Hendersken ter Beest

Jan married Lijsken Wiltering 16 May 1687, Aalten. Lijsken (daughter of Jan Wilterinck and Elske) was born , Kotten; was christened 09 Nov 1662, Winterswijk. [Group Sheet]

Other Events:

• : Elijsabeth

Notes:

Jan ter Beest wordt met Kerstmis 1686 aangenomen als lidmaat te Aalten. Lijsken ter Beest, vrouw van Jan ter Beest wordt met St. Michaël 1687 lidmaat, vier maanden na hun huwelijk.
Bron: lidmatenlijst Aalten

Notes:

Hij is mogelijk dezelfde als Jan Wilterdinck otr. Winterswijk 29-6-1637 Aelken Poppinck.

Jan married Elske Bef 1646. [Group Sheet]

Henrick married Truide Bef 1639. [Group Sheet]

Notes:

Luna 18 Martij 1639 - Stattholder Franciscus Moselage, Cornoten Jan ten Berge, Peter Cloeck .
Erschenen Henrick Bekerinck die bekande voer sich Aelken sijner huijsfrouwen daervoer de rato cavierende, und sijnen erven, voer eene walbetaelte summa geldes onderbenent rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wilterdinck, Truijken eheluiden und an harer eheluijden Sohn oock Henrick Wilterdinck genant, und hare respectieve erven, Ieder tot halffscheidt Vijff daler, een daler ad dertich Stuijver, een Stuijver, tot vijfftijn placken gerekent, jaerlix op Michaelis, und op Michaelis deses jaers 1639 eerst toe verschijnen, stellende daervoer t'onderpande een stuck Bowlandes die homeine genant inden kerspel Wenterschwick Buerschap Cathen negst Annevelts Veldt gelegen, voort alle sijn gereide und ongereide gueder om sich daeran gemelter pension sampt kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh erleden und angewendt, mit pandongh nae Landtrechte te verhaelen. Die Loose een Vierendeell Jaers tevoren te verkundigen vorbeholden, und demnae op Michaelis Viertijn dagen daernae onverhaelt mitte Somma van hondert daller, edoch in twie terminen, Ieder termijn mitt Vijfftich dal., den daler als voorschreven, te loesen, vrijen und quijtt'kopen, alles bij peen van pandongh als vorschr. Sonder exception unnd argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 19

24 november 1646:
Erschenen Henrick Wilterdinck, Truide sijn echte huijsfrow, bowluijde van t'guedt Wilterdinck, und bekanden met consent van hare Landtheeren, voor eene hunne walbetaelte Summa geldes, verkofft und avergelaten te hebben an Johan Wilterdinck haeren Sohne huijsfrouwen und erven, die gerichte halffscheidt van huijsingh om te bewonen, koebeesten, peerden, varkens, mist und mistrecht, gewass und geseij opten Lande, met all haer recht und gerechtigheit so ende alss Comparanten tegenwoordigh int geheel op ende an het Erve ende guedt Wilterdinck hebben ende verdedigen konden. Deses quitierende ende renuntierende krafft deses, sonder exception und argelist. Daertegens bekende Jan Wilterdinck voor sich Elsske sijn huijsfrouwe und Erven, in krafft verdrages tuschen hun ende sijn olderen opgerichtet schuldich ende geholden ten ahn sijn Suster Gertken die tegenwoordigh miserabel van sinnen is, so lange sij lijvet ende levet huijsvestinge te geven ende te vergunnen, dieselve niet te verstoten, dan nae sijnen vermoegen haer bijstandt te leisten. Sijnde voorts verdragen ende conditioniert, datt Henderik ende Truijde Wilterdinck die Olden, den tijt haers levens besittere ende gebruijckere blijven sollen van de ander halffscheidt des guedes Wilterdinck van Huijsunge, Koebeesten, peerden, mist, mistrecht, geseij in ende opten lande und andere toebehoer hiervorens angetogen, und dat nae doden van haer, sulcke twiede halffscheidt op hem Jan Wilterdinck huijsfrouwe und erven, oock devolveren und versterven, ende dat haer andere guederen hier vornes niet gespecificiert tusschen den Kinderen in capita deijlbaer sijn sullen, Waertegens Jan Wilterdinck hefft angenohmen nae doden van beijde sijne Olderen eens voor all toebetalen und toe errichten ahn sijne Broeder(s) und Susters Henrick Sibelinck, Gertken, Derck und Naelken Wilterdinck, elck een voor hooffts die Summa van Vijffund twintich dall. Bij so verre averst gemelte sijnen Olderen in ongemak ende daerdoor in schulden geraeckten off sunsten nodes halven, tegenwordighe halffscheidt haeres goedes voorbenoembt, int geheell off ten deell verschulden ende verteren, mist dat alssdan sulx soll angesien, die schulde vooraff betaelt werden, und daernae die voorss. broeders ende susters nae advenant van t'gene t'welcke wordt overblijven, genieten ende profitieren sullen. Und ingefall Hinderick ende Truijde Wilterdinck die Olden sich met haeren Sohn Jan huijsfrouwen und erven niet verdraegen konden, off daer oock die Olden haeren Sohn overleeffden, ende met consent der Landtheeren alleene begerden te wohnen, sullen t' Spijker off t' huijsken, daer die Welsche Joost in woont, met een stucke groenlandts ende een stucke bowlandts, und wat men wijderes alssdan overkommen soll, moegen aen sich ende int gebruijck nehmen, und nae derselven doden, sterven und verfallen, oock verrichtet ende betaelt werden als hiervoor breder verhaelt is.
Oick is bij die Olden Henrick Wilterdinck und huijsfrow beraempt also haer dochter Aelken vermoetlick van wegen haer onnoselheit sall eenig blijven ende niet trouwen, dat een van haer kinderen, daerbij Aelken liefst wonen will, deselve met haer guedt t'welcke haer bereidts gemaeckt is, off haer naemaels gemaeckt ansterven magh, sollen toe sich nehmen ende versorgen, und hebben Comparanten desen Verdragh ende t'gene vorss. mit hant und monde alss voorss. bestediget als recht, sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 415 fol. 35-37