierbij in de marge op fol. 96: Stattholder Joost ter Vile, Cornoten Willem Hertlieff, Herman van Basten
Anno 1659 den 30. Julij is erschenen Wichart te Buckel ende heefft voor die 44 gl. so gepretendiert worden dat Nelleken Gijssbers solde van haer zal. Vaeders wegen competieren, gecaviert ende goet gesproken, onder verbant
sijner goederen daerop Velten ende Stine te Buckel gemelte 44 gl. van Henrick Tjaekes entfangen ende is hem T'Jaekes die borgtocht entslagen, in presentie van Derck Kras, sonder exceptie ende argelist. Nb. Vide protocolle cessiorum 1659 30 Julij.

Erschenen Hieronymus Hekell als Man ende Momber van Christina Gijssberts, die bekande voor sich, sijner huijsfrouwen voorschreven en den sijnen erven, dat Valentijn Vahrne ende Christine te Buckell Eheluijde, sijn Schoonmoeder ende Stieffvaeder hem vollenkomentlick contentiert ende betaelt hedden den eersten ende lesten penninck, aengaende t' Versterff van sijn zal. Schoonvaeder Gijsbert Claessen van Rosendael, quitierende daervan
mits desen, sonder exception ende argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 420 fol. 95-96v 
Family F10821
 
478 21 maart 1644:
Erschenen Henrick Rauwertz Elias Sohn, Margareta Spormekerinck sijner Huisfrouwen daervoor de rato cavierende, die bekande voor sich, huisfrow vorss. und sijnen erven, voor eene walontfangene Summa geldes onderbenent, den tijtt van twie Jaren op St. Peter deses Jaers eerst angerekent stevich ende vest in Pandtschap sampt rostelicken gebruijck avergelaten te hebben an Derck Schoemaker Jenneken eheluijden und haeren erven, eenstuck goorden landts voor den Darpe Wenterschwick in sijn Comparants goorden den Quappenborger gorden, mit eener sijdt naest Heeren goordens gelegen, allergestalt Pandtcoepere t'selve in gebruijck hebben. Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, Und assdan op Petri 1646 mitte Summa van Vijff und Dertich Rijxdall. te loesen, alles bij veronderpandongh gemelt stuck goordens, sampt aller sijner gereiden und ongereiden goederen. Is vorders veraffscheidet daer Pandtverkoeper t'selve stuck goordenlandts in tijtt der voorgemelte 2 Jaeren verkoepen wilde, dat alssdan Pandtholdere /: mits doende wat een ander :/ die naeste daertoe sijn sullen. Alles sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 414 fol. 16-16v 
Family F12449
 
479 21 mei 1658:
In de marge: Anno 1661 den 13. Maij erschenen Joanna van Asten, weduwe van Beerndt Mensinck, geassisteert mett haeren Soon oock genoemt Beerndt Mensinck ende bekanden van deese Vierhondert Daelder ende 51 str. voldaen ende betaelt te sijn. Ergo Vacat. Id testor Stephan Wisselinck landtschrijver.
Erschenen Derck Reeckman die bekande voor sich, Aelken sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, ende sijnen Erven voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlicker pension avergelaeten ende verkofft te hebben
an Joanna van Asten, weduwe van zal. Berndt Mensinck ende haeren Erven, Vierendetwintich Dall., den dall. ad dertich Stuijver hollantscher valuation, Jaerlix op Meij ende op Meij 1659 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande sijnen Camp Landes den Reeckmans Essinck genoembt, inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Miste, tuschen die Buninck Weijde ende Wichardt te Buckels landt in sijne kennelicke Vohr ende bepaelinge gelegen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten ende schaeden mit peindinge nae Landtrechte te verhaelen. Die Loese (een) halff Jaer te voren te verkundigen beijdersijts (voor)beholden ende demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van Vierhondert Dall. enden eenende Vijfftich Str. obgemelter geweerden te loessen. Alles bij pone van peindinge als vorschreven, sonder exception ende argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 420 fol. 91v-92 
Family F12423
 
480 21 mei 1674:
Betreft Berent Wolters. Zijn zoon Hendrik Wolters is zonder huwelijkse voorwaarden gehuwd met Berentien ter Slotboom en is enige weken geleden overleden.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F7961
 
481 21 mei 1695:
Hendrik Honders X Geesken ter Horst (geen kinderen). Bouman op Aelberdink. Deel an de nalatenschap zal gedeeld worden aan Geesken en haar vier voorkinderen.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F1778
 
482 21 mei 1700:
Jasper Oenck X Jenneken Niers erkopen aan Herman te Gronde X Geesken Liefferdinck, 1/2 Winckelscamp. 
Family F3466
 
483 21 mei 1735:
schuldbekentenisse door Berent Roeselink en sijn vrou aen Sr. Hendrik Willink en sijn vrou onder verband van haer eijgendomlijke huijzen de Stege en de Drukke? gnt. beijde op Vardink kennelijk gelegen.
Gerojeert 7-10-1745 teste prot.

10 mei 1738:
Schuldbekentenis door Berent Rueselink en vrou aen Sr. David Wijgink onder speciael verband van haer twe Cotsteden aen de Stege en aan Tonnis Sellinks huijs gent. op Vardink.

8 december 1740:
Peindinge door H:Walien Jansz. op de landerien onder Vardink gehoort hebbende de Druppe en Stege gent. bij Ber:Reuselink naegelaten.

12 december 1740:
Magescheid tussen Berend Reuselink wedr. van Aeltjen Honders en de momboren van de 3 onmundige kinderen, namentlijk Janna, Enneken en Jan Hendrik waerbij aen ijder kint voor moeders goet wort toegeset 150 Glns te saemen 450 Glns. en daer en boven een bedde met sijn toebehoren, neffens een koe en een kiste nae huijses vermogen dat het selve sullen komen te trekken als sullen trouwen off 20 jaren olt zijn, waer voor den geheelen boedel verbonden blijft, als breder bij dat aen mij ... toonde magescheit getekend 6-8-1716 en hier te versoeke van Jan Hendrik Reuselink geregistreerd 12-12-1740.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, repertorium Kotten 
Family F2144
 
484 21 mei 1784:
Opdragt van een stuk Bouwland het Michelstukke genaamd, min of meer groot 1½ schepel gezaaij op Arrisveld, tussen de Heren Gedeputeerden Landerijen kennelijk gelegen, door Aaltje Harmelink, weduwe van wijlen Teunis Woordes pro se en de rato caverende voor haar absente kinderen aan Jan Harmelink.

Bron: Das aantekeningen Volontaire protocollen Bredevoort. 
Family F35
 
485 21 oktober 1647:
Tonnies Elingh in Wenterswick fur seinen sohn und dessen künftigen Hausfr., Johan Hunderts guet gebürtigh die Erbwinnung verhandelt auf 60 Rd
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48, Arch. Anholt, Bestand 64 nr. 8 f 100

5 mei/maart 1664, Stinen Eheling in Wenterswick Verstarb, accordirt ad 48 RD (id nr. 27 f 11v)

14 juli 1665, Gerd Eheling die auffahrt seiner zweiter frauw 35 Rd (id 27 f 14)
2 augustus 1669, Gert Elinck en zijn vrouw Gertke kopen de hooimate die Dockum maete in dorpbuur (RABvt 471 f 46)
1 december 1681: Johan Ehling erbwinnung en seiner frouwen Jenneken Uffahrt, auch des benennten Johansen Ehelings besteVatters Thönnis und seins Vatters Gerhardten Versterb, zijn stiefmoeder Gerdtken, zijn zuster Stine, twee zusters zijn vrijgelaten, totaal 108 Rd in termijnen te betalen (Anholt nr 27 f 75)

Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48 
Family F137
 
486 21 september 1642:
Henrico van Basten, namens Wolter van Hoevell tot Hoijkinck ende juffr. Isabella van Martininga, verkoopt an Jan ten Brincke Geesken Nachtegallen eheluiden und haren erven drie gedeeltes in rechte soeven? parten van t'halve erve ende goet ter Niehte inden kerspel Aelten Buerschap Barle gelegen wat zij van haer zall. Moeije Armgardt van Bijlandt in twie gedeelten van t'voors. halve erve afgestorven is, voor kummerfrij, vorbeholden Jr. Coverden een molder Roggen uth het geheele goet.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 25v

Zelfde dag: Henr: van Basten, als volmachtiger van Henrick nings und Agnes Elikinck respective Pater ende Moeder, voorts samplicke conventuale susteren des cloosters St. Agnetis binnen Bocholt, verkoopt an Jan ten Brincke Geesken Nachtegallen eheluiden twie parten in rechte van de alinge halffscheidt des erves ende goedes ter Niete, mit sijn olde und nije toebehoer und gerechtigheit inde Buerschap Barle kerspell Aelten gelegen, allergestalt dieselve parten op suffer Petronella vander Zulst suster des vors. Closters St. Agnetis van Joffer Irmgardt van Bijlandt genant Rijke, in haer leven gewesene werdige vrouw vant Swarte Clooster binnen Bocholdt, geerft ende vervallen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 25v, 26

26 november 1645:
Johan ten Brincke Geesken Nachtegallen eheluijden verkopen an Henrick ten Brincke und Jan Nachtegall als tijttlicke provisoren der armen tott Aelten ende in proufijt derserver armen, een stuck landes ongefehr van een molder geseij inden Aelter Esch, mit eenen einde oostwart nae den Barlschen wegh, mit t'ander westwaert an Huijninck landt, mit die sijdt suijtwart langs den wegh van Bredevoort nae Eppinck, Noordtwardt an Huijninck landt gelegen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 414 fol. 76 
Family F9599
 
487 21-8-1657:
Verkoop door Herman lammerdinck en Mette Wijberinck ehelieden, Jan Lammerdinck voor sich, Geert Heijnck en Maria Lammerdinck ehelieden, aan hun resp. swager ende suster Jan Boeijnck en Griete Lammerdinck ehelieden, van haer anparten, recht ende gerechtigheiden vande cavenstede Halrijt inden kerspel Wenterswick, buerschap Medehoe tussen Oostendarp en Stienkamp gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420 fol. 47v.

21-8-1657:
Verkoop door Jan Boeyink en Griete Lammerdinck ehelieden, an haren swaeger ende resp. suster Herman Lammerdinck en Mette Wijberinck ehelieden, van haer anpart, recht ende gerechtigheyt vande cavenstede Nieres huijs, idem haer anpart, recht ende gerechtigheyt vande cavenstede die Stroete, beijde inden kerspel Wenterswick buurschap Medehoe gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 420, fo. 47v en 48r 
Family F2116
 
488 22 april 1615:
Court van Retbergen X Stijne ter Holler, hij mede namens zijn bij zal. Margriet Slinters getogen kinderen, verklaren van Diederich van Broeckhuijsen 70 daler pandschellingen, als zal. Martin Slinters X Lijsbet hem Broeckhuijsen toegestreckt, te hebben ontvangen.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 17v

Jovis 21. Augusti 1656 - Stattholder Joost ter Vile Coernoten Peter Cloeck, Willem Hertlieff
In de marge : Vacat inden Anno 1658 den 18. Octobris op Elsske Henrixen
Erschenen Stine Holler, Weduwe van zal. Court van Retbergen, ten overstaen van haeren Soon Henrick van Retbergen, die bekande voor sich ende haeren erven voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlicker pension avergelaten ende verkofft te hebben Heren Commisario Joost Georgh Groenewoldt Juffer Anna Judit Moselagen eheluijden ende haeren Erven, achtenhalven Caroli gulden, Jaerlix op Meij ende op Meij 1657 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande haeren hoff voor Bredevoort Mister Poorte, mitt eener sijdt naest die Duijster stege, mitter ander naest Frerick Ruessincks hoff gelegen, voor anden groten Dijck, achter oock ande Duijstere stege schietende, voorts alle haere geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen., die Losse een Vierendeell Jaers te vooren te verkundigen voorbeholden ende demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van hondert en Vijfftich Caroli gulden te loessen, alles bij pone van pendinge als voorss., Sonder exception ende argelist
Bron: ORA Bvt inv.nr. 419 fol. 73v 
Family F10974
 
489 22 april 1615:
Erschenen der Edler und Ernvester Diederich (va)n Broeckhuijssen voer sich und mede als echte Man und Mombaer der oick Edler Ehrundveeldoegentrijcker Ermgardt van Retbergen sijner Edl. Huissfrouwen. Die bekande voer sich, sijner Edl. huissfrouwen und Ihren erven, voer eine walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben Johan Schulten van Stadthagen, Margrieten Wassinck eheluiden und Iren erven, eine Huijss stede binnen Bredeforth, alsoe Kopere dieselve albereitz uthgepaelt und betimmert hebben, mit einer sijdt negst Heckerfeltz Huijss und grondt, mitter ander sijdt langs Verkoepers anderen grondt gelegen, schietende voer ande strate (: sijnde sonst des Verkoeperens Voerwech und Mestvaelt tot desselven behuisong :) achter anden Wegh langs den Stadtwall, mit Ihr toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij, uthbescheiden gemeine borger last und beschwehr und dat Koepere oder erven tegen Verkoeperen grondt so veer Ihr Ed. oder erven denselven betimmeren oder gebruicken werden, giene apene Vensters hebben sollen. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 17

21 januari 1633:
Erschenen Johan Schulten van Stadthagen gesondes lijves, gaende und staende, Und Griete Wassinck sijn echte huijsfrow, etwas swack van lijve, dannoch gelijck oick Johan vorschreven, doer Godts genaden, goedes vernuffts und verstandts, so an hun beijden niet anders te sien und horen was, dkie bekanden, und sie Griete vermitz Johan ten Berge haren tot deser saecken erkoren und toegelatene Mombar, respective voer sich und haren erven, dat sie naest goeden voerbedacht, und mit haren vrijen willen oick mit begnadung aller rechten van haren goederen gedisponiert und respective gelegiert, doneert und verordent hedden, gelijck sie disponierden, legeerden, doneerden und verordenden hiermit und in krafft deses in maten als volgt: Aus(d)rucklich wollen sie hare Seelen als die van haren lijchamen scheijden werden in de hande Godts des Almechtigen , hare lijchamen averst na Christlicker ordnong ter eerden und begreffniss bevolen hebben. Und verclaerden demnae reciproce haeren uthersten wille te sijn, dat die lestlevende van hun beijden des eerstaffchestorvenen Erven und Frunden eens voer all die Somme van Vijfftienhondert daler Bredefortscher gangbarer geweerden, ande Armen toe Bredevoort Tyen Carl. Gulden uthrichten und betalen, die overige ...gueder gerede und ongerede, nichtes uthgesondert, erfflick beholden und sijns geval(lens) wenden und kieren, edoch haer Grieten broeders Tonis Dromlers dochter Fije haer Grieten Sijlveren gordell voer aff genieten und erholden sullen. Und is Grieten wille und endtlicke verordnung, dat imfall hares eersten sterffvals van harentwegen haer zaliger broeders Tonis Dromlers kinder Jan, Fije und zaliger(?) Naelen kint, Naelcken genant Vijffhondert daler. Item haer Suster Elsken huijsfrow van Aerndt Broijlss Vijffhondert daler; und haer saligen broeders Herman Kluppelss drie Kindes Kinder, van Jan Wamelinck(?) und Aelcken Kluppels geprocreert, elck hondert daler erholden sullen, die oeverige Twiehondert daler sall haer Man an haren Grieten frunden und Verwandten uthspenden und verrichten, waer und wien hij sulcx am meesten nodich te sijn erachten und goedt vinden werde, alles nae sijnen Jans guedtduncken und walgevallen, Und bekanden reciproce, und sie Griete vermitz haren Mombar vorschreven, voer sich und haren erven ditselve in maten vorschreven hare utherste Will te sijn, und sijn desselven alsoe gecediert und uthgegaen, wahrschap und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, mit bidt und begeer, daer dieselve niet voer een Testament bestaen solde off mochte, dattet dannoch voer een Codicill, legat und ...donatione eracht, mainteneert werden, bestaen und effect genieten moge. Alles sonder Inrede, bedroch und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 406 fol. 2v-3v 
Family F11697
 
490 22 april 1628:
- in de marge: Ao 1639 den 29 Januarij bekande Herman Huijninck als Eheman van Agnes Smitz, dat hem van dese capitaell Summa derdehalff Hondert daler affgeloeset ende betaelt weren. Und dat hij nu van dese tijt ahne die rente Jaerlix voer dertijndenhalven daler hem Geerdt van Hengell verlaten.
Anno 1642 den 7 Junij bekande Herman Huininck dat hem die andere derdehalffhondert daler affgeloeset ende betaelt wehren. Ergo dese Verschrijvonge ten vollen betaelt. Vacat.
Erschenen Geerdt van Hengell borger der Stadt Bocholt, die bekande voer sich Hendersken Bussinck sijner huijsfrouwen, daervoer de rato cavierende, und haren erven, voer ene opgenomene und walbetaelte Somma geldes onderbenent, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft thoe hebben Agnes Smitz /: wijlen Peter Smitz Mechteldtz eheluijden nagelatener minnerjarigen dochter :/ und haren erven Dertich, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op Philippi et Jacobi, viertien dage daer nae onverhaelt und op Philippi et Jacobi Anno Sesstienhondert Negenundtwintich eerst te verschijnen. Stellende daervoer t'onderpande et loco specialis hypothecæ sijn Rentverkopers und huijsfrouwen iegenwoirdigen unnd toekompstige gereide und ongereide gueder, woe offt waer und in wes Heeren Landen die gelegen, om sich gemelter Pension sampt hinders, Kosten und schaden wegen missbetalong und uthmanong erleden und angewendt, mit pendongh nae Landtrechte daeran tho verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Halff Jaer tho voren thoe verkundigen beijdersijdtz voerbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi, viertien dage voer offt nae onverhaelt, mitte Somma van Vijffhondert daler obgemelter geweerden, in goeden groven gangbaren sylveren und golden Paymente te loesen, opt Landtrecht und gemeine recht der dwanckloese wedersprekende vrijwillich und wolwetentlich renuntierende. Alles sonder Inrede, bedroch und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 23v, 24

20 januari 1636:
Erschenen Margriete Mächtens Wedtwe Peter Evertz, mit Casper Evertz har(en) Sohn, die bekanden respective voer sich, Kinderen, suster und broederen und ha(ren) erven in pandtschap sampt rostlicken, v(reed)samen besit und gebruick den tijtt van Sess Jaeren stevich und vast onloessbar avergelaten und verkofft te hebben an Herman Huijininck Agnes Smitz eheluijden und haren erven, een stuck bowlandes ongefehr van sess schepel geseij opten Aelter Esch, mitt eener sijdt naest Reiner Grie(vincks) landt, mitter ander naest pandtverkoeperen landt, mitt beijden enden anden Heelwech schietende, gestalt t' selve affgegaen is, voer kummerfrij, und dewijll uth hett t' gehele stuck waervan Pandtverkoeperen
twie schepe(l)ss saet voor haer beholden, vierdehalff schepel roggen ahn den Heere Jaerlix betaelt werden, so gelaven sie den Pandtverkoeperen daervan t' ontheven. Deses in maten vorschreven gecediert und uthgegaen. Daerop mitt hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Und op den Articulen Landrechtens der dwanckloesen wedersprekende, vrijwillich renuntijrende, Die Loese nae omganck der sess Jaeren een Vierdell Jaerss te voeren te verkunden voerbeholden und demnae op Martini Viertijn dagen voer offt nae onverhaelt mitte Summa van Vijffhondert Carl. hollantscher valuation, te loesen, welcke penninge sie Pandtverkoepere tott affindongh Jr. Coverdens gerichtlicken verwinss angewendet hebben. Mit condition daer Pandtverkoepere gemelten stuck Landts erfflick verkoepen wurden, datt pandtkoepere wannehr sie daervoer wat een ander doen willen, die naeste sijn sullen Alles sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 409 fol. 4, 4v

Mercurij 4 October 1643 - Stattholder Derck Brethouwer Cornoten Jan ten Brincke Herman Huijninck Jan Nachtegall.
Erschenen Henrick te Hengevelt Griete Peerbooms Stienrots eheluijde ter eener undt Herman toe Hengeveldt Geessken Rijkels eheluijde ter ander, die bekanden respective voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick ten Brincke Enneken ....(niet ingevuld) eheluijde ter eene und Herman Huijninck Agnes Smitz eheluide ter ander, het vrij gebruijck om plaggen te vueren ende brengen recht over kleine Kempinck, so Kappert und Brethouwer gebruijken, voorbeholden dannoch dat Koepere sullen mijden van Verkoeperen kleine Kempinck tott op het derde sichtvrede inclusive, alwaer die Coeperen off desselffs bowluijde niet sullen mogen plaggen meijen, om vorder offt compstigen onheill te vermijden, so mit toedoene des heckens als andersins. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: RAG, ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 76 
Family F10953
 
491 22 februari 1613:
Johan Wissinck X Griete Pleckenpoell transporteren aan hun zwager en broeder Berend Pleckenpoell hun vordering zoals zij pretenderen tegen Johan Romp.
Bron: ORA Bredevoort inv.nr. 75 fol. 50v 
Family F12414
 
492 22 februari 1617:
Erschenen Johan Reessinck, die bekande voer sich, Anna sijner huijsfrouwen und oeren erven, voor eene walbetaelde Summa geldes bester gestalt rechtens in Pandtschap avergelaten und verkofft te hebben, Coepe ten Kreijl, Marrie sijner huijssfrouwen und oeren erven, een stuck Landes t'Hilligen Huijskes stucke genant, opten Heugteler Ess, mit einer sijdt anden wech nae t'Kortschotte, mitter ander sijdt an Boskinck landt gelegen, mit einen einde anden Heelwech, mitten andern einde anden Kortschottes Boom schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer kummer- und schatfrij, Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese beijdersijdts een Vierdell Jairs toe voren toeverkunden voerbeholden, und demnae op Petri ad Cathedram, viertien dage voer offt nae onverhaelt, mitte Somme van Vijfftich daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot vijfftien placken toe berekenen, toe loesen. Alles bij peen van Pendong nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 390 fol. 19v

27 juni 1629:
Erschenen Tonis ten Wijskamp Trine Reessinck eheluide, die bekanden voer sich und oeren erven, van wegen haer Trinen Vader- und Moederlicker alinger Nalatenschap, gereden und ongereden goederen, van haren Swager und broeder Johan Reessinck Anna sijner huijsfrouw volnkomentlick und thoe dancke entrichtet und betaelt te sijn. Bedanckten sich derselver goeder betalong, quitierende daerop krafft deses, und hebben demnae allet voer sich und haren erven, in behoeff Johan Reessincks Annen sijner huijsfrow und haeren erven op alle hare quota, andeel, recht und gerechticheit des Erffs und guedts Reessinck, inden Kerspell Wenterswick, buerschap Henxtell gelegen, sampt desselven toebehoer und gerechticheit mit hant, halm und monde vertegen, desselven waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung harer gueder. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 402 fol. 49, 49v

7 november 1637:
Anna Boevinck, weduwe van zl. Johan Reessinck, mit Thoebe Reessinck haren oldsten sohn und hiertoe erkorenen und toegelatenen mumber, bekende verkofft te hebben an Gosselick ter Stroet Gertken eheluiden een hoeksken woesten gronddtes vanden goede Reeessinck inden kerspel Wenterswick buerschap Henxell, mit eener sijdt langes Kortschatten Bartkenbree und Mierdens ackermaell, mitter ander naest koeperen landt gelegen, mit eenen ende ahn verkoeperen und Mierdinck hoijlandt, mitten anderen ende ant gemeine veldt und kerckwegh schietende.
Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort inv.nr. 410 fol. 46 
Family F10738
 
493 22 februari 1655:
Jurrien ten Veltkamp, Griete Golden eheluiden, bekende voor een jaerlixer pension avergalten und verkofft te hebben an sijnen swager Tonnis Meijnen Geesken eheluiden, vier gulden jaerlix op Petri, en op Petri 1656 eest toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande sijn recht en gerechtigheijt van sijn vaeders naelatenschap.
Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort (toegang 0136) inv.nr. 419 (volontaire protocollen 1655-1656), f. 7 
Family F10732
 
494 22 februari 1655:
Tonnis Meijnen, Geesken sijn huijsfr. bekande verkofft te hebben ahn Gerhardus Henrici schoolmeister tott Wenterswick Elsken Oldensall eheluijde, vijff dall: en een oort jaerlix op Petri, en op Petri 1656 eerst toe verschijnen. Onderpand al zijn goederen, in bijzonder de Meijnen goorden, mitt eene sijdt langs Henrick Willincx goorden, mitten ander ande Medehoesche strate, mitten anderen ande beeke schietende.
Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort (toegang 0136) inv.nr. 419 (volontaire protocollen 1655-1656), f. 6v 
Family F9536
 
495 22 februari 1697:
Erschenen Berndeken Dulmes Weduwe van wijlen Tonnis te Haevestee geassisteert met haeren soon Lammert te Haevesteede die bekende oprechter deuchdelicker schult schuldich te sijn aen haeren Lantheeren d'Erfgenaemen van wijlen S. Herman Roerdinck een summa van 150 gl. salvo calculo heerkoomende vna achterstendich jaergelt vande Haevesteede ende gecoft holt, en also sij comptn. niet bij machte deselve summa te betaelen, in gelde soe verbont sij daervoor oock gaff in solutum over alle haer gesaeij mest en mestrecht in gedoemte des huijses beesten, raedemaekers gereetschap, en wat dien aencleven magh om dieselve goederen ten overstaen van deesen ed. Gerichte off sunsten daervoor aende meestbiedende te verkoopen en uijt de kooppenningen van dien sigh van t' voornoemde achterweesen cost en schaedeloos te verhaelen, deselve daer voor in soo verre die goederen strecken in solutien overgevende.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 433 fol. 105v 
Family F5820
 
496 22 februari 1700:
Hendrik, Jan, Berent en Jasper Dulmers en vrouw
Geert te Wentholt X Aeltje Dulmers, Derk Hutters X Maria Dulmers suster en swagersche Agnies Dulmer.
als nagelaten kinderen van Derk Dulmers verkopen erf en goet Broecke, Het Swarte kempken en plaggenvrede in Siverincks vreede en Boulant het Meecker aan Hendrik Dulmers. etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F3561
 
497 22 januari 1617:
Erschenen Henrick Heijnen Aelken eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoips avergelaten und verkofft thoe hebben, Coepen Cappers, Lijsken sijner echter huijsfrouwen und haren erven, een erff und guet, Wickerinck Cavenstede genant inden Kerspell Aelten buerschap Hoerne, tusschen Kempinck und Brethouwers gueder in sijner Voohr und bepalong gelegen, mit eenen ende ande Gemeinte, mitten anderen einde ande Brethouwers wegh schietende mit sijne alinge toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kummerfrij, voerbeholden Joist Droste thoe Senden uth etlicken Lenderien den theinden nae olde gewoonten, sambt Heeren Dienst und schattong. Deses erfflick gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.

Erschenen Coepe Cappers vorschreven, und gelaeffde voer sich , sijner huijssfrouwen und erven, demnae hij in erfahrong gekomen, als solde Hans van Stenfurderen /: van welcken Henrick Heijnen gemelte guet Wickerinck Cavenstede gekofft und hem vermoge quitunge betaelt :/ onderstaen offt ondrouwen, baven betaelde Koippenninck noch etwes van Heijnen toe extorqueren, dess men sich dannoch niet besorgde, dat hij in allen gevalle, wess dess baven toeversicht geboeren und toedragen mochte, meergemelte Heijnen, huijsfrouw und erven dessfals ter helffscheidt schaedloiss toehalden, onder hypothecatie aller sijner goederen. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 390 fol. 7v, 8 
Family F11595
 
498 22 januari 1657:
Erschenen Albert Micharis Gerdtken ten Kreijll eheluijde, die bekanden voor sich ende haeren Erven voor eene walbetaelde Summa geldes rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Poelhuijs in Medehoe, Geessken eheluijden ende haeren erven, Eenen goorden voor den Darpe Wenterschwick, mit eener sijdt naest Adrian Poppincks landt, mitter ander an Cortbeker landt gelegen, mit eenen ende anden heelwegh, mitten anderen an Jan Haeffkes goorden schietende, mit desselven toebehoer ende gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer Verkoeperen goederen. Sonder exception ende argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 420 fol. 3v 
Family F11047
 
499 22 januari 1663:
Erscheenen Derck Menten in qualiteit als volmr. vanden Hochedelgeb. Gerhardus (doorgehaald: Unico) Wilhelm Ripperda, exhibierende realiter sijne qualificatie ende dienthalven acte voor Herman Hoevel richter tott Enschede, præsentibus als Ceurnoeten die Ed. Henr. Van Limborgh, Richter tott Delden, ende Berendt Meijer, binnen Borculoe den 21 Novembris des Jaers 1662 gepassiert, ende hierbij sub sigillo ter Secretarij overgelangt; die bekande in qualiteijt voors. erfflick ende onwederroeplick overgelaeten ende vercofft te hebben voor eene welbetaelde summa geldes, gelijck hij dede hijrmeede ende cracht deeses luijt coopzedule van den 27. Martij 1661 aen Teube Verdebrechtingh, Engele sijn huijsvrouw, ende Herman Hoeners Hilleken sijn huisvrouw, met zijn Broeder Jan Hoeners; naemlick aen gemelten Teube Verdebrechtingh die gerechte halffscheijdt, aen gemelten Broederen Hoeners die andere gerechte halffscheijdt des alinge Erven ende Goets Verdebrechtinck in de Buirschap Caethen Kerspels Wenterswick notoirlick gelegen, niet daervan int geringste uijtgesondert, gelijck hij Teube ende die sijne duslange jure colonario gebruickt hebben, voor doorslechtigh kummervrij, van alle Leenplichtigheit als anders geredimeert ende bevrijt; alsoo nergents meede als gemeijne Landtslasten beswaert.
Deeses in qualiteijt voors. gecediert ende uijtgegaen, daerop naemens sijner Heren Edlen ende Erffgenamen met handt ende monde renuntieerende, gelaevende meede deesen coop te willen staen, wachten ende wahren, gelijck sulx nae rechten ende Landtrechten schuldigh, bij veronderpandingh aller desselven goederen waer die oock mochten gelegen zijn, voor d'observantie deeses affectierende ende verbindende, in specie die goederen Hinckamp ende Samberghe, om sich daraen in cas van onvermoedtlicke evictie kost ende schaedeloos te verhaelen, sine fraude dolore.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 424 fol. 5, 5v

14 april 1687:
Hend: Hunders, Toebe Hunders en Jan Ebbinck mombaeren van de nagelaten kinderen van Herman Hunders hebben schuld aan Gerard??? Vockinck 125 daalder. Onderpand: 2 1/2 schepel land op ten Vardinckkamp Kotten.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F3443
 
500 22 juli 1587:
den Roirt als tegeder in etliche vergaqngen hoffgerichten nit erschenen, und nu vergangen tuschen Vastelavendt und Paeschen verstorven, und nu nijmandt seinentwegen erschenen die geburende tegeders rechten tho verwalten.
Bron: Nationaal Archief, archief Nassause Domeinen (toegang 1.08.11) inv.nr. 2330 
Roirdinck, Harmen (I2342)
 

      «Prev «1 ... 6 7 8 9 10 11 12 13 14 ... 92» Next»


Library z-lib z-library zlibrary project RSS FEEDS BELOW: FOOD RSS FEED TIPS RSS FEED NEWS RSS FEED SHOP RSS FEED