Janna Keusink op Wissink

Janna married Jan Derk Esselink 05 Mar 1747, Winterswijk. Jan (son of Jan Esselinck and Elisabeth Planten) was christened 05 Nov 1724, Winterswijk. [Group Sheet]

1. Janna Geertruit Esselink was christened 27 Jul 1749, Winterswijk; was buried 17 Nov 1780, Winterswijk.
2. Aleyda Wissink was christened 09 Jul 1752, Winterswijk; was buried 20 Nov 1792, Winterswijk.
3. Jan Esselink was christened 27 May 1756, Winterswijk.

Other Events:

• : Wissink

Notes:

13 februari 1728:
Jan Kossink, wonende op Wissink in Miste bekent getransporteerd en overgedragen te hebben aan Hendrik Sijbink in Meddehoe, sodane rentverschrijvinge ad 100 daelders capitaels, als Hendrik Sijbink op den 16-5-1643 aan Jan Kossink, Lijsken ehelieden, heeft verkogt en overgelaten, welke rentverschrijving gevestigt is in een stuk lants drie schepels gesaeij groot in Meddehoe op den Sevinck Esch, met eene sijde langs de Sevinks Bree, met de andere sijde naest rentverkoperen landerien gelegen, met eenen einde aen Schulte van Huppels Maet, met den anderen aen Helmers goorden schietende. Bekennende comparant van voors. rentverschrijvinge soo wegens capitael als intresse voldaen en betaelt te sijn.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 438

Bij de verkoop van kerkenbanken op 15 Oct. 1739 koopt Jan één van de vijff gesitten waaruit nummer 31 bestaat, sijnde den Heer van oedings Mans Banke bestaat in no. 31. NB hier van sal jeder gesit apart verkoft worden en bij de vijf koperen sonder onderscheijt bestaen worden. Een plaats in deselven Jan Wissink 25-0-0.

Jan en Stijntje hebben boerderij Wissink overgenomen van haar ouders, die geen zoons hadden. Hun derde dochter Janna neemt samen met haar man Jan Derk Esselink de boerderij over na de dood van Jan. In 1748 wonen op de boerderij:
Jan Derk Wissink 23 jaar, Vrouw Janna 29 jaar, Moeder Stijne Wissink 54 jaar, Dogter Aaltjen 14 jaar, Knegt Jan Hendrik Wamelink 20 jaar, Item Jan Seijken? 15 jaar, Meijd Janna Orriens 30 jaar, twee paarden.

Jan Derk Esselink op Wissink, geen kinderen, Stijne Wissink Wede. Jan Kossink, 4 kinderen, 3 over de 16 jaar die getr. zijn, Meijd Janna Draejers.

Jan en Stijntje hadden veel bezittingen. Er is over hen dan ook veel te vinden in de Volontaire Protocollen van het Rechterlijk Archief Bredevoort.

Op 28 april 1763 is er een schuldbekentenis van 1800 Gulden door Gerrit te Pelkwijk en Aaltje Wissink ten behoeve van Stiene Wissink, weduwe van wijlen Jan Wissink, onder verband van haar huis en hof in Winterswijk in de Bredevoortschestraate, Den halven Meijnencamp, drie schepels zaadland op de Oeldenhuis gelegen, tussen het land van Hermanus Willink en de Cremerscamp vijf schepel zaad op den Pas, tussen het land van Adriaan Wenink en Jan Freriks op denzelven Pas nog twee schepel zaad tussen 't land van Hendrik van Gelt en Fredrik Honis ...... en een half schepel zaad op den Pas, tussen 't land van Harmanus te Pelkwijk en de wede. Derk van Wullen. Een par.... Hooijgrond in de Morsse met de eene zijde naast de kerkengrond en dan nog een vierde gedeelte van de Willinkweide, liggende drie parceelen onder het Dorpboer van Winterswijk.

Op 10 mei 1763 vindt de Cessie, donatie en opdragt plaats door Garrit te Pelkwijk en Aaltje Wissink, Eheluiden van:

1. Haar huis en Hof in Winterswijk in de Bredevoortsche straate bij haar zelve bewoont.
2. Een huis in de Meddehoschede straate.
3. Zeven en half schepel gezaai bouland op de Pas.
4. Een vierde part van de Willinkweide.
5. Een stukke hooijgrond in de Morsche.
6. Den Meinen camp en een stuk land op den Oostervoort.
7. Twee stukken bouwland op den Ooldenhuis.
8. Een gaarden bij 't Melatenhuis.
liggende alle die parceelen in en onder het Dorp en Dorpbuur van Winterswijk. Voorts aanstelling van voogden aan haar drie kinderen met namen: Joost, Jan en Catharina Jacoba te Pelkwijk, met renunciatie van haar voogdijschap over die haare kinderen. Zijnde bij den gerigte wederom over die kinderen en haar goederen tot Voogden en Administrateurs aangestelt de personen van Harmanus te Pelkwijk en Jan Derk Wissink.

Jan — Stientje Wissink. Stientje (daughter of Jan Wissink and Aelken Bruggert) was christened 07 Aug 1695, Winterswijk; died 09 Jun 1767, Winterswijk; was buried 12 Jun 1767, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Op 16 september 1742 geeft Stijne Wissink in Miste van wijilen haar man Jan Wissink 100-0-0 aan de diaconie.

Notes:

Op 22 juli 1765 vindt de Opdragt plaats door de momboiren over de onmundige kinderen van Garrit te Pelkwijk en Aaltjen Wissink, Ehel. aan dier pupillen Grootmoeder Stijne Wissink en Erven van
1. Huis en Hoff door Gerrit te Pelkwijk bewoond wordende.
2. Huis in de Meddehosche straate tussen de huizen van de wede. Derk van Wullen en de wede. Hellendoorn.
3. Een akkermaal in de kromme Morsch, met nog een halve kidde in Wamelink Nijland, tussen Hendrik Theink en Jan op 't Tuinte zijn grond gelegen.
4. Een vierde part van de Willinkweide, tussen den Papenkamp en Laarbergs maate.
5. 2 schepel zaadland op den Pas, tussen t land van Frerik ten Honis en Hendrik van Gent.
6. 4 1/2 schepel zaadland op den Pas tussen het land van Adriaan Weenink en Jan Harmelink, nog 5 spint gezaai op den Pas tussen Jan Harmelink en de kinderen van Jan Hesselink op Freriks land.
7. Den halven Meinenkamp met nog 2 schepel zaadland op het Oostervoort, tussen Hendrik Ubbink en Jan Hendrik van Wullen land.
8. Gaarden, het Pesken geb. bij 't Melatenhuis, naast het land van de kinderen van Hendrik Bekkers.
9. 3 1/2 schepel zaadland op den Oldenhuis leggende, naast de Landerijen van Harmanus Willink en den Kremerskamp.
Alle in en bij Winterswijk gelegen.

Op 25 januari 1786 vindt de Maagscheid over de Boedel van wijlen Jan Keussink en Stientjen Wissink, in leven gewezene Ehelieden in dato 25 januari 1769 opgerigt, plaats, waarbij voor eerst gerespecteerd en geapprobeerd word de verkoping van het halve erve Kossink en de twee Drajers Huisjes, zoo door bovengemelte Stientje of Christina Wissink is gedaan aan Jan Derk Esselink en Janna Wissink Ehell. bij derzelven Huwelijksvoorwaarden en voorts daarbij worden toegedeeld aan Scholte Berend Lievers en Christina Wissink Ehell. Jan Derk Esselink en Janna Wissink Ehell. en aan de nagelaten kinderen van Geert Elink en Josina Wissink in leven Ehell. met namen Garrit Jan Elink en Deeve Bovelt Ehell., Willem van Eerden en Christina Elink Ehell. en Gradus Elink en Aeltje Eelink.

die goederen van welke wijlen Stientjen op de 22 july 1765 gekoft heeft van Garrit te Pellewijk en Aaltje Wissink Ehell. bestaande in
1. Een huis met den Hoff in de Bredevoortsche str. tussen de Huysen en hoven van Barent Hemmink en Thone Gielink.
2. Een Ackermaal hooij of grasgrond in de Kromme Morsse met een halve kidde in Wamelink Nijland, tussen de grond van Hendrik Thienk en Jan op het Tuunte gelegen.
3. den halven Meijnenkamp met nog twee schepels saadland op den Oostervoort tussen Hendrik Ubbink en Jan Hendrik van Wullen land gelegen.
4. 2 1/2 schepel saadland op den pas.
5. Een gaarden, het Peske genaamd, bij Melaatenhuis, bij en naast het land van de kinderen van Harmen Bekkers gelegen, alle gesitueerd in en bij 't dorp Winterswijk.
egter onder deese conditie dat de kinderen van bovengemelde Eheluiden te Pellewijk of een derzelve wanneer het jongste zijn mondige jaren zal hebben bereikt of binnen twee jaren daarna, het zal vrijstaan die goederen weer in te lossen voor den zelven prijs waarvoor zij verkogt zijn.

Aan de gezamentlijke kinderen van Garrit te Pellewijk en Aaltje Wissink zo die geboren zijn als die uit dat huwelijk nog mogten geprocreerd worden. als
1. Een Huys in de Medd.str. door Hendrik van Gent bewoond en nog een Huisken daar agter ook in de Medd.str. door Willem Dulmer bewoond.
2. 3 1/2 schepels zaadtland gelegen op den Pas, tussen de Landerijen van Adriaan Weenink en de kinderen van Hesselink. Nog vier stukjes land op den Hoogen Pas gelegen.
3. Het vierde gedeelte van de Willink Weijde.
4. 3 1/2 schepels gezaaij Land op den Oldenhuis, tussen de Landerijen van H:Willink en de Kreemerskamp met die conditie dat de vrugte en pagte daarvan bij de ouders zullen worden geprofiteerd zoo lang een van dezelven leeft. Alles breder bij het magescheid van 25 .... 't welk door Lubbert Derk Jan Hesselink ter secretarij is overgegeven op den 17 oktober 1786.

4 februari 1796:
Quitantie met verklaringe van Jan Wissink c.s. aan ? verscheidene andere comparanten c.s. dat zij kunnen lijden voor de kinderen en Erfgenaamen van Garrit ter Pelkwijk en Aaltje Wissink Eheld. worden gedaan Landregte bij haar? cessie en opdragt van verscheidene ongereede Perceelen en met verdere verklaringe de Los op Pandpenning waarvoor op gemelden perceelen bij koop contract dd: 1 july 1765 tussen de momboiren der kinderen van gem. Garrit ter Pelkwijk en vrouw ten Eenre en Stijne Wissink wed. van Jan Kossing of Wissink ter anderen sijde opgerogt en nader bij maagscheid over de Boedel van gem. Sijtne Wissing in dato 25 jan. 1769 geconfimeerd, weder terug ontfangen hebben en daarvoor quiteeren. breeder bij acte van 4 februari 1796.

Zoals blijkt hadden Aaltjen Wissink en Garrit te Pelkwijk veel geld geleend bij haar ouders. Toen ze dit niet terug konden betalen hebben ze al hun goederen aan hun verkocht. De kinderen van Aaltjen en Garrit mogen later deze goederen terugkopen tegen dezelfde prijs.

Bron: Das Lib. Gifte Miste rot 1, nr. 1, Volontaire Protocollen R.A. Bredevoort

Other Events:

• : Eelink

Joost — Geertje Hesselinck. Geertje (daughter of Jan Oissminck and Hinneken Hesselinck) was born Abt 1645, Ratum. [Group Sheet]

Other Events:

• : Elinck
• : Eelink

Notes:

Geertje was weduwe van Geert Eelinck. Met hem was ze op 3 juli 1664 in ondertrouw gegaan. Ze hadden tenminste twee kinderen; Berentt werd op 19 september 1675 gedoopt, Berendtien op 4 augustus 1678. Geert Eelinck was eerder getrouwd met Stijntje Honders. Zie kwartiernr. 2740 x 2741.

1687:
Jan Elinck x Jenneken Oosterholt is schuldig aan Joost Kossinck x Geertjen Elinck 100 Daalder. Nog in de akte genoemd: Jan Kossinck op Wissinck.

Er waren in die tijd twee personen met de naam Joost Kossinck, die op dezelfde dag in ondertrouw gingen en allebei een zoon Jan hadden. Deze vermelding was een aanwijzing dat Joost Kossinck, getrouwd met Geertje Hesselinck de vader was van Jan Kosinck op Wissinck.

15 juni 1693:
Harmen Kamphuijs x Enneken Bruggenkamp bekent schuldig te zijn wegens opgenomen penn. soo voor de schuld aan zijn schoonvader..... aan Hend: Sijbel,.... en de huisvrouw van Wander Deunck, Hend: Willinck, Joost Kossinck x Geertje Elinck, f300,- Holl. Pand: 6 schepel gesaij lants uijt een scheekamp den bestemolderskamp? met de ene sijde an Elinckkamp en de andere an Kreijl Dijck. noch met de ene zijt an Kreijlskamp met de andere zijde an het velt.

7 mei 1695:
Hendrick Gijsbers x Janna Theijnck. schuld aan Joost Cossinck x Geertje Elinck 100 Dlr Hollants rente 5 %.
Pand o.a. een molder gesaeij op de Stormskamp met de eene zijde naest Hendrick Willinck Jurriens lant noch met het eene eijnde aen t velt, met den andere eijnde an Schoemaeckers lant notoirlijck gelegen, etc.

18 mei 1700:
Hendrik Camphuis x Hinneken Elferdinck, schuld aan Joest Koesinck x Geertjen Elinck. 400 Car. Gln.

Kerkenraad Winterswijk, 21 mei 1702:
Op den 21 Maij heeft Joost Cossink en Geertjen Eelink woon. op Eelink aen de dijaconij Armen vereert een Cap. van 75 gl. tellende vijf(tig?) guld. cont. in handen van Ds. Borstius de overige vijf en twintig te halen bij jan Lamberts meulenaar, op de Windmolen, dog is op sijn versoek den Meulenaer een jaer gelaten, mits gevende een Obligatie van sijn hant. de 50 gl. getelt aen jan ten hulse, die dijaconije hem schuldig was, wegens opgeschote gelt tot betaling van houbink.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, aantekeningen kerkenraadsnotulen Winterswijk folio 92.

Jan — Aelken Bruggert. Aelken (daughter of Hendrik Bruggers and Stijne Boeijnck) was christened 08 Apr 1660, Winterswijk. [Group Sheet]

Jan — Lijsken te Kortschot. [Group Sheet]

Notes:

Misschien woonde Jan Kossinck op Wissinck. Uit 1687 is namelijk een akte bekend waarin zowel Jan Kossinck op Wissinck wordt genoemd als Joost Kossinck x Geertje Elinck. Deze Joost is de zoon van Jan.

Een andere mogelijkheid is dat hij op de Koolstede in Meddo woonde. Bij de verponding van 1647 woonde hier toen een Jan Kossinck. t'Huisken op 2 dlr., 3-0- .
Hof 1 sp. geaeis 3-0-.
Boulant 1 sch., op de derde gerve 2-1-8.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort.

12 december 1644:
Verkoop door Herman Berninck, Gertken ehel., ende Joost Wissinck, Elske ehel., an Johan Koesinck, Lijsken ehel., van die Koelstede mit allen getimmer daerop staende, sampt allen daertoe behoerende rechten, gerechtigheit, inden kerspell Wenterswick buerschap Medehoe, mitt eenen ende anden Boenck Busch, mitten anderen an Lammerdincks cavenstede gelegen. Voorbeholden den heere daeruht gewontlicken thins ende denst van brievedragen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 414, fol. 42r.

Other Events:

• : Hesselinck

Jan married Hinneken Hesselinck Bef 1634. [Group Sheet]

Notes:

Veneris 9. Maij 1634 - Drost und Richter Arent van Haersolte, Cornoten Johan ten Berge, Peter Cloeck, Johan Wisselinck.
Erschen Johan Schulte Oissminck die Jongere, genant Hesselinck, voer sich Hinrick sijn huijsfrow, daervoer de rato cavierende, und bekande voer sich, huijsfrow vorschreven und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft tho hebben, averliet und verkoffte hiermit und in krafft deses an Henrick Willinck , Lijsbeth Hardes eheluijden und haren erven eene originale Pandtverschrijvongh inholdts van twie stucken bowlandts het eene het Mörsch stucke genant, und een Mathe beneffens an Elinck huijss gelegen, staende mitte Somme van Twiehondert und Vijfftien daler te loesen, alss Otto Volmer Christina Cremerss eheluijde den 17. Januarij A? 1603 van Henrick Huijninck genant Elinck, Naele sijn huijsfrow, sampt Geerdt Elinck ihr Naelen Soon erholden, daerna Henrick und Johan van Basten bij erffdeijlong toegevallen, diewelcke dieselve volgens an Johan Geerdess, Uhlen eheluijde, und gemelte eheluijde endtlick an tegenwerdige Cedenten Oissminck avergelaten und getransporteert hebben, alles mit derselven alingen inholdt. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft inholdts der originall verschrijvongh. Sonder exception und argelist.

Erschenen Geerdt Oosminck die bekande voer sich, Hilleken sijn huijsfrouw, daervoer de rato cavierende, und haren erven voer eene walbetaelde Som(m)a geldes onderbenent, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft thoe hebben an sijnen broeder Johan Oisminck genant Hesselinck, Hinrick sijn huisfrouw und oiren erven, Vijff daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op Philippi et Jacobi, viertien dage daernae onverhaelt und op Philippi et Jacobi A? 1635 eerst kommer- unnd schatfrij thoe verschijnen, Stellende daervoer t'onderpande een stucke Landes t' Vaerstucke genant, in Oisminck gehoerende, mit een sijdt an Gronder vaerstuck mitter ander an Sickinck Hoeck gelegen, voort all sijne gueder, gestaldt gemelte Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalong erleden und angewendt, mit pendung nae Landtrechte daeran te verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers tho voeren te verkunden voerbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi viertien dage voer oder nae mitte Somma van Hondert daler obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij peen van pendong als vorschreven, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 407 fol. 26-27

Lunæ 30. Junij 1634 - Drost und Richter Arent van Haersolte, Cornoten Johan ten Berge, Peter Cloeck, Joannes Wisselinck.
Erschenen Johan Hesselinck die bekande voer sich, Hinneken sijner huijsfrouwen, daervoer de rato cavierende, und haren erven, in Pandtschap avergelaten und vetrkofft te hebben an Berndt Leessinck Aelcken sijner huijsfrouwen und haren erven, die gerechte Helffscheidt eens stucke Landes die Veldtbraecke genant, nemptlick die sijdt nae die Tenckinck Voort in Hesselinck, /: inden kerspell Wenterschwick buerschap Raetman gelegen :/ gehoerende, Sess Jaeren lanck onloessbaer nemptlick twie Mestongen na den anderen volgende, und drie seijongen in iederen Meste, inden Herffst anstaenden Jaers 1635 eerst angaende und voorts totter loese toe. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers te voeren te verkunden beijdersijts voerbeholden, und alssdan op Petri & Pauli, viertien dage daernae onverhaelt, mitte Somma van Hondert daler, den daler ad dertich stuiver, den stuiver tott Vijfftijn placken gerekent, te loesen. Edoch haer Mestrecht so sie alssdan noch enich daerin hedden, alles tot drie seijongen in den Mest, tegen die derde garve uth te bouwen, voerbeholden., Sonder exception, bedroch und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 407 fol. 31v, 32

Martis 2. Decembris A? 1634. - Drost und Richter Arent van Haersolte, Cornoten Jan ten Berge, Peter Cloeck, Johan Wisselinck
Erschenen Johan Hesselinck die bekande voer sich Hinneken sijn huisfrow daer voer de rato cavierende, und haren erven, voor eene walbetaelte Somma geldes onderbenent, bester gestalt rechtens in Pandtschap avergelaten und verkofft te hebben an Heijne Meijnerss Trijnen eheluijden und haren erven, die Woninge der Hesselincks Cavenstede, t' Hacht genant, mit die twie daertoe gehoerende Goerdene, und een Moldersaet landes naest gemelte Wohnung offt Huijss inden kerspell Wenterswick buerschap ...(niet ingevuld) gelegen, Sess Jaer langk /: daervan het anstaende van Sesstienhondert Vijffunddertich het eerste :/ onloesbaer, voer doerslechtich kommerfrij voerb eholden den Heere een Vastelavents Hoen und Elfftenhalven stuver thins Jaerlicx, sampt Landts schattongh. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese mit die offt nae omgangk der 5 Jaren, een Halff Jaer toe voren te verkundigen beijdersijdts voerbeholden, und demnae op S. Nicolai, viertien dage voer oder nae, mitte Somma van Twiehondert daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, te loesen. Alles sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 407 fol. 58

Mercurij 11 Novembris 1635 - Stadtholder Johan ten Berge Cornoten Peter Cloeck, Johan Wisselinck.
Erschenen Johan Hesselinck die bekande voer sich, Henrick sijn huijsfrouw, daervoer de rato cavierende, und haren erven
voer eene walbetaelte Summa geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Reessinck und sijnen erfen, Sess daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op Philippi et Jacobi viertien dage daerna onverhaelt und op Philippi et Jacobi Anno Sestienhondert Sessunddertich eerst te verschijnen, Stellende daervoer t'onderpande sijne Cavenstede, an Berndtssen huijss genant, inden Kerspell Wenterswick buerschap Raetman, tusschen Hesselinck und Tenckinck gelegen, umb gemelte Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalong veroorsaeckt, mit pendung na Landtrechte daeran te verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers thoe voeren te verkunden voerbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi, viertien dage voer oder nae onverhaelt, mitte Somma van Hondert daler obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij peen van pendongh als vorschreven, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 408 fol. 38v, 39

9 juli 1636:
Erschenen Rudolphus Theben in nahmen und alss Volmechtiger dess WelEdlen und Gestrengen Henrick van Eck tot Medler und Harsseloe OpperJegermeisters van Velouwen, Schultis van Zutphen binnen und buiten, krafft hem van Albert van (Ha)gen als Volmechtigher welgemeltes van Eck den 8. Maij (1634) vermitz substitutie voer desen Gerichte (ver)leenter gelijcker volmacht, (als in orig)inali vertoont. Die bekande in nahmen und van wegen sijns Heeren Principalen (van) Eck, voer eene walbetaelte Summa (geldes,) rechtes steden ewigen und onwedderroepl(icken)
erffkoops avergelaten und verkofft te hebb(en) an Johan Hesselinck Hinneken eheluijden und haren erven, datt Erff und guedt Hesselinck inden Kerspell Wenterswick buerschap Raetman gelegen, mit sijn toebehoer und gerechticheit, Und Volmechtigers Principael vermitz Sententie des Edlen Haves van Gelderlandt und subhastatie in dato den 28. Maij 1633 an sich erlangt, mit desselv(en) toebehoer und gerechticheit, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde gerenuntieert, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Heren Principalen goederen, Edoch den Heren Capitularen tott Vreden die Loese nae Landtrechte voerbeholden. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink: ORA Bvt inv.nr. 409 fol. 38v

Luna 6 Maij 1639 - Drost und Richter Willem van Haersolte, Cornoten Franciscus Moselage, Jan ten Berge.
Erschenen Jan Hessselinck Hinneken eheluiden als tegenwoordigh besittere und Eigendombs Heeren des Erffs und goedts Hesselink inden kerspell Wenterschwick Buerschap Raetman gelegen krafft des Weledlen und Gestrengen Henricks van Eck tott Medler und Harsseloe, Opperjegermeisters van Velouwen, Schultis van Zutphen ahn den Edlen Hove des Furstendombs Gelder und Graefschaftt Zutphen, mit ordell und recht erholdenen, ahn sich erworvenen und Ihnnen eheluiden vorss. am negenden Julij des jaers 1636 gerichtlick gedane cession und opdracht gemelten Erffs und Guedes. Und hebben bester gestalt rechtens van hare hoffhorigheit Vrij, quijt und loss gesproken haren Swager Jan Hesselinck, zalige Toebe Hesselinx Sohn, denselven Vrij, quijt und loss sprekende hiermit und in krafft deses brieffs. Deses gecediert
und uthgegaen, daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Haves- und Landtrechte, allet sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink: ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 23, 23v

Jovis 3 October 1644 - Drost und Richter Willem van Haersolte, Cornoten Johan ten Berge Peter Cloeck
Erschenen Junckher Carll Henrick van Marveldt toe Doerbrockinck Margareta van Huet eheluide, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Schulte van Ratum, die Jonger, Bernt Liessinck Aelken eheluiden, Johan Tenckinck Baete eheluiden, und Johan Schulte Hesselinck Hinneken eheluiden, und haren semptlicken erven, hett Erff und guet Gelkinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Raetum, tusschen Hesselinck, Tenckinck unnd Raetum in vorder bepalonge gelegen, mit desselven olde und nije toebehoer und gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden den Capittul tott Vreden daeruht Jaerlix gewontlicken thenden. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer Verkoeperen Erff und guedt Sellekinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Raetum gelegen, voorts generalicken alle harer Verkoeperen goederen in wiens Heeren Landen dieselve oock gelegen. Sonder exception und argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1644, inv.nr. 414 fol. 37

Jovis 29. Maij 1651 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Coernoten Rutger Poelhuijs, Steffen Wisselinck
Erschenen Jan Hesselinck in Raetman Henderssken eheluide, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt, rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Willinck Elisabeth Hardes eheluijden und haeren erven, twaelff dall. den dall. ad dertich str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Meij und op Meij dess Jaers sestijnhondert twie und vijfftich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande haere Maete in die Veerte gelegen, voorts alle haere gereide ende ongereide goederen, om sich daeran gemelter pension sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen., die loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert dall obgemelter geweerden, te loesen , alles bij pone van pendinge als voorss., sonder exception und argelist
Bron: Franciska Ruessink: ORA Bvt inv.nr. 417 fol. 64, 64v

Other Events:

• : Wissinck

Notes:

Roelof is de zoon van Harmen Rosen. Harmen Rosen trouwt in 1641 met Hendrickien ten Borninckhof en in 1624 met Deveken Wissinck.

Hij zorgt voor zijn halfzuster Deefken, die uit het huwelijk met Hendrickien ten Borninckhoff is geboren. Hij is dus uit het eerste huwelijk.

Roelof — Stijne Wissinck. Stijne (daughter of Johan Wissinck and Naelken Giesinck) was born Abt 1635. [Group Sheet]

Notes:

Op 2 maart 1655, dus acht jaar voordat Roelof en Stijne trouwen, wordt er te Winterswijk een Henrick, zoon van Roloff Roosen gedoopt. Als doopgetuigen treden op: Jan Wissinck, Jan de Coppendreijer, Elske Dijrkinck. Of dit een voorkind is, is mij niet bekend.

11 september 1684:
Claes Rosen op Rosenstede verklaart schuldig te zijn aan Roeloff Wissinck als momber van zijn halfzuster Deefken Rosen. Verder genoemd Berent en Jan Rosen.

1687 nr. 45:
Henderske Wissinck wede. Jan Wissinck de Jonge, Roelof Wissinck X Stijne, Mette Wissinck haar man, verkopen aan Dr. Michiel van Basten X Anna Maria Warnsinck een perceel hooiland 1/8 ..... Jan en Elsken Dijrkinck ..... de Blanckensteede.

5 februari 1689:
Roeloff Wissinck en Berent Roosen met hun halve resp. hele suster Deefken Roosen is geheel simpel en onnoosel. Zij is in huis bij Roelof Wissinck. Zij willen haar besteden bij haar halve broeder Hermen Roosen. Deze krijgt het kindsdeel van Deefken uit haar vaders en moedersdeel uit Roosenstede.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

Notes:

Hij is mogelijk een zoon van Berndt Bruggers en Geertke.

10 november 1659:
Verkoop door Herman Camphuys borger binnen Doetinchem aan Berendt Bruggers en Geertken ehel., van een stuck boulandts inden kerspel Wenterswick buerschap Meddehoe in de Tolkamp maet, mit eener sijdt langs 't Veen, mitten ander langs zal. Jan Romps landt gelegen, mitt beijde enden ant Veen schietende.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 421, fol. 27r en v

Hendrik married Stijne Boeijnck Bef 1655. [Group Sheet]

Notes:

14 mei 1666:
Verkoop sooe Rotger Poelhuis en huisvr., an Henrick Bruggfer, Stijne sijn huisvrouw, van een stuck lands op Hijnck Esch, in kerspel Wenterswick, bourschap Medehoe gelegen, schietende met d'eene sijd naest Derck Erpenbeecks landerien, met den anderen an de gemeene voerwechm net ;t een einde an die beeckem met t'ander an den gemeenen voetpat, neffens een stuckxen plaggen vreede naest die beecke in sijn kenlijcke limiten ende bepalinge.
Bron: Luiting, RABVT inv.nr. 425a, fo. 60r