Berent Stotlers

Other Events:

• : Roerdinklo

Notes:

Op 5 januari 1754 is er een kind van Berent gestorven. Het wordt drie dagen later begraven.

Bron: aantekeningen doodgraver.

Berent married Janna Geertruid Knuivers 26 Sep 1751, Winterswijk. Janna (daughter of Jan Knuivers and Aaltje Nijenhuis) was christened 13 Nov 1729, Winterswijk; died 01 Feb 1788, Winterswijk; was buried 05 Feb 1788, Winterswijk. [Group Sheet]

Other Events:

• : Roerdinklo

Notes:

Berent was eerst getrouwd met Geesken Nijeweide. Ze trouwden te Winterswijk op 3 mei 1750. Geesken werd op 22 mei 1727 gedoopt als dochter van Berent Wevers en Henders Koks.

Drie jaar na het overlijden van Berent hertrouwt Janna Geertruid met Garrit Jan Nijhof, zoon van Lubbert Nijhof uit Aalten. Zij krijgen samen nog vijf kinderen:
1. Beerndeken Nijhof, ged. 28-4-1762
2. Lambartus Nijhof, ged. 8-1-1764
3. Christina Nijhof, ged. 10-11-1765
4. Hinders Nijhof op Roerdink, ged. 30-8-1767
5. Jan Willem Nijhoff op Roerdinklo, ged. 18-2-1770

Zoals blijkt uit de namen van haar twee laatste kinderen, is Jan Nijhof bij Janna Geertruid ingetrokken op Roerdinkloo.

Bron: Das Lib. Gifte Woold, rot 3, nr. 6

Other Events:

• : Stotler, Jasink, Roerdinkloo, te Loo
• : Roerdinkloo

Notes:

Wander te Loo was in 1763 betrokken bij een conflict met de Heren van Diepenbrock over plaggen maaien in de Kulve. Hij trad op als getuige en was toen 75 jaar oud. Op 18 juni werd hij zelfs tijdelijk door de Munstersen gevangen gehouden, samen met Joost en Christiaan ten Haken. De laatste twee werden tegen de avond uit de gevangenschap ontslagen, maar te Loo kon pas de volgende morgen naar huis terugkeren.

Bron: 'Uit de historie van Winterswijk' p. 175-177

Wander — Dersken Jasink. Dersken (daughter of Hermen Jasijnck and Trijne Roerdinck) was christened 01 Jul 1692, Winterswijk; died 04 Mar 1769, Winterswijk; was buried 07 Mar 1769, Winterswijk. [Group Sheet]

Other Events:

• : Roerdinkloo

Notes:

Tijdens de liberale gifte van 1748 woonden op Roerdinkloo:
Wander Roerdink Loo 60 j./Vrouw Dersken 56 j./Soon Berent 21 j./ Dogter Agnis 28 j./Een paard.(3 kinderen over de 16 j./2 bij hem in huis/Eed gedaan onder 500 Gln. en iets gegeven.)

Bron: Das Lib.Gifte Woold rot 3, nr. 6

Notes:

Jan is mogelijk een zoon van Berent Schreurs, zoon van Hermen uit Ratum, die op 6 maart 1692 in ondertrouw gaat met Stijnken Reesink, dochter van wijlen Tobe uit Ratum. Zij laten op 10 december 1692 een zoon Jan dopen.

Jan — Aaltje Nijenhuis. Aaltje (daughter of Hendrik Wiggers and Berentje Wiggers) was born , Ratum; was christened 15 Apr 1702, Winterswijk; was buried 21 Aug 1745, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

In 1748 woonden op Knuivers:
Jan Knuivers, 56 jaar, Soons Berent 15 jaar, Jan 6 jaar, Dogters Jan: Geertruij 18 jaar, Stijne 13 jaar, Henders 11 jaar, Harmina 8 jaar.

Bron: Das Lib.Gifte Ratum rot 1, nr. 1.

Other Events:

• : te Brincke

Notes:

Buried:
Hij is mogelijk op 19 april 1724 of 22 augustus 1735 te Winterswijk begraven als 'den ouden Stotler'.

Berent — Geesken Rauwerdink. Geesken (daughter of Berent Rauwerdink) was born , Woold; was christened 17 Oct 1652, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Berent en Geesken zijn op boerderij te Brincke terechtgekomen door haar eerste man, Hermen ter Haer. Hij was reeds twee keer eerder getrouwd.

Het kettinghuwelijk begint op 7 februari 1664, als Hermen ter Haer, zoon van Goosen, in ondertrouw gaat met Lijscken ten Brinck, dochter van Willem ten Brinck. Zo is hij op ten Brincke terechtgekomen.

Hij hertrouwt in 1672 met Hindersken Kempel, dochter van Arent. Samen krijgen zij drie zoons en twee dochters, die allen zijn gedoopt als 'te Brincke'. Hermen is blijkbaar na de dood van zijn eerste vrouw op de boerderij blijven wonen.

Op 25 augustus 1678, Hermen is dan reeds twee keer weduwnaar, gaat hij in ondertrouw met Geesken Rauwerdink. Niet lang daarna overlijdt hij, waarna Geesken hertrouwt met Berent Stottelers.

De laatste schakel van het kettinghuwelijk is het tweede huwelijk van Berent Stottelers. Hij hertrouwt op 15 juli 1693 met Aelken Weevers, dochter van Hermen Weevers. Zij krijgen nog een zoon, Hermen te Brincke, die op 26 mei 1695 te Winterswijk gedoopt wordt. Als doopgetuigen treden op: Willem Pijpers, Hendersken Kressers en Geert Klouwers.

20 juli 1701:
Berent Brincke gehuwd met Aeltje schuld aan Scholte Jan Roerdink van 20 gln. op Jan Kockes bereits ge...eert? op het goed Brincke.

19 november 1704:
Berent te Brincke heeft een schuld van 95 gl. aan Hendrik Leeftinck. Aan Jenneken Leeftinck x Jan Sluijs 45 gl. en 50 gl. soo Hendrick Leeftinck bij desen aanneemt aan Basten van Eeffinck? etc.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

Notes:

Harmen zegt in 1726 oorspronkelijk uit Haaksbergen afkomstig te zijn.

In Haaksbergen is inderdaad een boerderij Jasink. De boerderij lag in de marke Buurse en was al in de elfde eeuw in bezit van het stift Metelen. Het stift Metelen, dat al in de tiende en elfde eeuw door de Karolingische keizers begiftigd werd met tienden en erven, bezat in Haaksbergen naast Jasink (Tiasinck) het erve Wolferink te Holthuizen.

In de schattingsregisters van 1475, 1495 en 1499 werd Jasink vermeld als Tiozing. De bewoners heetten in de gerichtsprotocollen van de zeventiende eeuw Tyasinck, welke naam verband houdt met de voornaam Tyas of Matthias, Later werd dit verband niet meer gevoeld en sprak men van 't Jasink.

In het verpondingsregister van Twente van 1600 en 1602 komt Jasinck ook voor. Het bestaat dan uit een erve en een katerstede. Uit dit register is op te maken hoe verwoest dit deel van Twente was door de Tachtigjarige Oorlog. Veel land in de marke Buurse ligt woest.

De precieze tekst luidt:

1600:
Jaeinck, ein heill erve, bekent an landerien to hebben 6 mudde roggen gesaith landes, an wilden und buissgrunde ein halff foeder hoygewass, gift dorvan toer pacht seven daler und die teinde garve.
3 - 0 - 0
Jaeinck, ein kotterie, bekent an bowlande to hebben 1½ mudde roggen gesaith landes, gift dorvan die garve.
0 - 22 - 8

1602:

Tyasinck, 8 mudde gesey, 2 voder hoygewas.

Hermen Jasynck kotterey, 7 schepel gesey, 1 voder hoygewas.

In 1602 woonde er dus op de katerstede Jasinck in Haaksbergen een Hermen Jasink. Was dit mogelijk de grootvader van Harmen Jasink, die kötter an het Loh?

In de tijd dat Harmen vertrokken moet zijn uit Haaksbergen (ca. 1665-1670) was de toestand in Twente erg verward. De Tweede Engelse oorlog (1665-1667) was in volle gang. De vorstbisschop van Munster sloot zich bij de Engelsen aan en viel op 22 september 1665 Twente binnen. In het archief van Goor bevinden zich lijsten van schade, geleden door plundering van Munsterse troepen o.a. in het drostambt Haaksbergen en Diepenheim.

1672 was het beruchte rampjaar van Nederland. In april verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan de Nederlanden, in mei gevolgd door oorlogsverklaringen van Keulen en Munster. In juni viel Bernard van Galen (Bommemberend) Twente weer plunderend binnen. Hij gaf de kerken terug aan de katholieken, veel protestanten waren gevlucht. Het lijkt waarschijnlijk, dat Harmen Jasink toen ook gevlucht is.

Over de route die Harmen op zijn vlucht genomen kan hebben, is weinig bekend. Volgens een kaart van de Gelderse Achterhoek in 1735 door Isaak Turion bestond er toen een weg van Haaksbergen naar Borculo, en van Borculo naar Grol(Groenlo). Als Harmen inderdaad tijdens de Munsterse aanval is vertrokken uit Haaksbergen, lijkt het logisch, om niet over Duits grondgebied te trekken.

De Achterhoek was echter ook niet vrij van Bernard van Galen. In 1665 viel hij de Achterhoek met een leger van 15000 man binnen. De bezetting duurde slechts enkele maanden, aangezien de Fransen te hulp[ kwamen. De bevrijding duurde echter maar kort, want in 1672 keerde Bernard terug. Hij plunderde Winterswijk zo erg, dat het verhaal ging dat er in heel Meddo slechts één koe was overgebleven.

De Gereformeerden moesten hun St. Jacobskerk afstaan en deze werd weer door de katholieken in gebruik genomen. Ook aan het rijk van de Bisschop kwam een einde. Hij keerde in 1674 met zijn troepen terug naar huis.

Bron: 'Historie van Haaksbergen' van Asbeek, 'Het oude kerspel Winterswijk', Stegeman, Verpondingsregister Twente.

Hermen married Trijne Roerdinck Bef 1670. Trijne (daughter of Gerrit Roerdinck and Dercksken Wehninck) was born Between 1645 and 1650; was buried 24 Nov 1724, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Zij treedt in 1670 op als doopgetuige bij de doop van Berendt, zoon van Harmen Jasinck. Zij noemt zich dan Trine Jasinck.

Buried:
Zij werd begraven als Hermen Jaesink vrouw.

Notes:

Harmen Jasink op het Loo geeft ¼ ton bier en 2 pond was voor het schuttersfeest in 1679.

Hermen was volgens Dr. Das de echtgenoot van Trijne Roerdinck. Hij geeft ook haar doopdatum: 1 april 1671. Dit is natuurlijk absurd: Het eerste kind van Harmen wordt reeds in 1674 gedoopt! Hermen wordt in de volontaire protocollen meerdere malen genoemd als echtgenoot van Trijne Roerdinck.

Er zijn nog wel meer raadsels omtrent Hermen. In 1725 wordt in het hofboek van het Hof te Miste genoteerd, dat Hermen overleden is. Een jaar later getuigt hij echter nog bij een ruzie tussen Wooldse en Munsterse buren.

Op 14 november 1699 worden Herman Jaessinck getrouwd met Trine Roerdinck genoemd in het Rechterlijk Archief Bredevoort. Harmen Jasink verschijnt nog vaker voor het Bredevoortse gerecht:

28 mei 1701.
Herman Jaessink gehuwd met Trine Roerdinck heeft een schuld van 200 Carolus Gulden aan Jan Stemers. Onderpand: aen part van de Roertsmate in Miste en halfscheit van het hoffgoet Huininck onder Aelten, etc.

26 juni 1704. Harmen Jasinck (huisvrouw absent) schuld aan Corn. Andr. Raasvelt van 184 Gln.19 st. Onderpand o.a. den halven Wiggerscamp bij de Wiggerstede in t Woold.

17 november 1705.
Jan Weeninck Scholte op Geesinck in Barlo, hofbezitter, getrouwd met Rijckmoet Lansinck beloven aan Berent Jasink als cessionaris van zijn vader Herman Jasinck, Hendersken Roordinck, Scholte Jan Rordinck, Gerrit Willinck ende Bernt Wiggers voorts Agnes Roordinck in de tijt van ses weecken adato dees sullen voldoen ende te betalen soodaene 176 Dlr. 7 st. 8 pen. etc.

14 mei 1706.
D. Volmer, Gerhard Wijgink en Hendrik te Bengevoort Keurnoten.
Hermen Jasinck x Trina Roerdinck verkopen den Wiggerscamp met de behuisinghe soo daar in staat, in het Woold aan Hendrik Boevelinck en desselfs erven. Allodiaal.

26 januari 1717.
Harmen Jasink en Jan Nieuweijde als momber van Trijne Roerdink hebben aan Geert te Brummelstroete en Agnies Jasink en erven verkocht het erve en Goed de Koninkstede in het Woold (3/4 van 3/4 gedeelten).

Uit deze rechterlijke aktes kunnen we concluderen dat Harmen en Trijne weliswaar vaak schulden hadden, maar dat zij deze schulden wel konden dekken door hun bezit van de Wiggerskamp in het Woold en Huininck onder Aalten.

Dit bezit in Aalten verklaart ook waarom Harmen Jasink in het hofboek van Winterswijk van 1721 en 1724 gerangschikt staat onder de Ahaeve, samen met andere boeren met typische Aaltense achternamen als Luten, Borninkhof en te Gussinkloo.

Harmen had zich in 1705 hofhorig gegeven aan het hof te Miste. Dan staat in het hofboek genoteerd: Presenterende Herman Jaesinck sich nae de Hoffwetten en Rechten te qualificeren. Ook toen stond hij al vermeld tussen diverse Aaltenaren.

In 1726 kregen de boeren uit de Winterswijkse buurtschap Woold ruzie met die van het naburige Vardingholt over het plaggenrecht in het gemene veld, de Kulve.

In een stuk van 28 en 29 november 1726 worden diverse Wooldse boeren gehoord. Zij waren allen ter plaatse goed bekend. Van deze boeren werd de naam en leeftijd opgetekend, alsmede een korte levensloop, en waar ze geboren en getogen zijn.

Onder hen bevond zich Harmen Jasink. Volgens deze akte was hij oud 90 jaar en oorspronkelijk afkomstig uit 'Hoxbergen'. Hij woonde toen reeds 40 jaar aan het Roerdinck Loo. Aan hem werd gevraagd of hij aan de rentmeester Christ. Rudolph Winterhelt ( van Diepenbrock) heeft verklaard en onder ede zou willen bevestigen, dat hij samen met Vardingholtse boeren in het omstreden gebied plaggen had gemaaid en dat de inwoners van Vardingholt daartoe ook gerechtigd waren. Bovendien, dat de limietscheiding en het Loo 'heet gebrand, plaggen gemaayd, Boekwyte gesaayt, gemaayt en drie jaaren agter melkanderen rustig ingefuhret hadden'.

Zijn antwoord was duidelijk. Nooit heeft hij dat verklaard en wanneer iemand van de Munstersen dat beweert, dan liegt hij.

Vermoedelijk is Hermen kort na deze getuigenis gestorven en is er in het hofboek een foutje gemaakt.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, 'Uit de historie van Winterswijk'.

Notes:

Berent Knuvers vrouw werd op 4 september 1731 te Winterswijk begraven.

Hendrik — Berentje Wiggers. [Group Sheet]