Achterhoek Ancestors

Gerhadus Droppers

Male 1764 - 1837  (~ 72 years)


Generations:      Standard    |    Vertical    |    Compact    |    Box    |    Text    |    Ahnentafel    |    Fan Chart    |    Media    |    PDF

Generation: 1

  1. 1.  Gerhadus Droppers was born , Woold; was christened 02 Sep 1764, Winterswijk (son of Geert Droppers and Aaltjen Bennink); died 16 Jan 1837, Winterswijk.

    Other Events:

    • : Gradus
    • : Jageweg, Huppel 107, Winterswijk

    Gerhadus married Janna Geertruijt Kotmans 15 Feb 1807, Winterswijk. Janna (daughter of Hendrik Kotmans and Maria Geurkink) was christened 10 Mar 1765, Winterswijk; died 29 Jan 1841, Winterswijk. [Group Sheet]

    Children:
    1. levenloos kind Droppers was born Dec 1807, Winterswijk; was buried 08 Dec 1807, Winterswijk.

Generation: 2

  1. 2.  Geert Droppers was christened 25 Apr 1717, Winterswijk (son of Geert Droppers and Jenneken Weekamp).

    Notes:

    Buried:
    Hij is vermoedelijk overleden te Winterswijk op 28 november 1787 en twee dagen later begraven.

    Geert — Aaltjen Bennink. Aaltjen (daughter of Geert Bennink) was born , Bocholt. [Group Sheet]


  2. 3.  Aaltjen Bennink was born , Bocholt (daughter of Geert Bennink).
    Children:
    1. Janna Geertruid Droppers was born , Woold; was christened 05 Apr 1750, Winterswijk; died 04 Mar 1820, Winterswijk.
    2. Gerrit Jan Droppers was born , Woold; was christened 19 May 1752, Winterswijk; died 28 Mar 1821, Winterswijk.
    3. Jenneken Droppers was christened 21 Mar 1756, Winterswijk.
    4. Willemijna Dröppers was born , Woold; was christened 14 Feb 1759, Winterswijk; died 26 Feb 1840, Aalten.
    5. Wessel Droppers was christened 09 Oct 1761, Winterswijk.
    6. 1. Gerhadus Droppers was born , Woold; was christened 02 Sep 1764, Winterswijk; died 16 Jan 1837, Winterswijk.
    7. Lijsbeth Droppers was born , Woold; was christened 15 Nov 1767, Winterswijk.
    8. Abraham Droppers was born 29 Oct 1773, Winterswijk; was christened 07 Nov 1773, Winterswijk.


Generation: 3

  1. 4.  Geert Droppers was christened 25 Jul 1669, Winterswijk (son of Wessel Droppers and Lijsken Droppers); was buried 21 Nov 1737, Winterswijk.

    Geert married Jenneken Weekamp 07 Jun 1702, Winterswijk. Jenneken (daughter of Geert Weekamp and Jenneken ter Hoorne) was christened 1683, Winterswijk; died 23 Nov 1744, Winterswijk; was buried 27 Nov 1744, Winterswijk. [Group Sheet]


  2. 5.  Jenneken Weekamp was christened 1683, Winterswijk (daughter of Geert Weekamp and Jenneken ter Hoorne); died 23 Nov 1744, Winterswijk; was buried 27 Nov 1744, Winterswijk.

    Notes:

    In juni 1712 worden er maar liefst drie kinderen van Geert Droppers begraven; op 3, 17 en 27 juni. Wie van de kinderen wanneer begraven is is niet duidelijk.

    In 1715 treedt Geert op als getuige in een conflict tussen Lodewijk Otto van Salm en Meerdink. Hij verklaart dan omtrent 30 j. oud te zijn! Ook zijn vader Wessel, oud tussen 60 en 70 jaar en zijn broer Derk, oud omtrent 30 jaar, treden als getuigen op.

    'Wij ondergeschrevene Ananias Thieenk ende Beernd Wiggerinck attesteren ende verclaren ter instantie van den hofftegeder scholt Jan Meerdink dat wij woonagtigh zijn in en bij Wenterswijk, en dat ons seer wel bekent zijn de Goederen van sijn Excellentie de Prins van Slams tot Anholt in het kerspel Wenterswijk boerschap Woolt gelegen
    als mede dat wij seer wel weten en kennen die bouwlieden daer op woonagtigh als namentlijk Coene, en Wijnholt Coops, Wessel, Geert, en Derk Droppers, Jan Schroers, Geert Kotters, Hindrik Heetcamp, Derk Bloemers, Hindrik Kotters, en Wijnholt Damkott.
    Deses alsoo waar te zijn verklaren wij bij desen, onder belofte van het selve, des gerequireert met solemnelen eede te corroboreren,; in oircond der waerheijd hebben wij dit met onse eijgen handen onderschreven binnen Arnhem den 25sten Februarij 1715.
    w.g. Berendt Wiggerinck
    Ananias Theinck

    Bron: Das Lib.Gifte Woold rot 3, nr. 21, Koops uit het Woold deel 2, p. 18v, RAG: Civiele Processen van het Hof van Gelderland, 1716, inv.nr.20, processtuk K

    Children:
    1. Hendrik Droppers was christened 06 Jan 1704, Winterswijk; was buried 30 Jan 1704, Winterswijk.
    2. Lijcke Droppers was christened 28 Apr 1706, Winterswijk; was buried Jun 1712, Winterswijk.
    3. Lijsken Dropper was christened 28 Oct 1708, Winterswijk; was buried Jun 1712, Winterswijk.
    4. Wessel Droppers was christened 10 Feb 1712, Winterswijk; was buried Jun 1712, Winterswijk.
    5. Aeltjen Droppers was christened 23 Jul 1713, Winterswijk; was buried 04 Sep 1713, Winterswijk.
    6. Jan Hendrik Droppers was christened 02 Sep 1714, Winterswijk; died 04 Mar 1776, Winterswijk; was buried 08 Mar 1776, Winterswijk.
    7. 2. Geert Droppers was christened 25 Apr 1717, Winterswijk.
    8. Lisabeth Droppers was christened 12 Nov 1719, Winterswijk.
    9. Gerrit Droppers was christened 17 Feb 1723, Winterswijk.
    10. Stijntjen Droppers was christened 09 Sep 1725, Winterswijk.

  3. 6.  Geert Bennink
    Children:
    1. 3. Aaltjen Bennink was born , Bocholt.


Generation: 4

  1. 8.  Wessel Droppers was born Abt 1640; was buried 14 Sep 1730, Winterswijk.

    Notes:

    Volgens Mary Risseeuw is hij Wessel Hincamp, die op Droppers introuwt. Als dit het geval is, dan is hij waarschijnlijk gedoopt te Winterswijk in 1621.

    Een andere mogelijkheid is dat Wessel een zoon is van Henrick Droppers, die omstreeks 1640 optreed als getuige bij de grensconflicten van de Wooldse boeren met de Munsterse. Dit zou ook de vader van Lijsken Droppers kunnen zijn.

    Bron: 'Uit de Historie van Winterswijk', p. 163.

    Wessel married Lijsken Droppers Bef 1662. Lijsken died Bef 1680. [Group Sheet]


  2. 9.  Lijsken Droppers died Bef 1680.

    Notes:

    Zij is waarschijnlijk een dochter van Henrick Droppers. Gezien het feit dat bij twee van haar kinderen een Reekmans als getuige is, is Derck Droppers die met Aaltjen Reekmans trouwt waarschijnlijk een broer van haar. Dit betekent dat haar man Wessel Droppers na haar dood hertrouwt met haar nichtje. Als Wessel de 'echte' Droppers zou zijn, had hij huwelijksdispensatie nodig gehad omdat hij dan met zijn eigen nichtje zou hertrouwen.
    Wessel, Lijsken en Hijndersken treden alle drie op bij kinderen van Geert Katters. Bij een kind van Wessel is een Gertken Katters doopgetuige. Twee kinderen van Geert Katters die een dochter hebben gekregen, noemen deze 'Geertjen'. Hypothese: Geert Katters was getrouwd met Gertken Droppers, een zus van Lijsken en dus een tante van Hijndersken.

    Notes:

    In 1688 brengt Droppers in het Woold 4 gl. 12 st. aan verpondingsbelasting op.

    Wessel tredt in 1715 op als getuige in de zaak tussen Lodewijk Otto van Salm contra Meerdink. Hij is dan tussen de 60 en 70 jaar oud en heeft er 50 jaar gewoond. Dit wijst er op, dat Wessel mogelijk bij Lijsken is ingetrokken.

    'Wij ondergeschrevene Ananias Thieenk ende Beernd Wiggerinck attesteren ende verclaren ter instantie van den hofftegeder scholt Jan Meerdink dat wij woonagtigh zijn in en bij Wenterswijk, en dat ons seer wel bekent zijn de Goederen van sijn Excellentie de Prins van Slams tot Anholt in het kerspel Wenterswijk boerschap Woolt gelegen
    als mede dat wij seer wel weten en kennen die bouwlieden daer op woonagtigh als namentlijk Coene, en Wijnholt Coops, Wessel, Geert, en Derk Droppers, Jan Schroers, Geert Kotters, Hindrik Heetcamp, Derk Bloemers, Hindrik Kotters, en Wijnholt Damkott.
    Deses alsoo waar te zijn verklaren wij bij desen, onder belofte van het selve, des gerequireert met solemnelen eede te corroboreren,; in oircond der waerheijd hebben wij dit met onse eijgen handen onderschreven binnen Arnhem den 25sten Februarij 1715.
    w.g. Berendt Wiggerinck
    Ananias Theinck'

    In 1714 begon het Stortelersproces, uitgelokt door Jan Mierdink, contra Wessel en Geert Droppers.
    Op 7 februari 1714 hadden Wessel en Geert Droppers, als pachters van de Heer van Anholt, op de door hen gepachte grond, die dus tot de Stortelersgoederen behoorde, een beukeboompje gekapt en naar huis vervoerd. Deze boom had vlakbij de wal van het aangrenzende goed Guldenhuis gestaan, maar scholte Jan Meerdink, eigenaar van dit goed, richtte zich tot het Hof van Gelderland te Arnhem met een verzoek om schadeloosstelling, omdat de beukeboom op zijn 'plaggevrede' zou hebben gestaan.

    Op 23 maart 1714 gelastten de 'Raaden des Furstendoms Gelre en Graafschaps Zutphen' Wessel en Geert Droppers de door hen gepleegde onrechtmatige daad 'aenstonds kost- en schadeloos op te heven en af te schaffen' of anders op 25 april 1714, 'des namiddags voor Ons in personen of door genoegsaeme volmagtiger t'erschijnen' voor een nader verhoor.

    Lodewijk Otto, vorst tot Salms, graaf van Anholt, heer en eijgenaar van de Stortelersgoederen, door ook van het goed Droppers, had meteen in de gaten, dat het hier om meer dan een simpele burenruzie ging en kwam zijn pachters ogenblikkelijk te hulp.

    Hij zond zijn gemachtigde(n) naar Arnhem en het proces, dat 2 jaar duren zou, kon beginnen. In het Anholtse archief vond hij een akte van 22 oktober 1551, waarin namens Maarten van Rossum, pandheer van Bredevoort, aan de hand van een getuigenverhoor de grenzen van de Storteler werden vastgesteld, waarbinnen het de omwonende boeren sinds mensenheugenis verboden was hout te kappen of te akeren.

    Vervolgens liet hij op 4 mei 1714 door de Verwalter Drossaard ende Rigter der Stad en Heerlikheijd Bredevoort een nieuw getuigenverhoor houden om opnieuw de krinck of grens van de Stortelersgoederen te bepalen. Aan de hand van dhet oude en het nieuwe getuiegnverhoor wilde hij aantonen, dat de beukeboom in kwestie binnen de grenzen van de Storteler was gekapt en dat Jan Meerdink derhalve geen recht van spreken had. Het hele verhaal, d.w.z. de getuigenverhoren van 1551 en 1714 besloeg bijna 29 bladzijden folio.

    De gemachtigde van Jan Meerdink liet zich ook niet onbetuigd, in een inventaris van 28 bladzijden folio vocht hij alles aan wat de Heer van Anholt en zijn boeren te berde hadden gebracht. De oude akte van 1551 was een onbetrouwbaar en waardeloos vod; de vragen in het nieuwe getuigenverhoor waren of suggestief of onnozel. De getuigen waren op een na allen pachters van Anholt en als ze niet logen, beriepen ze zich op verhaaltjes van hun ouders, grootouders of anderen. Kortom, er deugde niets van.

    Uit de stortvloed van argumenten en tegenargumenten wordt een ding duidelijk: de beukeboom had niet op Jan Meerdinks plaggenvrede gestaan, maar vlakbij de wal van zijn grondbezit. Jan Meerdink claimde nu op grond van het 'walrecht' de rechtmatigheid van zijn eis. Daar dit walrecht niet gold bij aangrenzend privaatbezit, maar slechts bij aangrenzende gemeenschappelijke grond, trachtte hij nu te bewijzen, en hier komt de aap uit de mouw, dat 'het Stortler velt geen prive maar gemeen lant is' en dat 'de Stortler een gemeente is en blijven moet'.

    Daartoe liet Jan Meerdink een aantal getuigen opdraven, die verklaarden, dat verschillende omliggende boeren, maar vooral Jan van Lintum, geregeld plaggen lieten halen uit de Storteler, waarmee dan bewezen zou zijn, dat de Storteler gemeenschappelijke, door ieder te gebruiken grond was.

    In zijn verweer op 1 juli 1715 betoogde de gemachtigde van de Heer van Anholt, dat het feit, dat Jan ter Lintum 'met een streeckje aen der Stortelersen krinck plaggen mochte maeien' nog niet wilde zeggen, dat de Storteler universeel vrij zou zin. Ook was deze krinck niet gebroken door het zonder 'wall of grave' in elkaar overgaan van de plaggenvelden van Lintum en de Storteler, maar dat een eikenboom daar de scheiding vormde. Voorts dat, als bewezen was dat de Storteler niet tot de gemene gronden behoorde, Jan Meerdink ook geen beroep op het walrecht mocht doen, omdat dit voor wallen, grenzende aan privegronden niet gold.

    Jammer voor Jan Meerdink, maar deze keer lukte het niet. Het Hof van Gelre en Zutphen verklaarde in zijn sententie van 19 november 1716 de eis van Jan Meerdink niet ontvankelijk of gegrond te zijn. Het Hof sprak de gedaagden Wessel en Geert Droppers en de heer gevoegde (Heer van Anholt) daarom vrij. Jan Meerdink werd veroordeeld tot betaling van de kosten van het proces.

    Bron: Das Lib.Gifte Woold rot 3, nr. 21, Koops uit het Woold deel 2, p. 18v, RAG: Civiele Processen van het Hof van Gelderland, 1716, inv.nr.20, processtuk K,
    Koops uit het Woold deel 1, RAG: Civiele Sententieboek 1708-1728 inv.nr.4899, fol. 113verso-114verso, Civiele processen van het Hof 1716, inv.nr.20.
    Bron: Das Lib.Gifte Woold rot 3, nr. 21

    Children:
    1. Henrick Droppers was christened 12 Feb 1662, Winterswijk.
    2. Jan Droppers was christened 20 Nov 1664, Winterswijk.
    3. 4. Geert Droppers was christened 25 Jul 1669, Winterswijk; was buried 21 Nov 1737, Winterswijk.
    4. Eenneken Droppers was christened 1671, Winterswijk.
    5. Alken Droppers was christened 1673, Winterswijk; died Between 1696 and 1702.

  3. 10.  Geert Weekamp was born Bef 1650 (son of Wessel Weekamp); was buried 20 Sep 1721, Winterswijk.

    Geert — Jenneken ter Hoorne. Jenneken (daughter of Koene ter Hoorne and Derrick Sellekinck) was born Abt 1650; was buried 16 Aug 1727, Winterswijk. [Group Sheet]


  4. 11.  Jenneken ter Hoorne was born Abt 1650 (daughter of Koene ter Hoorne and Derrick Sellekinck); was buried 16 Aug 1727, Winterswijk.
    Children:
    1. Willemken ten Wekamp was christened May 1677, Winterswijk.
    2. Cuene Weekamp was born Abt 1679.
    3. 5. Jenneken Weekamp was christened 1683, Winterswijk; died 23 Nov 1744, Winterswijk; was buried 27 Nov 1744, Winterswijk.
    4. Jan ten Wekamp was christened Feb 1686, Winterswijk.
    5. Gerdt ten Wekamp was christened Feb 1686, Winterswijk; was buried 22 Aug 1750, Winterswijk.



Library z-lib z-library zlibrary project