Achterhoek Ancestors

Notes


Matches 151 to 200 of 4,561

      «Prev 1 2 3 4 5 6 7 8 ... 92» Next»

 #   Notes   Linked to 
151 14 april 1624:
Erschenen Thonijs ten Ruell Lumme eheluijde voer sich, und hij Thonijs als Vader und Mombar sijner bij saligen Lotte Cappers ehelich getuigten kinder voert Rosier Lomans Jenneken Cappers eheluijde, Die bekanden voer sich, respective kinderen und erven, van haren Schwager und broeder Coepe Cappers Derick Conincks eheluijden van wegen harer Comparanten und mitbeschrevenen Vader- und Moederlicker alinger Nalatenschap gereiden und ongereiden guederen, volnkomentlick und toe dancke voldaen und betaelt te sijn, bedanckten sich derselven goeder betalong, quitierende daerop in krafft deses, und hebben derwegen alles voer sich und haren mitbeschrevenen In behueff Coepen Cappers, huijsfrouwen und erven, opt Erff und guet Cappers sampt toebehoer und gerechticheit Inden Kerspell Aelten buerschap Hoerne gelegen, mit hant, halm und monde vertegen, Desselven waerschap beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong harer goederen. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 397 fol. 15v 
Family F11251
 
152 14 april 1625:
Erschenen Peter Cloeck eens, und Claes und Anna Cloeck, broeder und suster sijns Peters bij sijner zal. huijsfrouwen Elssken van Loon getuigte echte Kinder mit Bernt van Trier und Margrieten van Loon eheluijden, haren Oom, Moeije und hiertoe erkorenen und thoegelatenen Mombaren anderdeels, Die bekanden und Sie Claes und Anna vermitz authoriteit hares Ooms, Moeijen und Mombaren vorschreven, voer sich und haren erven, van wegen gemelter Kinder Moederlicken und respective derselven na haren dode affgestorvenen drien Kinderen Nalatenschaps, gereden und ongereiden goederen, schicht- und deijlongh geholden tehebben, In mathen navolgendt : Eerstlick sullen die Kinder tot haren ehelicher bestadung thoe Die Camer der behuijsongh daer tegenwoirdich Meister Henrick ten Harckel In woont, offt die huir daervan genieten, Nae eheliche bestadongh averst den gerechten Derdendeel der alinger harer olderlicke Behuisonghen, Hoffs und toebehoers binnen Bredeforth gelegen, erfflick erholden, Daer aver und van wegen partierong, und deijlong derselven Vader und Kinder sich alssdan verners sullen hebben tevergelijcken, Verners sullen Claes und Anna vorschreven erfflick erholden den kamp und den Moessgaerden daertendens voer Bredeforth, mit eener sijdt langs Predicants und Thijs Oirtmans Hoven, voort sijns Peters gaerden - den Pillen gaerden genant - mitter ander sijdt anden Voerwech langs Bernt van Triers Camp, voort desselven und sijns Peters Visscherie gelegen; Die Camp mit eenen ende ande gemeine strate, und die Moesshoff achter mit den halven Graven - hier toebehorende - an Peters Poll schietende, Noch den derdendeell vanden Hoff voer Bredeforth Inde Heeren Koppell langs den Dijck gelegen, offt wat daervan und voer sal staen t'erholden und genieten. Und dan twie koeweijden opt Swanenbroeck, Alle mit derselven toebehoer und gerechticheit. Aengaende die gereede gueder, Meublen und huijssgeraet, bekanden Vader und Kinder alles vermitz haren Oom, Moeije und Mombaren vorschreven dieselve onder haer gedeijlt, die Vader twie deele und die Kinder den derdendeel daer van ontfangen und in haer verwaer genomen te hebben. Und alssmen, nevens andere schulden, der Meijersche ten Borninckhave hondert Soevenundsestich daler, Lubbert Brussen Vijfftich Daler, und Bastiaen Crijchsman Vijff und dertich daler - staende t'samen te verpensioneren - und dannoch Crijchsman Vijfftich Daler - daervoer hij twie Koeweijden opt Swanenbroeck in pantschap hefft - noch schuldich is, Soe is verdragen und bescheijden, Dat die Kinder alsulcke Schulde, so an Hoefftsummen, als Pensionen van nu an verschijnende, dragen und affleggen sullen. Alle andere gueder gereide und ongereide, als oick alle andere des Sterffhuijses Lasten und schulden, soe Hoefftsummen als voer dato deses versetene und verschenene Pensionen hefft die Vader alleen aengenomen tedragen und t'entrichten. Lestlick is veraffscheijdet und bewilligt, Dat Imfall der Kinder eene sonder echte lijffs erven natelaten doodts verscheijden worde, alssdan het enne opt ander erven sulle, niet tegenstaende Zutphenschen Landtrechte. Daerop Peter vermitz desen vrijwillich vertegen. Und bekanden Parthien in qualiteit vorschreven, van wegen der Kinder Moederlicken sampt haren na haren dode affgestorvener Kinder Nalatenschap hiermit eens voer allen, liefflick, frundtlick, endtlick und onwederroeplick verdragen tesijn und blijven. Und sijn malkander deses alsoe reciproce gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Sonder exception und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie): ORABvt inv.nr. 398 fol. 22-23v 
Family F11531
 
153 14 april 1640:
Erschenen Geert ter Hilte, die bekande voor sich, Aelken sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent in Pandtschap avergelaten und verkofft te hebben an Henrick van Eerde Elssken sijner huijsfrouwen und haren erven die gerechte halve Slipperss stede, waervan Pandtkoper die ander helffte toestendich Inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Medehoe gelegen. Die Loese een Vierendeell Jaers tevoeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen voor offt nae onverhaelt mitte summa van hondert vijff und soeventich daller, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, te loesen. Sonder exception un d argelist.
Naast bovenstaande acte in de marge: Anno 1663 den 17. December erschenen Jan van Eerde dat hij als Erfgenahm? hom
van zall. Henrick Eerde ende hem sampt dese obligatie bij maechscheit toegevallen van die selve voldaen ende betaelt te sijn. Ergo Vacat J.Bronckhorst
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 67

17 december 1663:
Verkoop door Geert ter Hilte voor sich als oock met consent sijner kinderen Jenneken ende Henrick ter Hilte, ten overstaen van haer oom Jan Hesselinck als haare mombaer aan Jan van Eerde, Elysabeth syn huysvrou, van de rechte halfscheit van de Slippe met het huijs, in sijne kennelijcke limiten ende bepaelinge, met d'eene sijdt an Buecksveldt, met ander sijd an d'achtertst Luchte, met eenen hoeck an Buecker gaerden, met d'anderen an Bueckers beecke naest den Beitel gelegen, als mede den Schoppers gaerden tegen den Haevekes kamp schietende, ende met eenen hoeck an Herber Vaelt gelegen, met noch een stuck landes in den Gelder Essche, de Klinck geheten, tusschen Wesselinckx ende Esselinckx kede gelegen, met den eenen einde an die Aloffs handwende (?), met het ander an dden Hoogen wech schietende.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 424, fol. 60r 
Family F1574
 
154 14 april 1641:
Erschenen Bernt Kalwagen Margaretha Hoochstraten eheluide, die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Nachtegall Trine Verschagen eheluiden und haren erven een gaerden inden Darpe Alten, mit eener sijdt an Wecheler landt mitter ander an Koeperen landt gelegen, mit eenen ende an Jan ten Brincks Landt, mitten anderen oock an Wechelers Landt schietende, mit sijn toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden den Hoff ten Ahoff het tijnde deell daeruht. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen, sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 412 fol. 21, 21v

11 augustus 1678:
Jan Nachtegael X Catrijna Verschage dragen een perceel landes het rot genoemt over aan hun zoon Peter Nachtegael.

Jan Nachtegael X Catrijna Verschage dragen haer anpart van het goed Coskamp op aan hun zoon Derck Nachtegael.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 426 fol. 32v 
Family F11181
 
155 14 april 1652:
Jan Schulten, Gertken ten Berge eheluiden verkopen aan Warner Willinck Judutgh Henrixen ten Cathe eheluiden twaalf daalder jaarlijk op Sint Michaelis te verschijnen met als onderpand hun huis en hof binnen en voor BRedevoort gelegen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 
Family F7021
 
156 14 april 1653:
Jan Schulten, Gertken ten Haege eheluiden verkopen aan Warner Willinck Judith Henrixen ten Cathe eheluiden twaalf daalder jaarlijk op Sint Michaelis te verschijnen met als onderpand hun huis en hof binnen en voor BRedevoort gelegen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 
Family F4927
 
157 14 april 1658:
in de marge: Anno 1660 den 11 Maij bekande Jan van Coeverden dat Sander Rensen hem dese Summa affgeloest end voldaen hedde. Ergo vacat.
Erschenen Sander Renssen die bekande voor sich, Geessken sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven, rechter Jaerlicker pension avergelaten ende verkofft te hebben an Jan van Coeverden Aelken ten Grotenhuijs eheluijden ende haeren erven, vijff Daler, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij ende op Meij 1659 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande sijnen Camp langs Giebinck Buss ende anden Gemeijnte in Dinxperloe gelegen, voorts alles sijn geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, mit pendinge nae Landtrechte te verhalen. Die loesse een Vierendeel Jaers te voren te verkundigen voorbeholden ende demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van Vijfftich Rijxdall.
te loessen, alles bij pone van peindongh als vorschreven. Sonder exception ende argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 420 fol. 80v 
Family F11472
 
158 14 augustus 1625:
Berntken weduwe van Warner te Bockel draagt de hof te Bockel over aan haar zoon Wessell to Bockell. Hij moet wel haar andere twee kinderen een afgoedinge doen.

Wessel te Bockel en Hendersken Swijtinck geven zich vanuit hun angeboren vrijen standt den huijse van Bredevoort hoffhorich en mogen twee onbenoemde kinderen vrijmaken.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C

15 juli 1636:
Wessel te Bockel obijt Henrick vidua.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C

14 juli 1638:
Henrica te Buckel.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C 
Family F9570
 
159 14 december 1609:
Erschenen Johan Maes, die bekande voor sich und Wijchmoet sijner huijsfr., in pandtshcap avergelaten und verkoft toe hebben aan Marrien, wedtwe zal. Johan Poelhuis und haren kinderen, einen kamp landes, geheeten de Nithuijser Kmp, inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, mit einer sijdt langs den Loykinck busch, miteter ander sijdt an Balckenschotter grondt gelegen, mit einen ende ant Nithuser velt, mitten anderen ende an Balckenschoter und Luytinck grondt schietende. Die loese beidersijdts ein vierdell jaers toe voorn toe erkunden voorbeholden und demnae jaerlix up Michaelis, 14 dage daernae, mit 150 dll. te loesen.
Bron: Luiting: RAG; RABvt inv.nr. 71 fol. 231v en 232r 
Family F6697
 
160 14 december 1624:
Johan Simmeldinck bekent in pandtschap avergelaten und verkoft toe hebben aan Bernde Sewinck, Naelken ehel., eenen kamp landes die Hulsbraecke genant, in Simmeldinck, boerschap Meddehoe, kerspel Wenterswick gelegen, mit sijn sichtvrede, voort noottruftich, verner plaggenmat op anderen Simmels sechtfrede, ses jaerlangh, op Martini integaen und op Martini 1630 t'leste toe eindigen, onloesbaer. Mit conditie dat die pantkopere die derde garve daervan uthnemen, dorschen laten sullen. Die loese nae omgangh der 6 jaren met die summa van 150 dll. te geschieden. (Is verandert den 24-1-1626)
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 397, fol. 56r en v

24 januari 1626:
Johan Simmeldinck bekent voor sich en sijn huisfrouw Triene Wijskamps in pandschap sampt rostlicken besit avergelatenund verkoft thoe hebben aan Bernde Sewinck, Naelken sijne huijsfrouwen, eenen kamp landes, die Hulstbraecke genant, in Simmeldinck, buerschap Meddehoe, Kerspel Wenterswick gelegen, evt. te loesen met de somma van 179 dlr.
NB In inv.nr. 461 staat 312 dlr. en heet de kand land de Halfbraecke. Gerojeert 27-1-1727.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 399, fol. 7v


17 mei 1626:
Johan Simmeldinck, Trine ehel., bekennen in pantschap avergedragen und verkoft te hebben aan Coepen ten Kreijll, Marrien ehel., een stucke lants, den Bleek gnt. in kerspel Wenterswick buerschap Meddehoe opten Simmelts Esch, mit einen sijdt aen pantverkoperen Nijlande, mitten ander sijdt anden Huppeler esch gelegen, mit eenen ende ant Simmelts goir, mitten anderen ende anden hogen wech schietende, sampt toevehoer und gerechtigheit, onder conditie dat pandtverkoperen, solange sie t'selve landt bouwen, pantkopere averst die derde garve nae landtrechte genieten sal, d\edoch pandtkoeperen daervan 2 fijmen rogge (of ander product) metten stro int darp leveren etc. etc.
NB Volgens inv.nr. 461 voor som van 225 dlr.
(20 januari 1654: Joost Simmeldinck heeft dit stucke lants mit 50 dlr. verhoogt an Jan Laerbergh, Geesken ten Kreijl ehel.
3 mei 1697: Gerrit ende Maria Laerbergh bekennen van de halfscheit deeses capitaels ende interesse door Berent te Cortschot ende Jenneken Tenkinck ehel., als erfgenamen van Coepe te Kreijl voldaen en betaelt te sijn.
18 juni 1697: Hend. ten Bengevoort als cessionaris van de erfgenamen van wijlen Jan van Graes, bekende de resterende halfscheijd deeser obligatie door Derck Meenck ontfangen te hebben, hebbende alsoo Berent te Cortschot de eene helfte deeses capitaels ende Meenck de andere helfte uijtgelost.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 399, fol. 24v en 25r.

28 maart 1633:
Johan Simmeldinck bekande voor sich und sijnen huijsfrouwen, in pandtschap avergelaten und verkoft thoe hebben an Geerdt Heminck, Mechteldt ehel., und Willem Heminck, Berntken ehel., twie stucken landes in Simmeldink (inden kerspel Wenterwsick, buerschap Medehoe gelegen) gehorich, dat eene die Hoffstede genant bij den Sewinck goorden gelegen, dat anderen het Nijlende gnt. opten Simmeldinck esch, negst het Bleck gelegen, mit derselver toebehoer und gerechticheit. Dit mit conditie, dat pantverkoperen so lange sie denselven der geboer regieren, die selfs bouwen und pantkoeper van alle gewas den derde garve uthnhemen und an pantverkoperen huijs dorschen sullen. Die loese een vierdell jaers thoevoren te verkunden beijdersijdts vorbeholden. und demnae op Philippi et Jacobi 14 dage voor fo nae mitte summe van 180 dlr. toe loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 406, fol. 13v en 14r

31 augustus 1636:
Joh. Simmeldinck, Trine ehel., bekenden in pandtschap avergedragen und verkoft te hebben an Herman Laerberch, Lijsken ehel., het Simmelinck Goor, een kempken in glt. Goor gelegen, und een stucke groenlandt die Huijs hoffstede genant, alles in den guede Simmeldink gehorich, inden kerspel Wenterswick, boerschap Medehoe gelegen, bij veronderpandongh sijner gerede und ongerede goederen. Die loese een verendeel jaers tevoren te verkunden voorbeholden und demnae op Philippi et Jacobi mitte summa van 200 dlr. toe loesen.
(20 januari 1654 heft Joost Simmeldinck dese met 55 dlr. verhoogt).
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 409, fol. 58v en 59r

28 maart 1640:
Jan Simmelt bekent voor sich und sijner huijsfrouw in pandtschap avergelaten und verkoft te hebben ahn Geerdt Wormbskamp, Webbe ehel., die Wormbskamp wohninge, gestaldt dieselve int geheel tusschen pandtverkoeperen und Schulten van Huppelen erffen und goederen inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe gelegen, voor kummerfrij, uthbescheiden den huijse Bredevoort 7 str. thins, und een vastelavents hoen. Die loese een half jaer te vooren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Martini 14 dage daernae onverhaelt, mitte summe van 700 dlr. te loesen. Sijnde in dese summe mede ingerekent twie gerichtlicke verschrijvinge, die eene d.d. 30-9-1609 ter summa van 150 dlr. van pandtverkoeperen vader Joost Simmeldinck an Willem ten Hagen, Naelen ehel., verschreven, d'ander d.d. 23-2-1611 gelijckfals van pandtverkoeperen vader ahn zal. Johan ter Wormbskamp glt. pandtholderen vader, oock ter summa van 150 dlr. Vorders bekende glte. Jan Simmelt, also pandtholder Geerdt Wormbskamp een schoppe op glte. cavenstede Wormbskamp getimmert, dat dieselve tijt der loese onbespiert pandtkoeperen afftrecken sollen mogen.
(13 maart 1654: Desen pandtschillinck noch mit 130 dlr. verhooget, vermoge protocoli, Het hier over de resp. acten van 13-3-1654 en daer op gevolgde cessie off verbant van Wormbskamp op den 22-6-1696 gepasseert ten profijte van Willem Walien).
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 411, fol. 66r en v

29 mei 1647:
Erschenen Jan Simmelt, Fije? ehel., die bekende in pandtschap sampt rostlicken vreedsamen besit den tijt van ses jaeren onloesbaer, overgelaten und verkoft te hebben an Willem Heminck, Berntken ehel., die Helmerinck cavenstede inden kerspel Wenterswick buhrschap Medehoe gelegen. Die loese een vierdell jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und alsdan op Meij, nae ommeganck des 6 jaers, mitt die summa van derde half hondert dlr. te loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 415, fol. 54 v. 
Family F1590
 
161 14 december 1680:
Derck Schutte kranck van lichaem X Margareta Weninck geeft te kennen hoe dat hij bij sijn zal. huijsvrouw Aeltjen Coenen ehelick geprocreert heeft een dochtertjen Maria ende bij sijne tegenwoordige huijsvrouw drie kinderen met namen Derk Jan, Abraham ende Henderina, ten overstaan van Tonnis Coenen als oom van Maria, dat alle onderscheid tussen de voor- en nakinderen opgeheven zal worden en Maria zal van beiden erven.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 426 fol. 116, 116v 
Family F7049
 
162 14 februari 1615:
Erschenen Trijne nagelaten Wedtwe zaligen Henrick Brockmans, mit Johan Slotboom haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaer; Item Geerdt Bleckinck als Oem und Mombaer gemeltes Henrick Broeckmans bij Trijnen sijner huijsfrouwen vorschreven procreirten und nagelatenen Kinderen, und Hij Geert Bleckinck voer sich selffs, eens - und Engelbertt Drentell voer sich, sampt desselven broeder Geert ten Pijtenpoell, oick voer sich anderdeels, die bekanden sambt uns besonders, in qualiteit vorschreven, voer sich, haren respective Pleegkinderen und erven, wegen sodane ongelucks und Nedderslacht als gemelte Engelbert Drentell /: leijder : / onlangs an gedachten Henrick Broeckman zaligen begaen, item wegen sodaner Slagen, quetzueren und verwondongen, als Engelbert und sijn broeder Geert voerschreven terselver tijt und plaetze geoefft und toegevoegtt gedachten Geert Bleckinck angedaen und toegevoeght; sampt sijns Bleckincks desswegen erledenen und gedanen smerten, versnijens, Kosten und Meisterloons, alsoock lestlick sodane Slagen und verwondongen als Geert ten Pijtenpoell
pretendiert van meergemelte Geert Bleckinck bekommen te hebben doer tuisschenspreken und onderhandlong obgemelten Statholders, Cornoten und anderer underbenenter Daechsfrunden und Verwandten, liefflick, frundtlick, endtlick und onwedderroeplick versoent, entscheiden,vergelijckt und verdragen tesijn, in manieren nafolgendt:
Erfflick hebben Engelbert Drentell und Margriet sijn Huijsfrow (: beijde voer Gerichte persoonlick tegenwoirdich :) wegen gedachten Nedderslach Twie Molder Roggen onfeilbar und onvertoglick gelaefft toe verrichten; item wegen der Cure van Geert Bleckinck, den Veltscheerer Meister Derick Iwens viertijn Rijcxdaler, und hem Geert Bleckinck voer sijne smerte, vertehrong und versuijm van wegen sijner quetzueren und verwondong erleden und angewendt, Twelff daler current Bredefortscher wehrung toebetalen, daertoe Engelbert und sijn huijsfrow voorschreven, allet voer sich und haren erven, gelaefft und versproken hebben, doende solcx in krafft deses, der wedtwen und Kinderen veelgemeltts Henrich Broeckman voer destitutie und entsetting hares ehelicken und respective Vaderlicken diensts und troostes, eens voer all Vijff und Soeventich daler, allet Bredefortscher geweerden, op Vastelavent Anno Sestienhondert Sestijn, neffens Vijfftenhalven dergelijcken daler Interesse, oick der Wedtwen /: sijnde alnoch befruchtet : / als sie doer Godts genaden verlost sijn sall, een tonne goets Biers, gewisslick unnd onfeilbaer toestellen und respective in haren und Mombars vorschreven handen seeckeren vrijen behalt und gewaldt toe erleggen und t'entrichten, Alles onder oppignoratie und hypothecatie aller harer Engelberts und Huijsfrouwen iegenwoirdigen und toekumpstigen gereiden und ongereiden guederen, Voort peene und reaell executie, als off die selven mit allen rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten weren. Und hefft frow ten Drentell vorschreven op alle Vrijheit und exceptien haer hiertegens toe Rechte enigsins dienstlick sijn mochten, und sonderling Senatus Consultum Velleiani haer genoegsamb verclaert, vrijwillich gerenuntieert und vertegen. Lestlick is hierbij bedongen und verdragen, dat sodane vorderong, als Geert ten Pijtenpoell wegen sijner erledener quetsuer und verwondong, op und tegen Gerrit Bleckinck pretendiert, hiermitt oick opgeheven, verlaten und quitiert sijn und blijven sulle. Und bekanden Parthien allersijdtz und in qualiteit vorschreven, sampt und besonders, voer sich, haren respective Pleegkinderen und erven, aller und jeglicker vorschreven questien, ongelucks, Nedderslacht, quetzueren, verwondongen, schmerten, Vertehrongen, Versuijms, Meisterloons, sampt aller actien, twistes, haeders, onwillen und achterdunckens voorschreven, eens voer all liefflick, frundtlick, endtlick und onwedderroeplick Versoent, accordiert, entscheiden und verdragen te sijn und blijven, und malckanderen allewedderwerdige daetlicheit uth grondt hares herten, om Godt willen und geistlicker affection verlaten und vertegen toe hebben, doenden solcx in krafft deses, Gelaevende malckanderen allersijdtz und in qualiteit vorschreven, deses Verdrags und Versoenung testaen, wachten und wahren nae Landtrechte. Bij veronderpandong harer respective sembtlicker und sonderlige iegenwoirdigen und toekumpstigen guederen, Sich daeran alle hinders, Kosten, schaden und unrechte wegen misholdong deses enigsins erleden und angewandt, toe verhalen. Hier sijn neffens de Statholder und Cornoten vorschreven, bij, an und avergeweest, Ludolph ter Vijle, Rentmr., Franciscus Moselage Voogt toeWenterschwick, Diederich Dijenberch van Rhemen, Werner Romp, Diederich Weddelinck, Henrick Coops, Geert te Hietkamp, Engbert ter Kulve, und Henrick Elfferdinck, als Underhandlers, daechsfrunde und verwandten. Actum Bredeforth quot supra. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 6-7v

28 augustus 1615:
Erschenen Henrick ter Hoornenborch voer sich und mede als echte man und Mombaer Elskens ten Lohuis sijner huisfrouwen, daervoer hij de rato cavierde, und bekande voer sich sijner huisfrouwen vorschreven und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoips avergelaten und verkofft te hebben Engelbert ten Drentell, Margrieten sijner huisfrouwen und haren erven, haer toebehorige Huijss op de Hoornenborch staende , met sijn toebehorong und gerechticheit, inden Kerspell Aelten, buerschap Haert, ant Buninck Broeck gelegen mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kummerfrij, voerbeholden den Huijse toe Bredeforth sijnen gewontlicken thinss Jaerlicx. Deses gecediert unnd und uthgegaen. Daerop mit hantt, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 51, 51v

1 mei 1616:
Erschenen Trijne nagelatener Wedtwe zaligen Henrick Broekmans, mit Johan Slotboom haren hiertoe erkornen und toegelatenen Mombar, und bekande vor sich haren Kinderen und erven, op sodane Vijffundt'soeventich daler Capitaels als Engelbert Drentell wegens nederslachs hares zaligen Ehemans haer und haren Kinderen, allet vermoge geholdene Verdragsschuldich , huidt dato Vijfftich daler neffens Vijffenhalven daler op Vastelavent naestleden verschenen Interesse, ontfangen thoe hebben, daerop pro quota krafft deses quitierende, Edoch des restantz, neffens gebuerlicke Interesse à tempore moræ und hares recht krafft verdrages hiermit onbegeven, daervan sie krafft deses protestierde.
Voorts erschenen Engelbert Drentell Margriete eheluide, und gelaeffden die Restierende Vijffundtwintich daler, neffens gebuerlicke Interesse à tempore moræ op naestanstaende op Philippi et Jacobi 1617 gewislick und onfeilbaer toebetalen. Alles krafft Verdrages, und bij veronderpandong harer gueder, voort peen van reale executie. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 389 fol. 26v, 27

2 juni 1617:
Erschenen Engelbert ten Drentell Margareta Wissincks eheluijde die bekanden voer sich und oeren erven, voor eene walbetaelde summa geldes ondergemelt bester gestaldt rechtens in pantschap avergelaten und verkofft toe hebben Lubbert Brussen Aelken Brethouwers eheluijden und oeren erven, eene originele Pandtverschrijvong van eenen Camp van Sess schepelsaet, den Nattenkamp genant, mit desselven Hegge, holtgewass, ackeren, toebehorong und gerechticheit inden Kerspel Aelten buerschap Haert wijderen inholtz d'originael Pantverschrijvong gelegen, staende mit Hondert VierundViertich daler toelosen, als wijlen Willem Drentell van Johan Leverdinck Hendersken eheluiden in dato den 16 Februarij A 1606(?) erholden, mit derselven alingen Inholdt. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandong aller harer Pandtverkoperen iegenwoirdigen und thoekompstigen gereiden und ongereiden goederen, Sich daeran mit Pendong nae Landtrechte thoeverhalen. Die Loese beijdersijdtz een Vierdell Jaers toevoeren thoeverkunden voerbeholden, und demnae Jaerlicx op Meij, Philippi et Jacobi, Viertien dage voer offt nae, mitte Somme van Hondert und VierundViertich daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, toe loesen. Alles bij peen van pendong als vorschreven, Sonder Inrede und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 390 fol. 32-32v

15 mei 1618:
Erschenen Engelbert Drentell Griete Wissinck eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, berekender wetlicker schuldt schuldich toesijn Mr. Willem Evertssen Clockengieter, de Somme van Vierundviertich daler, den daler ad Dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, herkomende van wegen hares angekofften Marckengrondts int Buijninck. Gelavende dieselve op naestanstaende S.Michaëlis tebetalen, onder verbant haere goeder, voort peen van pandtleverong undt pandtschlijtong als off dieselve mit allen rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten wehren. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 391 fol. 23v

25 oktober 1624:
In de marge : A 1643 den 22 Junij bekande Jurrien ten Santberge dat Jan ten Drentel hem dese Summa affgeloeset ende betaelt. Ergo vacat.
Erschenen Engelbert ten Drentel die bekande voer sich Grieten sijner huijsfrouwen und oeren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft thoe hebben Jurrien ten Samberge und sijnen erven, Drie daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tott Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx kommerfrij und sonder enige afftoch op Vastelavent und Anno 1625 op Vastelavent eerst thoe verschijnen, Stellende daervoor t'onderpande sijne Maet ant Buninck broeck achter den Wochter Camp gelegen, voort alle sijne gueder, Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft bij peen van pendongh nae Landtrechte, Die Loese ein Vierendeel Jairs thoevoren thoe verkunden voerbeholden, und demnae op Vastelavent, Viertien dage voer offt nae onverhaelt, mitte Somme van Vijfftich daler obgemelter geweerden, thoe loesen, Alles bij peen van pendong als vorschreven. Sonder exception und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 397 fol. 49

8 februari 1625:
Erschenen Engelbert ten Drentel Margreta eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eenen walbetaelte Somme geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoehebben Coepen Jentinck Lijsken sijner huijsfrouwen und oeren erven, eenen Kamp, den Nijen Camp genant, mit een stuck Groenlandts an und bij den anderen, Inden Kerspel Wenterschwick, Buerschap Miste, mit eener sijdt die Rhoerdinck Mate, mitter ander sijdt ande Aeltensche Marcke gelegen, mit eenen ende ant Buijninck Goor, mitten anderen ende ande Hoornenberger Mate schietende, mit derselven olde und nije toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kommer-, dienst- und schatfrij erff und guet, Deses erfflick gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, Waerschap beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong harer Verkoperen goederen Sonder Inrede und argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 398 fol. 10-10v

28 februari 1635:
in de marge: A° 1639 den 3den Januarij bekande Hilleken de Quade, wed.van zal. Mr, Christiaen ter Woordt dese Somma van Mr. Henrick Smit ontfangen te habben und daermede uthgeloest te sijn. Ergo Vacat.
Erschenen Grietken Weduwe Engelberts ten Drentell zaliger mit Jan ten Drentell haren Soon und Johan Wissinck Neve als haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaren, die bekande vermitz haren Mombaren vorschreven, voer sich und haren erven voer eene opgenomene und walbetaelte Somma geldes onderbenent rechter Jaerlicker Pension avergelaten und verkofft te hebben, averliet und verkoffte hiermit und in krafft deses, an Meister Christian ter Woert, Hilleken de Quade, eheluijde und haren erven, die Jaerlixe Pacht an Rogge und Boeckweitte des Erff und guedts die Huerne inden kerspell Aelten buerschap Haert gelegen, tott der Rentkoperen Koer, nemptlick Ider Molder Roggen voer drie daler und ider Molder Boeckweitten voer twie daler sich erstreckende tot Dertich daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tott vijfftien placken gerekent, Jaerlix inden Herffst als het dorschens tijt, und desen anstaende Herffst eerst te verschijnen, met conditie und beding dat wat die Pacht boven die Dertich daler pensions jaerlix validieren werde, Rentverkoepersche und mitbeschreven trecken und genieten und so wat daervan gebreken mochte, Sie an Rogge und Boeckweitte, alles tot der Rentkoeperen koer, daerbij leggen sullen. Alles Kommer- und schatfrij. , Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh gemelte Huerne, voort aller harer gueder, om gemelte Pension und hoofftsum, sampt kosten und schaden wegen missbetalongh erleden und angewendt mit pendongh nae Landtrechte daeran te verhalen. Die Loese een Vierdell Jaers te voren te verkonden voerbeholden und demnae op Martini, viertien dage voer oder nae onverhaelt mitte die Somma van Vijffhondert daler obgemelter geweerden, te loesen. Alles sonder exception und argelist.Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 408 fol. 6v-7

9 december 1639:
Erschenen Berndt ter Huerne Aelken eheluide und haren erven die bekanden voor sich datt hun haer swager und respective suster Jan Drentell und Gertken eheluide haer alsodane Vader: und moederlicke versterff und geheel nalatenschap als Ihnen van Engbert und Griete ten Drentel angeerfft, vollentkomentlick und toe dancke verrichtet und betaelt hebben, bedanckten sich voor dieselver goeder und vollenkomener betalongh und hebben daerop voor sich und haren erven ten behoeve Jan ten ten Drentell Gertkens eheluiden und haren erven mit hant halm und monde vertegen, derselver uthgegaen und vestnis gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh harer gueder.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 49v, 50 
Family F12437
 
163 14 februari 1713:
Arnoldus Coenen X Beatrix ter Bogt en Geertruit Coenen verkopen aan Jan Mentink X Geesken N.N. een stuk bouwland 6 spint, voor en onder Winterswijk gelegen tussen Peter Hermsen en organistenland, de Klockheyde genant.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen oud rechterlijk archief Bredevoort 
Family F6095
 
164 14 februari 1737:
Peindinge door Maria Rothuis aen twee stukken gaerdenlant het ene op den hogen slesewijk naest het lant van Tijs Strobant en het andere naest daeraen gelegen aen Berent Straetman lant, bij den selven Straetman gebruijkt worden,
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Winterswijk

7 maart 1739:
Opdragt van een halve behuijsing en land daaragter so Berent Straatmans tegenswoordig gebruijkt en bewoond, voor een vierde part van de gaarden, so Jan Metselaar en Joost Wessels in t gebruijk hebben, de halfscheijd van een gaarden so Hend: Strobant in t gebruijk heeft en dan nog de halfscheijt van een stukken bouland op den Laarbergskamp en sulx door Salomon Louijs Laarberg aan Jan Berent Mentink.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Winterswijk

17 oktober 1743:
Opdragt van 2 stukken boulant op den Hasel tussen de landerien van Jan Schutte, Ber: Straetmans, Ber: Heemink en wijlen Gerrit Jan Walien met sijn oude en nieuwe geregtigheden en sulks door Aleijda Huijsink wed. wijlen Gerrit Krosenbrink aan Hendrik Walien Hendriks en Willem Walien en sijn huisvrouw.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Winterswijk 
Family F4991
 
165 14 januari 1660:
Erschenen Willem Dammers, die bekande voor sich Machtelt Rateler sijner huijsfrouwen, daarvoor de rato cavierende etc.
RABvt volprot inv.nr. 421 f 38r 
Dammers, Willem (I4363)
 
166 14 januari 1660:
Erschenen Willem Dammers, Mechtelt Rateler huisfr., verkocht an Reiner Conners Jetgen Dammers eheluijden achttijn dall Claass.? Valuatien, jaarlix vast te vercshijnen stellende daarvoor t'onderpande sijn stuck bouwlanes die Krijcx Bree genant, etc.
Bron: RAG, RABvt(0136), inv.nr. 421 f 38 
Family F5791
 
167 14 juli 1619:
Wessel Scheinck, burger te Danzig, draagt de boerderij Goorhuis in de Heurne onder Aalten over aan zijn zusters dochter Gertruidt Tols, wed. Johan Bruns.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 392 fol. 47 
Scheinck, Wessel (I39620)
 
168 14 juni 1533:
Ffenne van Basten, met Jan van Renen horen gekoren ende thoegelaeten momber, hefft overgegeven ende vercofft vuer oer ende horen erven, Johan Rawerdinck, Mynnen synre echten huesfrouen, ende oren erven alle alsoedane gherechticheyt van den versterve hoers vaderss salygherss, dairmet sie an dat erve ende guet Rawerdynck, beleghen in den kerspell van Wenterswick, in de Woltbuerschap, beërfft mach syn ende vorder noch van horer moeder beërfft mach werden, nicht uitgescheiden, vuer ene summe van penninghen sie met oren momber vurs. bedanckte sich all ende wall guede betalinghe ende uitgericht t'syne; ende vertech dairvan vuir oir ende oren erven met hande ende monde, als dat ordell ende recht wyseden. Ende Fenne vurs. met oren momber vurs. gelaeffden vuir oir ende oren erven dess vercoeps ende vertichnissen vurs. Jan Rawerdinck vurs. ende synen medebeschrevenen t'stan ende t'wairen vuir all degene dess besprecken ende behinderen ende them rechten komen wyllen, thot allen thyden. Sunder arch off list.
Bron: ADW (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 33 fol. 21

4 augustus 1533:
Styna Rawerdynck, met Hermen Otterbecke horen gekoren ende tho ghelaeten momber, hefft vercofft ende overgegeven vuer ene summe van penningen, de sie hoir betaelt bekande, Johan Rawerdinck horen sonne, Mynen synre echten huesfrouwen, ende oren erven, all recht thoseggen ende gherechticheiden sy op datum huden hefft, off noch namaels krijghen mochte, an dat erve ende guet to Rawerdinck, in den kerspell van Wenterswick, in de Woltbuirschap ghelegen, nicht van uitghescheiden, ende hefft dess uitgegaen ende dair aff vuer oir ende oren erven erfflick ende ewelick vertegen ende wairschap ghelaefft.
Bron: ADW (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 33 fol. 39

13 juli 1534:
Egbert Rawerdinck, met Naelcken syn echte huesfrou, + hebben vercofft ende overgegeven vuir hon ende oren erven Johan Rawerdinck, Mynnen synre echten huesfrouwen, ende oren erven, alle alsodane gerechticheyden ende thoeseggen sy hebben offte noch durch doetlicken affganck Egberss vurs. moeder mochten krijgen, an dat erve ende guet thoe Rawerdinck, belegen in dem kerspell van Wenterswick, in de Woltbuerschop, hetsy dan an boulant, an groenlant, + an kempen, an bussch, an broick, nicht uitgescheyden, ghelyck Jan vurs. ende syn huesfrou dat op datum hueden in gebrueck hebben, vuir ene summe van penningen Egbert ende Naelcken elude vurs., bekanden hem deger(4) betaelt t'syne van Jan ende Mynnen vurs.; ende gengen der gerechticheiden wo vurs. uit ende geven sie dem gerichte op in de hant tot behoeff Janss ende Mynnen elude vurs. ende oren erven, en vertegen dairvan alless rechten erfflick ende ewelick vuir on ende oren erven.
Bron: ADW (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 34 fol. 83 
Family F12453
 
169 14 juni 1546:
It Anno (XVC .) XLVI. den XIIII. Junii hefft min Juncker die Marschalck ein wessel geholden mit Henricus Prior und Convent to Schaer und tot behoeff des huses entfangen Alit echte dochter Henrich up Schaer und Merien siner huisfr. to egendoms rechte, dair voir hem weder averwiset Deve ter Smit echte dochter seligen Wessels ter Smit en Greten siner huisfrowen tott hoffhoricheit.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F11458
 
170 14 juni 1546:
It Anno (XVC .) XLVI. den XIIII. Junii hefft min Juncker die Marschalck ein wessel geholden mit Henricus Prior und Convent to Schaer und tot behoeff des huses entfangen Alit echte dochter Henrich up Schaer und Merien siner huisfr. to egendoms rechte, dair voir hem weder averwiset Deve ter Smit echte dochter seligen Wessels ter Smit en Greten siner huisfrowen tott hoffhoricheit.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F11459
 
171 14 juni 1677:
Er wordt blijkbaar iets verkocht: Albert Tieynck en Harmen Poelhuis etc. aan Willem Coldenbergh op Hijnck Meddo. 
Family F489
 
172 14 maart 1610:
Johan Tjeinck, Stijne ehel., bekanden op Michaelis 1609 ontfangen te hebben van Herman Poelhuis und Arndt Broijl, als vormunderen van Elsken Wassinks, zal. Herman Wassinks nagelatene ehelicher dochter, die somma van 100 dll. Zij belaeven die somma op erfurderen harer Elskens off sonst der mombaren vors., wen die loese ein half jaer toevoren verkundigt, jairlichs op Michaelis, 14 dagen daernae onverhaelt, op Michaelis toe betalen, oick bis daran jaerlichs gebuerlick interesse als nemblick 6 dll. op Michaelis toe betalen. Een en ander bij veronderpandung eines stucke bowlandes, gelegen inden Gelre esch inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, schietende mit einen ende an Tjeinck busch, mitten ander ende an Wesselincks Hulse, wijders inhalts des koipbriefs d.d. 27-2-1567.

Johan Tjeinck, Stijne ehel., bekanden van Herman Poelhuijs und Arndt Broijll als voermonderen Elsken Wassinck opgenomen und ontfangen te hebben die somma van 70 dll. Gelaefden die selven jairlicks op Michaelis, 14 dage daerna onverhaelt, wen die lose ein half jair toevoren verkundet, oick jairlicx op gmte. termin gebuerlick interesse, als nembtlick 4 dll. onfeilbar toe betalen. Een en ander bij veronderpandong aller haren gueder.
Bron: Luiting, ORA Bvt inv.nr. 72 fol. 40v-41v

27 mei 1630:
Erschenen Aerndt Broijll Elsken eheluijden, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft tho hebben, Geerdt ten Dondergoor Goeken Tenckinck eheluijden und haren erven, haer Verkoperen Huijss und Hoff inden Darpe Wentersswick ind Voerstadt mit eener sijdt naest Geerdt Ennekincks huijss, mitter ander sijdt naest Karst Gijsberts huijss gelegen, mit eenen ende ande strate, mitten anderen ende anden Graven schietende, mit derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kommerfrij, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung harer gueder. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 403 fol. 36 
Family F11698
 
173 14 maart 1643:
Gissbert Grievinck, Anneken ten Brincke sijner huijsfrouwen, voorts Lubbert Brussen und Gissbert Grievinck de rato cavierende voor Mr. Conrat Huekelom ende Fiken Grievinck ehelieden, verkopen an Marten Nijlandts Gerdrine? ehelieden drie kampkens genoempt Harns? Kuijpersstede inden Kerspell Dinxperloe Buerschap Huerne mit eener sijdt und ende an und bij verkoeperen offt Beester und Ormels landerije und gemeente, mitten ander sijdt anden voerwegh naest Roleff inde Vosshoernes landt und gemeente gelegen, mitten anderen ende ande voerwegh nae Ormel schietende zoals haer verkoeperen olders s'selve van Reintken ter Horst zal. den tijnden december 1634 opgedragen, voor kummervrij uthbeschieden die halve sichtvree tegen vosskamp onder t'goet ter Beest gehoerende tott gl. kamp voorbeholden.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 46

29 september 1691:
Hendrik, Wessel en Garrit Greevinck, broers, verkopen aan hun zwager Jan Prins den Ouden, hun geerfde deel van Haermans, Clovers en haert onder Aelten.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Winterswijk 
Family F7475
 
174 14 maart 1644:
Erschenen Bernt Loijkinck, Henrickssken Gossincks eheluide, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an haren Swager ende Broeder Jan Gossinck Elsske Loijkinck eheluiden und haeren erven, alle hare anpart recht und gerechtigheit van het Erff ende goedt Gossinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Henxell gelegen, Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen, sonder exception und argelist.

Erschenen Jan Gossinck Elsske Loijkincks eheluide die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Bernt Loijkinck, Henrickssken Gossincks eheluiden und haren erven, alle hare anpart recht und gerechtigheit van hett Erff ende goedt Loijkinck neffens haer Comparanten Derdendeell van een angekofft stuckessken Landts inden Loijkincks Esch gelegen, die Driepsche Wei genampt, so eertijts uht Erve ende guedt Balkenschott verkofft worden, Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mitt hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink, ORA Bvt inv.nr. 414 fol. 15v, 16

20-4-1676:
Elsken Gossinck? schuld van 200 dlr. aan Jan Smalbraeck.

25-3-1686:
Elske wed. Jan Gossinck verkoopt het halve goet Gossinck aan Hendrik Worm.

19 maart 1687:
Jan Sta X Berendeken Gossinck dr. van Elsken Gossinck draagt het Goed Gosinck op aan Hendrik te Bengevoort X Gesina Meijs.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F1594
 
175 14 mei 1617:
Henrick ter Clincke X Aelcken Naves, Willem Schaer X Jutte Naeves, Saelcke Naves X Mette ter Braeck bekenden van Johan Naves haren stiefvader und Gertken Naves sijn huijsfrouwen, haren moeder, vanwege hun vaderlicke en moederlicke gerede en ongerede goederen so van haren vader Goeken Naves nagelaten, en van haar moeder nagelaten zullen worden, betaalt te sijn. Zij dragen hun rechten over aan Johan Naves X Gertken Naves. Als Johan en Gertken nog kinderen krijgen zullen ze allemaal weer meeerven.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 390 fol. 29v, 30 
Family F11114
 
176 14 mei 1628:
Erschenen Roeloff ten Damme Trine Smitz eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft tho hebben Henrick ten Brincke Enneken eheluijde, sampt Ennekens Voorkinderen Herman und Geert Huijninck und haren erven, haer Verkoperen halffscheidt des Erffs und guedts Grote Kempink, daervan Koperen vorschreven die ander Helffte toestendich, gestaldt tselve in sijn geheell inden Kerspel Aelten buerschap Hoerne, mit eener sijdt ant Aelter broeck und Rickerdinck stege und goirden, mitter ander sijdt an Kleine Kempinck, in sijner verner fohr und bepalong gelegen, mit eene ende ant Aelterbroeck, mitten anderen ende an Brethouwers guedt und Wickerinck Esch schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kommerfrij, Voerbeholden der Pastorie t'Aelten op Martini een Molder Roggen und een Jonck Vercken offt Twelff stuver daervoer Jaerlicx, daertegen de Pastoir plichtich und geholden den Brenger des Verckens offt Twelff stuver biss anden avent mit kost, wijn und bier te verplegen; oick Coepe Cappers und Erffgenamen, item Geesken Wehninck wedtwen van wijlen Willem Raesfeldt uth een stuck van een Moldersaet langss Brethouwers stege gelegen, de tijende garve. Deses in qualiteit vorschreven erffelick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung haerer gueder. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 35, 35v

9 oktober 1632:
Erschenen Warner Raesfelts voer sich und samptlicke Erffgenamen sijner saligen Moeder Geesken Raesfelts, daervoer de rato cavierende, die bekande voer sich, sijnen mitgenamen und deren erven, voer eene walbetaelde Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten unnd verkofft tho hebben an Wessel Baten Jenneken Rowbroecks eheluijden und haren erven, gedachter sijner saligen Moeder Huijss und grondt, gestaldt hetselve binnen Bredevoort op d'olde graffte, tuschen Hans Vossen huijss ter eener und Johan Oincks huijss ter ander sijdt gelegen, mit derselven toebehoer und gerechticheit voer kommerfrij, voerbeholden des Heren Thinss. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung sijner gueder. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 405 fol. 39v

15 januari 1634:
Erschenen Rudolphus Theben, in nhamen und als Volmechtiger Johan Coepmans und Joanna Raesfeldts eheluiden, daervan genoegsamen speciall Volmacht voer Heeren Richter und Schepen der Stadt Zutphen gepassiert, onder der Stadts Secreet Segell und des Secretarij JVMegen handt in dato den 4. Octobris 1633 voerbracht, die bekande in nhamen und van wegen gedachter Heer Principalen und deren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben, averliet und verkoffte hiermit und in krafft deses, an Warner Raesfeldt Driesken Hummelinck eheluijden und haren erven Sijner Principalen andeele, quoten und gerechticheit, sijnde een Vierde Deell an seeckeren Thende gaende uth die goederen Hondarp, Cappers, Brethouwer, Goorhuijs, Rickerinck, Cortbeck ende andere Parcelen in Aelten mit alle oere alinge recht und gerechticheit gelegen, Groff ende Smaell. Voorts een Vierdepart an ....(aantal niet ingevuld) Koewijdens und twie Suermaets deelen mit oer beswaer, und an twie gaerdens anden Waterdijck voor Bredevoort, mit oere alinge recht und gerechticheitin oere respective bepalingen gelegen. Noch Een hondert daler procedierende van een verkoffte anpart an seecker huijss binnen Bredevoort gelegen. Voort alle t'gene haer Joanna Raesfeldts bij doetlicken affganck van haer Vader ende Moeder angestorven und angeerfft is. Deses alles und jedes in maten voorschreven erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde gerenuntieert und vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong sijner Principalen Constituenten goederen, Sonder inrede und argelist.

Erschenen Lambert Smit voor sich, mede als echte Man und Momber Grietken Bulsincks sijner huijsfrouwen, daervoer de rato cavierende, die bekande voer sich, sijner huijsfrouwe vorschreven und haren erven, voer eene walbetaelde Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben, averliet und verkoffte in krafft deses an Warner Raesfeldts Drieskken Hummelinck eheluijden und haren erven, sijn Verkopers und huijsfrouwen Andeel, quota und gerechticheit beijder Behuijsungen binnen Bredevoort, het eene ande Misterstraete, mit eener sijdt naest Vicarien und Gerrit Roessincks Huijser und grondt, mitter ander sijdt und grondt anden Stadtwall gelegen, voer ande Strate, achter an Priors Hoff schietende. Dat ander op d'olde graffte mit eener sijdt negst Hans Bongardts huijss, mitter ander negst Johan Oincks huijss gelegen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandung sijner gueder, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 407 fol. 3, 3v 
Family F11572
 
177 14 mei 1628:
Roelof ten Damme X Trine Smits verkopen de helft van het goed Grote Kempink in de Heurne bij Aalten aan Henrick Brincke X Enneken en Ennekens voorkinderen Herman und Geerdt Huininck.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 401 fol. 35, 35v 
Family F11314
 
178 14 mei 1633:
Arendt ten Broijel, Elsken Wassinck eheluiden, Jan Drummelers, Jenneken Hundarps eheluijden, bekennen vanwegen dat legaat van Griete Wassinck huijsffrouw van Jan Schulten van Stadthagen zl., van Jan Schulten van Stadshagen vors. volkomentlicht betaelt te sijn.
Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort inv.nr. 406 fol. 27v 
Family F8467
 
179 14 mei 1666:
Verkoop sooe Rotger Poelhuis en huisvr., an Henrick Bruggfer, Stijne sijn huisvrouw, van een stuck lands op Hijnck Esch, in kerspel Wenterswick, bourschap Medehoe gelegen, schietende met d'eene sijd naest Derck Erpenbeecks landerien, met den anderen an de gemeene voerwechm net ;t een einde an die beeckem met t'ander an den gemeenen voetpat, neffens een stuckxen plaggen vreede naest die beecke in sijn kenlijcke limiten ende bepalinge.
Bron: Luiting, RABVT inv.nr. 425a, fo. 60r 
Family F559
 
180 14 mei 1700:
Verscheen Occo van Caudum, commis ter recerche tot Aelten X Mechtelt Huijnincks keuren de dispositie goed waarin hun schoonmoeder en moeder Agnes Smits wed. Huijnincks op 15 juni 1693 over de successie van haer dochter Mechtelt Huinincks ende kinds kind Reintjen van Coudum gepasseerd heeft.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 434 fol. 19 
Family F14668
 
181 14 mei 1700:
Warner Hijinck X Triene van Ratum draagt de hof op aan zijn zoon Warner Hijinck X Marrie.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F704
 
182 14 november 1583:
Richter Rasehorn Cornoten Johan ther Wordt Johan Wedelingh den 14den Novembris 83.
Lubbert Hesselinck echte soen Thonus Hesselinck und Henrich seiner huisfrouw tegenwordich wesend heft vermitz seinen vader voers. als mombar und believen seiner moder friewillichlich uth seiner angeborner frieheit ungedrongen den hause Bredefort hoffhoerich gegeven gleich andere Mans personen die hoffrechten tho genijeten und tho misgelden, daertegen frie quijt und loss gelaeten is Hinrich Onnekinck echte son Johan Onnekinck und Naell seiner huisfr. van alsolcher seiner hoffhoricheitt daermit hij sus langh dem hause van Bredefort verplicht und verwandt is gewest, also dat hie nu vortmher sich sall moegen wenden und kieren in wat echte und rechte im gelieven sall etc. Hiervan in debita forma eenen besiegelden brieff gegeven etc.
Bron: Hofboek p. 686, 687 
Hesselinck, Lubbert (I38397)
 
183 14 november 1649:
Jan Grievinck X Berntijen van Aelten, mede namens Lisabet van Aelten, dochter van zal. Herman van Aelten, Jan Doenck X Hilleken van Aelten, verkopen aan Tonnis van Aelten haren swager Sara Ketels, het verstef als op comparanten van Beltijen Beefftinck haerer huijsfrouwen und pleegkinderen Moeij ende olde Moeije, vererft is.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 416 fol. 61, 61v 
Family F11193
 
184 14 oktober 1675:
Hendrik Heinen en Magdalene Pallant verkopen aan Joost Schutte, burgemr van de Stadt Vreden en Geertruid Kottink Ehelieden, `t Goet Scheinck.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F9304
 
185 14 september 1621:
Erschenen Henrick Lebbinck, Henrica Cramps eheluijde, und hij Henrick Lebbinck ethwas swack van lijve, dannoch doer Godts genaden goets vernufftz und verstandts und sijner sinnen und spraecken wall mechtich, sie Henrick Cramps averst gesundes lijves, gaende und staende und haerer sinnen und verstandes gelijckfals wall mechtich, gelijck an hun beijden openbaer tesien und horen was, die bekanden voer sich und haren erven, dat sie mit goeden voerbedacht und vrijen willenmalckanderen inder allerbester und bestendichster form und maniere aller Rechten, Gerichten und gewoongheidten, sie vastlicks doen sollen, konden und mochten, in alle hare gereide und ongereide gueder, giene acer all uthbescheijden, betuchticht hedden, und betuchtichden malckanderen in krafft deses, alsoe und dergestaldt dat de lestelevende van beijden sijn levenlanck in alle gerede als ongereide gueder sall sitten blijven, oick ter noot die Erfftalige gueder antasten und ter goeder noottrufft daervan leven sulle und moge. Na dode averst des lestlevende van beijden, die alinge hare Nalatenschap an beidersijdtz rechten Erven devolveren und vallen sulle. Edoch hefft Henrick Lebbinck vorschreven sijnen broeder Gerrit Lebbinck, und Vreden Rauwertz, huijsfrouwen Derick Schoemekers, ideren besonder, Vijfftich daler Bredefortscher gangbarer gewehrden, donatione mortis causa voor aff gegeven, nae affsterven sijner Swegerschen Wilhelmæ Rauwertz, wedtwe wijlen Derick Lebbincks, van t'gene van desselven Derick Lebbincks Nalatenschap, up hem gedevolveert, toegenieten, Und sijn deses in mathen vorschreven gecediert und uthgegaen und hebben daerop mit hant und monde vertegen, derselven waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Voerdere disposition voerbeholden. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 394 fol. 51-52 
Family F11159
 
186 15 april 1640:
Geert ten Becke, Margareta Machtens eheluide ten overstaen van haer Margareta Soons Caspar, Herman und Erich Everts, verkopen aan Meister Henrick Hetterscheij Lotte eheluiden een stuck groenlandtes genant Grivinck mit eenen Goorden daerahn langs die Beke und an Peter Martens Grievinck onder den dorpe Aalten gelegen.
Bron: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1640, inv.nr. 411 fol. 67, 67v

10 oktober 1649:
Compareert Geerdt ten Beke ende geeft te kennen hoe hij den 9 februarij 1639 in d'Echt sich begevende mit Margarieta Machtens, hebbe hijlixvorwarden opgerichtet in welcken hij sich voorbeholden van driehondert guldens ten allen tijden te mogen disponieren ende daermede sijne Vrinden begifftigen ende als nu comparant sijne Verwanten had overlevet ende giene die hem goet deden in leven als sijne Ehefrouwe ende desselves Kinderen van wien hij in sijn hogen older groten troost, behulp ende bijstandt, als sijnde offtmaels schwack was hebbende voll der gestalt van obgemelten drie hebben gedisponiert als hij disponiert mist desen omnbi melioro modo dat dieselvigen 300 gl. nae sijne doode almede neffens sijne andere guederen in voornoembde hilix vorwarden van spraken an sijne huijsfrouwen ende Kinderen sullen vallen, voorbeholden twintich dall. so hij alnoch voor sich om daerover te mogen wijderes disponieren, behielde, sonder exception ende argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort, volontaire protocollen inv.nr. 416 
Family F9561
 
187 15 april 1657:
Erschenen Deve ten Grotenhuijs weduw van zal. Jacob ten Grotenhuijs, mett Berndt Bergerbusch, haeren in deser saeken erkorenen ende angeboornen Mumber, die bekande met auctoriteit haeres Mombers voor haer ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ende ewigen erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an Henrick Volmer Janna van Langendonck Eheluijden ende haeren erven, seekere obligatie van den Hoochgebornen Grave ende Heere Here Ernst Wilhelm Graeff toe Benthem, Tecklenburgh ende Steinfurt ter Summa van Achtijnhundert Caroli gulden Capitael in dato opten Slott Benthem den Achten februarij 1644 under Sijn Grafflicker Genaden handt ende opgedruckten Segel. Deses gecediert ende opgedragen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap ende vestnis gelaefft inholts gemelter Obligatien, sonder exception ende argelist.

Luijdende gemelte Obligatie van Woort tott Woorde als volgt:
Wir Ernest Wilhelm, Graeff zu Benthem, Tecklenburgh, Steinfurt und Limburg, Here zu Rheda, Wevelinghoven, Hoija, Alpen und Hilffenstein, Erbvogt zu Cölln, thun kundt und fügen manniglichen hiemit zu wissen, Nachdem wir unsere Winterschwickse güther, unserer Angelegenheit nach, fürnemlich zu abfindungh etlicher daruff sprechender Creditorn mit ienigen Pfenningen zu belagen benöhtigt, Alss haben wir Unsere Meier Grotenhauss macht und gewalt gegeben, thuen dass auch in crafft dieses, wir solches am bestendigh- und cräfftigsten geschenen soll, kan oder magh, Unss uff sein Vaterhabendt Erbe, wir dasselbe im Kerspel Wenterschwick Amte Bredevohrt belegen, Achtzehen hundert gulden, den gulden ad zwantzich stuber hollandisch zu verschiessen und damit selbiges Erbe zu beschweren, hingegen aber er die wuss aus demselben competierende Jährliche Pfächte, renten, zinsen oder verfälle, bis wir oder Unsere Erben solche Pfenninge ihme und den seinigen van solches ein halb Jahr zuvor an- und aufgekundiget wirdt, welches beiden theilen frei stehen solle, wieder erlagen lassen, einzubehalten und zu geniessen. Jedoch dass er uff obgemelten Unserm güthe stehend Holtz, ohne Unsern und der Unserigen willen und belieben keineswegs angreiffen und verhawen, auch sonsten dass Erbe in güthem Zustande und esse wahren und halten solle.
Zur warheit Uhrkundt haben wir diss mit Unser handt Unterschrifft und vorgedruckten Cantzeleij secret wissentlich befestiget. Geben uff Unserm Schloss Bentheim den 8/18 Februarij Anno 1644.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie) ORA Bvt inv.nr. 420 fol. 22-23

Deze akte bevestigt het vermoeden dat Jacob ten Grotenhuis eigenlijk Jacob ten Bergerbusch tr. Deve Meerdink is. Deze akte noemt namelijk de voornaam van zijn vrouw, en geeft een Bargerbusch als voogd. 
Family F5785
 
188 15 augustus 1612:
Johan van Loon X Geesken Meesters (?) dragen op aan Peter Cloeck X Elsken van Loen, zijn Johans schoonsohn und dochter, alles dat hij Johan van Loohn bezit.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 74 fol. 116v, 117 
Family F15235
 
189 15 augustus 1615:
In de marge: Ao 1650, den 22. Martij erscheen Warner Romp ende bekande datt Thonnis Elinck hem desen pandtpenninck ter summen van hondertVijffundtachtentich daler volkomentlick affgeloest ende te dancke betaelt hedde ende die pandtschap daermede gequitiert, voerbeholden nochtans gemelten Rumps gerechticheit vande tijnde garve mitten stroe over den gehelen Kamp. J.Wisselinck, Landtschrijver.
Erschenen Geerdt Elinck voer sich, und als Man und Momber Annen sijner huijsfrouwen, die bekanden voer sich, sijner huijsfrouw vorschreven, und haren erven, Dat sijn GroteVader Johan Elinck zaliger voer langen Jahren van wijlen Bernt Rump die Summa van t'Sestich daler (: waervoer gemelter sijn GroteVader van die van Merfeld seecker Lenderie angekofft : ) noch daernae van Roelof Romp Viertich daler /: waervan neffens anderen die Buerlsche thende uth Elinck uthgekofft: / opgenomen und daervoer den Elinck Camp, inden kerspell Wenterschwick, Darpbuerschap, mit drie sijden in Wamels grondt, mitter Vierden sijdt anden Cathensche anden Cathensche Helwech gelegen, ongefehr van een Moldersaet, sambt dessen holtgewass und aeckeren, toebehoer und gerechticheit pandtsche wijse avergelaten hedde. In mathen hij Geert Elingk und huijsfrouw vorschreven tot onderscheidtlicke reparatien haerer Behuisong op Elingk und sonsten harer meester noottrufft van Werner Romp und sijner zaliger Huijsfrouwen opgenomen und gemelte Pandtschillingk vermeerdert hedde mit der Summa van Vijffundtachtentich daler, maeckende nu die gantze Summa Hondert Vijffundtachtentich daler Bredefortscher gangbarer geweerden, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent,voer welcke Summa vorschreven meergemelte Geert Elinck allet voer sich sijner huisfrow und erven, bekande, hiermit bester gestaldt rechtens in pandtschap gecontinueert und respective avergelaten te hebben, gedachten Werner Romp, sijnen Kinderen und erven den voerspecificierten Elinck Kamp mit sijnen pertinentien voerschreven, in mathen gemelte Bernt, Roeloff und hij Werner Romp denselven successive in gebruick und besitt gehadt, und noch hebbe, bis ter Loesen ondergemelt. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese beijdersijdtz ein Vierdell Jaers voer Martini toe verkunden voerbeholden, und demnae Jaerlich op Martin , viertien dage voer offt nae onverhaelt, mit de Somma van Hondert Vijffundtachtentich daler, obgemelter geweerden, toe loesen und respective daertoe geholden te sijn. Bij veronderpandong sijner Elings anderen guederen und peen van pendong na Landtrechte. Edoch na gedaner Loese, Romp und sijnen erven, die Thiende garve na old gewoon- und gerechticheit uth gemelte Camp vorbeholden. Oick hiermit alle verschrijvongen schijn und bewijs, so Werner Romp offt sijn Voerolderen vorschreven desenwegen van Geert Elinck offt sijne Voerolderen gehadt, annulliert, cassiert, doot, nichtich und krafftloiss te sijn und daer dess einige bevonden, hem Eling toe restitueeren. Alles sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 48v-49v

19 november 1624:
Erschenen Henrick Nunninck Schmit van Gesscher, Derick sijn huisfrow, die bekanden voer sich und oeren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben Warner Romp und Roeloff Romp, Vader und Soon, sampt deren erven een Goerdenken, alsoe datselve voer den Darpe Wenterswick tegen t'Woerden, mit eener sijdt an Henrick Kedden goorden, mitter ander sijdt an Hamaeckers kuem: goordenken un sijner voor und bepalong gelegen mit eenen ende anden Heelwech, mitten anderen ende an zaliger Herman ter Woerts Maedeken schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kummerfrij, Deses erfflich gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 397 fol. 51, 51v 
Family F11092
 
190 15 augustus 1663:
Erschenen Berent Kockers die bekande voor sich als oock voor ende met consent sijner erven met ende kinderen met naemen Jan Cockers Aloff Scheinck ende Jan Prins alhier mede præsent ende de rato voor haere respective huisvrouwen caverende in eenen steden vasten ende onwederroeplijcken erfkoop verkoft ende overgelaten 't hebben an Jan Prins ende Aeltien Ebbinck sijn huisvrou ende erven seecker behuisinge met daer achterliggende gaerden, in 't Dorp Aelten tusschen Henrick ter Doeinck ende Wilhelm ter Beecke behuisinge gelegen, achter schietende met het einde van den gaerden an Jurrien Pijpers hoff ende van vooren an die straete staende voor doorslechtich kommervrij ende nergens mede beswaert als gemeene Heren schattingen uitgenooemen nochtans 18 strs jaerlijckx an den Schulte ten Ahave te betalen is oock geconditioneert dat den Verkooper in desen Cooperen behuisinge in den Camer daer verkooper tot noch toe heeft in gewoont, sijn leven lanck sal verblijven ende so veel plaets om twe voer turf te leggen genieten ende alsdan na doode verkopers Cooperen 't selve na haeren wille ende believen eigendomblijck sullen gebruicken, deses in maten voorschreven gecedeert ende uitgegaen, hebbende met hant ende monde vertegen, verner ende beter vestenis ende verschrijvinge belooft na Landtrechte alles onder verbant Comparants persoonen ende goederen ende sonder eenich bedroch of argelist.

Erschenen Berent Kockers, en bekande in eenen steden vasten ende onwederroeplijck(en) erfkoop eeuwich ende erflijck geduirende, verkoft ende overgelaten 't hebben gelijck hij doet kracht deses an Jan Prins Aeltien Ebbinck sijn huisvrou ende haeren erven een seecker stuck lant van omtrent derdehalff schepel gesaei op den Aelter Esch met d'eene sijde an Cooperen vaders lant, met d'ander an die weduwe Doeincks lant gelegen met den eenen einde op den wech van die linde na Grievinck Brugge gaende ende met den anderen op het pastorien lant, so Teube Doerninck bouwt, schietende, alles so 't selve is uitgepaelt ende in sijn kennelijcke limiten gelegen, voor doorslechtich kommervrij ende nergens als met gemeene Heren ende lants lasten beswaertt, hebbende 't selve met hant ende monde vertegen, soo dat verkooperen met gevolch des Gerichtes daer van sij onterft ende Cooperen ende haeren erven daer an weder geerft ende gerechticht, belavende verkooperen den Koop te staen, wachten ende waeren nu ende ten eeuwigen tijden, oock beter verschrijvinge ende verseeckeringe te doen na Landtrechte, alles onder verbant van verkooper sijn persoon ende goederen, om sich daer an te verhaelen, alles sonder bedroch ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 424 fol. 41v-42 
Family F4638
 
191 15 december 1552:
Bernt Woirdes, Wilhm sin echte huisfrowe, hebben
bekant van Albert Dienberch, Ffennen siner husfrowen,
entfangen t' hebben en hundert enckele Jochimdaler,
waervan zie hem gelavet jarlix up Petri ad
Cathedram, 14 dage voir off na onbehalt kummerfrij und schatfrij t' leveren
und under penen der pendunge wall t' betalen, van
sesthien dersolver penningen einen, uth oren erve
und gude genompt Woirdesguet und all ander
oir guder, gelegen in den kerspell van Wenterswick,
in der buirschap to Miste. Und hebben dairup ver-
tegen und utgegaen als recht is. Mit guder be-
laffder warschap und noch vorder und beter vestenisse
t' doen. Beholtligen diese vurs. rente t' losen mit
ein hundert enckele gude Jochimdaler wanner
die lose ein halff jair bevorens verwittigt und
upgesagt sij worden.
Bron: ADW (transcriptie) judicieel protocol 1571-1572, ORA Bvt inv.nr. 39 fol. 97

23 november 1571:
Als vanwegen Ffenne Dienberchs gepent is
an die pechte und erfgrunt des erff und
gudes Grevinck, gelegen in den kerspell Wenter-
swick, in der buirschap Medeho, voir acht molder
roggen und ses dalers, ein jair binnenjars
und drie jairen verjairte rente jarlix als baven. Inholt siegell und
breve, to guder reckenschap und schaden mit recht.
Und heft dorch oren sonne Johan Dienberch
die vurs. angepante pechte und guidt doen upbaden.
Bron: ADW (transcriptie) judicieel protocol 1571-1572, ORA Bvt inv.nr. 50 fol. 87 
Family F12339
 
192 15 december 1663:
Obligatie waer bij Joost Simmeldinck de voorstaende pantschap (zie 31-8-1636) ter summa van 80 dlrs. dico tagentigh dlrs. bekent verhoogt te hebben oitwijens? die mij vertoonde dogh bij mons. Loef van Eerden angetrokken obligatie vanden 15 december 1663.
Geregistreerd 13 maart 1701.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 461, fol. 243v

1687 akte nr. 98
Elisabeth wed. Abram Peters verkoopt haar huis en hof naast Ludolf van Eerden binnen Winterswijk.

16 augustus 1708:
Joost Vincent van Asbeek X Clara Elisabeth van Dengelen schuld van 3600 dl. Holl. aan Coenraad van Hasselt pred. te Groenlo X Anna Catharina Volmer.
eodem.
Loef van Eerden X Metjen Laerbergh als borgen en selfsschuldigen pand o.a. Huijs en Hoff in Ww. met 2 schepel saat lants op de Oosterwoort. 1/2 mulder tegenover Slippers huys voor Ww. gelegen etc.

16 augustus 1708:
Joost Vincent van Asbeek Heer tot den Berge etc. (huisvrouw absent) oom Louis van Eerden en vrouw. Pand: het regt op den Haveste Dravenhorst door cessie van Coop Heer Oom de Majoor Hendrik van Asbeek aengekomen.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

12 februari 1722:
Dr. Satink als volmr. van de erfgenamen van wijlen Marta Laerberg, weduwe van Louwijs van Eerden, geeft te kennen hoedanig zijn principalen d.d. 11-4-1711 arrest en beslag hebben gedaan op de gehele nalatenschap van wijlen Frederic van Eerden, soo en als de selve van wijlen Louwijs van Eerden voor haar quota op haer was vervallen. Matthias Walien, de volmr. van de erfgenamen van Frederik van Eerden is inmiddels overleden zonder enige cautie, veel min suffisante borgtogt te stellen. De nalatenschap van wijlen Louwijs van Eerden en Marta Laerberg is met vele schulden belast en bezwaard, zodanig dat de erfgenamen van wijlen Frederik van EErden daar tenminste 1000 daalder voor haar portie tot betalinge der schulden zullen moeten bijbrengen, voor welke schuld de erfgenamen wijlen Marta Laerberg's goederen, te weten de aangebrachte huwelijksgoederen van wijlen Marta Laerberg convenieren. Comparant peindet nu op en aen de gehele nalatenschap en erfportie soo en als deselve door het overlijden van Louwijs van Eerden op de erfgenamen van wijlen Fredrik van Eerden mogte sijn gedevolveert, bestaende in haer quota van de halve havesate Dravenhorst in de buurschap Dorpboer van Winterswijk met de daer onder gehorende landerien, bou- hooij- ende weijgronden, holt en twijgewas, voorts die daer toe specterende goederen en meule, aldaar en in de buurschap Meddehoe en Huppel en elders gelegen, als de goederen Bonnekink, Hulsen en Wessels stede, Wessels kamp, Weijenborg, Bonenstede, de groote mate, Kniphuls, Morsmaetien, item de verbetringe van Freriks goet Bargerbos, de binnen Morsche en vorders in het general alles wat onder gemelte halve havesate mogte gehoren.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv. nr. 172, fol. 86r t.m. 87v 
Family F1623
 
193 15 februari 1615:
Erschenen Gerrit Doncker, Geesken eheluijde die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft thoe hebben Berndt Arndtss van Zutphen Gerritken eheluiden und haren erven, Eene Koeweijden opt Swanenbroeck tot haren huijsse gehoerende, mit derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich Kummerfrijd, voerbeholden den Heere und Kercke toe Bredeforth Ider Een stuver Jaerlicx. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 8v

18 mei 1629:
Erschenen Sijbert van Bocholdt Johanssen die gelaeffde voer sich, sijner Moeder Anna Voets, wedtwe wijlen Johans van Bocholdt und sijnen broederen, daervoer de rato cavierende, und haren erven, Gerritken Mollenkamps, nagelatene zaligen Berndt Aerendtss van Zutphen, nu Gerrit Goslickss Huijsfrow, hare Kinderen und erven, van wegen sodaner Caution und borgtaell als haer zaligen Man vorschreven vermoge Protocols den 17. Octobris 1618 voer Comparants Moeder, van wegen ontfangenen 106 daler an Webbeken Stemerss gepresteert, toerelevieren und allerdingss schaedeloiss te holden. Bij veronderpandong aller sijner goeder, hoe offt waer die gelegen und antetreffen wehren. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 402 fol. 33v, 34 
Family F11567
 
194 15 februari 1669:
Verkoop door Dijrick Beerninck end Beerndeken sijn huysfrouw, ende Trijne huysfrouw van Warner te Buckel gans kranck ende beddelegerig, geassisteert met Dijrick Beerninck als hiertoe gekooren mombaer, an haeren broeder Jan Schuijrinck en huisfrouw van haer geregte anparten van het stedeken Meddeholt, neffens twee stucke landts daerbij gehoorende en emt sijn olde ende niewe geregticheit in die buurschap Medhoe kerspel Wenterswijk gelegen, gelijck haer van haere olderen is angestorven.
Bron: Luiting, RABvt inv.nr. 471, fol. 5r

15 februari 1669:
Verkoop door Jan Schuirinck ende Elsken sijn huysfrouw aen sijn broeder Dijrick Beerninck, dessen huysfrouw, van die gerechte halfscheit van die Loordijckse maethe bij het Loordijck, half in Meddehoe half in Darpbuur langs Elchots mathe gelegen, met d'eene zijt en met d'andere zijt langs 't veldt, ende d'eene eynde in Loordijcks hoff en 't andere an die nieuwe Mors schietende.
Bron: Luiting, RABvt inv.nr. 471, fo. 5v 
Family F5286
 
195 15 januari 1616:
Henrick thoe Gussinckloe en Derrisken sijne echte huijsfrouw hebben zich vrijwillig uit hun aangeboren vrije stand in de Hofhorigheid van den Huize Bredefort. Twee van hun kinderen mogen vrij blijven.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C 
Family F1527
 
196 15 januari 1625: Geesken wed. Derck Gielinck, eigenhorige van het huis Bredevoort, mede namens haar zoon Berendt Gielinck, in dienst zijnde te peerde bij Breda, dragen het goed Gelinck over aan hun zoon en broeder Geerts onmondige zoon ook Geert genaamd. Ook broer Johan Gielinck getuigt dat zijn afwezige broer Berendt dit wil.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 398 fol. 4 
Family F11265
 
197 15 januari 1644:
Berent Jansen Mechtelt Eckerfeldt eheluiden, bekanden dat sie malkanderen naesvolgender gestalt betuchticht hebben wilden, doende sulx hiermit ende in crafft deses, erstlick indien Berent Jansen eerst doodtes verscheiden wurde, soll sijn huijsfrouw vors. in alle sijne nalatenschap tuchtgewise verbliven nae derselver dootlicken affganck... disponierte dat sijn stieffsohn Carst Brandt daerin succedieren sall.
Indien averst sie Mechtelt voor haeren gl. eheman doodtes verfahren wurde, betuchtiget sie haren eheman vors: gelijckfals in alle haere nalatenschap mits dat an haren soon Carst Brandt gevolcht werden alle hare kleder clenodien, linnen, wullen ende silver so veel des tott derselver lijve gehoerich,
@ Berent Janssen als langstlevende inde anderde ehe belieffde te treden, sall hij voor eerst an sijnen stieffsohn Carst Brandt bewijsen die halffscheit vanden alingen inbuell bewegh: ende onbeweghlicke guederen, ende daernaest met sijne kinderen die hem godt in twieder ehe bescheren? worde pro quota als efffgenaemen succederen. Inwal hij averst sich niet verandersaten wurde, sall nae desselven doden sijne nalatenschap op Carst Brandt als erffgenaem devolueren sterven ende vererven, Mits dat hij van wegen sijnen ohn Berent Jansen anden armen alhier die summa van vijftich dall: ende ahn sijn vrinden van wegen vaders sijde vijf und twintich daler, ende van wegen moeders sijde oock vijff und twintich dll: verrichte ende betale. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hanmt und monde vortrtegen, sonder exception ende argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 414 fol. 7

3 februari 1644:
Akte met vrijwel gelijke inhoud als 15 januari 1644, maar hier wordt gerefereerd naar hun huwelijksvoorwaarden van 20 juni 1621.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 414 fol. 9v 
Family F8149
 
198 15 juli 1518:
Dierick ten Kreijll op Benninckhoff sich uit zijn vrijen standt den huijse Bredeforth hoffhorich gegeven, een onbenoemd kind vrij voorbehouden.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C 
Family F5315
 
199 15 juli 1558:
It Anno (XVC .) XLVIII. den vifften Julii hefft min Joncker die Marschalck ein wessel geholden mit Johan Schroer genant Richters und Henrica siner huesfr. und tot behoeff des huses entfangen Enssele echte dochter Johan Rolevinx und Gesen siner huisfrowen wonafftich up den erffe Rolevinck in den kerspel van Ledden. dair voir van hoffhoricheit frij gelaten und gegeven, Lumme echte dochter Henrick Roix und Wilhm siner huisfrowen.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F8443
 
200 15 juli 1579:
Wessel tho Bockell fraeget eens Ordels nae haeves recht, dwiele her up den have Bockell ein tijt lanck Scholt gewesen und dem hoff seiner dochter Elsken oevergegeven und nu up die lijfftucht van Bockel gegain, off er oeck sall moegen bueten consent des hoffheren und den principalen Scholten tott Bockell tot last desselvigen voers. haves tho Bockell dieselvige lijfftucht of ein deil landes daervan versetten, beschweren offte tho veralieniren.
Dat ordell is bestadet an Johan Scholt ten Ahoff.
Johan Scholt them Ahoff an dem dit ordel bestaedet, hefft mit beleerongh der semptliche hoffhorigen nae haves recht erkendt dat Wessel tho Buckell dweil ehr op die lijftucht trecken wurde nijt sall moegen buten consent des hoffheren oder des Prioncipalen besitter des haves dieselvige lifftucht oder ein deel landes dairvan verpanden beschweren oder veralieniren, und begert dat hirvan die utspraek umb beter erkundigungh an Tegeders des haeves tho Stadloen tho doen uthgestalt mach werden een maent tijtz alsdan die erclerongh tho doen.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F10081
 

      «Prev 1 2 3 4 5 6 7 8 ... 92» Next»


Library z-lib z-library zlibrary project